Marhaba
Gisteren (donderdag) was een vrije dag.
Veel spannends valt er dan ook niet over te vertellen. Ik heb
achtereenvolgens geshopt, gegamed, wat opgeruimd, naar één van mijn
beste vrienden gespoord en ten slotte met mijn Duitstalige buddies
ook nog gegamed.
De post komt ook nog eens extra laat omdat mijn internet thuis niet meer werkt. Dus doe ik het nu op de stelplaats van De Lijn, omdat ik reserve zit en geen dienst moet rijden (meer daarover wanneer ik mijn bericht over vandaag schrijf).
Ik maakte aan het begin van de dag de
afweging dat ik misschien vandaag best ook iets nuttigs moest doen.
Ik had nog potgrond nodig om mijn bijzonder snel groeiende
bananenboom een mooie, nieuwe, maar vooral gevulde pot te geven, dus
heb ik mij naar een Aveve gerept.
Maar mij in een winkel met planten
zetten is nooit een goed idee. Eén zak potgrond moest ik hebben,
maar ik kwam buiten met twee zakken, twee nieuwe potten en twee
nieuwe planten. Een vriend van mij lachte vroeger er altijd mee dat
hij zich mijn kot inbeeldde als een 'jungle'. Wel, de vensterbank aan
mijn raam staat alleszins al goed vol met planten. Ik leef maar op
een dikke 30m², maar ik heb wel 16 planten. En ik hou van hen
allemaal.
Een ruimte zonder een plant vind ik
maar saai en lelijk. Bovendien is niets zo mooi als een witte ruimte
met een plant in een witte pot. Uiteindelijk zijn ze ook absoluut
niet veel werk. Daarbij, het kost niets in onderhoud, tenzij je hen
wat wilt bemesten.
Alleszins, de twee nieuwe planten zien
er gelukkig uit in hun nieuwe thuis. Hopelijk nemen ze meneer
Bananenboom als voorbeeld.
Als ik niet moet werken, volgt daaruit
logisch dat ik geen nieuwtje heb over mijn werk. Dus moet ik iets
anders verzinnen om jullie te vermeien.
Geen nood, dat lukt me. Ik ben koning
“uit mijn nek kletsen” (of “lullen”, als je dat mooier vindt
met je perverse geest). Ik heb ook al 4 onderwerpen die ik wil behandelen op vrije dagen als die van gisteren.
Sommigen zouden zich serieuze vragen
kunnen stellen bij mijn gebruikersnaam of webadresnaam: “Stinia”.
Is dit een vrouw opgesloten in een mannenlichaam? En durft hij zich
niet te uiten?
Nee, dat is hij dus niet. “Stinia”
is, ondanks zijn voor velen vrouwelijke bijklank, ook mijn gamenaam.
Ik hou niet van verandering, dus hou ik die naam ook liever.
Bovendien ben ik ook het meest bekend als een “Stinia”. Maar hoe
kom ik dan op een vrouwennaam?Wel, daar zit een niet al te spannend
verhaaltje achter. Vroeger ging ik door het leven als “Stino
Konino” (zie ook mijn e-mailadres). Mijn gamenaam (op Steam) was
toen dus ook “stinokonino”. Tijdens mijn eerste jaar
universiteit, na mijn breuk met mijn eerste vriendin, ben ik vrij
snel in een verslaving gevallen: een online game, met de naam Tynon.
Ik was er vrij vroeg bij en ontpopte me al vrij snel als één van de
sterkere spelers. Tot op de tweede plaats toe zelfs. Ik werd ook
“guild leader”. Spelers engageren zichzelf in “guilds”. Ze
gaan een soort van alliantie aan, zeg maar, tegen andere guilds. Ik
was leider van één van de sterkste guilds, die onder de naam
Defiance door het leven ging.
Ikzelf had de guild niet opgericht.Bon, na een tijdje
heb ik echter besloten dat ik verslaafd was en ben ik van de één op
de andere dag met het spel gestopt. Ik was vooral verslaafd aan de
sociale contact en zelfs sociale macht: mensen keken naar mij op, ik
was steeds deftig en diplomatisch (een zeldzaam fenomeen daar, en op
het internet in het algemeen) en daardoor vrij geliefd en
complotvrij.
Wat heeft dit met
“Stinia” te maken?
Wel, toen ik een
account aanmaakte bij dit spel, gaf ik oorspronkelijk de naam
“stinokonino” in. Maar deze naam was al bezet. Bovendien speelde
ik een vrouwelijke personage. Dus heb ik dat toentertijd veranderd
naar “Stinia”.
Nadat
mijn saga op Tynon voorbij was, heb ik ook mijn steamnaam veranderd
in Stinia, omdat ik vrij gehecht was geraakt aan die naam. Ondanks
het feit dat ik vrij veel berichten als “be my bitch” en “I
want to have sex with u” kreeg – en dan kregen die mannen een
mindfuck wanneer ik
hen zei dat ik een man was, waarop ze hetzij opeens zwegen oftewel
mijn huid vol scholden – heb ik me daar heel sterk geamuseerd. Het
was één van mijn negatiefste, maar tegelijkertijd ook sterkste
ervaringen met gamen.
En zo
was “Stinia” geboren. “stinokonino” klinkt ook wat
kinderachtig en was vroeger ook wel min of meer tot spot geweest:
toen ik op een gegeven moment bij bPost als jobstudent solliciteerde,
belde een man van het interimkantoor. Na het bepalen van mijn dagen,
vroeg hij: “En jouw e-mailadres, is dat nog altijd... euh...
stinokonino@hotmail.com?”
Ik zei dat het klopte. “Ik raad je aan,” ging hij verder, “om,
met het oog op professionele doeleinden, dit e-mailadres wel te
veranderen.”
Na dat gesprek was
ik een beetje boos dat hij dat zei, maar de man had 100% gelijk. Soms
besef je zelf niet hoe belachelijk iets is totdat iemand het benoemt:
en dat heeft deze vriendelijke man gedaan.
Nog diezelfde week
maakte ik mijn serieuzere g-mailadres aan.
Dat is alweer
genoeg leesvoer voor vandaag over gisteren over vooral veel langer
geleden dan gisteren.
A bientôt!
|