Oefenvorm 2
Bal vertrekt in de uiterste hoek (A) en gaat naar B, vandaar naar C en dan terug naar A die ondertussen is doorgelopen. A geeft nu een lange bal naar D die aan de andere kant is vertrokken. D neemt de bal mee en sluit aan bij A' A verplaatst zich naar C, B naar D, C naar B en D naar A'.
De verplaatsing van B naar D wordt in tempo uitgevoerd (Geen sprint).
|