Es situado en el sur de Argentina/Chili.
Dos novelas de Luis Sepulveda:
Patagonia Express y Mundo del Fin del Mundo.
A mis amigos chilenos y argentinos
que defienden la preservación de
La Patagonia y de la Tierra del Fuego.
A su generosa hospitalidad.
A los tripulantes del nuevo Rainbow
Warrior, nave insignia de Greenpeace.
A Radio Ventisquero de Coyaique, la
voz del mundo del fin del mundo.
04-10-2014
Unamuno
Abel Sánchez (1917) gaat over wat Unamuno later heeft
omschreven als de afgrijselijkste tumor van het Spaanse ras: de afgunst, die volgens de schrijver bij geen ander volk zo sterk aanwezig is als bij de Spanjaarden.
Het personage Joaquín Monegro is er de belichaming van.
Zijn hele leven lang is hij ziekelijk jaloers op Abel Sánchez (wiens voornaam verwijst naar de zoon van Adam en Eva die door zijn jaloerse broer Kaïn werd vermoord).
Joaquín en Abel kennen elkaar al vanaf de wieg.
Abel is een zondagskind terwijl Joaquín zich moeizaam door het leven
sleept.
Net als de bijbelse Kaïn voelt Joaquín zich misdeeld.
Hij begrijpt God niet: waarom heeft hij hem zo weinig en Abel zo veel gegeven?
Het is maar een van de vele vertwijfelde vragen waarmee Joaquín zichzelf kwelt.
Ze maken hem tot een typisch Unamuno-personage.
Joaquins afgunst is pathologisch, want hij sluit zich af voor alles wat zijn overtuiging dat hij een geboren verliezer is, zou kunnen tegenspreken.
Vandaar dat zijn visie op de werkelijkheid quichotteske trekken heeft: hij ziet wat hij wil of moet zien.
En vandaar dat hij zo geobsedeerd is door Abel.
Het succes van zijn vriend (op elk gebied: sociaal, amoureus, maatschappelijk)is de gesel waarmee hij zichzelf kan kastijden.
Zo krijgt hij de pijn die hij nodig heeft.
Want zijn lijden is zijn leven.
Zijn lijden biedt Joaquin bovendien een uitgelezen gelegenheid onsterfelijk te worden: hij zet het verhaal van de martelgang van zijn leven op papier, in de hoop dat zijn dochter of zijn kleinkinderen er bekendheid aan zullen geven en hij zo voort zal blijven leven.
Deze hoop om via het woord voort te bestaan (en ook de overtuiging
dat zijn buitengewone lijden hem tot een uitverkorene maakt) deelt
Joaquin met zijn schepper, Unamuno.
En om te besluiten met een andere opmerkelijke parallel: de betekenis die Unamuno het woord toedichtte, is verwant aan de rol die de modernistas in gedachten hadden voor de literatuur, die zij zagen als het middel bij uitstek om de mens te verheffen tot het goddelijke. Maar dat middel mocht niet, zo verordende Unamuno, de ziel balsemen, zoals in het werk van de modernistas gebeurde.
De ware weg naar het oneindige mocht alleen maar geplaveid zijn met
doornen.