Nu de dagen alsmaar korter worden, is het belangrijk dat je je als fietser laat zien in het verkeer. We lichten je alvast in over de wetgeving in verband met fietsverlichting en geven je enkele tips!
 |
Zien en gezien worden, daar komt het op aan. (foto belga) |
De zon komt dezer dagen op rond
8u en gaat weer onder omstreeks
19u. Bij de overschakeling naar de wintertijd eind deze maand wordt dat ineens
7u30 en
17u30. Van 28 december tot en met 3 januari moeten we het langst wachten tot de zonsopkomst (
8u45), terwijl het van 8 tot en met 17 december het vroegst volledig donker is (
16u37). Uiteraard moet je al vroeger waakzaam zijn omdat het al eerder begint te schemeren.
Aangezien heel wat mensen met de fiets naar school of werk rijden en er vaak ook 's avonds nog getraind wordt, komt het er op aan in alle omstandigheden goed te kunnen zien en gezien te worden. In een stedelijke omgeving is de weg meestal automatisch verlicht en volstaat 'gewone' verlichting normaal gezien. Op het platteland, langs slecht verlichte wegen en jaagpaden kies je echter best voor een krachtiger voorlicht met een grote lichtbundel om putten, plassen en andere onverwachte hindernissen te kunnen opmerken.
Cijfers over het aantal ongevallen ten gevolge van slecht werkende fietsverlichting bestaan er niet. Steekproeven van de
Fietsersbond tijdens de campagne van vorig jaar brachten wel aan het licht dat nog behoorlijk wat fietsers zonder verlichting rondrijden op momenten en op plaatsen waar dat echt wel aangewezen is.
WAT ZEGT DE WET?De wet zegt dat elke fietser vooraan een wit of geel licht en achteraan een rood licht moet hebben tussen het vallen van de avond en het aanbreken van de dag én overdag als de zichtbaarheid minder dan 200 meter is. Deze lichten mogen zowel op de fiets als op je kledij of rugzak bevestig worden. In België zijn knipperende lichten toegestaan. Het rode achterlicht moet 's nachts, bij helder weer, zichtbaar zijn van op een afstand van minstens 100 meter.
Wat heel wat mensen niet weten is dat alle fietsen - dus ook koersfietsen en mountainbikes - 's nachts en bij een zichtbaarheid van minder dan 200 meter uitgerust moeten zijn met een aantal
reflectoren: een witte reflector vooraan, een rode reflector achteraan, oranje pedaalreflectoren, twee oranje reflectoren tussen de spaken van elk wiel of een witte reflecterende strook op de banden. Gewone (stads)fietsen moeten ook overdag voorzien zijn van al deze reflectoren.
TIPSDe Fietsersbond geeft nog enkele extra tips voor fietsen in het donker. Afneembare lichtjes met batterijen zijn handig, maar wees ervan bewust dat batterijen niet eeuwig meegaan. Zorg daarom dat je altijd
extra batterijen - of nog beter
reservelampjes - bijhebt.
Lichte (en bij voorkeur reflecterende) kledij valt beter op dan zwarte of donkere kledij. De zichtbaarheid met donkere kleren bedraagt 20 meter, die met heldere kleren 50 meter en die met retroreflecterend materiaal liefst 150 meter. Draag daarom een regenjas met reflecterende strips, een reflecterend hesje of reflecterende accessoires aan armen of benen.
Let extra op bij regenweer of wisselende temperaturen: automobilisten zien je minder goed door aangeslagen ruiten of regendruppels op de zijruiten.
Fiets dus preventief en sta indien nodig je voorrang af! De kortste weg is ten slotte ook niet altijd de
meest veilige weg. Kies indien mogelijk zoveel mogelijk voor autoluwe of autovrije wegen.