Van 30 juli tot 6 augustus 2011 trekken 4 wandelaars weer de bergen in: Philippe Bauduin, Johan en Piet Van de Walle en Eric Vanthournout.
Volg de dagelijkse avonturen via deze blog.
Hieronder alvast het voorbereide programma.
zondag, 31 juli 2011
LAC DE TSANTALEYNA
De stille Valle di Rhêmes
is een van de mooiste uithoeken van de Gran Paradiso. Vanaf het eind van het dal
wandel je naar de gezellige rifugio Benevolo en naar het verborgen gletsjermeer
Lac de Tsantaleyna. De wandeling gaat grotendeels over prima paden; af en toe
over smalle paadjes of stenig terrein. onderweg heb je fraai uitzicht op de
drieduizenders die het dal van Benevolo afsluiten en zie je veel alpenmarmotten
en als je afdaalt via de vallei van de Gran Vaudalaz mogelijk een kudde gemzen.
De Benevolo berghut is erg populair en is een ideaal uitgangspunt voor
beklimmingen van de bergen rondom.
tocht naar rifugio Benevolo en het gletsjermeer
van Tsantaleyna
BW **
51/2 uur, 935 m stijgen en dalen
startplaats: Thumel, aan het eind van de Val di
Rhêmes, parkeerplaats vlak voor het gehucht
(29,500
km - 41 min.)
rifugio Benevolo
De wandeling begint in het gehucht Thumel. Volg niet de onverharde weg, maar ga linksaf, het wandelpad
in naar rifugio Benevolo (gele wegwijzers). Na 45 min. klimt het pad omhoog
naar de onverharde weg, die je verder volgt. Voor je verschijnt rifugio
Benevolo in het zicht, evenals de achtergelegen bergen. Voorbij de brug neem je
rechts het steile paadje omhoog, dat enkele haarspeldbochten afsnijdt en naar
de hut leidt (1½ u.)
Vanaf de hut volg je de wegwijzer naar de Col de Tsantaleyna
(pad 13D). Steek de rivier over en neem het pad dat even voorbij een almhut
scherp linksaf buigt. Na 20 min. bij een weg-wijzer links aanhouden (Col de
Tsantaleyna). Na 45 min. krijg je uitzicht op de indrukwek-kende bergwand van
de Granta Parei (3387 m) en stijgt het pad
over puin (lastig) en een more-nerug. Negeer afslag 13C en klim over grote blokken
morenepuin verder tot je plotseling zicht krijgt op het diepblauwe Lac de Tsanta-leyna (1¼ uur vanaf de hut).
Na een welverdiende pauze loop je terug over de morene naar
afslag 13C
onderaan de morenerug. Sla hier rechtsaf het paadje in, door een dalletje. Even
later zie je het verdere verloop van het pad dat je rechts om de Truc Santa Elena naar beneden volgt. Na 45 min.
dalen ga je in het dal linksaf en volg je het goede pad terug naar een van
verre zichtbare hut.
Vanaf rifugio Benevolo kun je het pad van de heenweg afdalen
(snelste route, 1 uur) of via het dal van Gran Vaudalaz terug (mooie
uitzichten, kans op gemzen; 1½ uur.). Deze laatste route volgt redelijk goede,
maar smalle paadjes. Hiertoe neem je bij de eerste haarspeldbocht onder de hut
het paadje rechts, dat is aangegeven met de nrs. 4 en 13A (Vaudalaz). Het
smalle paadje stijgt licht tot op een kam (steenmannetje, 30 min.) met prachtig
uitzicht op de Valle di Rhêmes. Volg het pad
dat rechts een eind de woeste Vallone de Vaudalaz in gaat. De kans is groot dat
je hier gemzen van zeer dichtbij ziet. Op de dalbodem steek je de rivier over
en sla je linksaf, langs twee oude hutjes (Alpe la Grande Vaudalaz).
Het pad is even onduidelijk, maar bij de hutjes pik je het weer op, waar het
met nr. 12 is gemarkeerd. Na een afdaling met vele zigzags steek je via keien
de Torrente Vaudalaz over en daal je verder af (pad links omhoog negeren). Na
een brug over de Dora di Rhêmes kom je weer op het pad van de heenweg uit en ga
je rechts terug naar Thumel.
maandag, 1
augustus 2011
KONINKLIJKE
JACHTPADEN naar REFUGIO SELLA
|
Een van de meest belopen
wandelpaden (en terecht) is het muildierpad via de Vallone di Lauson naar
rifugio Sella. Je loopt over de destijds voor koning Vittorio Emanuele II
aangelegde en geplaveide jachtpaden boven de Valnontey. Dit is niet voor niets
een van de meest bezochte delen van het nationale park Gran Paradiso, want in
de omgeving van de rifugio Sella heb je vrijwel honderd procent kans om
steenbokken in groten getale (en verrassend dichtbij) te observeren.
Goede wandelaars kunnen
de route voortzetten met de schitterende traverse langs steile hellingen naar
de almhutten van Herbetet. Het verbindingspad tussen Sella en Herbetet wordt in
veel (ook recente) gidsen als zwaar en gevaarlijk bestempeld. Dit is
overdreven. Vooral de laatste jaren is er veel onderhoud geweest aan de paden
en waardoor ze goed begaanbaar zijn. De zwaarte zit hem in de lengte (7 uur).
Eén keer krijg je steun van een kabel en een paar metalen tredes, maar echt eng
wordt het nergens. Onderweg heb je magnifieke uitzichten op witte toppen die
het eind van de Valnontey afsluiten, zoals Gran Paradiso, Tribolazione en
Roccia Viva.
lange tocht over spectaculaire jachtpaden van de
koning naar de steenbokken rond rifugio en de almweiden van lHerbetet
BW **/***
7 uur, 16 km, 950 m stijgen en dalen
startplaats: Valnontey (1666 m), 2,5 km buiten Cogne
(25,400 km - 38 min.)
rifugio Sella
Vanaf de parkeerplaats nog even verder stappen en rechtsaf
de brug over. Volg pad 18 naar rifugio Sella (maar het pad is ook gemarkeerd
met een driehoek met nr. 2 van de Alta Via). Rechts zie je de botanische tuin
(een andere keer een bezoek waard). Even verderop links omhoog, een brug over
en met zigzags langs de beek omhoog. Na een uur bereik je de Alp la Pacieu op 2124 m, precies op de
boomgrens. Een half uurtje later ga je weer de Torrente de Grand Lauson over.
Je passert de almboerderij Gran Lauson
waar je burro (boter) en latte (melk) kunt kopen (links over de
brug). Het pad gaat rechtsom in breed uitwaaierende haarspeldbochten pret-tig
stijgend naar refugio Sella. Het
veelbelo-pen pad is enkele jaren geleden omgelegd in verband met lawinegevaar.
Neem niet de oude, steilere paden binnendoor. Die stijgen minder prettig en je
spaart de zich daar herstellende vegetatie.
Bij rifugio Sella (2584 m, 2½ uur) kun je voor
een koffie terecht in de sfeervolle bar links van de hut. Je loopt langs de
rifugio verder, verlaat hier pad nr. 2 en volg verder pad 18B (Traversata
Selle-Herbetet). Je steekt de beek voor de derde keer over en volgt het
comfortabel stijgende pad, dat mooi geplaveid is, naar de meertjes van Lauson op 2650 m (3 uur). Hier heb je de meeste kans om
steenbokken van zeer dichtbij de fotograferen.
Een kwartier later, voorbij Bec du Vallon, wordt het pad smaller en daalt het in een uur
langzaam en prettig met nu en dan een tussenklimmetje naar de almhut lHerbetet (2435 m, 4¼ uur). Hier langs
de waterbak rechtdoor (geen markering, maar even verderop steen 18B/22). Het
gaat nu ongeveer een uur steiler naar beneden tot je uiteindelijk de eindeloos
ruisende Torrente de Valnontey hoort, die je tot het eind zal begeleiden. Na de
brug over de rivier ga je linksaf, via het gehucht Vermiane, en over de camping
naar Valnontey (6 uur). Vergeet niet nu en dan achterom te kijken naar de witte
Gran Paradiso en de gletsjers
van de Tribolazione.
Wie terug wil lopen naar Cogne, gaat in Valnontey de brug
over en onmiddellijk rechts, in een halfuur terug naar Cogne (na de midgetgolf
rechtsaf de brug over).
dinsdag, 2
augustus 2011
Uitzicht op
de
GRANDES
JORASSES
|
Van Courmayeur naar de
Colle di Liconi
Deze ongelooflijk mooie
wandeling voert door de bergen hoog boven de Val Sapin. Je loopt urenlang over
de rug van de Monte della Saxe en hebt onderweg uitzicht op de steile wanden van
de Grandes Jorasses, waarvan de toppen vaak in de wolken gehuld zijn.
*** zware rondwandeling
over bergpaden; aan het begin en eind over asfalt.
7.30 uur, 1500 m stijgen en dalen
startplaats: bij het
busstation zijn parkeerplaatsen; je kunt ook even voorbij Villair Superiore
parkeren (in dat geval wordt de wandeling ca. een half uur korter)
(30 km - 29 min.)
horeca: eenvoudige
gelegenheid in Ermitage, café-restaurant op de alm La Suche (alleen geopend op
weekeinden in de zomer)
Loop vanaf het busstation op de Piazzale Monte Bianco in Courmayeur om een groot
multifunctioneel gebouw heen omlaag; je passeert restaurant Du Parc (rechts),
steekt de Via Circonvallazione over en loopt over de trappen van het straatje
Vicolo della Chiesa omhoog naar het kerkplein.
Ga tussen de kerk en het Museo Alpino door naar het begin van de Strada del
Villair en sla daar af naar links (omhoog). Blijf nu voortdurend rechtdoor lopen
in de richting La Saxe en Ermitage. Nadat je Villair Superiore gepasseerd bent, eindigt het smalle
asfaltweggetje bij een parkeerplaats (40 min.).
De route loopt verder over een goede onverharde weg. Deze
maakt een bocht naar links, kruist de beek die door de Val Sapin loopt en
slingert via haarspeldbochten door gemengd bos omhoog. Negeer de zijpaden naar
La Saxe en de Rifugio Bertone. Alleen autos van omwonenden mogen op de
onverharde weg komen, en je wandelt er dan ook ongestoord. De route wordt
minder steil en al spoedig passeer je de Alpe
La Trappe, waar gerestaureerde en vervallen hutten staan (1 uur, je vindt
er een bron en een picknickbank).
De onverharde weg loop dieper de Val Sapin in naar de
almnederzetting Tsapy (Chapy). Aan
de linkerkant verrijzen de zilverachtig glanzende rotsen van de Monte della Saxe. Bij Tsapy, waar zowel ruïnes als
gerenoveerde almhutten staan, verlaat je de onverharde weg; ga naar rechts en
steek de beek bij een lage stuw in oostelijke richting over (1.15 uur).
Aan de bovenkant loopt het pad eerst naar links omhoog, maar
al spoedig gaat het naar rechts, een beboste helling op. Dit pad (nr. 43) maakt
deel uit van de Route du Mont Blanc; af en toe zie je de markering van dit pad:
de letters TMB in een ruit. Negeer op een hoogte van ca. 1750 m een zijpad naar
rechts dat naar de almhut Freydevaz voert. Je loopt links bovenlangs de hut en
komt even later op een met weiden bedekte helling, waar je een mooi uitzicht
hebt. Het pad slingert met een groot aantal bochten omhoog. Negeer bij een
wegwijzer het pad naar rechts (nr. 43A, dat in zuidwestelijke richting naar La
Suche voert) en blijf op de TMB-route tot je bij de restanten van een
goederenkabelbaan komt (2.20 uur).
Hier verlaat je het TMB-pad, dat in noordelijke richting
naar de Col Sapin loopt; wandel naar rechts verder over pad nr. 44, richting
Colle di Liconi (wegwijzer). Dit smalle, steile paadje voert over een beboste
kam. Als je boven de boomgrens bent, krijg je uitzicht op de Monte della Saxe. Wandel naar links verder over
met puin bezaaide weiden, die overgaan in graziger hellingen; het pad wordt nu
weer steiler en je moet verschillende beekjes oversteken. Op een hoogte van ca.
2410 m
gaat een zijpad naar rechts, richting La Suche; later op de wandeling kom je
via dat pad weer op dit punt uit. Loop nu echter in zuidoostelijke richting
omhoog (nog steeds over gras); na een zeer steile laatste klim via een oneffen
pad bereik je de met gras begroeide Colle
di Liconi (wegwijzer; 4.15 u.)
Vanaf deze pas kun je genieten van een schitterend uitzicht:
in het westen zie je de Monte della Saxe en de Grandes
Jorasses, in het oosten het mooie Lago di
Liconi.
Heen en
terug naar het meer
Wie aan het Lago di
Liconi wil picknicken loopt eerst tot op een hoogte van ca. 2700 m naar links over de
kam omhoog en daalt vervolgens schuin naar rechts af naar de stal van de Alpe di Liconi (drinkwater uit een
beek). Wandel van daaraf naar het meer (heen en terug 40 min. extra).
Voor het eerste deel van de steile afdaling (ca. 70-80 m hoogteverschil) vanaf de
Colle di Liconi is ervaring met bergwandelen noodzakelijk!
Vervolgens kom je op een hoogte van ca. 2410 m bij de splitsing waar je al eerder was. Ga
hier naar links, in de richting Tirecorne (4.45 uur; aangegeven op een steen).
Het smalle pad voert over een met puin en gras bedekte
helling in zuidwestelijke richting naar een graat die vanaf de Testa di Liconi
omlaag loopt. Op deze graat heb je een magnifiek uitzicht op de Monte della Saxe (foto) en het Mont Blanc-massief. Ook tijdens de gemakkelijke
afdaling over met gras begroeide hellingen kun je van dit uitzicht genieten.
Ver in de diepte zijn Courmayeur
en Dolonne te onderscheiden, aan de
rechterkant rijzen de Grandes Jorasses boven het groen van de Monte della Saxe
op. Dit pad is niet genummerd, maar wel af en toe geel gemarkeerd. Het voert op
een gegeven moment via haarspeldbochten omlaag, kruist enkele beekjes en loopt
langs een eenvoudige almhut. In de buurt van een bos wordt de helling vlakker.
Ga bij een wegwijzer niet naar rechts omlaag naar La Suche (hoewel je later op
de wandeling wel door deze almnederzetting komt), maar loop in dezelfde
richting als hiervoor verder. Na een korte stijging over een verhoging in het
terrein (het pas is hier lastig begaanbaar) krijg je uitzicht op de almen van Tirecorne (5.45 uur), waar zich een
bron bevindt.
De alm is verlaten en overwoekerd, maar het uitzicht op het gebied
waar de Val Sapin uitkomt op het Aostadal is bijzonder mooi. Je kunt het beste
bovenlangs de hutten naar het bos lopen (in oostelijke richting), dan via een
pad langs de bosrand korte tijd afdalen en vervolgens afslaan naar rechts; je
komt bij een wegwijzer die tussen enkele gebouwen staat.
Een eindje lager zijn nog meer almhutten te zien. Ga daar
echter niet heen; het vervolg van de route loopt over het pad van Tirecorne
naar La Suche en voert ruim een kwartier in noordwestelijke richting door een
naaldbos. Het is mogelijk om via een zijpad naar links rechtstreeks naar
Ermitage te lopen, maar het is mooier om via La Suche (foto) te wandelen, omdat het gehucht prachtig gelegen is
(er is een bron, en in het hoog-seizoen is in de weekeinden ook een
bergrestaurant geopend).
Ga bij La Suche naar links (in
zuidwestelijke richting). Je loopt eerst over weiden, vervolgens door bos. Er
wordt in dit gebied druk gewandeld en de paden zijn duidelijk te onderscheiden.
Wel zijn er veel afkortingen en paadjes die evenwijdig met het hoofdpad lopen,
wat verwarrend is. Houd ten slotte aan naar rechts en wandel in de richting van
het groepje gebouwen van Ermitage,
waar een geasfalteerde weg heen loopt (met een populaire uitspanning; 6.45
uur). Hier kun je voor het laatst genieten van het uitzicht op Plan Chécrouit, de Mont
Chetif en een deel van de Monte della Saxe.
s Zomers rijdt er van hieruit s middags om 14.15 u.,
15.55 u. en 18.15 u. een bus naar Courmayeur.
Loop ca. 15
m over de geasfalteerde weg omlaag naar het zuidwesten
en sla boven bij een houten schuur af naar rechts; dit pad kruist even later de
toegangsweg naar de vakantiehuizen aan de rechterkant en daalt dan verder af.
Na ongeveer 40 m
splitst het zich in drie paadjes; kies hier het middelste. Houd bij de volgende
splitsing rechts aan; dit goede pad voert door een naaldbos met hoge bomen. Ga
ca. 100 m
verder, bij een volgende splitsing (met wegwijzer) bergafwaarts naar Villai.
Het pad wordt steiler en loopt verder in westelijke richting; je komt door een
licht loofbos waar je zo af en toe doorkijkjes hebt naar de bodem van het dal en
Villair Superiore. Het pad gaat over
in een weggetje (de Via delErmitage), dat ca. 150 m verder uitkomt op de
hoofdstraat van het gehucht (7 uur).
Je bevindt zich nu op de smalle weg (de Via del Sampin)
waarover je aan het begin van de wandeling vanuit Courmayeur omhoog bent gelopen.
Ga hier naar links en wandel bergafwaarts (negeer de zijweg naar Villair Inferiore) naar de kerk van Courmayeur; het is nog maar een klein
eindje lopen naar het busstation (7.30 uur).
woensdag, 3
augustus 2011
Militaire
paden door
het
hooggebergte
|
Van het dorp Valgrisenche
over de westelijke helling van het dal
De mooiste wandeling in
de Valgrisenche voert door een fascinerend landschap aan de voet van de
Morion-gletsjer. De route voert loopt via oude militaire paden over almen en
een 2935 m
hoge pas naar gletsjermeren, en voert door een lariksbos terug het dal in.
*** rondwandeling over
paden door het hooggebergte. Zware route zonder gevaarlijke passages. Wees
voorzichtig op sneeuwvelden.
6,45 uur, 1350 m stijgen en dalen
startplaats: aan de rand
van het dorp Valgrisenche is een grote parkeerplaats. - (25 km - 32 min.)
horeca: in Valgrisenche
twee bars en een winkel.
Loop vanaf de eindhalte van de bus,
aan de rand van de Valgrisenche,
naar het centrum van het dorp, en neem daar de straat naar rechts omhoog, die
naar de kerk van San Grato voert. Sla nog voor de kerk bij een Mariabeeld af naar rechts en loop langs
de muur van het kerkhof. Een eindje verder passeert u een huis van drie
verdiepingen en een oude kazerne, die in de tijd van Mussolini voor het laatst
werd gebruikt. Momenteel wordt de kazerne gerenoveerd; het is de bedoeling dat
er een toeristisch centrum wordt gevestigd. Attentie: tijdens het schrijven van deze gids was
een deel van de route (pad nr. 17) door bouwwerkzaamheden versperd. Probeer
zoveel mogelijk rechts aan te houden (in noordelijke richting) en bovenlangs de
kazerne over de met gras begroeide helling aan de voet van de steile rotsen
omhoog te lopen. Als je het geel
gemarkeerde pad weer terug hebt gevonden, levert de oriëntatie geen
problemen meer op.
Op ca. 1770
m hoogte ga je naar een rotsachtig gebied (links); je
bevindt zich nu op een oud militair pad, dat de verbinding vormde tussen de
kazerne en de wachtposten aan de Italiaans-Franse grens. Op een hoogte van ca. 1930 m (45 min.) kruist het
pad een zware klimroute, de Via Ferrata Bethaz-Bovard. Je loopt in zuidwestelijke
richting verder; nadat je een beek bent overgestoken, wordt de route vlakker en
daalt zelfs een klein stukje. Je hebt uitzicht op de bergen tussen de
Valgrisenche en de Val di Rhêmes (foto
rechts); links in het dal is het gehucht Bonne te onderscheiden. Het
uitstekend onderhouden militaire pad voert een eindje verder via bochten over
puinvelden, waar de rotsblokken begroeid zijn met groengele korstmossen. Met
uitzondering van de puinvelden is het terrein met gras begroeid. Vanaf een
zadel is de onverharde weg te onderscheiden die naar de - nog niet zichtbare -
almnederzetting Arp Vieille voert, en in westelijke richting krijg je uitzicht
op de groene, waterrijke Vallone
dellArp Vieille (2 uur).
Ter hoogte van Arp Vieille zijn er twee mogelijkheden; je
kunt via een goed pad afdalen naar het gehucht en dan over een oneffen
karrenspoor naar rechts weer omhoog wandelen, of je kunt rechtdoor lopen via
een ongemarkeerd en onduidelijk pad, dat over stenige, met gras begroeide
helling van het zadel omhoog loopt en in de buurt van de beek Torrente Arp
Vieille uitkomt op het reeds genoemde karrenspoor. In beide gevallen bereik je
in ongeveer een half uur een soort hoogvlakte, waar ca. 100 m naar links, aan de
overkant van de beek (met een kleine waterval), een vervallen militair gebouw
staat, de Ricovero Capanna Vrova.
Let op de gele markeringen, die je over de vlakke weiden in
noordwestelijke richting leiden. Je moet de beek niet oversteken, zoals op veel
kaarten staat aangegeven. Je passeert een klein stuwmeertje (2.40 u.; links);
vervolgens loopt het goed te onderscheiden pad - nu nr. 16 - over een
rotsachtige, met gras begroeide helling omhoog naar de Colle Scavarde.
Na een paar haarspeldbochten buigt het langeafstandspad Alta
Via 4 af naar links; negeer dit zijpad en blijf rechtdoor lopen. Op deze hoogte
kan het tot half juli nog wat sneeuw liggen. De pas levert geen enkel probleem
op; op veel kaarten is hij naamloos, maar door de bewoners van dit gebied wordt
hij Colle Scavarda genoemd (4 uur)
Aan de linkerkant strekt de Morion-gletsjer (Ghiaccialo di
Morion) zich uit en in het zuidoosten zijn de Laghi
di Morion te zien. Hier vlakbij, op een plek met een prachtig uitzicht
op de Valgrisenche staat de ruïne van de
Refugio Clea Scavarda, een hut die in de jaren tachtig van de vorige eeuw
na een blikseminslag is afgebrand. Alleen twee picknickbanken voor het gebouw
zijn nog intact. De hut was ooit een militaire post en ligt aan de
gletsjerroute van de Rifugio Deffeyes over de Colle del Rutor.
Loop over een met rolstenen bezaaid terrein, waar nog tot
eind juli sneeuw kan liggen, verder bergafwaarts naar de Laghi di Morion, twee meertjes tussen het onherbergzame,
onbegroeide gletsjerpuin aan de oostelijke voet van de Testa del Rutor. Ook
midden in de zomer kunnen er nog ijsschotsen op het water drijven.
Nadat je de meertjes gepasseerd bent, wandel je verder door
een afwisselend gebied met bulten, lage rotskammen en kleine dalen; het
uitzicht op de hoofdkam van de Alpen is prachtig. Het gemakkelijke pad, dat in
grote lijnen daalt, draagt vanaf de pas het nummer 18. Na een korte
tussenstijging (wegwijzer) moet je verder omhoog naar links, tot de aanduiding
Bethaz, die op een rots is aangebracht., het begin van de afdaling naar de
Valgrisenche aangeeft. De route voert door een puinveld. Het terrein is zwaar,
maar het voormalige militaire pad is uitstekend aangelegd en je kunt dan ook
zonder problemen afdalen. Vanaf een hoogte van ca. 2450 m kom je geleidelijk in
een gebied met almweiden. Ook verschijnen de eerste bomen weer, en van ongeveer
2000 m
hoogte wandel je onder hoge lariksen; inmiddels is het pad aanzienlijk smaller
geworden. Op de almweiden van de Alpe Miollet wordt nog steeds vee gehouden; op
sommige plaatsen loopt een wirwar van koeienpaadjes over de helling en is het
niet altijd even duidelijk wat het echte pad is. Voordat je de almhutten
bereikt, moet je via een houten bruggetje de Torrente Miollet (Torrente Dard) oversteken, die aan de
Morion-gletsjer ontspringt.
Meteen na de Alpe
Miollet kom je bij een splitsing (5.45 u.). Negeer het pad naar links (nr.
19), dat over steile hellingen naar de Alpe Orfeuille voert, en houd rechts
aan; het pad - nu nr. 18 - daalt af in de richting van het dorpje Bethaz, dat
in de diepte al te zien is. Het loopt via haarspeldbochten door ene open bos
met een dichte ondergroei in noordoostelijke richting. Je passeert enkele
klimrotsen, waar in de weekeinden ijverig getraind wordt. Het lijkt alsof het
pad naar het gehucht Cére wordt, maar op een gegeven moment maakt het een bocht
naar rechts en voert het het dal in; na een brug gaat het pad over een
onverharde weg. Wandel via deze weg naar La
Bethaz en de hoofdweg door het dal (6.15 u.)
Wie naar Valgrisenche terug wil lopen, volgt eerst de weg een
eindje naar rechts. Sla voor de tunnel af naar links en loop via dit rustige
weggetje, dat even verder onverhard is, over de oostelijke helling van het dal
naar Gerbelle. Tenslotte kom je via een brug in het centrum van Valgrisenche (6.45 u.)
donderdag, 4
augustus 2011
Aan de voet
van de
GRAN PARADISO
|
Van Pont naar de hutten
Vittorio Emanuele en Chabod
De Gran Paradiso zelf is
alleen voorbehouden aan alpinisten. Deze route voert via het zogenaamde
koningspad aan de voet van het massief, eerst naar de Rifugio Vittorio
Emanuele II, vervolgens onderlangs een gletsjer naar de Rifugo Chabod.
** middelzware wandeling
over bergpaden.
6.30 uur, 1000 m stijgen en dalen
startplaats: bij de
eindhalte van de bus in Pont is een ruime parkeerplaats. Vanaf de brug bij
Pravieux kun je tegen 17.55 u. met de bus naar Pont terugkeren. - (33 km - 42 min.)
horeca: eenvoudige
gelegenheid in Ermitage, café-restaurant op de alm La Suche (alleen geopend op
weekeinden in de zomer)
Deze wandeling begint op de grote par-keerplaats van Pont, waar zich tevens de eindhalte van
de bus bevindt. Loop hier in oostelijke richting, steek via een houten brug
(wegwijzer) de Torrente Savara over
- deze bergbeek ontspringt aan de voet van de Grand Etrèt-gletsjer - en ga aan
de overkant rechtsaf. Het brede pad voert rechts van de beek licht stijgend
zuid-waarts en wordt bij een langgerekte stal op een almweide steiler. Ooit was
deze route een van de ruiterpaden die koning Vittorio Emanuelle II op zijn
jachtterrein had laten aanleggen.
Het ruiterpad, waar druk gebruik van wordt gemaakt, voert
eerst door een bos en vervolgens via ruime bochten over een helling met gras en
rotsblokken, waar veel Alpenmarmotten voorkomen. Op een hoogte van ca. 2520 m gaat een zijpad (pad
nr. 8B) naar de Rifugio Chabod; het is slechts met twee steenmannetjes gemarkeerd
en gemakkelijk over het hoofd te zien. Je kunt echter ook rechtdoor lopen naar
de Rifugio Vittorio Emanuele II (2.15
u.). Onderweg heb je een mooi uitzicht op de Ciarforon
(3642 m)
en de Tresenta (3609 m). De maar liefst 10 m hoge rifugio lijkt op een vliegtuighangar en is in 1961 gebouwd; er
staat ook een oudere hut uit 1884, die nog steeds in gebruik is. Niet zelden
zijn zowel de oude als de nieuwe hut overbezet.
Loop vanaf de hut eerst enkele tientallen meters terug via
het pad waarover je gekomen bent en ga dan naar rechts via pad 1A, dat naar
Rifugio Chabod voert. Vroeger was dit pad erg zwaar, maar het is de afgelopen
jaren sterk verbeterd. Met name het eerste gedeelte - waar o.a. een nieuwe brug
over een bergbeek is aangelegd - levert nu geen problemen meer op. De route
voert licht stijgend en dalend over de rotsachtige, met puin bezaaide hellingen
van de Testa di Montcorvé. Al spoedig komt de eerder genoemde lagergelegen
route naar de Rifugio Chabod (pad nr. 8B) van links op het pad uit. Hoog boven
de Valsavarenche buigt het pad af naar het noorden; vanaf dit punt wordt het
aanzienlijk zwaarder (3 uur).
Steile hellingen worden afgewisseld met al even steile
afdalingen, en behalve enkele puinhellingen moet je aan de voet van de
Lavecieu-gletsjer - die de afgelopen tientallen jaren sterk is afgekalfd - ook
gletsjermorenen en een beek oversteken. Al spoedig nadat het pad in noordelijke
richting is afgebogen, is in de verte de Rifugio
Chabod al te onderscheiden; de hut staat op een kleine kam, de Costa
Savolera, ten noorden van de morenen. Je komt uit op de hoofdroute naar de hut,
pad nr. 5, en steekt de Torenta Savolera
over. Wandel eerst een einde naar rechts en vervolgens via een goed pad
naar links omhoog, tot je bij de drie verdiepingen tellende Rifugio Chabod komt (4.45 u.)
Deze hut, die tussen 1982 en 1984 is gebouwd, was
aanvankelijk bedoeld als extra voorziening omdat de Rifugio Vittorio Emanuele II
overbelast was. Vanwege talrijke nieuwe spleten is de route over de gletsjer in
de loop van de daaropvolgende jaren echter veel gevaarlijker geworden; alleen
ervaren alpinisten wagen zich tegen-woordig nog aan de oversteek van de
gletsjer. Andere zware beklimmingen die van hieraf worden ondernomen zijn de
beklimming van de Herbetet (3778
m) en de Becca di Montandayne (3638 m). De bezoekers van de
hut bestaan tegenwoordig uit een merkwaardige mix van geharde bergbeklimmers en
groepen jongeren, die vanuit het dal hierheen lopen en dezelfde middag weer
terugkeren.
Vanuit de hut zijn er twee mogelijkheden om af te dalen: de
hoofdroute (pad nr. 5) is 20 à 30 min. korter dan de hier beschreven route,
maar het pad is soms erg druk. Wie echter via een rustiger pad afdaalt, loopt
vanaf de hut eerst een eindje in noordelijke richting bergopwaarts tot een
hoogte van circa 2775 m.
Aan de andere kant van de Costa Savolera kom je op een helling met veel puin
(loop hier niet via pad nr. 5 verder noordwaarts), waar je over een smal pad
verder loopt. Het is met steenmannetjes gemarkeerd, maar niettemin is de juiste
route soms tamelijk lastig te onderscheiden. Je komt uit bij de Alpe Lavassey, waar je weer op het
hoofdpad nr. 5 stuit (5.45 u.). Dit drukke, goed onderhouden pad voert eerst
langs slingers en vervolgens via haarspeldbochten over een beboste helling
omlaag naar de Alpenweiden van de Alpe
Pravieux. Vanaf daar is het niet ver meer naar een parkeerplaats en een
bushalte aan de hoofdweg door het dal (6.30 u.)