De 6 wandeldagen zitten
er op, tijd om terug te keren naar onze respectievelijke echtgenotes. Ik ben
weer als eerste aan de slag. Iets voor 5.00 u. maak ik me wat op in de badkamer
en stop de pyjama en lakens in de bagagetas. Terwijl de koffie verder loopt
komen de andere ook stilaan de keuken binnen. Wassen, het ontbijt nemen,
picknick opmaken, tassen vullen en alles naar de auto dragen om er in te
proppen
Precies om 6.05 u. kan
Pïet zijn VW starten. Vanuit Sarre, op een hoogte van 700 m, kunnen we opnieuw naar
Rekkem (23 m)
afdalen. Een allerlaatste keer houden we halt aan de vuilnisbakken die langs de
straat staan opgesteld om de laatste lege flessen en afval te deponeren. We
hebben 889 km
voor de boeg.
We rijden de snelweg op
in Sarre en kunnen meteen 4 euro toevertrouwen aan de automaat. De vele tunnels
volgen elkaar op vooraleer we de eigenlijke lange tunnel onder de Mont-Blanc
bereiken. In tegenstelling tot de heenreis kunnen we nu onmiddellijk
doorrijden. Om 6.40 u. is er nog niet zoveel verkeer. In 13 minuutjes zijn we
de 11-km lange tunnel door.
Na 1 uur hebben we 65 km afgelegd. Net zoals in de heenreis een tabel:
Piet rijdt 6.05 u.start
Sarre000 km 6.40 u.begin
Mont-Blanc tunnel036 km 6.53 u.einde
tunnel047 km 7.05 u.065 km 7.20
u.péage Cluses087 km 7.35
u.péage Autoroute
Blanche116 km 7.50 u.ticket
péage142 km 8.50 u:Lille
nog 606 km 9.00 u. - 9.15 u.halte Aire de Savigny (Bresse)282
km Eric rijdt 12.10 u. - 12.30 u.Reims, Aire de Champagne Nord648 km +
tanken Philippe rijdt 12.50 u.péage
Reims676 km Johan rijdt 13.45 u.800 km 14.07 u.péage
Arras835 km 14.15 u. - 14.50 u.files voorbij Arras tot Rijsel 15.10 u. Rekkem,
Philippe896 km tanken Murissonstraat899 km
Totaal aantal km van de Italiëreis2279,300 km
SAMENVATTING WANDELINGEN
zondag, 31 juliLac Goletta en Lac Tsantaleyna22,400 km
maandag, 1 aug.Koninklijke Jachtpaden naar rifugio
Sella22,840 km
dinsdag, 2 aug.Colle di Liconi (zicht op Mont Blanc)14,820 km
woensdag, 3 aug.Militaire paden door het hooggebergte19,200 km
donderdag, 4 aug.Aan de voet van de Gran Paradiso16,500 km
vrijdag, 5 aug.De Grand en Petit Col Ferret -
bivacco Fiori12,500 km
Laatste wandeldag en
daarom staan we vroeger op, want vanavond moeten we ons vertrek voorbereiden.
Bovendien zal het volgens het weerbericht in de late namiddag beginnen regenen.
Om 6.15 u. komen we in actie en haasten we ons om ons te wassen, te ontbijten
en onze knapzak klaar te maken. Om 7.10 u. vertrekken we richting Courmayeur en
van daar gaat het verder naar Arnouva, op het einde van de weg door Val Ferret
(afstand 44 km
- hoogte 1.790 m).
Vandaag trekken we
omhoog naar de Grand Col Ferret en vervolgens over de Tête Ferret en langs de
Petit Col Ferret naar de bivacco Fiorio.
Om 8.10 u. zijn onze
stapschoenen aangebonden en trekken we over een TMB-wandelweg (Tour du Mont
Blanc pad) omhoog naar de Refugio Elena. De route is stijl, maar vrij goed
begaanbaar. Om 8.50 u. houden we even halt aan de refuge (2.060 m) en vatten dan de
lastige klim aan naar de Grand col Ferret. Gelukkig kunnen we stappen in de
schaduw en na zowat een uur - we zijn inmiddels goed getraind - staan we boven
(hoogte 2.531 m).
Een koele wind dwingt ons over de kam te schuilen. Daar maken we een praatje
met een kwartet Limburgers uit Peer die de Tour du Mont Blanc wandelen. Van
hieruit hebben we zicht op de Zwitserse Alpen (Matterhorn e.a.). We nemen ook
de obligate groepsfoto met de besneeuwde bergtoppen op de achtergrond.
Hierna, het is inmiddels
10.15 u. trekken Piet en Philippe alover de top van de Tête Ferret (2.734 m) naar de volgende
afspraak, de Petit col Ferret, terwijl Eric en Johan rond de bergtop daarheen stappen.
Via de top was de wandelweg, zeker bij het afdalen, bijwijlen beangstigend
(stijl en smal). Ook Eric en Johan hadden een zware klus langs de rondweg. Om
11.10 u. vinden we elkaar terug. Vlug nog een hapje eten en dan (om 11.20 u.)
gaan we terug samen naar de topbestemming van de dag :de bivacco Fiorio. Wat
aangekondigd was als een korte klim (20 min.) blijkt een oerlastige trektocht
over rots(blok)velden e.a. die stevig in de kuiten bijt. We puffen en blazen,
stijgen en dalen, maar hijsen ons verder tot we dan toch de schuilhut bereiken
om 12.10 u. We zitten op een hoogte van 2.750 m. en hebben inmiddels 7,7 km afgelegd. De bivakhut
biedt 19 rudimentaire slaapplaatsen en is voorzien van enkele elementaire
voedingsmiddelen. Buiten is er een prachtig uitzicht, want vlak voor ons ligt
de gletsjer Pré du Bard. We verpozen even (een mondje eten en wat kledij drogen
in de zon, en Eric die uiteraard weer enkele fotos neemt) en genieten van de
omgeving. We zien evenwel dreigende wolken komen aandrijven en besluiten weer
op pad te gaan. Het is inmiddels 12.30 u.
Het gaat via de weg die
we beklommen terug naar de Petit col Ferret, dus knap lastig over de rotsen en
soms partijen losliggende stenen. Eénmaal daar (13.10 u.) dalen we verder
richting refugio Elena. Deze route wordt een afknapper: zeer stijl, glibberig
en gevaarlijk. Na zowat een uur krijgen we desondanks aansluiting op een
bredere verharde weg die ons terugvoert naar onze vertrekplaats. Onderweg zien
we nog een met pak en zak beladen muildier de weg omhoog stappen. Vlug nog
enkele fotos. En dan zit onze laatste wandeling er op. Het is 14.45 u. en we
hebben 12,5 km
afgelegd, 5 u. gelopen en 1.45 u. gerust.
We vatten de terugtocht
aan naar ons huisje, maar stoppen nog langs de weg om enkele inkopen te doen in
een warenhuis A&O. Elkeen wil enkele souvenirs meenemen (wijn, kaas, pasta,
olijfolie, etc.).
Dan nog tanken waarna we
om 17.00 u. thuiskomen.
Even tijd om ons te
verfrissen en vervolgens moet er worden gepakt, waarna - terwijl er ook wordt
geapperitieft met citroenjenever, traktaat van Johan - nog alles aan kant moet
worden gelegd en het huisje moet worden gekuist. Piet neemt de leiding van deze
laatste werkzaamheden terwijl Johan toekijkt (en Philippe en Eric elk op een pc
zitten te tokkelen), leze dat de taken goed verdeeld zijn.
Ook vandaag zijn we
redelijk op tijd. Als Philippe, Johan en ikzelf rond 7.00 u. aan de
ontbijttafel verschijnen, heeft Eric er reeds een dorpswandeling opzitten. Hij
moest wel even zoeken om de weg terug te vinden, want dat is niet evident in
Frazione Grand Crè (= ons gehucht) met een doolhof aan kleine straatjes.
Na 4 wandeldagen weet
iedereen s morgens al een beetje zijn draai te vinden. Eten, wassen,
picknick klaarmaken, opruimen, rugzak vullen, kousen en schoenen aan, kuiten
smouten en de deur uit. We vertrekken uit Sarre om 7.51 u. en de temperatuur
bedraagt 20,5 °C.
We rijden naar Pont, een gehucht van Valsavarenche op 1962 m. Dit betekent zon 300 m stijgen en dus nogal
wat kronkelwegen naar boven. Gelukkig hebben Philippe en Johan geen last van de
slingerziekte.
Als we uitstappen merken
we onmiddellijk dat het een stuk frisser is: hooguit 9 °C. We beginnen de tocht om
8.47 u. met onze trui aan. De parking staat overigens goed vol en we merken dat
er inderdaad nogal wat wandelaars klaarstaan om te vertrekken. Gelukkig gaan de
meesten de andere kant op (het is niet zo leuk om in een hele tros te moeten
lopen). Wij hebben vandaag gekozen voor een middelzware wandeling aan de voet van
het massief van de Gran Paradiso met onderweg 2 rifugi (= meervoud van
rifugio). Eerst volgen we het koningspad naar de Rifugio Vittorio Emanuele II
op 2735 m.
De klim valt eigenlijk goed mee (maar we zijn onderussen natuurlijk al wat
gewoon), wat Philippe doet veronderstellen dat die koning waarschijnlijk van
het vatsige type was. In elk geval is het uitzicht weer de moeite. Dank zij een
stralende zon en een staalblauwe hemel laat de Gran Paradiso zich van zijn
allermooiste kant zien. We hebben ondertussen 5,45 km gewandeld en dit -
zoals steeds - netjes binnen de voorziene tijd vermits we om 10.45 u. reeds
alle vier boven staan.
Omdat er nog een 2de
berghut op het programma staat, zetten we onze tocht verder om 11.20 u. We
hebben zo allemaal het idee dat het een fluitje van een cent wordt om van de
ene hut naar de andere te lopen omdat de grafiek op onze beschrijving
nauwelijks hoogteverschillen aangeeft. Maar eens te meer hebben we ons serieus
mispakt. Het gaat toch meer op en neer dan we gedacht hadden en we moeten ook
af en toe een serieuze rotspartij over klauteren. Maar het zicht is zoals
steeds prachtig. In gedachten verzonken - zoals op zon tochten wel vaker
voorkomt - wordt een mens toch af en toe geconfronteerd met eigen nietigheid
tegenover die machtige natuur gevormd doorheen duizenden en duizenden jaren. We
kunnen het nauwelijks bevatten, maar des te meer genieten. Ondertussen krijgen
we de Rifugio Chabod in het vizier. Eric heeft een topdag en is niet te
stoppen. We bereiken de hut om 13.35 u. We hebben reeds 11,54 km in de kuiten en
bevinden ons nu terug op 2750
m hoogte. Het is zeer warm. Rondom de hut heerst een
behoorlijke drukte, precies zoals de beschrijving had voorspeld: een mix van
geharde bergbeklimmers en groepen jongeren. Van de eerste soort merken wij in
de verte een zestal moedigen die zich een weg banen door de sneeuw op de hoge
flanken van de Gran Paradiso. Omdat we vandaag aardig opgeschoten zijn,
besluiten we niet te lang bij de rifugio te blijven zodat we vanavond een wat rustiger
avond hebben in ons appartementje in Sarre. We laten Chabod achter ons
omstreeks 14.25 u. en vatten de afdaling aan. Volgens de beschrijving moeten we
hiervoor rekenen op 2 uur en 15 minuten. Maar Eric schiet als een pijl uit en
boog en is nauwelijks bij te benen. Is dat die biefstuk van gisterenavond of toch
die krachtdrank van de Aldi? In elk geval breken we alle records en bereiken we
reeds om 15.55 u. het eindpunt van onze wandeling. Ik heb juist voldoende tijd
om de auto te gaan ophalen in Pont tegen dat iedereen geland is.
We hebben vandaag in
totaal 5 uur en 9 minuten effectief gestapt (en 2 uur en 2 minuten gerust) om 16,5 km af te leggen. Niet
slecht, hé. We zijn inderdaad vroeger thuis dan gewoonlijk en houden zo wat
tijd over voor een rustig aperitiefje en wat voorbereiding voor onze laatste
tocht van morgen. De meteo waarschuwt voor een onweer maar pas nà 17.00 u. we
beslissen om morgen een uurtje vroeger te vertrekken dan gewoonlijk.
Ook voor ons avondmaal
houden we het bij ons vertrouwd adres in Aosta: Ristorante Moderno. We zijn er
reeds goed gekend en worden er aangesproken en bediend in alle mogelijke talen:
Frans, Engels, Italiaans Eric, Philippe en Johan gaan vanavond voor een
secondo piatto met zwaardvis en frietjes of spinazie als contorno. Het ziet er
lekker uit. Maar ook ik geniet van mijn pennette allarrabiata. Johan en
Philippe nemen er graag een glaasje witte wijn bij, Eric en ikzelf houden het
bij onze aqua frizzante (spuitwater). Johan trakteert met een ijsje van de gelateria
even verderop en dat is de perfecte afsluiter voor vanavond. Het is nog maar 21.30
u. als wij terug thuis zijn. We kunnen dus op tijd naar bed, klaar voor onze
laatste wandeldag.
Wandeling 4: Militaire paden
door het hooggebergte
We zijn vandaag vroeg
aan We kijken bezorgd naar buiten: de wolken hangen laag. Het wordt een sombere
dag. Als het maar niet regent
De Caddy-VW (die het
overigens zeer goed doet) start om 7.45 u. richting VALGRISENCHE (1662 m). Na 29 km bereiken we de parking
en om 8.30 u. zijn we reeds op stap. Helaas hangen de wolken laag en zo kunnen
we de bergreuzen niet zien. Niettemin houden we er de moed in en stappen
onmiddellijk steil naar omhoog. De paadjes zijn nogal overgroeid, maar tezelfdertijd
kunnen we de vele prachtige bloempjes - die we bij ons niet zien - bewonderen:
alle kleuren, groot en klein: het fleurt ons op. De zon priemt toch lichtjes
door de witte wolken en in combinatie met de hellingsgraad resulteert dit in
een zweetstroom. Piet, die een eindje voorop liep, staat op ons te wachten op
het einde van een door de militairen aangelegd pad (geen al te leuke job zou ik
zeggen), want de zeldzame markeringen waren nergens te vinden! Philippe kijkt
van boven uit en merkt dan het juiste pad op. Gelukkig. De gele verf was
waarschijnlijk opgebruikt. De witte wolken verbergen nog altijd de
vergezichten. Bij ARP VIEILLE houden we even halt voor een klein hapje. Alles
loopt vlot.
We nemen - op goed geluk
- de kortste baan en stoten op een kudde prachtig gevlekte koeien: Bella, Fanny,
Rabby of zijn het nummers 2234 en 2255??? Het waren er veel. Piet is er niet
bang van en zou de koeien in de juiste richting sturen. Nu worden de wolken
afgewisseld met enkele schrale zonnestralen. Het gaat nu toch serieus bergop.
Plots huilt daar de gevaarlijke yeti, of neen het is de donder (zonder bliksem)
bovenop de toppen. Het begint zowaar te hagelstenen als we bij een overhangende
rots kunnen schuilen. We zijn precies holbewoners. Het is er koud door de felle
wind. Gelukkig duurt de vlaag niet lang en we gaan opnieuw verder. Een
kwartiertje later begint het opnieuw: regenjassen aan, rugzakken droog De
grote stenen waarover wij stappen worden niet helemaal nat: precies grote
hyena-vellen. Regenjas weer uit. We zijn juist op de COL SCAVARDE (2935 m) - dus bijna 1300 m geklommen - als het
opnieuw druppelt. Er staat een spiksplinternieuwe hut op ons te wachten: de RIFUGIO
DEGLI ANGELI. (2916 m).
Een groep jonge gasten is reeds aan het eten. Het is nu 12.45 u. De schoenen
moeten uit en we bestellen aan de vriendelijke ober en dienster wat soep en een
pintje. Hij insisteert hard om nog iets bij te bestellen. Hij serveert nog
water, een assortiment kaas met salami van de streek. Uiteindelijk bestel ik nog
een pasta met niets bij. Hij dringt nog aan op koffie en taart. Wij denken dat
het een Jood is i.p.v. een Italiaan. Eric en Piet bekijken nog even de boeken
van de pauzen die in de streek op tournee waren.
Het is 14.00 u. als we partito
zijn. Onze Jood weet de weg niet! Hij kent enkel de prijzen. Na wat speurwerk
geraken we toch eerst bij de gletsjermeren en de juiste weg. Ietwat verder
merkt Eric plots edelweiss op: vele plantjes staan zo mooi langs ons pad.
De afdaling loopt over
grote stenen die vrij goed zijn aangelegd door die militairen van weleer. Vele
soorten schuiven onder onze voeten: marmer, zilverkleurig, bruingeaderde
stenen. Echt mooi om naar beneden te kijken. Alhoewel er ook al iets meer te
zien is van de hoge bergen. Piet ziet plots enkele steenbokken: goed zichtbaar
voor het blote oog. We slaan het tafereel gaande. Dat zien we niet iedere dag!
De terugweg loopt verder
over stenen (veel !), naaldbos en weiden kronkel de kronkel naar beneden. Het
dorp LA BETHAZ
is al van ver te zien, maar het duurt toch een hele tijd (= veel stappen) vooraleer
we er zijn. Ondertussen was het opnieuw beginnen te regenen! Niet veel maar
toch! Zo hebben we minimum vier maal onze regenjas moeten aan- en uittrekken.
Saai!.
Wanneer we beneden komen
maken de balans op: 19,200
km wandelen (veel meer dan in ons boekje staat, altijd
zo) - 6.25 u. wandelen - 2.45 u. pauze.
Onze auto staat helaas
nog een half uurtje verder en Piet - zoals beschreven in het boekje - loopt
letterlijk naar de parking. De andere drie zijn blij dat ze mogen wachten op de
taxi.
Om 18.15 u. beginnen we
te douchen, verslag te schrijven en fotos te bewerken voor de blog,
We gaan nu nog naar ons
stam-restaurant in Aosta.
Johan en Piet eten
eerder bescheiden = elk één plat, Eric bestelt een gegrilde steak met
frietjes en Philippe een gebakken vis met spinazie. We krijgen gratis
proevertjes aangeboden: genepy, framboise, omdat we trouwe klanten zijn.
De avond wordt
afgesloten met een gelati: lekker en goedkoop !
Vandaag raken we iets
moeilijker uit bed. Pas om 6:45 u is er beweging in huis. Maar dan gaat het
snel: wassen, ontbijten, picknicks klaarmaken, afruimen, afwassen en rugzakken
vullen. Een warme dag kondigt zich aan, én een zware dagtocht.
Om 8:00 u. vertrekken we
met de wagen richting Courmayeur, waar we om 8:40 u onze wagen moeizaam
geparkeerd krijgen in het gehucht Villair Superiore. Om 9:00 u kunnen we dan
toch van start gaan. We trekken richting Colle di Liconi, een berg gelegen op 2.657 m. Waar we
aanvankelijk een licht omhoog lopend breed pad bewandelen (tot aan Alpe Tsapy)
begint het meteen daarna fors te klimmen. Gelukkig loopt het pad door de bossen
zodat het nog fris aanvoelt terwijl de zon wel al van de partij is.
Om 10:30 u verpozen we
even en meteen maakt Eric een (eerste) fotosessie met de Mont Blanc op de
achtergrond. We zitten dan op 1.988
m hoogte. Eenmaal op een goeie 2.000 m moeten we verder in
de blakende zon terwijl het pad almaar stijler wordt. Onverdroten werken we ons
evenwel verder naar boven. Op ongeveer 2.500 m komen we voorbij een zestal werklieden
die het wandelpad aan het herstellen zijn. Een zware job in moeilijke
omstandigheden. Ze worden s morgens met de heli nabij de werkplek afgezet en
na de dagtaak moeten ze te voet terugkeren naar het dal. Enfin, we blijven
klimmen en komen uiteindelijk om 12.30 u. aan op onze bestemming (6,240 km afgelegd). Een
ongeëvenaard panoramisch uitzicht over het massief van de Mont Blanc is onze
beloning. Aan de andere zijde kijken we uit over het bergmeer Lago di Liconi
(zie fotos). We trekken een vol uur uit om te genieten en onze innerlijke mens
te versterken. Intussen bereikt ook een ouder Italiaans koppel - ik schat hen
goed in de zeventig - de top. Gewoon verbluffend wat deze mensen presteerden.
We maken gaarne een praatje en nemen enkele fotos voor elkaar.
Om 13.30 u. vertrekken
we opnieuw. Nu gaat het eerst stijl naar beneden, doch aldra nemen we een pad
richting Alpe Tirecorne (1.950
m) dat minder snel daalt en zich slingert door de
Alpenweiden. Piet is voorop gaan lopen en met drie volgen we op enige afstand.
Wanneer we een verkeerde weg inslaan roept Piet, blijkbaar op zijn hoede, ons
terug. Gelukkig was hij waakzaam en zijn we maar een paar honderd meter
verkeerd gelopen. Weer op weg, nu ook weer tussen de bomen die een welkome
schaduw bieden, want het is intussen behoorlijk warm geworden en de zon brandt
ongenadig. Om 16.25 u. passeren we Ermitage (1.490 m) waar een leuk
terras onze vermoeide lijven uitnodigt tot een verpozing. We drinken bier
(Johan), water (Piet en Eric) en melk (Philippe). Na nog een kleine zoektocht
naar de juist te nemen weg - de routebeschrijving was niet altijd even
duidelijk - komen we (eindelijk) om 17.15 u. terug aan ons vertrekpunt. We
waren alles samen 7.15 u onderweg en legden 14,820 km af met een
hoogteverschil van 1.338
meter. Nog even stoppen in Courmayeur voor enkele
ansichtkaarten en dan rijden we snel naar huis. Aankomst 18.10 u. Tijd voor een
verfrissende douche en enkele dranken. Eric zet zich (lees de pc) meteen ook
aan het werk om de fotos in te scannen. Tussendoor wordt er ook enige kledij
gewassen en te drogen gehangen. En dan is er ook nog tijd voor een aperitiefje
en bijhorende versnapering(en).
Om 20.00 u. gaan we uit
eten. We zullen vanavond allemaal pizza eten, vier verschillende smaken:
quattro formaggi, pizza greca, frutti di mare en valdostana. We snijden alle
pizzas in vier en nemen elk vier verschillende stukken. Daarbij een grote
karaf rode wijn en een fles spuitwater. We laten het ons smaken en geven een
kwotering voor elke pizza. Eric blijkt de beste keuze te hebben gemaakt. Om 21.30
u. zijn we buiten; Piet en Philippe eten nog een gelata. Dan richting wagen en
om 22.15 u. zijn we thuis. We zitten nog even samen en bekijken de weersvooruitzichten
voor morgen. Slaapwel.
Wandeling 2: Koninklijke
Jachtpaden naar Rifugio Sella
Onze tweede wandeldag reeds. We hebben
eigenlijk al een beetje een ochtendritueel met als meest kenmerkende eigenschap
Eric die voor dag en dauw al druk in de weer is en er eigenlijk al een halve
dag heeft opzitten vooraleer wij (Philippe - Johan - Piet) uit ons bed tuimelen.
Het belooft alweer een prachtige dag
te worden: veel zon, misschien iets meer wolkjes dan gisteren, maar andermaal
ideaal wandelweer. Benieuwd of er na de wat uit de hand gelopen inwandeling
van gisteren nog voldoende jus in de benen zit voor opnieuw een stevige
tocht. De zwaarte zou hem niet onmiddellijk in de moeilijkheidsgraad van het
parcours zitten, maar eerder in de afstand. We zullen zien.
Net als gisteren verlaten we Sarre
omstreeks 8.00 u., om 40 minuten later te parkeren in Valnontey, een gehucht
nabij Cogne. Ook nu weer is de parking een verzamelpunt voor wandelaars. We
starten op 1666 m
hoogte en het is 8.45 u. en 17
°C wanneer we onze tocht aanvatten. We beginnen meteen
met een stevige klimpartij, zeg maar een echte kuitenbijter, want de eerste
uren stijgen we niet minder dan 918
m tot aan de rifugio Vittorio Sella (2584 m). We hebben dan reeds
5,85 km
gestapt en het is inmiddels 11.07 u.. We blijven dus ruim binnen de aangegeven
tijd (2.30 u.). Naast de eigenlijke rifugio opent een gezellige bar juist de
deuren. Johan drinkt er een glas melk. Eric ziet het niet zitten om één uur te
wachten op de soep die pas om 12.00 u. zal klaar zijn. Een schaapherder met
gemuilkorfde hond leidt een hele kudde schapen door de uitgestrekte alm rondom
de hut. We hadden tot nu toe afwisselend (hoofdzakelijk) zon en wolken, ideaal
wandelweer dus. Philippe geniet nog even van een korte rustpauze op het
zonneterras en om 11.45 u. zetten we onze tocht verder.
We stijgen nog een beetje (tot 2650 m) langs een pad dat
beschreven staat als mooi geplaveid. Dit moet je in de bergen echter met een
korreltje zout nemen: er zitten toch stukken bij waarbij je behoorlijk moet
klauteren. Ondertussen moeten we wel zeggen dat de wegaanduiding heel
behoorlijk is. Het is haast onmogelijk om verkeerd te lopen. Stilaan zetten we
nu de afdaling in, maar het gaat heel pianekes met af en toe zelfs weer een
stukje klimmen. Onderweg sta ik plots oog in oog met een gems (op zon 20 m afstand). Ik houd mij
rustig, maar dat heeft niet veel effect. Ik kom niet dichter dan 15 m vooraleer het dier
gezwind de alpenweide in huppelt. Even verder komen we aan de Casotto
dellHerbelet (2435 m).
We hebben nu reeds 12,170
km in de benen. Net als Eric - als eerste achtervolger -
van achter de topjes tevoorschijn komt, beleef ik mijn persoonlijk hoogtepunt
van de dag: op de bergflank in de opening van een bergholte zie ik een
prachtige steenbok, de koning van de Alpen. Of in dit geval koningin, want er
loopt een kalfje bij. Een indrukwekkende ontmoeting met een machtig dier. Een
Italiaans koppel feliciteert ons met ons wandelprogramma en geeft nog wat
informatie over de regio. Nu wacht ons nog een vrij steile afdaling, al lijkt
dat in de praktijk wel mee te vallen. Binnen de kortste keren is er van
Philippe geen spoor meer te bekennen. Als een lenige hinde verdwijnt hij
gracieus in het dal. Het loont de moeite om af en toe eens achterom te kijken -
al doe je dat best niet te veel als je aan het afdalen bent - om de Gran
Paradiso in zijn volle pracht te bewonderen. Tussendoor ook even een close-up
van de onvervalste zweetparels op het voorhoofd van Eric
Het laatste stuk van onze wandeling
loopt vrij vlak en volgt voortdurend het bergriviertje (Torrente). Een makkie
zou je denken, maar daarin zou je je wel eens behoorlijk kunnen vergissen: het
is echt nog een vol uur flink doorstappen om uiteindelijk omstreeks 17.30 u. op
onze startplaats te arriveren. We hebben niet minder dan 22,84 km gestapt en we zijn
8.51 u. onderweg geweest (waarvan 2.21 u. pauze). We zijn dus echt wel goed
bezig !
Onderweg naar huis stoppen we nog
even bij de supermercato om wat fruit te kopen (kiwis, nectarines en veel te
dure bananen) en nog wat spuitwater. Na de douche en het obligate aperitiefje
trekken we naar Aosta (na eerst eens rondgereden te hebben langs de
plaatselijke horeca) voor ons avondmaal. We gaan terug naar het restaurantje
van de eerste avond omdat we heel tevreden waren (lekker - vlotte bediening -
goedkoop). Vermits er geen fotokaart in het toestel van Eric zat (waar gaan we
dat schrijven) krijg je hier de beschrijving van onze culinaire voorkeuren:
Eric en Johan kiezen eensgezind voor een erg gezond voorgerecht met een
groentenslaatje en daarna kalkoenfilet met frietjes. Voor dessert krijgen zij
een limoensorbet (die ze met een rietje kunnen uitdrinken). Philippe gaat voor
tagliatelle als voorgerecht en een spiesje (2 eigenlijk ) als hoofdgerecht, met
een slaatje (wat had je gedacht). Ikzelf houd het op een pizza, maar dan wel
een diavola (nogal pikant). We sluiten de dag af om 22;30 u. met Philippe op
het terras, Eric achter de grote laptop (waar anders), Johan in bed (hij is al
flink bomen aan het zagen) en ikzelf nog de allerlaatste woorden aan het typen
voor dit verslag. Op naar onze 3de wandeldag.
Eigenlijk maak ik het begin van de
dag niet mee want Eric is al vroeg uit de veren. Om 6.10 u. staat hij al onder
de douche, loopt met zijn fototoestel heel (slapend) SARRE rond om de
bergtoppen en de typische huisjes op de gevoelige plaat te zetten.
Hij is al aan het ontbijten als ik
met kleine oogjes de living binnen kom. Ook de andere twee rollen uit hun bed.
Alles loopt gesmeerd, ook de boterhammen voor de tocht. Eric heeft een groot
assortiment toespijs meegebracht.
Het is bijna 8.00 u. als we in de
auto stappen en door de slapende dorpen rijden naar THUMEL. 30 km. en 40 minuten later
staan we op de parking (betalend maar niet duur). We trekken onze schoenen aan,
smouten ons in, want de lucht is hemelsblauw met enkele witte wolken. Beter
weer konden we niet dromen. Iedereen trekt zijn trui aan want het is amper 8°!!
Met de zon als partner zijn we zeer enthousiast. De eigenlijke wandeling start
om 9.00 u. en het bergpaadje slingert zich tussen de vele mooie bloemen omhoog.
We zijn immers in het grote natuurpark GRAN PARADISO waar het zelfs verboden is
mieren en muggen dood te slaan.
Het uitzicht wordt steeds mooier en
mooier: witte bergtoppen nodigen ons uit om dichterbij te komen. De berghut
(refugio BENEVOLO 2285 m)
wenkt. Iedereen bereikt de zeer mooie berghut. Het is nu 10.15 u. Er zijn maar
weinig wandelaars op pad. Een sympathieke Aosta-wandelaar geeft ons wat meer
info over onze trip. Ondertussen prijkt de zon hoog aan de hemel en worden we
overrompeld door het mooie berglandschap. 10.45 u. en we stappen verder. Goed
de beschrijving lezen, nogmaals lezen om toch de verkeerde weg te volgen naar
ons meer TSANTALEYNA. We komen na een zeeeer steile klim bij het Goletta-meer,
2700 m
hoog. Een prachtige gletjser zoomt het meer af. Nu zijn er meer wandelaars.
Gelukkig stellen we vast dat we niet de juiste weg (van de beschrijving) aan
het volgen zijn.
Nu enfin het was wel lastig, maar
toch de moeite waard. Dus dalen maar tot op de juiste splitsing. Een
Nederlandse die in het Italiaans tegen Piet de weg expliceert. Uiteindelijk vinden
we de juiste richting, we liepen ongeveer 1.30 u. verkeerd. We besluiten eerst
te eten, want het is al 13.15 u.! Naast de boterhammen worden ook bananen,
koekjes, energierepen, gels, West-Vlaamse koeken en energiedrankjes in de slokdarm
gekieperd. De zon verdwijnt af en toe achter de witte wolken, maar het blijft
erg goed wandelweer. Het stappen door de morenen gaat toch behoorlijk goed
alhoewel onze twee jongere gemzen toch voorsprong nemen. Na iedere bocht, na
iedere heuvelrug zijn we op zoek naar ons diepblauwe meer. Zeer mooie
sneeuwbergen en een waterval zijn onze tochtgenoten, maar nergens is een Lac de
TSANTALEYNE te zien. Eric zegt dat hij eens zal tergkeren met Bea om het meer
te vinden. Eric en ik worden aangevallen door de rolling stones (= kleine
steentjes die ons aanzetten om uit te glijden). De twee jonge snaken slaan ons
grijnslachend gade. Wij komen er ook hé, Eric!
Op de terugweg worden we verrast
door de prachtige rotsinsnijdingen. Eerlijk gezegd Panamarenko heeft er geen
lap aan!
Het is 15.45 u. als we met onze
beentjes omhoog liggen aan de hut (zie vroeger). Eric doet maar half zijn ogen
toe en ziet drie paren heuveltjes die hij stiekem fotografeert. (wet op de
privacy ??). Hij zegt dat Bibi het hem gevraagd heeft, die olijkerd!!!
Het is ondertussen 16.00 u. Piet
heeft een lumineus voorstel: hij wil met Philippe de langere weg naar beneden
nemen, anderhalf uur i.p.v. één uur. Wij (de wijzen) houden het bij de kortere
weg (we zijn al goed zochte). Johan stelt voor nog iets te drinken in de hut,
maar neen: het is crisis en iedereen heeft nog drank. Dus: there we go! 2 per 2
naar beneden.
Het naar beneden komen valt zwaarder
dan we dachten. We doen er 1.20 u. over. Piet en Philippe nemen de omweg, zien
geen steenbokken of gemzen zoals op de beschrijving en komen lopend naar
beneden. Zo komen ze slechts 10 na ons beneden. Het was 17.40 u. Ondertussen
heeft Eric zijn voeten vrijgemaakt uit zijn dwangbuisschoenen en de mieren
gretig laten eten van zijn kaastenen. Of ze dat lekker vonden!!! Dikke bubbels
en veel jeukte waren het gevolg. Eric kwam bijna zot
Ik moest eerst onder de douche, want
ik was verslaggever van dienst!! Arme mens! Ik heb daarna wel 2 kleine Leffes
gedronken + ietwat Sangria.
De douche doet wonderen. We zijn
weer fris man en kunnen straks gaan eten. Iets kleins, maar fijns..
Al bij al een prachtige en lastige
dag. We duimen voor soortgelijke tochten, maar toch iets vroeger thuis !.
Vanavond (8.00 u.) rijden
we terug naar Aosta om te eten. Menu toeristique: niet duur en lekker. Piet
nestelt een pizza. Philippe en Johan hebben samen een liter rosé gedronken,
Eric en Piet houden het nog steeds bij spuitwater.
Om 5.00 u. zijn Johan en Piet er met de auto. Alle gerief
wordt in de wagen geplaatst, zakken, eetgerief voor ontbijt en picknicks,
wandelstokken, stapschoenen, drank Nog even Philippe oppikken en tegen 5.15 u.
kunnen we verder bollen, onmiddellijk Frankrijk binnen.
We zijn net voorbij Rijsel of er is een grote file. We moeten
allemaal op één enkel baanvak komen. Alles wordt in gereedheid gebracht voor
werken die er zullen uitgevoerd worden. In 50 min. hebben we 40 km afgelegd.
Voor de rest van de dag vordert alles heel snel.
Even een tabel:
5.05 u.start
Murissonstraat000 km
5.15 u.start
bij Philippe
6.05 u.040 km
6.15 u.péage
Arras060 km
Reims
eerste péage (betalen)209 km
Reims,
tweede péage (kaartje)216 km
8.45 u. 9.10 u.Aire
Troyes352 km
Eric
rijdt
10.25 u.A39,
richting Grenoble515 km
11.30 u. 11.55 u.Halte647 km
Johan
rijdt
12.00 12.10 u.Tanken660 km
Splisting Milan/Geneve677 km
12.50 km1 km file723 km
Péage
autoroute Blanche774 km
Péage804 km
14.08 u.aanschuiven
tunnel841 km
15.30 u.Mont
Blanctunnel in844 km
16.04
u.Sarre888 km
16.30
u.Grand Cren appartement890 km
Mont Blanc
Tunnel
We hebben net de snelweg verlaten en de weg die leidt naar
de tunnel genomen en wat we via de radio al wisten wordt werkelijkheid. Om
14.08 u. staan we stil op de weg. 844 km. We schuiven aan in de wachtende rij
auto. We zijn nog 3 km
verwijderd van de tunnel onder de Mont Blanc. Op de radio en op een elektronisch
bord had men ons een wachttijd van 2.15 u. voorspeld, maar op het bord naast de
weg staat er echter aangeduid dat 3
km = 60 min. Eric stapt als eerste uit de auto om te
voet verder te trekken en fotos te maken van de mooie omgeving, een gletsjer
schitterend in de zon, een klaterende beek. Ook Philippe en Piet volgen zijn
voorbeeld en trekken te voet omhoog. Chauffeur van dienst Johan mag voetje per
voetje aanschuiven. Eric wordt voortdurend ingehaald door een witte Laguna en
telkens hij die weer voorbij wandelt, geven ze commentaar. Ze vragen een foto
te maken. Goed, dat doe ik dan maar, maar wat ben je met een foto als je hen
die niet kan bezorgen. Ik vraag of ze een emailadres hebben
(tatli_sibi@hotmail.com). En zo geraken we aan de praat. Het zijn Turken die
van Parijs komen en naar Istanbul trekken voor een maand vakantie. De jonge
dame geeft Eric een geschenkje, een chocoladecake en een zak zuurtje. De
zuurtjes hebben ons alvast gesmaakt, de cake gaan we nog wat bewaren.
Zo bereiken we om 15.15 u. bijna de
ingang van de tunnel, maar de bussen en de vrachtwagens krijgen nu net op dit
moment de inrijbeurt. Opnieuw wachten net voor de ingang. We moeten 47 euro
betalen voor de heen- en terugrit en precies om 15.30 u. kunnen we de tunnel
in. De totale wachttijd was dus 1.22 min.
We rijden een kwartier over de 11
km-lange tunnel, de minimumsnelheid is 50 km, maximun mag 70 km per uur gereden worden.
Aan de uitgang staat dat we nog 30 km van Aosta verwijderd
zijn. De ene tunnel volgt na de andere tussen een prachtig berglandschap. En zo
bereiken we het gehuchtje Grand Cré in Sarre om 16. 05 u. Piet belt de
huiseigenaar op en we dienen nog een 15-tal minuutjes te wachten.
SARRE
Een vriendelijke jonge
dame en heer komen ons om 16.30 u. begroeten. We volgen ze tot aan de woning
een paar honderden meter verderop op de helling gelegen. De twee kamers maken
deel uit van een 17de eeuws chalet dat in 2006 nog een laatste
renovatie onderging. Piet zorgt samen met de verhuurders dat de nodige
documenten en centen op tafel komen. Ondertussen wordt alle gerief uitgeladen.
Terwijl alles een beetje
wordt geschikt en een drankje wordt gedronken op het terras, kan Eric een
eerste reeks fotos publiceren voor het thuisfront.
AOSTA
Met de jonge dame werd
overlegd waar we deze avond eventueel konden eten. Er is een Tratoria in het
dorp, maar deze avond is er feest in Aosta. We rijden dan maar naar het 3 km verder gelegen
provinciehoofdstadje.Al snel vinden we parking, maar we willen eerst wel even
het oude stadsgedeelte zien. Wanneer we aan een eerste dame de weg vragen in
het Italiaans, blijkt dat ze ons niet begrijp. We zien daar net een man uit
zijn auto stappen en we willen het even aan deze vragen maar !!?? Het is onze
dorpsgenoot Laurent Coppens. Je houdt het niet voor mogelijk, de eerste man die
we zien is dan nog een dorpsgenoot. Natuurlijk moet dat op de foto.
In de schilderachtige
straatje zijn heel wat restaurantjes. De prijzen worden even vergeleken. We
vinden een terras dat helemaal vol zit. Je krijgt er al een menu voor 12 euro. Het
is 19.45 u., we wagen het er op. Gelukkig gaan er net enkele mensen weg en
kunnen we met ons vier plaats nemen.
We bestellen als
voorgerecht 3 pastas en een charcuterieschotel. Als hoofdgerecht vier maal
barbecuespies, waarvan twee met frietjes en twee met sla. Als nagerecht kiezen
we voor twee ijsjes, een fruitsalade en een tiramisoe. Terwijl de bestelling
wordt klaargemaakt snelt Eric nog snel even naar het centrum om er enkele
fotos te maken. Terwijl we aan het eten zijn wandelt Laurent ons ook weer
voorbij en kunnen we opnieuw een praatje maken.
Het is ondertussen bijna
21.00 u. geworden, tijd om even te gaan zien waar het feest doorgaat. Maar er is
daar zoveel volk en geen parking meer te vinden dat we maar besluiten terug te
keren naar ons appartement, tot groot jolijt van Johan die dan tijdig zal
kunnen gaan slapen.
De twee broers gaan
tijdig slapen, Eric typt het verslag en Philippe geniet nog even van een
drankje.
Philippe en Eric genieten nog even na met een drankje en om 23.30 u. trekken ze ook naar hun slaapplaats.
Van 30 juli tot 6 augustus 2011 trekken 4 wandelaars weer de bergen in: Philippe Bauduin, Johan en Piet Van de Walle en Eric Vanthournout. Volg de dagelijkse avonturen via deze blog. Hieronder alvast het voorbereide programma.
BERGWANDELINGEN
zondag, 31 juli 2011
LAC DE TSANTALEYNA
De stille Valle di Rhêmes
is een van de mooiste uithoeken van de Gran Paradiso. Vanaf het eind van het dal
wandel je naar de gezellige rifugio Benevolo en naar het verborgen gletsjermeer
Lac de Tsantaleyna. De wandeling gaat grotendeels over prima paden; af en toe
over smalle paadjes of stenig terrein. onderweg heb je fraai uitzicht op de
drieduizenders die het dal van Benevolo afsluiten en zie je veel alpenmarmotten
en als je afdaalt via de vallei van de Gran Vaudalaz mogelijk een kudde gemzen.
De Benevolo berghut is erg populair en is een ideaal uitgangspunt voor
beklimmingen van de bergen rondom.
tocht naar rifugio Benevolo en het gletsjermeer
van Tsantaleyna
BW**
51/2 uur, 935 m stijgen en dalen
startplaats: Thumel, aan het eind van de Val di
Rhêmes, parkeerplaats vlak voor het gehucht (29,500
km - 41 min.) rifugio Benevolo
De wandeling begint in het gehucht Thumel. Volg niet de onverharde weg, maar ga linksaf, het wandelpad
in naar rifugio Benevolo (gele wegwijzers). Na 45 min. klimt het pad omhoog
naar de onverharde weg, die je verder volgt. Voor je verschijnt rifugio
Benevolo in het zicht, evenals de achtergelegen bergen. Voorbij de brug neem je
rechts het steile paadje omhoog, dat enkele haarspeldbochten afsnijdt en naar
de hut leidt (1½ u.)
Vanaf de hut volg je de wegwijzer naar de Col de Tsantaleyna
(pad 13D). Steek de rivier over en neem het pad dat even voorbij een almhut
scherp linksaf buigt. Na 20 min. bij een weg-wijzer links aanhouden (Col de
Tsantaleyna). Na 45 min. krijg je uitzicht op de indrukwek-kende bergwand van
de Granta Parei (3387 m) en stijgt het pad
over puin (lastig) en een more-nerug. Negeer afslag 13C en klim over grote blokken
morenepuin verder tot je plotseling zicht krijgt op het diepblauwe Lac de Tsanta-leyna (1¼ uur vanaf de hut).
Na een welverdiende pauze loop je terug over de morene naar
afslag 13C
onderaan de morenerug. Sla hier rechtsaf het paadje in, door een dalletje. Even
later zie je het verdere verloop van het pad dat je rechts om de Truc Santa Elena naar beneden volgt. Na 45 min.
dalen ga je in het dal linksaf en volg je het goede pad terug naar een van
verre zichtbare hut.
Vanaf rifugio Benevolo kun je het pad van de heenweg afdalen
(snelste route, 1 uur) of via het dal van Gran Vaudalaz terug (mooie
uitzichten, kans op gemzen; 1½ uur.). Deze laatste route volgt redelijk goede,
maar smalle paadjes. Hiertoe neem je bij de eerste haarspeldbocht onder de hut
het paadje rechts, dat is aangegeven met de nrs. 4 en 13A (Vaudalaz). Het
smalle paadje stijgt licht tot op een kam (steenmannetje, 30 min.) met prachtig
uitzicht op de Valle di Rhêmes. Volg het pad
dat rechts een eind de woeste Vallone de Vaudalaz in gaat. De kans is groot dat
je hier gemzen van zeer dichtbij ziet. Op de dalbodem steek je de rivier over
en sla je linksaf, langs twee oude hutjes (Alpe la Grande Vaudalaz).
Het pad is even onduidelijk, maar bij de hutjes pik je het weer op, waar het
met nr. 12 is gemarkeerd. Na een afdaling met vele zigzags steek je via keien
de Torrente Vaudalaz over en daal je verder af (pad links omhoog negeren). Na
een brug over de Dora di Rhêmes kom je weer op het pad van de heenweg uit en ga
je rechts terug naar Thumel.
maandag, 1
augustus 2011
KONINKLIJKE
JACHTPADEN naar REFUGIO SELLA
Een van de meest belopen
wandelpaden (en terecht) is het muildierpad via de Vallone di Lauson naar
rifugio Sella. Je loopt over de destijds voor koning Vittorio Emanuele II
aangelegde en geplaveide jachtpaden boven de Valnontey. Dit is niet voor niets
een van de meest bezochte delen van het nationale park Gran Paradiso, want in
de omgeving van de rifugio Sella heb je vrijwel honderd procent kans om
steenbokken in groten getale (en verrassend dichtbij) te observeren.
Goede wandelaars kunnen
de route voortzetten met de schitterende traverse langs steile hellingen naar
de almhutten van Herbetet. Het verbindingspad tussen Sella en Herbetet wordt in
veel (ook recente) gidsen als zwaar en gevaarlijk bestempeld. Dit is
overdreven. Vooral de laatste jaren is er veel onderhoud geweest aan de paden
en waardoor ze goed begaanbaar zijn. De zwaarte zit hem in de lengte (7 uur).
Eén keer krijg je steun van een kabel en een paar metalen tredes, maar echt eng
wordt het nergens. Onderweg heb je magnifieke uitzichten op witte toppen die
het eind van de Valnontey afsluiten, zoals Gran Paradiso, Tribolazione en
Roccia Viva.
lange tocht over spectaculaire jachtpaden van de
koning naar de steenbokken rond rifugio en de almweiden van lHerbetet
BW**/***
7 uur, 16 km, 950 m stijgen en dalen
startplaats: Valnontey (1666 m), 2,5 km buiten Cogne (25,400 km - 38 min.)
rifugio Sella
Vanaf de parkeerplaats nog even verder stappen en rechtsaf
de brug over. Volg pad 18 naar rifugio Sella (maar het pad is ook gemarkeerd
met een driehoek met nr. 2 van de Alta Via). Rechts zie je de botanische tuin
(een andere keer een bezoek waard). Even verderop links omhoog, een brug over
en met zigzags langs de beek omhoog. Na een uur bereik je de Alp la Pacieu op 2124 m, precies op de
boomgrens. Een half uurtje later ga je weer de Torrente de Grand Lauson over.
Je passert de almboerderij Gran Lauson
waar je burro (boter) en latte (melk) kunt kopen (links over de
brug). Het pad gaat rechtsom in breed uitwaaierende haarspeldbochten pret-tig
stijgend naar refugio Sella. Het
veelbelo-pen pad is enkele jaren geleden omgelegd in verband met lawinegevaar.
Neem niet de oude, steilere paden binnendoor. Die stijgen minder prettig en je
spaart de zich daar herstellende vegetatie.
Bij rifugio Sella (2584 m, 2½ uur) kun je voor
een koffie terecht in de sfeervolle bar links van de hut. Je loopt langs de
rifugio verder, verlaat hier pad nr. 2 en volg verder pad 18B (Traversata
Selle-Herbetet). Je steekt de beek voor de derde keer over en volgt het
comfortabel stijgende pad, dat mooi geplaveid is, naar de meertjes van Lauson op 2650 m (3 uur). Hier heb je de meeste kans om
steenbokken van zeer dichtbij de fotograferen.
Een kwartier later, voorbij Bec du Vallon, wordt het pad smaller en daalt het in een uur
langzaam en prettig met nu en dan een tussenklimmetje naar de almhut lHerbetet (2435 m, 4¼ uur). Hier langs
de waterbak rechtdoor (geen markering, maar even verderop steen 18B/22). Het
gaat nu ongeveer een uur steiler naar beneden tot je uiteindelijk de eindeloos
ruisende Torrente de Valnontey hoort, die je tot het eind zal begeleiden. Na de
brug over de rivier ga je linksaf, via het gehucht Vermiane, en over de camping
naar Valnontey (6 uur). Vergeet niet nu en dan achterom te kijken naar de witte
Gran Paradiso en de gletsjers
van de Tribolazione.
Wie terug wil lopen naar Cogne, gaat in Valnontey de brug
over en onmiddellijk rechts, in een halfuur terug naar Cogne (na de midgetgolf
rechtsaf de brug over).
dinsdag, 2
augustus 2011
Uitzicht op
de
GRANDES
JORASSES
Van Courmayeur naar de
Colle di Liconi
Deze ongelooflijk mooie
wandeling voert door de bergen hoog boven de Val Sapin. Je loopt urenlang over
de rug van de Monte della Saxe en hebt onderweg uitzicht op de steile wanden van
de Grandes Jorasses, waarvan de toppen vaak in de wolken gehuld zijn.
*** zware rondwandeling
over bergpaden; aan het begin en eind over asfalt.
7.30 uur, 1500 m stijgen en dalen
startplaats: bij het
busstation zijn parkeerplaatsen; je kunt ook even voorbij Villair Superiore
parkeren (in dat geval wordt de wandeling ca. een half uur korter) (30 km - 29 min.)
horeca: eenvoudige
gelegenheid in Ermitage, café-restaurant op de alm La Suche (alleen geopend op
weekeinden in de zomer)
Loop vanaf het busstation op de Piazzale Monte Bianco in Courmayeur om een groot
multifunctioneel gebouw heen omlaag; je passeert restaurant Du Parc (rechts),
steekt de Via Circonvallazione over en loopt over de trappen van het straatje
Vicolo della Chiesa omhoog naar het kerkplein.
Ga tussen de kerk en het Museo Alpino door naar het begin van de Strada del
Villair en sla daar af naar links (omhoog). Blijf nu voortdurend rechtdoor lopen
in de richting La Saxe en Ermitage. Nadat je Villair Superiore gepasseerd bent, eindigt het smalle
asfaltweggetje bij een parkeerplaats (40 min.).
De route loopt verder over een goede onverharde weg. Deze
maakt een bocht naar links, kruist de beek die door de Val Sapin loopt en
slingert via haarspeldbochten door gemengd bos omhoog. Negeer de zijpaden naar
La Saxe en de Rifugio Bertone. Alleen autos van omwonenden mogen op de
onverharde weg komen, en je wandelt er dan ook ongestoord. De route wordt
minder steil en al spoedig passeer je de Alpe
La Trappe, waar gerestaureerde en vervallen hutten staan (1 uur, je vindt
er een bron en een picknickbank).
De onverharde weg loop dieper de Val Sapin in naar de
almnederzetting Tsapy (Chapy). Aan
de linkerkant verrijzen de zilverachtig glanzende rotsen van de Monte della Saxe. Bij Tsapy, waar zowel ruïnes als
gerenoveerde almhutten staan, verlaat je de onverharde weg; ga naar rechts en
steek de beek bij een lage stuw in oostelijke richting over (1.15 uur).
Aan de bovenkant loopt het pad eerst naar links omhoog, maar
al spoedig gaat het naar rechts, een beboste helling op. Dit pad (nr. 43) maakt
deel uit van de Route du Mont Blanc; af en toe zie je de markering van dit pad:
de letters TMB in een ruit. Negeer op een hoogte van ca. 1750 m een zijpad naar
rechts dat naar de almhut Freydevaz voert. Je loopt links bovenlangs de hut en
komt even later op een met weiden bedekte helling, waar je een mooi uitzicht
hebt. Het pad slingert met een groot aantal bochten omhoog. Negeer bij een
wegwijzer het pad naar rechts (nr. 43A, dat in zuidwestelijke richting naar La
Suche voert) en blijf op de TMB-route tot je bij de restanten van een
goederenkabelbaan komt (2.20 uur).
Hier verlaat je het TMB-pad, dat in noordelijke richting
naar de Col Sapin loopt; wandel naar rechts verder over pad nr. 44, richting
Colle di Liconi (wegwijzer). Dit smalle, steile paadje voert over een beboste
kam. Als je boven de boomgrens bent, krijg je uitzicht op de Monte della Saxe. Wandel naar links verder over
met puin bezaaide weiden, die overgaan in graziger hellingen; het pad wordt nu
weer steiler en je moet verschillende beekjes oversteken. Op een hoogte van ca.
2410 m
gaat een zijpad naar rechts, richting La Suche; later op de wandeling kom je
via dat pad weer op dit punt uit. Loop nu echter in zuidoostelijke richting
omhoog (nog steeds over gras); na een zeer steile laatste klim via een oneffen
pad bereik je de met gras begroeide Colle
di Liconi (wegwijzer; 4.15 u.)
Vanaf deze pas kun je genieten van een schitterend uitzicht:
in het westen zie je de Monte dellaSaxe en de Grandes
Jorasses, in het oosten het mooie Lago di
Liconi.
Heen en
terug naar het meer
Wie aan het Lago di
Liconi wil picknicken loopt eerst tot op een hoogte van ca. 2700 m naar links over de
kam omhoog en daalt vervolgens schuin naar rechts af naar de stal van de Alpe di Liconi (drinkwater uit een
beek). Wandel van daaraf naar het meer (heen en terug 40 min. extra).
Voor het eerste deel van de steile afdaling (ca. 70-80 m hoogteverschil) vanaf de
Colle di Liconi is ervaring met bergwandelen noodzakelijk!
Vervolgens kom je op een hoogte van ca. 2410 m bij de splitsing waar je al eerder was. Ga
hier naar links, in de richting Tirecorne (4.45 uur; aangegeven op een steen).
Het smalle pad voert over een met puin en gras bedekte
helling in zuidwestelijke richting naar een graat die vanaf de Testa di Liconi
omlaag loopt. Op deze graat heb je een magnifiek uitzicht op de Monte della Saxe (foto) en het Mont Blanc-massief. Ook tijdens de gemakkelijke
afdaling over met gras begroeide hellingen kun je van dit uitzicht genieten.
Ver in de diepte zijn Courmayeur
en Dolonne te onderscheiden, aan de
rechterkant rijzen de Grandes Jorasses boven het groen van de Monte della Saxe
op. Dit pad is niet genummerd, maar wel af en toe geel gemarkeerd. Het voert op
een gegeven moment via haarspeldbochten omlaag, kruist enkele beekjes en loopt
langs een eenvoudige almhut. In de buurt van een bos wordt de helling vlakker.
Ga bij een wegwijzer niet naar rechts omlaag naar La Suche (hoewel je later op
de wandeling wel door deze almnederzetting komt), maar loop in dezelfde
richting als hiervoor verder. Na een korte stijging over een verhoging in het
terrein (het pas is hier lastig begaanbaar) krijg je uitzicht op de almen van Tirecorne (5.45 uur), waar zich een
bron bevindt.
De alm is verlaten en overwoekerd, maar het uitzicht op het gebied
waar de Val Sapin uitkomt op het Aostadal is bijzonder mooi. Je kunt het beste
bovenlangs de hutten naar het bos lopen (in oostelijke richting), dan via een
pad langs de bosrand korte tijd afdalen en vervolgens afslaan naar rechts; je
komt bij een wegwijzer die tussen enkele gebouwen staat.
Een eindje lager zijn nog meer almhutten te zien. Ga daar
echter niet heen; het vervolg van de route loopt over het pad van Tirecorne
naar La Suche en voert ruim een kwartier in noordwestelijke richting door een
naaldbos. Het is mogelijk om via een zijpad naar links rechtstreeks naar
Ermitage te lopen, maar het is mooier om via La Suche (foto) te wandelen, omdat het gehucht prachtig gelegen is
(er is een bron, en in het hoog-seizoen is in de weekeinden ook een
bergrestaurant geopend).
Ga bij La Suche naar links (in
zuidwestelijke richting). Je loopt eerst over weiden, vervolgens door bos. Er
wordt in dit gebied druk gewandeld en de paden zijn duidelijk te onderscheiden.
Wel zijn er veel afkortingen en paadjes die evenwijdig met het hoofdpad lopen,
wat verwarrend is. Houd ten slotte aan naar rechts en wandel in de richting van
het groepje gebouwen van Ermitage,
waar een geasfalteerde weg heen loopt (met een populaire uitspanning; 6.45
uur). Hier kun je voor het laatst genieten van het uitzicht op Plan Chécrouit, de Mont
Chetif en een deel van de Monte della Saxe.
s Zomers rijdt er van hieruit s middags om 14.15 u.,
15.55 u. en 18.15 u. een bus naar Courmayeur.
Loop ca. 15
m over de geasfalteerde weg omlaag naar het zuidwesten
en sla boven bij een houten schuur af naar rechts; dit pad kruist even later de
toegangsweg naar de vakantiehuizen aan de rechterkant en daalt dan verder af.
Na ongeveer 40 m
splitst het zich in drie paadjes; kies hier het middelste. Houd bij de volgende
splitsing rechts aan; dit goede pad voert door een naaldbos met hoge bomen. Ga
ca. 100 m
verder, bij een volgende splitsing (met wegwijzer) bergafwaarts naar Villai.
Het pad wordt steiler en loopt verder in westelijke richting; je komt door een
licht loofbos waar je zo af en toe doorkijkjes hebt naar de bodem van het dal en
Villair Superiore. Het pad gaat over
in een weggetje (de Via delErmitage), dat ca. 150 m verder uitkomt op de
hoofdstraat van het gehucht (7 uur).
Je bevindt zich nu op de smalle weg (de Via del Sampin)
waarover je aan het begin van de wandeling vanuit Courmayeur omhoog bent gelopen.
Ga hier naar links en wandel bergafwaarts (negeer de zijweg naar Villair Inferiore) naar de kerk van Courmayeur; het is nog maar een klein
eindje lopen naar het busstation (7.30 uur).
woensdag, 3
augustus 2011
Militaire
paden door
het
hooggebergte
Van het dorp Valgrisenche
over de westelijke helling van het dal
De mooiste wandeling in
de Valgrisenche voert door een fascinerend landschap aan de voet van de
Morion-gletsjer. De route voert loopt via oude militaire paden over almen en
een 2935 m
hoge pas naar gletsjermeren, en voert door een lariksbos terug het dal in.
*** rondwandeling over
paden door het hooggebergte. Zware route zonder gevaarlijke passages. Wees
voorzichtig op sneeuwvelden.
6,45 uur, 1350 m stijgen en dalen
startplaats: aan de rand
van het dorp Valgrisenche is een grote parkeerplaats. - (25 km - 32 min.)
horeca: in Valgrisenche
twee bars en een winkel.
Loop vanaf de eindhalte van de bus,
aan de rand van de Valgrisenche,
naar het centrum van het dorp, en neem daar de straat naar rechts omhoog, die
naar de kerk van San Grato voert. Sla nog voor de kerk bij een Mariabeeld af naar rechts en loop langs
de muur van het kerkhof. Een eindje verder passeert u een huis van drie
verdiepingen en een oude kazerne, die in de tijd van Mussolini voor het laatst
werd gebruikt. Momenteel wordt de kazerne gerenoveerd; het is de bedoeling dat
er een toeristisch centrum wordt gevestigd. Attentie: tijdens het schrijven van deze gids was
een deel van de route (pad nr. 17) door bouwwerkzaamheden versperd. Probeer
zoveel mogelijk rechts aan te houden (in noordelijke richting) en bovenlangs de
kazerne over de met gras begroeide helling aan de voet van de steile rotsen
omhoog te lopen. Als je het geel
gemarkeerde pad weer terug hebt gevonden, levert de oriëntatie geen
problemen meer op.
Op ca. 1770
m hoogte ga je naar een rotsachtig gebied (links); je
bevindt zich nu op een oud militair pad, dat de verbinding vormde tussen de
kazerne en de wachtposten aan de Italiaans-Franse grens. Op een hoogte van ca. 1930 m (45 min.) kruist het
pad een zware klimroute, de Via Ferrata Bethaz-Bovard. Je loopt in zuidwestelijke
richting verder; nadat je een beek bent overgestoken, wordt de route vlakker en
daalt zelfs een klein stukje. Je hebt uitzicht op de bergen tussen de
Valgrisenche en de Val di Rhêmes (foto
rechts); links in het dal is het gehucht Bonne te onderscheiden. Het
uitstekend onderhouden militaire pad voert een eindje verder via bochten over
puinvelden, waar de rotsblokken begroeid zijn met groengele korstmossen. Met
uitzondering van de puinvelden is het terrein met gras begroeid. Vanaf een
zadel is de onverharde weg te onderscheiden die naar de - nog niet zichtbare -
almnederzetting Arp Vieille voert, en in westelijke richting krijg je uitzicht
op de groene, waterrijke Vallone
dellArp Vieille (2 uur).
Ter hoogte van Arp Vieille zijn er twee mogelijkheden; je
kunt via een goed pad afdalen naar het gehucht en dan over een oneffen
karrenspoor naar rechts weer omhoog wandelen, of je kunt rechtdoor lopen via
een ongemarkeerd en onduidelijk pad, dat over stenige, met gras begroeide
helling van het zadel omhoog loopt en in de buurt van de beek Torrente Arp
Vieille uitkomt op het reeds genoemde karrenspoor. In beide gevallen bereik je
in ongeveer een half uur een soort hoogvlakte, waar ca. 100 m naar links, aan de
overkant van de beek (met een kleine waterval), een vervallen militair gebouw
staat, de Ricovero Capanna Vrova.
Let op de gele markeringen, die je over de vlakke weiden in
noordwestelijke richting leiden. Je moet de beek niet oversteken, zoals op veel
kaarten staat aangegeven. Je passeert een klein stuwmeertje (2.40 u.; links);
vervolgens loopt het goed te onderscheiden pad - nu nr. 16 - over een
rotsachtige, met gras begroeide helling omhoog naar de Colle Scavarde.
Na een paar haarspeldbochten buigt het langeafstandspad Alta
Via 4 af naar links; negeer dit zijpad en blijf rechtdoor lopen. Op deze hoogte
kan het tot half juli nog wat sneeuw liggen. De pas levert geen enkel probleem
op; op veel kaarten is hij naamloos, maar door de bewoners van dit gebied wordt
hij Colle Scavarda genoemd (4 uur)
Aan de linkerkant strekt de Morion-gletsjer (Ghiaccialo di
Morion) zich uit en in het zuidoosten zijn de Laghi
di Morion te zien. Hier vlakbij, op een plek met een prachtig uitzicht
op de Valgrisenche staat de ruïne van de
Refugio Clea Scavarda, een hut die in de jaren tachtig van de vorige eeuw
na een blikseminslag is afgebrand. Alleen twee picknickbanken voor het gebouw
zijn nog intact. De hut was ooit een militaire post en ligt aan de
gletsjerroute van de Rifugio Deffeyes over de Colle del Rutor.
Loop over een met rolstenen bezaaid terrein, waar nog tot
eind juli sneeuw kan liggen, verder bergafwaarts naar de Laghi di Morion, twee meertjes tussen het onherbergzame,
onbegroeide gletsjerpuin aan de oostelijke voet van de Testa del Rutor. Ook
midden in de zomer kunnen er nog ijsschotsen op het water drijven.
Nadat je de meertjes gepasseerd bent, wandel je verder door
een afwisselend gebied met bulten, lage rotskammen en kleine dalen; het
uitzicht op de hoofdkam van de Alpen is prachtig. Het gemakkelijke pad, dat in
grote lijnen daalt, draagt vanaf de pas het nummer 18. Na een korte
tussenstijging (wegwijzer) moet je verder omhoog naar links, tot de aanduiding
Bethaz, die op een rots is aangebracht., het begin van de afdaling naar de
Valgrisenche aangeeft. De route voert door een puinveld. Het terrein is zwaar,
maar het voormalige militaire pad is uitstekend aangelegd en je kunt dan ook
zonder problemen afdalen. Vanaf een hoogte van ca. 2450 m kom je geleidelijk in
een gebied met almweiden. Ook verschijnen de eerste bomen weer, en van ongeveer
2000 m
hoogte wandel je onder hoge lariksen; inmiddels is het pad aanzienlijk smaller
geworden. Op de almweiden van de Alpe Miollet wordt nog steeds vee gehouden; op
sommige plaatsen loopt een wirwar van koeienpaadjes over de helling en is het
niet altijd even duidelijk wat het echte pad is. Voordat je de almhutten
bereikt, moet je via een houten bruggetje de Torrente Miollet (Torrente Dard) oversteken, die aan de
Morion-gletsjer ontspringt.
Meteen na de Alpe
Miollet kom je bij een splitsing (5.45 u.). Negeer het pad naar links (nr.
19), dat over steile hellingen naar de Alpe Orfeuille voert, en houd rechts
aan; het pad - nu nr. 18 - daalt af in de richting van het dorpje Bethaz, dat
in de diepte al te zien is. Het loopt via haarspeldbochten door ene open bos
met een dichte ondergroei in noordoostelijke richting. Je passeert enkele
klimrotsen, waar in de weekeinden ijverig getraind wordt. Het lijkt alsof het
pad naar het gehucht Cére wordt, maar op een gegeven moment maakt het een bocht
naar rechts en voert het het dal in; na een brug gaat het pad over een
onverharde weg. Wandel via deze weg naar La
Bethaz en de hoofdweg door het dal (6.15 u.)
Wie naar Valgrisenche terug wil lopen, volgt eerst de weg een
eindje naar rechts. Sla voor de tunnel af naar links en loop via dit rustige
weggetje, dat even verder onverhard is, over de oostelijke helling van het dal
naar Gerbelle. Tenslotte kom je via een brug in het centrum van Valgrisenche (6.45 u.)
donderdag, 4
augustus 2011
Aan de voet
van de
GRAN PARADISO
Van Pont naar de hutten
Vittorio Emanuele en Chabod
De Gran Paradiso zelf is
alleen voorbehouden aan alpinisten. Deze route voert via het zogenaamde
koningspad aan de voet van het massief, eerst naar de Rifugio Vittorio
Emanuele II, vervolgens onderlangs een gletsjer naar de Rifugo Chabod.
** middelzware wandeling
over bergpaden.
6.30 uur, 1000 m stijgen en dalen
startplaats: bij de
eindhalte van de bus in Pont is een ruime parkeerplaats. Vanaf de brug bij
Pravieux kun je tegen 17.55 u. met de bus naar Pont terugkeren. - (33 km - 42 min.)
horeca: eenvoudige
gelegenheid in Ermitage, café-restaurant op de alm La Suche (alleen geopend op
weekeinden in de zomer)
Deze wandeling begint op de grote par-keerplaats van Pont, waar zich tevens de eindhalte van
de bus bevindt. Loop hier in oostelijke richting, steek via een houten brug
(wegwijzer) de Torrente Savara over
- deze bergbeek ontspringt aan de voet van de Grand Etrèt-gletsjer - en ga aan
de overkant rechtsaf. Het brede pad voert rechts van de beek licht stijgend
zuid-waarts en wordt bij een langgerekte stal op een almweide steiler. Ooit was
deze route een van de ruiterpaden die koning Vittorio Emanuelle II op zijn
jachtterrein had laten aanleggen.
Het ruiterpad, waar druk gebruik van wordt gemaakt, voert
eerst door een bos en vervolgens via ruime bochten over een helling met gras en
rotsblokken, waar veel Alpenmarmotten voorkomen. Op een hoogte van ca. 2520 m gaat een zijpad (pad
nr. 8B) naar de Rifugio Chabod; het is slechts met twee steenmannetjes gemarkeerd
en gemakkelijk over het hoofd te zien. Je kunt echter ook rechtdoor lopen naar
de Rifugio Vittorio Emanuele II (2.15
u.). Onderweg heb je een mooi uitzicht op de Ciarforon
(3642 m)
en de Tresenta (3609 m). De maar liefst 10 m hoge rifugio lijkt op een vliegtuighangar en is in 1961 gebouwd; er
staat ook een oudere hut uit 1884, die nog steeds in gebruik is. Niet zelden
zijn zowel de oude als de nieuwe hut overbezet.
Loop vanaf de hut eerst enkele tientallen meters terug via
het pad waarover je gekomen bent en ga dan naar rechts via pad 1A, dat naar
Rifugio Chabod voert. Vroeger was dit pad erg zwaar, maar het is de afgelopen
jaren sterk verbeterd. Met name het eerste gedeelte - waar o.a. een nieuwe brug
over een bergbeek is aangelegd - levert nu geen problemen meer op. De route
voert licht stijgend en dalend over de rotsachtige, met puin bezaaide hellingen
van de Testa di Montcorvé. Al spoedig komt de eerder genoemde lagergelegen
route naar de Rifugio Chabod (pad nr. 8B) van links op het pad uit. Hoog boven
de Valsavarenche buigt het pad af naar het noorden; vanaf dit punt wordt het
aanzienlijk zwaarder (3 uur).
Steile hellingen worden afgewisseld met al even steile
afdalingen, en behalve enkele puinhellingen moet je aan de voet van de
Lavecieu-gletsjer - die de afgelopen tientallen jaren sterk is afgekalfd - ook
gletsjermorenen en een beek oversteken. Al spoedig nadat het pad in noordelijke
richting is afgebogen, is in de verte de Rifugio
Chabod al te onderscheiden; de hut staat op een kleine kam, de Costa
Savolera, ten noorden van de morenen. Je komt uit op de hoofdroute naar de hut,
pad nr. 5, en steekt de Torenta Savolera
over. Wandel eerst een einde naar rechts en vervolgens via een goed pad
naar links omhoog, tot je bij de drie verdiepingen tellende Rifugio Chabod komt (4.45 u.)
Deze hut, die tussen 1982 en 1984 is gebouwd, was
aanvankelijk bedoeld als extra voorziening omdat de Rifugio Vittorio Emanuele II
overbelast was. Vanwege talrijke nieuwe spleten is de route over de gletsjer in
de loop van de daaropvolgende jaren echter veel gevaarlijker geworden; alleen
ervaren alpinisten wagen zich tegen-woordig nog aan de oversteek van de
gletsjer. Andere zware beklimmingen die van hieraf worden ondernomen zijn de
beklimming van de Herbetet (3778
m) en de Becca di Montandayne (3638 m). De bezoekers van de
hut bestaan tegenwoordig uit een merkwaardige mix van geharde bergbeklimmers en
groepen jongeren, die vanuit het dal hierheen lopen en dezelfde middag weer
terugkeren.
Vanuit de hut zijn er twee mogelijkheden om af te dalen: de
hoofdroute (pad nr. 5) is 20 à 30 min. korter dan de hier beschreven route,
maar het pad is soms erg druk. Wie echter via een rustiger pad afdaalt, loopt
vanaf de hut eerst een eindje in noordelijke richting bergopwaarts tot een
hoogte van circa 2775 m.
Aan de andere kant van de Costa Savolera kom je op een helling met veel puin
(loop hier niet via pad nr. 5 verder noordwaarts), waar je over een smal pad
verder loopt. Het is met steenmannetjes gemarkeerd, maar niettemin is de juiste
route soms tamelijk lastig te onderscheiden. Je komt uit bij de Alpe Lavassey, waar je weer op het
hoofdpad nr. 5 stuit (5.45 u.). Dit drukke, goed onderhouden pad voert eerst
langs slingers en vervolgens via haarspeldbochten over een beboste helling
omlaag naar de Alpenweiden van de Alpe
Pravieux. Vanaf daar is het niet ver meer naar een parkeerplaats en een
bushalte aan de hoofdweg door het dal (6.30 u.)
Aan het boveneind is de
Val Ferret op zijn ruigst en kun je hoog boven de boomgrens een gevarieerde
wandeling maken aan de grens met Zwitserland. Vanuit Arnouva, op 1769 m aan het eind van de
weg door de Val Ferret, lopen parallel aan elkaar twee paden naar Zwitserland:
over de Grand Col Ferret en over de Petit Col Ferret. Dat naar de Grand Col
Ferret maakt deel uit van de populaire Tour du Mont Blanc en is een uitstekend
pad. Het andere paadje over de Petit Col Ferret is smal en alleen voor
geoefende wandelaars. Je kunt een mooie lus maken langs beide cols en de
tussengelegen Tête Ferret eenvoudig meepikken. Vanaf de top zie je in Wallis de
machtige Grand Combin. Een extra zijpad brengt je in 40 minuten naar de rand
van de Glacier de Pré de Bard, waar twee kleine bivakhutjes liggen aan de voet
van de Mont Dolent. Zijn 3823
m hoge top vormt het drielandenpunt
Italië-Frankrijk-Zwitserland. Weer beneden in het dal kun je nog een zijpad
nemen naar de gespleten gletsjer van Pré de Bard, die met zijn tong tot onder
in de Val Ferret stroomt.
klim naar 2 cols en een bivakhut op de grens met Zwitserland
BW/EBW**
5 uur, 1175 m stijgen en dalen
startplaats: vanuit Courmayeur naar Arnouva (1790 m) aan het eind van de
Val Ferret; links over de brug en na 200 m parkeren bij het begin van de wandelroutes. (44 km - 43 min.)
rifugio Elena
Neem vanaf de parkeerplaats het pad van de Tour du Mont
Blanc (TMB), nr. 25, naar rifugio Elena en de Col Ferret. Het mooie pad leidt
in 45 minuten naar rifugio Elena,
een grote hut die wordt gebruikt door de vele wandelaars op de Tour du Mont
Blanc.
Vervolg vanaf de hut de TMB, die met
enkele ruime bochten verder stijgt naar de Col Grand Ferret (2531 m; 2 uur).
Op de col laat je de meeste wande-laars en mountainbikers
achter je en ga je links over de graskam verder naar een klein pasje (2544 m). Hier kun je kiezen
uit een paadje dat in een half uur de hellingen van de Tête Ferret traverseert
naar de Col Petit Ferret of een graspaadje omhoog naar de top (3714 m, eenvoudig, 30
minuten extra). Vanaf de top kun je links afdalen via een smal en steil paadje
langs de kam naar een pasje op 2540
m en vandaar verder naar het pad dat de berg traverseert
(lastig). Uiteindelijk kom je iets onder de Petit Col Ferret uit op een
kruising van paden (2½ uur).
Links naar beneden gaat het pad naar rifugio Elena, maar het
is beslist de moeite waard om eerst nog een stuk omhoog te klimmen over het
geel gemarkeerde pad (rechtdoor) naar bivaco
Fioro aan de voet van de Mont Dolent.
Volg het pad over puin en morenehellingen naar de twee bivakhuisjes die hier
zijn gebouwd voor beklimmingen van de Mont Dolent, de grensberg met Frankrijk
en Zwitserland (45 minuten; 3¼ uur). Keer terug naar de splitsing onder de
Petit Col Ferret en daal het steile en smalle pad af, dat uitkomt op de
onverharde weg iets onder rifugio Elena (4 uur). Volg de weg door het dal naar
het beginpunt; wie wil kan onderweg sporen langs de beek volgen naar de
gletsjermond van de gletsjer Pré de Bard (30 minuten extra).