Pär Zetterberg maakt zich op voor zijn afscheid aan Anderlecht. Uiterlijk half juni verhuist hij met zijn gezin weer naar Zweden. 'Ik wil mijn kinderen opnieuw vrijheid kunnen geven.'
Nadat de Zweedse spelmaker twee jaar geleden gestopt was met voetballen, trad hij in dienst als scout van Anderlecht. Een functie die hij blijft uitoefenen, maar dan vanuit zijn thuisland Zweden. Uiterlijk half juni laadt hij zijn hebben en houden op een vrachtwagen, die via Duitsland en Denemarken naar zijn thuisland rijdt.
Waarom verhuis je?
'Om familiale redenen. Mijn zoon is elf en mijn dochter acht. Ik heb samen met mijn vrouw en mijn kinderen beslist dat het moment gekomen was om terug te keren naar Zweden. Voor school is er geen probleem. Mijn kinderen gingen hier al naar de Scandinavische school in Waterloo. En voetballen kunnen ze in Zweden ook.'
Zou je in België gebleven zijn als Anderlecht je een mooiere functie had aangeboden? Technisch directeur? Jeugdcoördinator?
'Nee, absoluut niet. Ik ben scout geworden omdat ik me niet als trainer zie functioneren. Tenminste nu nog niet. Misschien wel later in mijn leven.'
Waar kijk je het meest naar uit nu je in Zweden gaat wonen. De sauna's?
'Nee, want die zien er daar net zo uit als hier. Ik kijk vooral uit naar de vrijheid. De vrijheid voor mijn kinderen. Dat ze hun fiets kunnen nemen om naar school te gaan, om naar het voetbal te gaan, om hun vrienden op te zoeken. Hier in Brussel moet altijd alles met de auto gebeuren.'
Zijn er dingen die je hier gaat missen? 'Enorm veel. De club, alle mensen met wie ik een goede band heb. Ik ga hen niet opnoemen, degenen die ik bedoel weten het. En dan de vrienden buiten het voetbal. Dat zijn er niet veel, maar het zijn wel echte vrienden voor het leven. Concrete dingen ga ik niet missen. Alleen maar het samenzijn met vrienden.'
Zijn dat dingen die je nu meer apprecieert dan toen je speler was?
'Als speler denk je veel meer aan jezelf. Profvoetballers zijn echt verwend. De club regelt alles voor je. Tot je telefoonrekening toe. Ik heb het grote geluk gehad dat ik zo lang profvoetballer ben gebleven. Als je van voetbal houdt, is dat de beste job die je je kan inbeelden. Nooit kan ik nog een beter werk vinden dan dat.'
Op dat ogenblik komt Rob Rensenbrink binnengewandeld.
Ken je Rensenbrink goed?
'Ik heb hem nooit zien spelen, maar heb altijd veel over hem horen vertellen. Hij en Van Himst zijn toch de grootste vedetten die hier ooit gespeeld hebben.'
Moet je als nieuwe voetballer van Anderlecht de geschiedenis van de club kennen?
'Een minimum toch zeker. Je moet niet alles weten, maar wel wie de iconen van alle tijden zijn.'
Het verleden kan toch ook een last zijn op de spelers van vandaag?
'Ja, maar dat is ook nodig. Anderlecht presteert altijd op zijn best als de druk hoog is. Hoe meer kritiek, hoe beter we spelen. Wie had in december durven dromen van een Champions Leagueticket, bekerwinst en een plaats in de 1/8ste finale van de UEFA Cup? We zouden daar direct voor getekend hebben.'
Je kan je ook afvragen waarom de groep die inspanningen niet kan opbrengen in het seizoensbegin?
'Er kunnen zoveel redenen zijn waarom het niet draait. Redenen die wij niet kennen maar alleen de spelers en de trainers. We hebben een mooie groep, maar we moeten toch ook zeggen dat Standard het verdiende dit jaar kampioen te worden. Op het einde hebben we correcte einduitslag gehad.'
Kan je vergelijken met het seizoen 1998-1999? Toen kwamen jullie ook van erg ver terug.
'Toen was het nog erger. Onder Haan stonden we op een gegeven moment laatste. Maar onder Dockx en Vercauteren vochten we terug en finishten we uiteindelijk tot op drie punten van Genk dat kampioen werd. Toen hebben we de basis gelegd voor een ploeg die kampioen werd in 2000 en 2001 en die stuntte in de Champions League. Misschien kan de groep die nu een sterke tweede ronde heeft gespeeld op zijn beurt een basis vormen voor nieuw succes.'
Vind je niet dat Anderlecht een ander soort voetbal begint te spelen? Jongens als Vlcek bewijzen hun waarde, maar staan toch niet voor het typische Anderlechtspel dat jij belichaamde?
'Vlcek is een heel belangrijke speler voor Anderlecht. In de zestien was hij het gevaarlijkst van iedereen. Hij was degene die de gaten in de verdediging vond en de belangrijke doelpunten maakte. Elke match dwong hij minstens één of twee echt goede kansen af. Zijn stijl is misschien niet zo mooi om te zien, maar de statistieken pleiten voor hem. Maar dat wil daarom niet zeggen dat Anderlecht zijn huisstijl opgeeft. Met elf technische voetballers kan je geen match winnen. Dat was vroeger ook niet zo. Anderlecht heeft altijd spelers als Vlcek gehad.'
Vrees je niet dat de kloof tussen Anderlecht en de topclubs van Europa nooit meer te overbruggen is?
'Het is niet leuk als altijd dezelfde clubs winnen. Michel Platini (de voorzitter van de Europese Voetbalunie UEFA, red.) beseft dat en zegt dat hij er iets aan wil doen. We moeten afwachten. Nu hangt alles van het geld af. Hoe meer geld je hebt, hoe beter je transfers. Heel wat steunpilaren van de Zweedse nationale ploeg spelen in Engeland. Maar niet bij de allerbeste clubs, wel bij de subtoppers of de meelopers: West Ham, Aston Villa, Manchester City. Platini moet op zoek naar een nieuw evenwicht.'
Als Pär Zetterberg tien jaar jonger was geweest, zou hij vast en zeker ook naar Engeland zijn gegaan.
'Nee, ik zou hier zijn gebleven. Anderlecht was altijd mijn club, ik werd goed betaald en ik kon spelen. Ik had geen reden om hier weg te gaan.'
Sommigen fluisterden dat de buitenlandse topclubs vragen hadden bij je suikerziekte.
'Da's onzin, want ik had naar de grootste buitenlandse competities kúnnen gaan. Alleen zat ik goed waar ik zat.'
Beschouw je je verhuizing als je echte afscheid van Anderlecht?
'Nee, mijn afscheid als profvoetballer was veel ingrijpender. Dat was voor het leven. Toen ik stopte wist ik dat nooit nog voetballer zou worden. Maar ik kan wel nog altijd terug naar Anderlecht.'
Is die afscheidsmatch met de titel de beste herinnering uit je leven?
'Zonder twijfel. Tenminste in mijn carrière. De geboorte van mijn kinderen is nog iets anders.'
Is de Zweedse competitie nog altijd interessant voor Anderlecht?
'Ja, maar we zijn daar natuurlijk niet als enigen. Er zijn veel Fransen, Engelsen en Nederlanders. En Scandinavische spelers zijn ook niet goedkoop. Het kan jullie verbazen maar topclubs uit Zweden, Noorwegen en Denemarken betalen tegenwoordig dezelfde transfersommen als in België. Twee miljoen euro is geen probleem. Alleen de salarissen zijn hier nog hoger dan in Scandinavië.'
Een van de spelers die jij hebt aangebracht, Max Von Schlebrügge, was een teleurstelling...
'Max had gewoon pech. Op het moment dat hij het begon waar te maken, raakte hij geblesseerd. Hij had zeker genoeg kwaliteiten om te slagen in Anderlecht. Niet om een nieuwe Tihinen te worden, maar wel om mee te draaien in de Belgische competitie.'
Ben je tevreden over je werk als scout?
'Het is moeilijker dan ik had verwacht. Het is allemaal niet evident omdat we met strikte budgetten werken. Spelers kosten vaak net dat ietsje meer dan je zin hebt om uit te geven. En als je dan al eens een speler kan kopen, komt er op het laatste moment vaak nog een andere ploeg met meer centen op de proppen. Het geld begint een groot probleem te worden voor België. Ik zie niet in hoe de Belgische competitie de Europese kloof kan dichtrijden. Volgens mij kan dat nog maar op één manier en dat is met de jongeren te gaan werken.'
Of in minder bekende markten zoals Costa Rica of Israël te gaan speuren.
'Waarom?'
Omdat vandaar enkele interessante spelers zijn voortgekomen. Ruiz bij Gent, Barda bij Genk Club Brugge zoekt nu ook in Costa Rica.
'En hebben ze al iemand gevonden?'
Euh
'Zie je, daarom zeg ik dat het beter is met de eigen jeugd te werken. Het heeft geen zin om spelers van vierde of vijfde categorie uit het buitenland te halen. Vaak kennen die jongens het abc van het voetbal nog niet. Dan kan je beter je centen investeren in de opleiding van de eigen jeugd. Maar ik geef toe: er zou een regel moeten komen om die jeugdopleiding beter te beschermen.'
Zijn de FIFA en de UEFA daar niet mee bezig?
'Er begint inderdaad eindelijk wat te bewegen. Alleen moeten sommige initiatieven beter op elkaar worden afgestemd. Neem bijvoorbeeld de regel dat je in België vanaf zestien jaar een profcontract kunt tekenen. In Nederland en Frankrijk kan dat al vanaf vijftien jaar. Je kan dus wel raden wat er met al die 15-jarige talenten in onze clubs gebeurt'