Het water kwam bij het schip. Veertig dagen en veertig nachten viel de regen bij bakken uit de hemel, de rivieren traden buiten hun oever, de zeeën overspoelden het land. Noach bracht de dieren in de ark, twee aan twee: de mug en de olifant, de schildpad en de haas, de giraffe en de papegaai, de ooievaar, de leeuw en het lam, de krekel en de mier. Alleen de vissen niet, die zaten wel goed.
Ten slotte ging hij ook zelf aan boord, met zijn vrouw en met zijn drie zonen en hun vrouwen. God sloot de deur achter hen toe.
Honderdvijftig dagen dobberde Noach met zijn drijvende dierentuin over de wateren. Toen werd het lente en God vond dat het genoeg geweest was. De golven gingen liggen , de wateren bedaarden, de vloed nam af en de ark kwam tot rust op de hoogste berg van de wereld.
Noach opende het venster en stuurde een raaf op verkenning uit. Het dier bleef driftig heen en weer vliegen, Noach werd er niet veel wijzer van.
Na zeven dagen zond hij een duif uit, maar overal was nog water, nergens vond het dier een tak om op te zitten. Moe van het vliegen keerde hij terug in de ark.
Na nog eens zeven dagen liet hij de duif weer uitvliegen, en zie, die avond kwam de vogel teruggevlogen met een olijfblad in zijn snavel. er is ergens een stukje paradijs zei Noach tegen zijn vrouw.
Weer wachtte hij zeven dagen. Voor de derde maal liet hij de duif uitvliegen. Die avond keerde de duif niet terug, de aarde was drooggevallen.
Noach verliet de ark, samen met zijn familie en samen met de dieren.
Het eerste wat hij deed was een altaar bouwen om een brandoffer te brengen en God te danken voor hun redding.
God rook de geur van het offer, hij rook dat het goed was.
Ik maak een nieuw begin zei God Nooit zal ik meer een zondvloed de gehele aarde laten bedekken. Als teken daarvan, Noach, geef ik jullie een regenboog. Wanneer de zon door een donkere wolk dreigt te worden verduisterd, hef dan je ogen ten hemel op, daar zul je de regenboog zien staan, met beide armen uitgestrekt naar de aarde. Weet dan dat ik aan jullie denk en dat ik je draag.
Hoog boven Noachs hoofd welfde zich een boog van zevenvoudig licht, zo wijd als de wereld.
Tekst: naar Nico ter Linden: Het land onder de regenboog
Illustratie: Carme Solé Vendrell uit De bijbel en zijn verhalen.
10-01-2008 om 09:14
geschreven door Denise
|