Zes à zeven weken te vroeg werd onze dochter geboren. Ze weende niet, ze tierde het uit bij de geboorte. Haar huid was open: aan de hals, de liezen, de polsen, de enkels, kortom overal waar er plooitjes waren. Van foetale houding tot het uitstrekken was de huid gescheurd. Ze werd onmiddellijk in een steriele doek gewikkeld en in de couveuse gelegd. De dienst prematuren had zich ogenblikkelijk in verbinding gesteld met het U.Z. Toen we op de kamer kwamen stonden er vier dokters: de gynaecoloog, de anesthesist, de kinderarts en de kinderarts van de prematuren. Er werd ons verteld dat onze dochter een huidaandoening had, maar dat ze organisch op het 1ste zicht normaal was. Ze drukten ons op het hart dat we met vragen steeds bij hen terecht konden.
Als moeder lag ik aan mijn bed gekluisterd en had ik ons kindje nog steeds niet gezien. Wat er allemaal door mijn hoofd ging, is moeilijk te omschrijven of onder woorden te brengen. Ons dochtertje lag bij de prematuren en ik op de materniteit. Na anderhalve dag werd ik in een rolstoel naar de couveuse gebracht. Daar wachtte mij een grote schok. De oorschelpjes waren opgerold, de oogleden krulden binnenste buiten, haar mondje kon niet dicht, de vijf vingertjes waren als vacuüm verpakt, de gescheurde huid vertoonde open wonden. Ze verloor veel wondvocht. Leen lag volledig naakt en om de drie uur werd ze overgoten met amandelolie. De huid mocht niet droog worden, zo hielden de verzorgsters de resterende huid vet en soepel.
Voor ons tweede kindje kozen we ook voor borstvoeding, maar in het geval van Leen was dat niet evident. Vooreerst wegens het besmettingsgevaar en ook door een te zwakke zuigreflex, omdat haar mondje niet genoeg sloot. Uiteindelijk kreeg ze moedermelk uit flessen met een slappe speen. Gelukkig dronk onze dochter goed, want ze zakte 600 gram in gewicht door haar vochtverlies. De pediaters hadden overwogen om een infuus te steken, maar een katheter in haar huid plaatsen, kon niet. Na 14 dagen hadden alle wonden een vlies en bleef haar gewicht op peil. Ze mocht uit de couveuse naar een steriel bedje en de 21ste dag mocht ze naar huis