Hij had niets
toen hij zijn leven aanvatte.
Geen
herinneringen.
Geen verleden.
Lege handen.
Lege maag.
Daar zou hij
meteen wat aan doen.
Hij zette de keel
open.
Algauw legde zijn
moeder hem aan de borst.
Gulzig zoog hij
de warme melk uit de zachte tepel.
Energie stroomde
over zijn tong, door zijn keel .
Alles in zijn
lijf ontwaakte.
Zijn maag begon een zacht kneden en
stuwde de zuren bij de colostrum.
Het wei en vet
scheidden van elkaar en gingen hun eigen weg.
Langs de dikke
darm.
De flora kreeg er
zijn eerste taak en verzamelde de bouwstenen.
Verder langs de
dunne darm.
Telkens meer
onderdelen winnend.
Zijn eerste taak
zat erop.
Nu nam hij tijd
voor rust.
Sloot de ogen en
viel in een vredige slaap.
Geen weet had hij
van de commotie die hij veroorzaakte.
Al dat volk dat
rond zijn wieg was komen drummen.
Al die mensen die
een glimp van hem wilden opvangen.
Die hem wilden
vasthouden,knuffelen, doodknuffelen.
Hij liet het zich
welgevallen.
Hij ging over van
de ene arm op de andere.
Zijn ogen bleven
gesloten.
Het leek hem een
droom.
Hij dobberde op een warme oceaan.
De speelse golven
gooiden hen uit de ene schuimbaard naar de andere.
Ondergedompeld in
een bad van welbehagen.
Iedereen draaide
om hem heen.
De wereld draaide
om hem heen.
Alles draaide
om hem.
Hij, Rasnic, Ra.
De zoon van de
bouwmeester met aanschijn.
De kleinzoon van de
landheer met status.
De drager van de
naam des geslacht.
Drager van de
titel der adel.
De voortzetter
van de lijn der Groubiose.
Belast was hij.
Belast met de
verwachtingen van een hoopvolle generatie.
Belast met de
verwachtingen van de generatie die te laat was voor deze hoopvolle tijd.
Wij hebben het
moeilijk gehad.
Wij zullen voor
hem het pad effenen.
Hij zal onze
dromen waarmaken.
Hij zal oogsten
wat wij met bloed zweet en tranen hebben gezaaid.
De landheer nam
Ra op de schoot.
De oude man
geurde naar verbrand hout.
Naar gesmolten
harsen en zachte zeep.
Een combinatie
van lichte en scherpe geuren in perfect evenwicht.
Ra opende de
ogen.
Hij keek de oude
man scherp aan.
Een ongesproken
taal werd tussen hen gesproken.
Geen woord werd
gewisseld.
Deze man had geen
plannen voor Ra.
Had geen
verwachtingen.
Deze man zag
alleen zichzelf.
Hij zag een leeg
blad waar alles nog geschreven kon worden.
Een wankel evenwicht
tussen vreugde en verdriet.
De verleiding om
te schrijven, om te sturen, te dicteren aan de ene kant.
Het gelukzalige
gevoel van de totale onschuld aan de andere.
De warme gloed
die in de oude man was ontstaan, vloeide over in Ra.
Het vulde hem
helemaal van kop tot teen.
Het vormde de
kronkels in zijn hersenen.
Legde zich vast
in de werking van zijn organen.
Het beïnvloedde de wisselwerking tussen zuurstof en
bloed.
Het opende de
vaten in de verste uithoeken van zijn lichaam.
De oude man had
hem besmet.
Gevuld met zijn
eigen leegte.
Een leegte die
vol was van vragen.
De patriarch die
status had verworven.
Die zich een
keurslijf had aangemeten.
Die voor zo velen
de rots in de branding was.
Waar zoveel
mensen op vertrouwden.
Hun toekomst in
zijn handen hadden gelegd.
Hij was leeg.
Hij had geen
verwachtingen.
Hij had geen plan
voor Ra.
Zijn armen waren
vol met Ra.
In zijn armen was
Ra vol.
In zijn armen
voelde hij zich heel.
En Ra plaste op
de schoot van de landheer.
Het was tijd voor
de doop.
Een erfenis.
Gesterkt door de
overtuiging.
Gesterkt door de
woorden uit een boek.
Geboetseerd uit
verhalen van grootouders en ooms.
Uit de wil om
orde te scheppen.
Uit drang tot
macht.
Uit schrik voor
stuurloosheid.
Uit angst voor
chaos.
Uitzichtloosheid.
De angst voor het
onbekende.
Wat ligt achter
die muur?
Wat over de berg,
in het volgende dal?
Geef ons allen en
doel.
Geef ons hoop.
Wij die alleen en
naakt op deze aardbol komen.
Wij die met
elkaar nooit verbonden zijn.
Wij die stuurloos
onze ondergang tegemoet gaan.
Geef ons een
voorbeeld.
Want de nimmer
beantwoorde vraag.
De alom aanwezige
onzekerheid.
Het verlangen
naar meer.
Het maakt van ons;
Razende
roofdieren.
Sluipende
slangen.
Ritselende
ratten.
Krioelende
kevers.
Wulpse wormen.
Als we elkaar te
lijf gaan.
Voor een stuk
brood.
Een plek in de
zon.
Een partner voor
de nacht.
Geef ons een
voorbeeld!
Beloof ons de
hemel!
Straf onze
fouten!
Dood onze lusten!
Bekeer onze
zondaars!
01-04-2014 om 00:00
geschreven door Rasnic Groubiose 
0
1
2
3
4
5
- Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
|