De Nieuwe Orde
De Wandeling van Ra
02-04-2014
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.In de naam van de vader

In de naam van de vader

En de zoon

En  de heilige geest,

Zegen hij u Ra, met deze zalf!

Zodat gij beschermd zijt door onze heer.

Met dit geweide water doop hij u.

Zoals zijn zoon ons is voorgegaan.

Hiermee was hij u van de erfzonde.

Want jij hebt de toorn Gods ontketend.

Jou vlees is zwak.

Jij bent uit de tuin van eden verjaagt.

En jij zal het strakke pak dragen.

Het keurslijf van opperste geloof.

Je vader,

je moeder,

Je meter,

Je peter,

Zij zullen jou begeleiden langs deze weg.

Zij zullen toezien hoe jij dit juk zal dragen.

Zij zullen jou onderrichten en instrueren in dit leven.

Want een leven zonder god is gedoemd.

Een leven in zonde leid tot de ondergang.

Ra was nu een kind van god.

Ra bewandelde het pad dat voor hem was uitgestippeld.

Hij groeide voorspoedig op tussen zijn broers en zussen.

Onder de vleugels van zijn toegewijde moeder.

Telkens weer aangemoedigd.

Getroost als hij pijn had.

En elke avond een gebedje.

Onze vader die in de hemelen zijt.

Op zondag morgen naar de kerk.

De hoogmis van elf uur.

En daar zat hij, Ra.

Op het lange rode kussen op de bank.

Tussen zijn twee zussen is.

Eerst had hij er helemaal geen benul van.

Hij zat daar, en het gebeurde maar.

Het duurde een uur.

Ra moest dat uur vol, stil zitten.

Tussen zijn twee zussen in.

Wat was hij jaloers.

Zij mochten al rechtstaan.

Als de priester welbepaalde woorden sprak,

Dan sprongen ze alle bij zo snel mogelijk recht.

Toen zat hij daar alleen.

Moeder keek nu en dan eens schuin over de schouder.

Of hij nog niet gevallen was.

Of hij netjes recht en stil zat.

Toen zat hij daar alleen.

Ra kon  links tot aan de grote zuil zien.

Daar hing een lange witte houten kist

De voorzijde overtrokken met een vaal witte doek

Daaruit sprak de stem uit het onbekende.

Rechts kon hij tot over de middengang kijken.

In de banken-rij tot aan de volgende zuil.

Ook daar weerklonk de stem uit het onbekende.

Hij zag de achterwerken van de mannen.

De ruggen van de jongens

Hun haren kort geschoren

Hemd en jas en kraag en das

Toen was hij jaloers.

Ook hij wilde gaan staan.

Zien wat er te zien was.

Zien waar de stem vandaan kwam.

Het duurde hem te lang.

Moeder beloofde hem dat hij volgend jaar mocht.

Als je jou eerste communie hebt gedaan!

Maar zolang zou Ra niet wachten.

De volgende zondag stond hij stilletjes recht.

Ra spiedde tussen de schouders van zijn zussen.

Hij zag de priester van achter het altaar komen.

De priester stapte naar de zijbeuk rechts .

Aan de eerste zuil, beklom hij de draaitrap.

Even verdween de priester uit het zicht.

Hij kwam opnieuw te voorschijn in de preekstoel.

Hij legde een boek open op de steun en schraapte zijn keel.

Ra was als betoverd door de gebeurtenis.

Het was een orakel.

Hij nam het allemaal in zich op.

Een basisindruk die veel betekenis zou hebben.

Hij voelde zich verliefd.

Al wist hij nog niet wat dat was.

Hij vond de woorden die de priester sprak “zo juist”

“zo goed”

“zo eerlijk”

Dat wilde hij ook.

Ra dacht zichzelf de heer.

Hij hoorde de engelen zingen.

Dàt kon hij ook!

 

Hij was van het heilige licht beschenen.

Ra begon te zingen waar hij stond.

Overal kon hij uitbarsten in een lofzang.

Die had hij de zondagen geoefend in de hoogmis.

Hij las en herlas de bijbel voor kinderen.

Hij tekende alle parabels met Wasko op de ruggen van oud behang.

Ra  tekende zichzelf als missionaris in Afrika.

Hij tekende zijn broer erbij, die zou het land bewerken.

Hij regisseerde en acteerde  Bijbelse schouwspelen.

Maar hij was te onrustig voor het misdienaarschap.

Dat wilde hij ook niet.

Die stap zou hij overslaan.

Hij wilde meteen Paus worden.

Dat was zij ambitie.

Soms zelfs nog meer.

Waarom was hij niet de nieuwe Messias?

Hij was de zoon van een bouwheer met aanzien.

De zoon van een godvruchtige moeder.

Voor zover Ra wist, was hij door god verzonden.

Door een ooievaar op aarde gebracht.

Hij zou straks zeven worden.

Waarom zou hij niet de volgende zijn?

02-04-2014 om 00:00 geschreven door Rasnic Groubiose  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
01-04-2014
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Den Aanvang

 

Hij had niets toen hij zijn leven aanvatte.

Geen herinneringen.

Geen verleden.

Lege handen.

Lege maag.

 

Daar zou hij meteen wat aan doen.

Hij zette de keel open.

Algauw legde zijn moeder hem aan de borst.

Gulzig zoog hij de warme melk uit de zachte tepel.

Energie stroomde over zijn tong, door zijn keel .

Alles in zijn lijf ontwaakte.

 Zijn maag begon een zacht kneden en stuwde de zuren bij de colostrum.

Het wei en vet scheidden van elkaar en gingen hun eigen weg.

Langs de dikke darm.

De flora kreeg er zijn eerste taak en verzamelde de bouwstenen.

Verder langs de dunne darm.

Telkens meer onderdelen winnend.

Zijn eerste taak zat erop.

Nu nam hij tijd voor rust.

Sloot de ogen en viel in een vredige slaap.

Geen weet had hij van de commotie die hij veroorzaakte.

Al dat volk dat rond zijn wieg was komen drummen.

Al die mensen die een glimp van hem wilden opvangen.

Die hem wilden vasthouden,knuffelen, doodknuffelen.

Hij liet het zich welgevallen.

Hij ging over van de ene arm op de andere.

Zijn ogen bleven gesloten.

Het leek hem een droom.

 Hij dobberde op een warme oceaan.

De speelse golven gooiden hen uit de ene schuimbaard naar de andere.

Ondergedompeld in een bad van welbehagen.

Iedereen draaide om hem heen.

De wereld draaide om hem heen.

Alles draaide om  hem.

 

Hij, Rasnic, Ra.

De zoon van de bouwmeester met aanschijn.

De kleinzoon van de landheer met status.

De drager van de naam des geslacht.

Drager van de titel der adel.

De voortzetter van de lijn der  Groubiose’.

 

Belast was hij.

Belast met de verwachtingen van een hoopvolle generatie.

Belast met de verwachtingen van de generatie die te laat was voor deze hoopvolle tijd.

Wij hebben het moeilijk gehad.

Wij zullen voor hem het pad effenen.

Hij zal onze dromen waarmaken.

Hij zal oogsten wat wij met bloed zweet en tranen hebben gezaaid.

 

De landheer nam Ra op de schoot.

De oude man geurde naar verbrand hout.

Naar gesmolten harsen en zachte zeep.

Een combinatie van lichte en scherpe geuren in perfect evenwicht.

Ra opende de ogen.

Hij keek de oude man scherp aan.

Een ongesproken taal werd tussen hen gesproken.

Geen woord werd gewisseld.

Deze man had geen plannen voor Ra.

Had geen verwachtingen.

Deze man zag alleen zichzelf.

Hij zag een leeg blad waar alles nog geschreven kon worden.

Een wankel evenwicht tussen vreugde en verdriet.

De verleiding om te schrijven, om te sturen, te dicteren aan de ene kant.

Het gelukzalige gevoel van de totale onschuld aan de andere.

De warme gloed die in de oude man was ontstaan, vloeide over in Ra.

Het vulde hem helemaal van kop tot teen.

Het vormde de kronkels in zijn hersenen.

Legde zich vast in de werking van zijn organen.

Het beïnvloedde  de wisselwerking tussen zuurstof en bloed.

Het opende de vaten in de verste uithoeken van zijn lichaam.

De oude man had hem besmet.

Gevuld met zijn eigen leegte.

Een leegte die vol was van vragen.

De patriarch die status had verworven.

Die zich een keurslijf had aangemeten.

Die voor zo velen de rots in de branding was.

Waar zoveel mensen op vertrouwden.

Hun toekomst in zijn handen hadden gelegd.

 

Hij was leeg.

Hij had geen verwachtingen.

Hij had geen plan voor Ra.

Zijn armen waren vol met Ra.

In zijn armen was Ra vol.

In zijn armen voelde hij zich heel.

En Ra plaste op de schoot van de landheer.

 

Het was tijd voor de doop.

 

Een erfenis.

Gesterkt door de overtuiging.

Gesterkt door de woorden uit een boek.

Geboetseerd uit verhalen van grootouders en ooms.

Uit de wil om orde te scheppen.

Uit drang tot macht.

Uit schrik voor stuurloosheid.

Uit angst voor chaos.

Uitzichtloosheid.

 

 

De angst voor het onbekende.

Wat ligt achter die muur?

Wat over de berg, in het volgende dal?

Geef ons allen en doel.

Geef ons hoop.

Wij die alleen en naakt op deze aardbol komen.

Wij die met elkaar nooit verbonden zijn.

Wij die stuurloos onze ondergang tegemoet gaan.

Geef ons een voorbeeld.

Want de nimmer beantwoorde vraag.

De alom aanwezige onzekerheid.

Het verlangen naar meer.

Het maakt van ons;

Razende roofdieren.

Sluipende slangen.

Ritselende ratten.

Krioelende kevers.

Wulpse wormen.

 

Als we elkaar te lijf gaan.

Voor een stuk brood.

Een plek in de zon.

Een partner voor de nacht.

Geef ons een voorbeeld!

Beloof ons de hemel!

Straf onze fouten!

Dood onze lusten!

Bekeer onze zondaars!

01-04-2014 om 00:00 geschreven door Rasnic Groubiose  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)


Inhoud blog
  • Principes
  • Tijd en Ruimte
  • Eenvoud
  • Orleans
  • Pijn
    Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    Archief per week
  • 21/04-27/04 2014
  • 14/04-20/04 2014
  • 07/04-13/04 2014
  • 31/03-06/04 2014

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !


    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs