- Radioinformatie afhankelijk van het aanbod reclame
Naast radio is één van mijn andere gezonde zondes; tijdschriften en kranten. Ik koop ze, lees ze, verzamel ze. Noem één blad dat de voorbije vijftig jaar is verschenen en ik heb er het eerste nummer van bewaard. Te vaak steekt ook het laatste in mijn collectie; Lola, Bonanza, Menzo, De Zwijger
. Het begon heel lang geleden, ik kon net een beetje lezen, toen ik op zolder stapels dozen vond boordevol exemplaren van Vlaamsche Filmkes, Ons Land, ABC, Piccolo, Panorama en Humoradio. Mijn vader kocht ze, las ze en verzamelde ze. De appel viel niet ver van de boom.
Piccolo en Humoradio stonden boordevol cartoons en stripjes. Dat hielp als je nog niet goed kon lezen. Vooral het blad uit de Dupuis-stal vond ik fantastisch. Met geweldig getekende covers waarvoor de grootste tekenaars uit het team van Robbedoes werden ingezet (Morris, Franquin, Eddy Paape, Jijé). Toen ik meer en meer woordjes kende, hielp mijn pa me om uit het tijdschrift hele artikeltjes te begrijpen. Toevallig gingen er veel stukjes over radio
,
Humoradio, een samentrekking van de woorden humor en radio publiceerde complete programma-overzichten en af en toe een flinke brok achtergrondinformatie over de uitzendingen. Terecht voerde het magazine dan ook als een soort ondertitel radioblad. In 1958 werd de naam ingekort tot Humo, maar men bleef regelmatig aandacht schenken aan radio, al kwamen er steeds meer halve en hele reportages over televisie bij. Het nieuwe medium dat in Vlaanderen was gestart in 1953.
Humo bleef zeer lang de onbetwistbare marktleider, qua verkoop, in Vlaanderen. Pas nadat Dag Allemaal, in november 1984 gelanceerd was, begon de ster van mijn favoriete tijdschrift te tanen. Bij Dag Allemaal vond ik een oude bekende terug; Guido Van Liefferinge, de man die in 1973 Joepie had gelanceerd. Hij had ook de formule voor Dag Allemaal bedacht; showbizz en televisienieuws. Al was het van bij de start niet echt een traditioneel weekblad, maar eerder een tabloid naar Brits model. Groter formaat, geen nietjes, veel kleur, levendige layout. (Zie mijn foto).
Gaandeweg werd de inhoud anders en werd overgeschakeld op het klassieke bladenformaat. Na een poos noemde Dag Allemaal de zich ook radio- en tv-blad. Nogal overdreven vond ikzelf, tenminste wat het gehalte radionieuws betrof. Het tv-katern stond als een huis, de programmagegevens van de meeste radiostations die ten lande waren te ontvangen, werden afgedrukt, maar veel verder dan af en toe wat persberichten van de grote zenders, kwam men niet.
In 1996 was RadioVisie Online begonnen, tegen 2000 haalden we vlotjes tienduizend dagelijkse bezoekers. Omdat ik Guido Van Liefferinge nog kende van de periode dat ik voor Joepie schreef, ontspon zich een nieuw idee. Nou ja, nieuw? Omdat Dag Allemaal blijkbaar geen zin had om een eigen redacteur op het onderwerp radio te zetten, wilde ikzelf best een handje toesteken. De formule uit de Joepie-tijd was misschien voor herhaling vatbaar. Dacht ik. RadioVisie zou wekelijks een aantal berichten aanleveren, Dag Allemaal mocht ze gratis publiceren in ruil voor het afdrukken van onze naam en url. Bovenaan, onderaan, middenin, als het er in stond.
Helaas, Guido Vanliefferinge verdween net op dat moment als hoofdredacteur. @Vic Dennis, echte naam Ernest Van Driessche, werd zijn opvolger. Ik kende de man niet persoonlijk, maar we hadden wel enkele keren contact met elkaar gehad toen hij er nog gewoon redacteur was. Maar ook van eerder herinnerde ik mij hem, nog voor Dag Allemaal bestond. Al ken ik de omstandigheden daarvan niet meer. Er werd een afspraak geregeld. Op een zonnige dag in de nazomer van 2000 trok ik naar Schelle, waar het hele huishouden van De Persgroep onderdak had gevonden. Het hielp dat RadioVisie-collega Filip Vanmolle in het Antwerpse plaatsje woonde. Zo konden we er samen een gezellige dag van maken bij hem en zijn vriendin thuis.
Vic zagen we niet op het Dag Allemaal hoofdkwartier, wegens te druk, wel één van zijn naaste medewerkers. Ideeën werden uitgewisseld, plannen bijgesteld, afspraken gemaakt. De man verantwoordelijk voor de berichtjes op de tv-paginas zag een samenwerking best zitten. Hij kon niet beloven dat de rubriek wekelijks zou verschijnen want dat was afhankelijk voor het aantal reclames. Leerden we toen. Veel advertenties? Dan ging het radionieuws er als eerste uit. Van veel respect voor het medium vond ik het toen niet getuigen. Niet in het minst tegenover de mensen die dagdagelijks hun best doen om de luisteraars te entertainen en te informeren.
Een omroepster die een andere haarkleur nam, kreeg een volle pagina. De radiomaker die tientallen uren door Koeweit had gezworven en met de meest exclusieve interviews terug kwam, kreeg niks. Ik roep maar wat. Daar was het me dus om te doen. En heel zeker om de lezers ook te attenderen op het feit dat er naast de publieke omroep ook nog heel wat andere zenders actief waren in Vlaanderen. Van lokale omroepen tot netwerken à la Radio Contact. Ik stuurde informatie. De redacteur legde het plan voor aan de redactie en er werden enkele proefpaginas gemaakt.
Helaas, verder dan die proeven is het plan nooit geraakt. De reden? Iets in de trant van; er is net een langdurige reclamedeal afgesloten ie veel ruimte eist, werd aangevoerd. Een duidelijk antwoord heb ik nooit gekregen. Zou het anders gegaan zijn als Guido Van Liefferinge wel nog hoofdredacteur was geweest? Ik betwijfel het. De geesten in Vlaanderen waren toen (en zijn nog steeds) niet echt rijp voor het radiogebeuren. Te weinig interesse bij het grote publiek, hoor ik wel eens vaker als argument. Maar is dat niet een soort kip-en-ei situatie. Enkel door er over te schrijven, kan je een belangstelling creëren. Toch? Dag Allemaal heeft zichzelf nog heel lang een radio & tv-blad genoemd. Ten onrechte dus.



|