Na een zondag doelloos lummelen die nog enige kleur kreeg door het ontmoeten van een oude verloofde, (van x-aantal jaren terug daarom niet in leeftijd, al leek die ex-verloofde daar niet mee zo opgezet), sloot de dag af met een zeer boeiend programma omtrent leven en dood van Herman Brood. Hij was de man van sex, drugs en rock-en-roll, een man van kunst zowel op het gebied van muziek als van schilderkunst. Ik dacht altijd dat die man van het dak van het Hilton gesprongen was, na een overdosis maar nu blijkt dat zijn lichaam het eerder had begeven dan zijn geest. Nu is dat op zichzelf al een wonderlijk fenomeen, meestal gebeurt dat omgekeerd. We krijgen gaten in het geheugen, het korte termijn geheugen wordt aangetast en we lijken ons alleen futuliteiten uit onze jeugd te herinneren waar geen mens iets schijnt aan te hebben, behalve de kleinkinderen die, gezien hun jeudige leeftijd, de nonsens van vroeger nog spannend vinden. Maar ons lichaam slepen we, ook met de nodige moeite, voort. Er worden nieuwe knieƫn gestoken en nieuwe heupen omdat we ons toch nog op een acceptabele manier zouden kunnen voortbewegen, maar tegen het afstompen van de geest helpt weinig medicijn.
Nu bij Brood lag dat blijkbaar anders. Als men hem vroeg : 'Brood ben je nog niet dood ?' antwoordde hij 'Ik werk eraan'. Hij had zijn gezondheid ondermijnd met drugs en alcohol. Toch vertelde zijn vriend dat hij een dosis nodig had omdat hij leed aan een drempelvrees. Deze van niet te kunnen presteren wat er van je wordt verwacht, de grens van de timiditeit niet te kunnen overbruggen zonder de roes van drank en drugs.
Is het niet eigen aan iedere kunstenaar dat we lijden aan beperkingen, dat we niet kunnen realiseren wat in ons hoofd al wel zijn dimensies heeft ?
Of is het misschien een puur menselijke kant ? Gaan we niet in een relatie omdat we ons sterker voelen met twee ?
Of zoals de volksmond zegt : Alleen is maar alleen......
|