Deze week wordt het een echte werkweek. Gisteren al is onder plaatselijke verdoving een zgn. "port-a-Cath" gestoken. Dat is een kleine katheder die bestaat uit een soort zeefje, verbonden met een ader door een slangetje. Dit wordt helemaal onderhuids geplaatst onder de rechterschouder. Op deze manier wordt bij de chemotherapie de ader niet belast; men prikt dan gewoon (!) door de huid in de catheder. Vandaag heb ik een scintigrafie ondergaan : er wordt een soort foto van het hart gemaakt via een scan; eerst is er nog een chemische belasting van het hart. Erg duidelijk was de uitleg niet. Morgen krijg ik een hartmonitor aangegespt voor 24 h. Het is wel belastend. Voor een buitenstaander lijkt het misschien allemaal niet zoveel en we mogen blij zijn dat de technologie, de mensen en de middelen bestaan. Toch vraagt het veel. Elke dag worden we geconfronteerd met nieuwe dingen, elke dag is het weer zich overgeven, de machteloosheid accepteren, elke dag weer het beste ervan maken.