Een kritische, eigenzinnige kijk op recente mediaperikelen
07-03-2009
Temptation Island (Aflevering 3)
Eerste keer Temptation Island sinds de proto-reeks. Jemig, t is al koekenbak vanaf de eerste nacht! Snel nog even opgesnord of het daadwerkelijk nog maar de tweede aflevering betrof, maar jawel hoor. Vroeger was het tergend lang wachten op de eerste stiekeme kus, de knoerten van erecties die haast door de zwemshortjes schoten, het eerste gewriemel onder de lakentjes. Nou lijkt een potje pijpen wel een ordinaire begroeting tussen twee individuen die elkaar van toeten noch blazen kennen: Hallo, mijn naam is Chris. Ik ben Maghalie, aangenaam! Een pijp? Volgaarne . Tien minuten later: Dus jij ben Account Manager? Zozo, dat lijkt me een boeiende job Dat belooft!
Nochtans, de voorfilmpjes stonden bol van de goede voornemens. Dat, of de definitie van bepaalde begrippen dreigt een tikkeltje te verschuiven. In mijn tijd betekende immuniteit: niet vatbaar zijnde voor. Heden ten dage, echter, kent het begrip een eerder tijdsgebonden connotatie. Je pakt er vandaag mee uit, morgen is het van: een beetje. Wel handig. Het is zoals een beetje zwanger zijn. Enfin, Jürgen beweerde dus dat hij immuun ware voor vrouwelijk schoon. Vertaling anno 2009: hij pist met de regelmaat van de klok naast de pot. Iedereen had het door, behalve het gouden kalf Nathalie. Elke gezonde man zou zijn hand in het vuur pleuren voor zon schoon, honkvast kind, maar de keukenprins dweilt er onachtzaam de vloer mee. Of hij na het Braziliaanse avontuur een beetje zal beseffen dat hij haar graag zag en dat bij gelegenheid ook eens zou tonen, vroeg ze de ploert schoorvoetend tijdens het schransen. Het voedsel werd laconiek opgeharkt en doorgespoeld met een subtiel nipje van de volrode, starre blik op het plafond. En of ie misschien, als het hem past en niet teveel derangeert tenminste, zich eens de moeite zou getroosten om haar een berichtje te sturen wanneer hij bij zijn volgende delirium in de eerste de beste goot blijft pitten. Een lichte bezorgdheid hield haar namelijk uit haar schoonheidslaapje en dat was niet zo best. Weer geen reactie, het glas opvallend lang voor het gelaat. Dan maar wat troost zoeken bij de tweelingzus tijdens een sessie snelwandelen voor bejaarden. Toen het over de kok ging, werd het bij de andere helft opvallend stil, maar uit haar bedenkelijke frons kon je afleiden dat ze de onverschillige bruut al vanaf het prille begin had afgeraden en dat sindsdien met een stugge volharding was blijven doen.
Bij Steve en Stefhanie ging het precies nog lekker. Zijn duivelstronie voorspelde niet veel goeds, maar kom, het dient gezegd, hij deed tenminste nog de moeite om zijn lief krek in de ogen te kijken tijdens het liegen. Hij zou naar haar hand dingen als ze dit avontuur overleefden. Bij het kampvuur! Je weet wel, die notoire plek waar ze compromitterende beelden - meedogenloos en overigens niet zonder leedvermaak - op je netvlies branden. Je kan geen kant op, want het contract waar je je poot onder zette is zo dwingend als een overvolle blaas. Het is kijken en adequaat reageren of een vette schadevergoeding betalen. Zo werkt dat op den televies. Maar Stefhanie had alle vertrouwen in haar pantoffelheld. Tijdens een knusse tête-à-tête in het salon had ze zich smachtend rond zijn thorax gekronkeld, zodat de kans op ontsnappen behoorlijk nihil werd. Lucifer kon geen kant meer op. Ze zou hem bekogelen met prangende vragen, hem strak in de ogen kijkend. Of hij braaf zal zijn, vroeg ze met smachtende kraaloogjes, hunkerend naar een doortastende, uitgesproken bevestiging zijnentwege. Maar o helaasheid!, s mans levensdoel was om een horde losgeslagen deernen rond zijn tamp te verzamelen, zich vol te pompen met een sloot fris gerstenat en gas te geven tot het wit in zijn ogen was weggetrokken.
De zee is prima geschikt om eens flink uit te waaien en de besognes van alledag in de vergeetput te douwen. Zeker in het geval van Fré en Natalie was een zee dringend van doen. Zo dringend, dat ze er een hut hadden geplant. t Was niet te doen zeg, wat een helleveeg! Ze stond gewoon met zijn kop te lachen toen ze de bedriegerij van enkele jaren geleden terug oprakelde. Er nogal vaderlijk op reagerend, vond ik. Zo van: Ja, k weet dat ge het nooit meer zal doen, maar een tweede keer kan ik écht niet meer aan hoor. Ik was en ben nog steeds immens teleurgesteld in je. Mooi is dat. Uitleg? Dat het een zwak moment betrof, getourmenteerd door de hormonenhandel. Allez, t was goed voor één keer. Een literair mens, die Fré. Niet te beroerd ook, om, tijdens een doordeweeks squashpartijtje, er een wufte metafoor in te smijten. De squashbal vertegenwoordigde Natalies voscompagnon, de raket nam de dankbare taak van de gedupeerde op zich. En patat! Neemt dít en dát, gewetensloze haai! Knal! Bam! Hier hebt ge niet van terug hé, vuile scheefschaatser! De poëzie kan toch schoon zijn
Bedrog is van alle tijden en bijgevolg des mensen. Nog meer des mensen is er niet voor durven uitkomen. Het is taboe, vanwege té confronterend. Maar niet bij Chris en Katrien. Als bedriegen een sport ware, dan is Chris een topatleet. En daar topatleten bezwaarlijk mensen zijn, kan Chris zijn favoriete hobby naar believen en geheel ongecensureerd uitoefenen. Sterker nog, wat snoeven tegen jan en alleman is dagelijkse koek voor de, naar mijn goesting, veels te rustige lobbes met de strak gecementeerde haartooi en de loense lodderogen. Maar Katrien was er gerust in. Ze waren nu al twee weken een koppel en hij had zijn roede, zoals het een goede huisvader betaamt, in toom kunnen houden. Was ze best wel trots op. Zou ze de eerste worden? Het zag er in ieder geval véélbelovend uit. Hij slaagde er zowaar in om, zonder verpinken en strak in de lens kijkend, te beweren dat hij haar vertrouwen niet wil beschamen. Dat dit wel héél respectloos zou zijn, wist hij. In zijn stamkroeg besloot hij dan maar door de mand te vallen. Zijn copain, rad van tong, gaf hem meteen zijn drie redenen; lang, blond en smal. Muiltje gevuld, ijle blik, ijzige stilte. En plus, in een vertrouwelijk gesprekje met de cameraman, kreeg hij van diezelfde kameraad een schamele 15% op welslagen. Dát noem ik pas vriendschap!
VT4 had het allemaal weer haarfijn uitgekiend. De opdracht was klaar en duidelijk: selecteer vier oerventen met gelijke aspiraties: zo hard en zo veel mogelijk vreemdvogelen op een zo kort mogelijke tijdspanne. Anderzijds, selecteer vier échte vrouwen met gelijke dromen en levensopvattingen: bemind en begeerd worden door hun prins op het witte paard en er samen mee oud worden. Dat er überhaupt nog zulke schepsels op de aardkloot ronddoolden, was eventjes schrikken. Dat ze niet inzagen dat het in se géén relatietest betrof, maar eerder een wild card voor het botvieren van de onderbuik, was me een raadsel. Voor de heren was het alvast zonneklaar: zoveel mogelijk cameras vermijden en alles straal blijven ontkennen. Bij het laatste kampvuur de reünie tenslotte een beetje meewarig doen, lieve woordjes prevelen, een rist spijtbetuigingen afhaspelen en enfin de vlieger op met een gelofte van eeuwige trouw de vingers gekruist achter de rug. Santé m'n ratje...
Eelt is de nieuwste van zijn hand. En het gaat over zijn pappa. Werkelijk, zelden zon heerlijk potje gesnotterd op zon ontiegelijk laat uur. En zo onverwacht! Nog even naar Mijn vader kijken, dacht ik nietsvermoedend - reeds op mijn hoede voor een aanstormende tsunami van veels te bekend klinkende lofbetuigingen, eindeloos herkauwde anekdotes en vastgeroeste waterlanders, die met laatdom en vergeefsheid door het hart worden uitgekotst. Er tegen opziend zelfs, maar alsnog de vaak verbijtend om toch maar die verrukkelijke slaaproes tegen te komen. Je weet wel, dat voldane gevoel waarop je de wereld quasi hersendood ervaart en je huid slechts nog hunkert naar het frisse dons en de malse kussenpartij. Je oogleden stuiken als blaffeturen richting het centrum van de aardkloot, de donkerte zuigt je. Maar mooi niks hoor! Een mens zo laten meeschuren tegen uw wonden! Deprez, staat dat niet ergens in een verbodslijstje van een of andere humanitaire instelling op de eerste plaats? Nee? Dan móet het er op, liefst nu!
Frans, een eenvoudige meubelmaker uit de Westhoek, kreeg het in het leven niet cadeau. Na de dood van zijn vader, moest het gezin Deprez noodgedwongen enkele maanden op de zak van het OCMW, toentertijd nog de Openbare Onderstand. Dat dit aan de ribben was blijven plakken mocht blijken uit het charmante minderwaardigheidscomplex waaraan de ouwe leed. De sympathieke grijsaard met de karige woordenschat schaamde zich een tomaat over het OO-voorval en zwoer dat dit zijn kroost nooit of te nimmer te beurt zou vallen. Zijn devies was dan ook, dat, als je talent bezat, je extra hard je best moest doen. Het heeft de cabaretier alvast geen windeieren gelegd.
In tegenstelling tot zijn zoon een woordkunstenaar van het eerste uur -, was het bij Frans zuinigheid troef. De diepe wonden uit het verleden hadden hem murw gemaakt en slechts het noodzakelijkste werd medegedeeld niet zelden met zieltogende, neerwaartse blik. Junior was begiftigd met de kunde om het onderhuidse waar te nemen en met een priemend pijnlijke en detail te beschrijven. Zo ook staafde hij die karakteristieke zwijgzaamheid van vader aan de hand van een telefoongesprek: Pa? Ja Is t gie? Ja t Is ik hé Ja Oe is t? Hoet, k gon eke je moeder geven hé Een eerste steek in de borststreek. Alsof dit nog niet genoeg was, goot kleine Wouter nog wat olie op het vuur. Het betrof een kneuterige zondagmiddag de familie Deprez keuvelend rond t stoveke, koffie, gebak, een warme, gelukzalige gloed op hun wezens. Pa nam trots zijn vier nog studerende zonen in ogenschouw en fezelde stiekem - tevergeefs! - in het oor van zijn vrouw dat het niet lang meer zal duren of ze door hun bloed onder tafel worden gepraat. De immer lucide guit Wouter nam deze schrijnende woorden zo ter harte, dat járen na de feiten, rond elven op Canvas, het joch niet te beroerd was om naar de eigenste ooghoeken te grijpen en de regisseur om wat recuperatietijd te vragen. Ik zweer het u, de rest van de show ontsnapte mijn aandacht vandaar wellicht de verdachte beknoptheid van deze column -, maar na de schier half uur durende plensbui, stuikten mijn oogleden als blaffeturen richting het centrum van de aardkloot en werd ik zachtjes in de zengende donkerte gezogen
t Was een saaie Phara. Het begon nochtans dolletjes: Sam Goris die in het kinderprogramma van K3 suggestibel met zijn onderstel shakete, extra in de verf gezet door een verbeten smoelwerk en snedige armbewegingen. Door de sterk vertraagde beelden waarop de Phara-redactie ons trakteerde, werd het ongemeen hilarisch. Temeer omdat er in de zanger zijn zog een ukkie, geheel onwetend en plichtsgetrouw, een dansje waagde. Allerschattigst, dat moet ik toegeven, aan de andere kant zouden ze die kokhalzende parvenu voor eeuwig and beyond in den amigo moeten draaien. Niet in het minst omdat zijn bijdrage aan de Vlaamse cultuur omzeggens nog nuller is dan die van zijn leermeester: de volksnar Eddy Wally.
Over parvenus gesproken, daar zat Torfs weer. Wat had hij nu aan de hand? In zijn broek gepiest en komen zeuren bij de goedmoedige Canvas-kijker op een veels te laat uur? Nee, t was met de melding dat hij dan toch niet voor het rectorschap van de KUL gaat. Nochtans, gisteren was t wel van dattum, werd door een wakkere Van Gils opgemerkt. Of ie misschien bang was om een tweede keer op zijn bek te gaan? Maar nee, helemààl niet! Dat ze zoiets nog maar durfden te beweren? Het presentatorduo ging nu met zijn tweetjes in de aanval en bleef maar doorkakken over die vermeende angst. t Professorke begon zowaar te zweten en bij gebrek aan argumentatie, kaatste hij de bal handig terug. Een eerste keer: Ge moet er niet van uit gaan dat ik bang ben, want dat ben ik niet! De tweede keer: Kijk, ge gaat er terug van uit dat ik bang ben, waar haalt ge dat toch? Dat Torfs geen lessen in de retoriek van doen heeft, staat buiten kijf. Sterker nog, eminente oratoren als Castro en De Croo komen nog niet aan s mans enkels! Waarom vreest ie dan een tweede vernedering? Dat snap ik niet Maar alla, de onderzoeksjournalistiek krijg je niet zo gemakkelijk klein, beste Rik. Zij kan namelijk ook gebruik maken van beelden, als het met woorden eventjes niet meer zo lukt. En kijk, een breed grijnzende Torfs in de Slimste Mens met een bloot vrouwenlichaam op zijn schoot, een rode clownneus en een Vikinghelm op de schedelpan. Ha, ge zijt niet bang! Verklaar dan maar eens hoe het serieuze ambt van een professor laat staan rector! te rijmen valt met zulk een platitudes? Daar had ie niet van terug, kon ik afleiden uit de synchrone scheve lachjes van de moderators. Maar t was tegen de bierkaai vechten. Teevee was gewoon zijn hobby, net zoals andere mensen naar de voetbal gaan of naar de Miekes Een kei is die man! Zijn antwoord lijkt op het eerste zicht gewoontjes, maar de kracht ervan kent geen weerga. Eerst paait ie het leeuwendeel van de kijkers door het over voetbal te hebben, daarna geeft hij de rest een genadeklap door op de zonden te wijzen. Een bak bier voor wie Torfs onder tafel kan klappen Beloofd!
Na de demonstratie van Reto-Rik, was het tijd aan de, op het eerste zicht, nobele onbekende Reinhilde Decleir jawel, zus van -, alias ons Moe. Iedereen dacht dat ze het loodje had gelegd, maar uw wakkere dienaar had dit in een vorige column (lees: Van vlees en bloed) reeds lange in het motje! Afijn, ze zag er duizend jaar jonger en frisser uit, haast niet te herkennen. Om al dit lekkers te vieren én er zo pront uitzien, én de rol van ons Moe op het palmares én de zus van de Grote Decleir én daarenboven nog eens vrouw zijnde -, ving De Aguire, geheel volgens de regels van de contemporaine media-etiquette, aan met een klassiek charmeoffensief. Dat we van zon goede actrice als gij nog niet veel meer hebben gehoord, kwijlde ze. Decleir, nog een beetje schuchter, de complimentjes en lofbetuigingen nog niet gewend, wist precies niet waar gedraaid. Vooral omdat ze nu doodleuk mocht expliceren dat ze in al die jaren geen donder had uitgevreten en op de zak van haar broer had geleefd. Vandaar dus dat ze niet jaloers was op zijn succes, hij hield haar verdomme al die jaren het hand boven het hoofd! Maar kom, om de schijn op te houden had ze zichzelf - weliswaar ferm tegen de goesting eigenhandig tot regisseur van het bastaardcollectief De Luizenopera gepromoveerd. Dat het allemaal een beetje met lange tanden was, bleek toen ze het aan Phara alweer moest uitleggen. Eerlijk? Ik begreep geen jota van dat gestamel en die scrabble van onvolmaakte volzinnen. Het kwam zelfs zo ver dat VG haar zinnen begon af te maken. Niet dat hij er überhaupt iets van verstond, maar omdat hij, zoals het de journaille betaamt, op voorhand natuurlijk zijn onderwerp tot op het bot had uitgepluisd. In ieder geval, ons Moe had er niets beter op gevonden om een rist clochards van de straatstenen te plukken, een luizenloontje te beloven en op de bühne te keilen. Eindelijk wat duiding. Dank u Lieven!
Het canaille dat naast ons Moe gezeten was, kwam recht uit een van de meest stinkende goten die Brussel rijk was. Verser kon je ze niet krijgen, verzekerde de regisseuse ons. Om de dreutel nog meer uit te wringen kleinhouden dat schoelje, ze moeten hun plaats kennen -, wees ze hem nogmaals op het feit dat hij slechts tweedekeus was, wat hij angstig bevestigde. Later, na het programma, zou ze hem nog een blikje Zwan-worsten voeren. Omdat hij zo braaf geweest was. Maar eerst nog wat lallen over zijn hondenleven alvorens de foerage. En over hoe madame Decleir hem terug op de maatschappelijke ladder plaatste, hem als het ware terug cultureel rein liet worden. t Was een schoon moment en ook bij de vragenstellers merkte ik een lichte emotionaliteit op de wezens verschijnen. t Programma was nu al geslaagd
t Was gelijk een avondje parvenu-verzamelen. Christophe Deborsu, een A-journalist van de overkant van de Reyerslaan die door de VRT te pas en te onpas wordt ingeschakeld om de gemeenschapszin tussen Walen en Vlamingen te bevorderen, kwam ons alweer vervelen met zijn oeverloos communautair geleuter en zijn meewarige, loze blik, waar sla mij niet, ik kan er ook niets aan doen staat in te lezen. Als de Walen iets mispeuteren smijten ze De Borsu op het Vlaamse scherm om de gemoederen te bedaren. Een beetje dwaas in het ijle kijken, enkele domme grapjes maken en den Vlaamse boer is alras gesust. Die Walen lachen hun knuisten vol, ik zweer het u
Allez Borsu, waarover gaat het deze keer? Waar ga je ons nu mee lastig vallen, jij wolf in schaapsvacht? t Ging over een debat op den RTBF overigens bijgewoond door emeritus Torfs hemzelve! -, zijn teerbeminde zender. De club van den Antwaarp (RAFC) zou met een iets té grote regelmaat slogans à la Les Wallons sont du kakka scanderen. Dat werd dan weer niet fijntjes bevonden door de tweedeklasser Vierton en deswege hadden enkele vlugge jongens aldaar tijdens de match tegen RAFC - een spandoek in de spionkop opgehangen met het opschrift: RTBF's top 3: - Hitler, - Stalin, -RAFC. Weer niet goed. Antwaarp boosjes. Stante pede afstraffen met: Walen buiten!! Valt ge nog niet in slaap? Wacht, het beste moet nog komen! Rudy Ryckewaert, een soort verantwoordelijke voor de beelden van RAFC en voor de gelegenheid gewoon tussen het publiek gejengeld, kwam met rijzende indexvinger beweren dat de RTBF met de montage van het geluid had gefoefeld. Even wat duiding: op de beelden is te zien dat de spelers van Antwerp lustig een dansje uitvoeren op het ritme van het ondertussen rotpopu deuntje Walen buiten!! Echter, schijn bedriegt. Het audiogedeelte werd gewoon enkele seconden verschoven, zodat de spelers lijken te dansen op dat verachtelijk gescandeer. Meteen stiekem hoongelach. Kom, kom, Rudy, overdrijft ge nu niet een beetje? Onze vrienden van de overkant van de taalgrens zouden zoiets toch nóóit doen? Rudy bleef rustig, temeer omdat hij over origineel beeldmateriaal beschikte waarop zijn gelijk bewezen kon worden. Daarenboven bewijs 2 is het de traditie dat de spelers na de overwinning Rudy besefte zelf ook dat deze verdomd schaars waren altijd op hetzelfde wijsje dansen, en dat was niet Walen buiten!!. Voila, de muiltjes waren gevuld en zelfs Deborsu gaf het stomweg toe. Fouten toegeven en er beter uitkomen had hij recent van Obama geleerd, maar het Vlaamse publiek begon te morren. De VRT zal een andere Messias moeten zoeken en Deborsu moet geweldig op zijn tellen letten dat ze hem op het veld van ARFC niet lynchen. Reto-Rik zat er trouwens maar beteuterd en opvallend zwijgzaam bij tijdens het sluitstuk van deze beklijvende thriller. Hij had het anders aangepakt
Als ik u zeg: de baan tussen Deinze en Gent, aan wat denkt ge dan? Inderdaad, garages van luxebolides als Porsche, Ferrari en Maserati. Maar ik bedoelde eigenlijk als ge Latem voorbij zijt. Vanaf Westrem is t al zichtbaar. Juist, hoererij! Welig woekerend, door iedereen scheef bekeken en gestigmatiseerd. Verderfelijk gevonden, maar bij gelegenheid in hoge mate bezocht door diezelfde Porsche-, Ferrari en Maserati-adepten, hokkend in het poepchique Latem. Geliefd ook, door progressief linksdenkenden en intellectuelen die er gaarne mee dwepen in zogeheten literatuur of verfoeien in A-journalistiek. Of zelfs op pellicule! Denk maar aan het lichtvoetige schouwspel Steve + Sky. Voorwaar, een schoon bewijs dat het kleinste kind een lowbudget-prent kan draaien waar de masse pap van lust. Kortom, met de lichte zeden altijd succes en dat wisten ze bij vtm maar al te goed toen ze Bellings naar Bambi stuurden.
Het geluk van de chef kon haast niet op toen hij zijn zware Range in de plavuizen van de parking vastploegde. Het plakkaat waarop Bambi geheel suggestief stond afgebeeld en de blauwe neonverlichting rond het dakgebinte, deden hem vermoeden dat er een schone tijd aankwam. Ook de rit erheen - via de Kortrijkse Steenweg vanaf de afrit Westrem stond bol van de verleidingen. t Kokje keek de ogen uit de kassen en ware het niet dat een attente cameraman hem op een nakende staartaanrijding alludeerde, hij kon een deel van zijn vette pree terug afstaan. Maar er moest gewerkt worden. Vtm zou hem niet voor niets op zijn 55ste nog een schamele zeven jaar, Luc! - laten rentenieren
Teleurstelling alom wanneer hij de keet binnenschreed. Niet zozeer waren het de sleetse inrichting, de reftergeur en de schreeuwerige draperieën die zijn tenen deden krullen, veeleer was het de voor hem staande Brady Bunch, welke zijn afgrijzen prikkelde. De redactie van Chef in nood besliste wijselijk om het prehistorische gezelschap niet in te lichten over het huidige jaartal waarin zij existeerden. De klap zouden ze niet overleefd hebben. Toch even voorstellen: vader Bambi, een schuchtere jongen met Droopy-allures, ge zou hem een euro geven. Haalde prompt en geheel onderhoudend het verhaal van de ontstaansgeschiedenis van zijn geliefde Bambi boven: Er was eens iemand die honger had. Ik heb hem een schotel gemaakt. Die werd lekker bevonden. Ik zei tegen mijn vrouw: Waarom beginnen we geen restaurant? Zij zei: Welja, dat lijkt me een puik idee, zeker nu die schotel lekker werd bevonden. En van t een kwam t ander, hé mijnheer Bellings De grijns op zijn bakkes en de vlotheid waarmee hij zijn betoog hield,wekten bij mij de indruk dat het niet zijn eerste vertelling was. Tegelijk, t was alsof ie zich op voorhand al wilde verontschuldigen voor de soep die hij er van gemaakt heeft. En plus, de pauper had enkele jaren geleden een trombose moeten doorgaan, waardoor zijn rechterhand volledig verlamd was. Intriest! De zoon - Andy Bambi! - daarentegen, een nerdy bonenstaak met ADHD en veels te veel noten op zijn zang, had zijn ouders er al talloze keren op gewezen dat het interieur op niets trok. Om dat deficit min of meer de compenseren had ie met zijn vriendin een wreed schoon kind -hier en daar wat luister aangebracht. Bellings vond dat al een verrassend goed begin en vroeg meteen of hij die verbeteringen eens zou mogen zien. Trotsvol en met een rotenthousiasme trokken ze de chef aan zijn mouw mede naar de gelagzaal, alwaar een stuk of wat houten boschampignons op de tafeltjes prijkten. Bellings zag de bui hangen. Zelden iemand zo wanhopig in het ijle zien staren.
Voor nog geen tien euro krijg je ten huize Bambi een hoop verlepte aardappelen, een plak spinazie die wel vers lijkt uitgekakt door een overjaarse vaars en twee verkoolde diepvriesworsten. Nadat Bellings bij de regisseur even het licht opstak of zijn verzekering een eventuele voedselvergiftiging coverde, schoof hij zijn benen onder tafel en bestelde meteen een cocktail van scampis. Moeder Bambi, een sloor waarvan ge geen verkeerd woord over kunt zeggen, presenteerde de zeevruchten met een geforceerde politesse en ramde om het geheel wat op te fleuren op het laatste nippertje nog zon parasolachtig ornament, dat ge meestal op kinderijsjes terugvindt, door de oranje brij. Bellings werd niet goed. Niet alleen moest hij de zich redundant omringde kitsch à la heiligenbeeldjes, plastieken planten en houten boschampignons trotseren, maar nu ook nog dit culinair misbaksel.
Toen de garnalen eindelijk verteerd waren, vond Bellings het welletjes geweest. Een grondige restyling en wel pronto! Eric, een soortement zelfverklaarde binnenhuisaankleder die er, met zijn occasiebril uit het tijdperk van Martens 1 en voddenpak, precies uitziet als de som van Arno Hintjens en Jan De Corte in het kwadraat, werd ingeschakeld als reddende engel. Eerst zou hij eens zeggen wat voor verbetering vatbaar was. Dat was zowat alles eigenlijk. Dat die stoelen nochtans van een goede kwaliteitwaren, probeerde het moedertje nog. Dat ze ook goed zullen branden, was zijn antwoord. Afijn, met Eric in de strijd kon Bellings zich nu gaan concentreren op de rest.
Na het verdelen van de taken, het kiezen van nieuwe outfits, het bepalen en fine-tunen van de gerechten, het bijschaven van de bediening, - de lijst was eindeloos -, werden de oudjes voor enkele dagen naar het populaire relaxoord Sun Parks gestuurd. Van de frisse zeelucht aldaar gaat een mens zijn duivels uitdrijven. Vijftig jaar gewrocht en geploeterd in dat stinkhol, klonk het in koor. Zonder ooit één dag congé te nemen! Waar de tijd was, vroeg moeder zich af. De kloris vroeg het zich ook af, maar kon zich door de medische tegenvaller niets meer herinneren dat verder reikte dan vijf jaar. Hij zou het beslist rustiger aan moeten doen. Hij knikte meewarig van ja, maar zag zich in gedachten nog harder travakken dan ooit tevoren in die Bambi nouveau. Ze hadden hem serieus bij zijn pietje, zoveel was zeker
Pa en ma schrokken zich de pleuris toen ze hun eens zo vertrouwde omgeving gadesloegen. Dat dit niet meer de Bambi van weleer was, prevelde de oude. Dat hij groot gelijk had, antwoordde Bellings. De chefkok was zo vrij geweest een reclamebureau onder de arm te nemen en een nieuwe huisstijl in te voeren. De nieuwe naam luidde: Huis Van Loo en het logo was een boom. Het werd collectief gesmaakt. Nu staan we voor kwaliteit en degelijkheid!, stotterde Andy overgelukkig. Dat valt nog te bezien, want een Bambi verliest zijn streken niet zo gauw, me dunkt. Maar alla, alles zag er piekfijn uit en iedereen stond er gezwind te wezen. Hout vasthouden dat vader Van Loo het nog enkele jaren uithoudt
Na de shots van intens familiegeluk bij Andy sloegen de stoppen door: hij plantte nog een boom in de tuin en vroeg zijn vriendin ten huwelijk -, waande ik mij plots in Willys en Marjetten. Okidokipianissimoki! Van het regionale radiozenderke Radio Tequila mochten ze enkele minuten zendtijd in bruikleen nemen om hun nieuwe zaak te promoten. Op voorwaarde dat de patron en de crew er bij de opening hun buik mochten komen voltampen. Daar was natuurlijk geen bezwaar tegen. Om het geheel een beetje in te kaderen gratuit zaken weggeven is in zon boerengemeenschap namelijk taboe - hadden ze er niets beter op gevonden dan op het brede luisterpubliek dat Deinze rijk was een vraag los te laten. Een echte hersenpijniger overigens; hoe de nieuwe naam van Huis Van Loo oeps, een lapsus van de presentator! luidde? Die bewuste weggever zou het presentatorke zuur opbreken. Het antwoord was steevast: Bambi! Allez, dan maar een klassieker uit de kast halen: Nicole, belt gij ne keer!! t Antwoord is Huis Van Loo!! Nee, niet Verloo!, VAN LOO!!!. Miaowkes!
De opening was een echt succes, maar Bellings de eeuwige lastpak wilde natuurlijk gaarne weten of HuisVan Loo niet terug in de oude gewoontes zou hervallen. Daarom kwam hij een tijdje later onverwachts eens piepen. t Zag er op het eerste zicht goed, ware het niet dat Andy fuckin Bambi er niets beter op gevonden had om tijdens een coup de feuke zijn roes uit te slapen. Vader moest zich van moeder rustig houden, maar hoe laconiek hij uiterlijk ook scheen te zijn, vanbinnen sluimerde een tweede trombose. Ook Andys vrouw in spe kon er niet mee lachen en dreigde op de mailbox van zijn mobieltje met een eventuele scheiding, nog voor de eigenlijke trouwerij. Het duurde geen twee minuten of het joch stond er, de strik scheef, slapers in de ogen, een beetje doelloos rondsuffend. Bij Bellings zou het geen waar geweest zijn. Moest het de zijne zijn, hij zou nog eens een wafel gekregen hebben!! Jawaddedadde