Medialand onder de loep
Inhoud blog
  • Temptation Island (aflevering 8)
  • Temptation Island (aflevering 5)
  • Temptation Island (aflevering 4)
  • Temptation Island (Aflevering 3)
  • Mijn vader (Wouter Deprez)
    Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    Foto
    Foto
    Een kritische, eigenzinnige kijk op recente mediaperikelen
    05-03-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Mijn vader (Wouter Deprez)

    ‘Eelt’ is de nieuwste van zijn hand. En het gaat over zijn pappa. Werkelijk, zelden zo’n heerlijk potje gesnotterd op zo’n ontiegelijk laat uur. En zo onverwacht! Nog even naar ‘Mijn vader’ kijken, dacht ik nietsvermoedend - reeds op mijn hoede voor een aanstormende tsunami van veels te bekend klinkende lofbetuigingen, eindeloos herkauwde anekdotes en vastgeroeste waterlanders, die met laatdom en vergeefsheid door het hart worden uitgekotst. Er tegen opziend zelfs, maar alsnog de vaak verbijtend om toch maar die verrukkelijke slaaproes tegen te komen. Je weet wel, dat voldane gevoel waarop je de wereld quasi hersendood ervaart en je huid slechts nog hunkert naar het frisse dons en de malse kussenpartij. Je oogleden stuiken als blaffeturen richting het centrum van de aardkloot, de donkerte zuigt je. Maar mooi niks hoor! Een mens zo laten meeschuren tegen uw wonden! Deprez, staat dat niet ergens in een verbodslijstje van een of andere humanitaire instelling op de eerste plaats? Nee? Dan móet het er op, liefst nu!

    Frans, een eenvoudige meubelmaker uit de Westhoek, kreeg het in het leven niet cadeau. Na de dood van zijn vader, moest het gezin Deprez noodgedwongen enkele maanden op de zak van het OCMW, toentertijd nog de Openbare Onderstand. Dat dit aan de ribben was blijven plakken mocht blijken uit het charmante minderwaardigheidscomplex waaraan de ouwe leed. De sympathieke grijsaard met de karige woordenschat schaamde zich een tomaat over het OO-voorval en zwoer dat dit zijn kroost nooit of te nimmer te beurt zou vallen. Zijn devies was dan ook, dat, als je talent bezat, je extra hard je best moest doen. Het heeft de cabaretier alvast geen windeieren gelegd.

    In tegenstelling tot zijn zoon – een woordkunstenaar van het eerste uur -, was het bij Frans zuinigheid troef. De diepe wonden uit het verleden hadden hem murw gemaakt en slechts het noodzakelijkste werd medegedeeld – niet zelden met zieltogende, neerwaartse blik. Junior was begiftigd met de kunde om het onderhuidse waar te nemen en met een priemend pijnlijke en detail te beschrijven. Zo ook staafde hij die karakteristieke zwijgzaamheid van vader aan de hand van een telefoongesprek: “Pa? Ja… Is ’t gie? Ja…’t Is ik hé… Ja… Oe is ‘t? Hoet, ‘k gon eke je moeder geven h酔 Een eerste steek in de borststreek. Alsof dit nog niet genoeg was, goot kleine Wouter nog wat olie op het vuur. Het betrof een kneuterige zondagmiddag – de familie Deprez keuvelend rond ’t stoveke, koffie, gebak, een warme, gelukzalige gloed op hun wezens. Pa nam trots zijn vier nog studerende zonen in ogenschouw en fezelde stiekem - tevergeefs! - in het oor van zijn vrouw dat het niet lang meer zal duren of ze door hun bloed onder tafel worden gepraat. De immer lucide guit Wouter nam deze schrijnende woorden zo ter harte, dat járen na de feiten, rond elven op Canvas, het joch niet te beroerd was om naar de eigenste ooghoeken te grijpen en de regisseur om wat recuperatietijd te vragen. Ik zweer het u, de rest van de show ontsnapte mijn aandacht – vandaar wellicht de verdachte beknoptheid van deze column -, maar na de schier half uur durende plensbui, stuikten mijn oogleden als blaffeturen richting het centrum van de aardkloot en werd ik zachtjes in de zengende donkerte gezogen…

    05-03-2009, 00:00 Geschreven door Pieter Van Cauwenbergh  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    03-03-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Phara (2/03/09)

    ‘t Was een saaie Phara. Het begon nochtans dolletjes: Sam Goris die in het kinderprogramma van K3  suggestibel met zijn onderstel shakete, extra in de verf gezet door een verbeten smoelwerk en snedige armbewegingen. Door de sterk vertraagde beelden waarop de Phara-redactie ons trakteerde, werd  het ongemeen  hilarisch. Temeer omdat er in de ‘zanger’ zijn zog een ukkie, geheel onwetend en plichtsgetrouw, een dansje waagde. Allerschattigst, dat moet ik toegeven, aan de andere kant zouden ze die kokhalzende parvenu voor eeuwig and beyond in den amigo moeten draaien. Niet in het minst omdat zijn bijdrage aan de Vlaamse cultuur omzeggens nog nuller is dan die van zijn leermeester: de volksnar Eddy Wally.

    Over parvenu’s gesproken, daar zat Torfs weer. Wat had hij nu aan de hand? In zijn broek gepiest en komen zeuren bij de goedmoedige Canvas-kijker op een veels te laat uur? Nee, ’t was met de melding dat hij dan toch niet voor het rectorschap van de KUL gaat. Nochtans, gisteren was ’t wel van dattum, werd door een wakkere Van Gils opgemerkt. Of ie misschien bang was om een tweede keer op zijn bek te gaan? Maar nee, helemààl niet! Dat ze zoiets nog maar durfden te beweren? Het presentatorduo ging nu met zijn tweetjes in de aanval en bleef maar doorkakken over die vermeende angst. ’t Professorke begon zowaar te zweten en bij gebrek aan argumentatie, kaatste hij de bal handig terug. Een eerste keer: “Ge moet er niet van uit gaan dat ik bang ben, want dat ben ik niet!” De tweede keer: “Kijk, ge gaat er terug van uit dat ik bang ben, waar haalt ge dat toch?” Dat Torfs geen lessen in de retoriek van doen heeft, staat buiten kijf. Sterker nog, eminente oratoren als Castro en De Croo komen nog niet aan ’s mans enkels! Waarom vreest ie dan een tweede vernedering? Dat snap ik niet… Maar alla, de onderzoeksjournalistiek krijg je niet zo gemakkelijk klein, beste Rik. Zij kan namelijk ook gebruik maken van beelden, als het met woorden eventjes niet meer zo lukt. En kijk, een breed grijnzende Torfs in de Slimste Mens met een bloot vrouwenlichaam op zijn schoot, een rode clownneus en een Vikinghelm op de schedelpan. Ha, ge zijt niet bang! Verklaar dan maar eens hoe het serieuze ambt van een professor – laat staan rector! – te rijmen valt met zulk een platitudes? Daar had ie niet van terug, kon ik afleiden uit de synchrone scheve lachjes van de moderators. Maar ’t was tegen de bierkaai vechten. Teevee was gewoon zijn hobby, net zoals andere mensen naar de voetbal gaan of naar de Miekes… Een kei is die man! Zijn antwoord lijkt op het eerste zicht gewoontjes, maar de kracht ervan kent geen weerga. Eerst paait ie het leeuwendeel van de kijkers door het over voetbal te hebben, daarna geeft hij de rest een genadeklap door op de zonden te wijzen. Een bak bier voor wie Torfs onder tafel kan klappen… Beloofd!

    Na de demonstratie van Reto-Rik, was het tijd aan de, op het eerste zicht, nobele onbekende Reinhilde Decleir – jawel, zus van… -, alias ‘ons Moe’. Iedereen dacht dat ze het loodje had gelegd, maar uw wakkere dienaar had dit in een vorige column (lees: Van vlees en bloed) reeds lange in het motje! Afijn, ze zag er duizend jaar jonger en frisser uit, haast niet te herkennen. Om al dit lekkers te vieren – én er zo pront uitzien, én de rol van ons Moe op het palmares én de zus van de Grote Decleir én daarenboven nog eens vrouw zijnde -, ving De Aguire, geheel volgens de regels van de contemporaine media-etiquette, aan met een klassiek charmeoffensief. “Dat we van zo’n goede actrice als gij nog niet veel meer hebben gehoord”, kwijlde ze. Decleir, nog een beetje schuchter, de complimentjes en lofbetuigingen nog niet gewend, wist precies niet waar gedraaid. Vooral omdat ze nu doodleuk mocht expliceren dat ze in al die jaren geen donder had uitgevreten en op de zak van haar broer had geleefd. Vandaar dus dat ze niet jaloers was op zijn succes, hij hield haar verdomme al die jaren het hand boven het hoofd! Maar kom, om de schijn op te houden had ze zichzelf - weliswaar ferm tegen de goesting – eigenhandig tot regisseur van het bastaardcollectief ‘De Luizenopera’ gepromoveerd. Dat het allemaal een beetje met lange tanden was, bleek toen ze het aan Phara – alweer – moest uitleggen. Eerlijk? Ik begreep geen jota van dat gestamel en die scrabble van onvolmaakte volzinnen. Het kwam zelfs zo ver dat VG haar zinnen begon af te maken. Niet dat hij er überhaupt iets van verstond, maar omdat hij, zoals het de journaille betaamt, op voorhand natuurlijk zijn onderwerp tot op het bot  had uitgepluisd. In ieder geval, ons Moe had er niets beter op gevonden om een rist clochards van de straatstenen te plukken, een luizenloontje te beloven en op de bühne te keilen. Eindelijk wat duiding. Dank u Lieven!

    Het canaille dat naast ons Moe gezeten was, kwam recht uit een van de meest stinkende goten die Brussel rijk was. Verser kon je ze niet krijgen, verzekerde de regisseuse ons. Om de dreutel nog meer uit te wringen – kleinhouden dat schoelje, ze moeten hun plaats kennen -, wees ze hem nogmaals op het feit dat hij slechts tweedekeus was, wat hij angstig bevestigde. Later, na het programma, zou ze hem nog een blikje Zwan-worsten voeren. Omdat hij zo braaf geweest was. Maar eerst nog wat lallen over zijn hondenleven alvorens de foerage. En over hoe madame Decleir hem terug op de maatschappelijke ladder plaatste, hem als het ware terug cultureel rein liet worden. ’t Was een schoon moment en ook bij de vragenstellers merkte ik een lichte emotionaliteit op de wezens verschijnen. ’t Programma was nu al geslaagd…

     ’t Was gelijk een avondje parvenu-verzamelen. Christophe Deborsu, een A-journalist van de overkant van de Reyerslaan die door de VRT te pas en te onpas wordt ingeschakeld om de gemeenschapszin tussen Walen en Vlamingen te bevorderen, kwam ons alweer vervelen met zijn oeverloos communautair geleuter en zijn meewarige, loze blik, waar ‘sla mij niet, ik kan er ook niets aan doen’ staat in te lezen. Als de Walen iets mispeuteren smijten ze De Borsu op het Vlaamse scherm om de gemoederen te bedaren. Een beetje dwaas in het ijle kijken, enkele domme grapjes maken en den Vlaamse boer is alras gesust. Die Walen lachen hun knuisten vol, ik zweer het u…

    Allez Borsu, waarover gaat het deze keer? Waar ga je ons nu mee lastig vallen, jij wolf in schaapsvacht? ’t Ging over een debat op den RTBF – overigens bijgewoond door emeritus Torfs hemzelve! -, zijn teerbeminde zender. De club van den Antwaarp (RAFC) zou met een iets té grote regelmaat slogans à la ‘Les Wallons sont du kakka’ scanderen. Dat werd dan weer niet fijntjes bevonden door de tweedeklasser Vierton en deswege hadden enkele vlugge jongens aldaar – tijdens de match tegen RAFC - een spandoek in de spionkop opgehangen met het opschrift: ‘RTBF's top 3: - Hitler, - Stalin, -RAFC. Weer niet goed. Antwaarp boosjes. Stante pede afstraffen met: “Walen buiten!!” Valt ge nog niet in slaap? Wacht, het beste moet nog komen! Rudy Ryckewaert, een soort verantwoordelijke voor de beelden van RAFC en voor de gelegenheid gewoon tussen het publiek gejengeld, kwam met rijzende indexvinger beweren dat de RTBF met de montage van het geluid had gefoefeld. Even wat duiding: op de beelden is te zien dat de spelers van Antwerp lustig een dansje uitvoeren op het ritme van het ondertussen rotpopu deuntje ‘Walen buiten!!’ Echter, schijn bedriegt. Het audiogedeelte werd gewoon enkele seconden verschoven, zodat de spelers lijken te dansen op dat verachtelijk gescandeer. Meteen stiekem hoongelach. Kom, kom, Rudy, overdrijft ge nu niet een beetje? Onze vrienden van de overkant van de taalgrens zouden zoiets toch nóóit doen? Rudy bleef rustig, temeer omdat hij over origineel beeldmateriaal beschikte waarop zijn gelijk bewezen kon worden. Daarenboven – bewijs 2 – is het de traditie dat de spelers na de overwinning – Rudy besefte zelf ook dat deze verdomd schaars waren – altijd op hetzelfde wijsje dansen, en dat was niet ‘Walen buiten!!’. Voila, de muiltjes waren gevuld en zelfs Deborsu gaf het stomweg toe. Fouten toegeven en er beter uitkomen had hij recent van Obama geleerd, maar het Vlaamse publiek begon te morren. De VRT zal een andere Messias moeten zoeken en Deborsu moet geweldig op zijn tellen letten dat ze hem op het veld van ARFC niet lynchen. Reto-Rik zat er trouwens maar beteuterd en opvallend zwijgzaam bij tijdens het sluitstuk van deze beklijvende thriller. Hij had het anders aangepakt…

    03-03-2009, 00:00 Geschreven door Pieter Van Cauwenbergh  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    02-03-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Chef in nood (afl. 3, reeks 2)

    Als ik u zeg: de baan tussen Deinze en Gent, aan wat denkt ge dan? Inderdaad, garages van luxebolides als Porsche, Ferrari en Maserati. Maar ik bedoelde eigenlijk als ge Latem voorbij zijt. Vanaf Westrem is ’t al zichtbaar. Juist, hoererij! Welig woekerend, door iedereen scheef bekeken en gestigmatiseerd. Verderfelijk gevonden, maar bij gelegenheid in hoge mate bezocht door diezelfde Porsche-, Ferrari –en Maserati-adepten, hokkend in het poepchique Latem. Geliefd ook, door progressief linksdenkenden en intellectuelen die er gaarne mee dwepen in zogeheten literatuur of verfoeien in A-journalistiek. Of zelfs op pellicule! Denk maar aan het lichtvoetige schouwspel ‘Steve + Sky’. Voorwaar, een schoon bewijs dat het kleinste kind een lowbudget-prent kan draaien waar de masse pap van lust. Kortom, met de lichte zeden altijd succes en dat wisten ze bij vtm maar al te goed toen ze Bellings naar ‘Bambi’ stuurden.

    Het geluk van de chef kon haast niet op toen hij zijn zware Range in de plavuizen van de parking vastploegde. Het plakkaat waarop ‘Bambi’ geheel suggestief stond afgebeeld en de blauwe neonverlichting rond het dakgebinte, deden hem vermoeden dat er een schone tijd aankwam. Ook de rit erheen - via de Kortrijkse Steenweg vanaf de afrit Westrem – stond bol van de verleidingen. ’t Kokje keek de ogen uit de kassen en ware het niet dat een attente cameraman hem op een nakende staartaanrijding alludeerde, hij kon een deel van zijn vette pree terug afstaan. Maar er moest gewerkt worden. Vtm zou hem niet voor niets op zijn 55ste – nog een schamele zeven jaar, Luc! - laten rentenieren…

    Teleurstelling alom wanneer hij de keet binnenschreed. Niet zozeer waren het de sleetse inrichting, de reftergeur en de schreeuwerige draperieën die zijn tenen deden krullen, veeleer was het de voor hem staande ‘Brady Bunch’, welke zijn afgrijzen prikkelde. De redactie van ‘Chef in nood’ besliste wijselijk om het prehistorische gezelschap niet in te lichten over het huidige jaartal waarin zij existeerden. De klap zouden ze niet overleefd hebben. Toch even voorstellen: vader Bambi, een schuchtere jongen met Droopy-allures, ge zou hem een euro geven. Haalde prompt en geheel onderhoudend het verhaal van de ontstaansgeschiedenis van zijn geliefde ‘Bambi’ boven: “Er was eens iemand die honger had. Ik heb hem een schotel gemaakt. Die werd lekker bevonden. Ik zei tegen mijn vrouw: ‘Waarom beginnen we geen restaurant?’ Zij zei: ‘Welja, dat lijkt me een puik idee, zeker nu die schotel lekker werd bevonden.’ En van ’t een kwam ’t ander, hé mijnheer Bellings…” De grijns op zijn bakkes en de vlotheid waarmee hij zijn betoog hield,  wekten bij mij de indruk dat het niet zijn eerste vertelling was. Tegelijk, ’t was alsof ie zich op voorhand al wilde verontschuldigen voor de soep die hij er van gemaakt heeft. En plus, de pauper had enkele jaren geleden een trombose moeten doorgaan, waardoor zijn rechterhand volledig verlamd was. Intriest! De zoon - Andy Bambi! - daarentegen, een nerdy bonenstaak met ADHD en veels te veel noten op zijn zang, had zijn ouders er al talloze keren op gewezen dat het interieur op niets trok. Om dat deficit min of meer de compenseren had ie met zijn vriendin – een wreed schoon kind -  hier en daar wat luister aangebracht. Bellings vond dat al een verrassend goed begin en vroeg meteen of hij die ‘verbeteringen’ eens zou mogen zien. Trotsvol en met een rotenthousiasme trokken ze de chef aan zijn mouw mede naar de gelagzaal, alwaar een stuk of wat houten boschampignons op de tafeltjes prijkten. Bellings zag de bui hangen. Zelden iemand zo wanhopig in het ijle zien staren.

    Voor nog geen tien euro krijg je ten huize Bambi een hoop verlepte aardappelen, een plak spinazie die wel vers lijkt uitgekakt door een overjaarse vaars en twee verkoolde diepvriesworsten. Nadat Bellings bij de regisseur even het licht opstak of zijn verzekering een eventuele voedselvergiftiging coverde, schoof hij zijn benen onder tafel en bestelde meteen een cocktail van scampi’s. Moeder Bambi, een sloor waarvan ge geen verkeerd woord over kunt zeggen, presenteerde de zeevruchten met een geforceerde politesse en ramde – om het geheel wat op te fleuren – op het laatste nippertje nog zo’n parasolachtig ornament, dat ge meestal op kinderijsjes terugvindt, door de oranje brij. Bellings werd niet goed. Niet alleen moest hij de zich redundant omringde kitsch à la heiligenbeeldjes, plastieken planten en houten boschampignons trotseren, maar nu ook nog dit culinair misbaksel.

    Toen de garnalen eindelijk verteerd waren, vond Bellings het welletjes geweest. Een grondige restyling en wel pronto! Eric, een soortement zelfverklaarde binnenhuisaankleder die er, met zijn occasiebril uit het tijdperk van Martens 1 en voddenpak, precies uitziet als de som van Arno Hintjens en Jan De Corte in het kwadraat, werd ingeschakeld als reddende engel. Eerst zou hij eens zeggen wat voor verbetering vatbaar was. Dat was zowat alles eigenlijk. Dat die stoelen nochtans van een goede kwaliteit  waren, probeerde het moedertje nog. Dat ze ook goed zullen branden, was zijn antwoord. Afijn, met Eric in de strijd kon Bellings zich nu gaan concentreren op de rest.

    Na het verdelen van de taken, het kiezen van nieuwe outfits, het bepalen en fine-tunen van de gerechten, het bijschaven van de bediening,… - de lijst was eindeloos -, werden de oudjes voor enkele dagen naar het populaire relaxoord Sun Parks gestuurd. Van de frisse zeelucht aldaar gaat een mens zijn duivels uitdrijven. Vijftig jaar gewrocht en geploeterd in dat stinkhol, klonk het in koor. Zonder ooit één dag congé te nemen! Waar de tijd was, vroeg moeder zich af. De kloris vroeg het zich ook af, maar kon zich door de medische tegenvaller niets meer herinneren dat verder reikte dan vijf jaar. Hij zou het beslist rustiger aan moeten doen. Hij knikte meewarig van ja, maar zag zich in gedachten nog harder travakken dan ooit tevoren in die ‘Bambi nouveau’. Ze hadden hem serieus bij zijn pietje, zoveel was zeker…

    Pa en ma schrokken zich de pleuris toen ze hun eens zo vertrouwde omgeving gadesloegen. Dat dit niet meer de ‘Bambi’ van weleer was, prevelde de oude. Dat hij groot gelijk had, antwoordde Bellings. De chefkok was zo vrij geweest een reclamebureau onder de arm te nemen en een nieuwe huisstijl in te voeren. De nieuwe naam luidde: ‘Huis Van Loo’ en het logo was een boom. Het werd collectief gesmaakt. “Nu staan we voor kwaliteit en degelijkheid!”, stotterde Andy overgelukkig. Dat valt nog te bezien, want een Bambi verliest zijn streken niet zo gauw, me dunkt. Maar alla, alles zag er piekfijn uit en iedereen stond er gezwind te wezen. Hout vasthouden dat vader Van Loo het nog enkele jaren uithoudt…

    Na de shots van intens familiegeluk – bij Andy sloegen de stoppen door: hij plantte nog een boom in de tuin en vroeg zijn vriendin ten huwelijk -, waande ik mij plots in ‘Willy’s en Marjetten’. Okidokipianissimoki! Van het regionale radiozenderke ‘Radio Tequila’ mochten ze enkele minuten zendtijd in bruikleen nemen om hun nieuwe zaak te promoten. Op voorwaarde dat de patron en de crew er bij de opening hun buik mochten komen voltampen. Daar was natuurlijk geen bezwaar tegen. Om het geheel een beetje in te kaderen – gratuit zaken weggeven is in zo’n boerengemeenschap namelijk taboe - hadden ze er niets beter op gevonden dan op het brede luisterpubliek dat Deinze rijk was een vraag los te laten. Een echte hersenpijniger overigens; hoe de nieuwe naam van ‘Huis Van Loo’ – oeps, een lapsus van de presentator! – luidde? Die bewuste weggever zou het presentatorke zuur opbreken. Het antwoord was steevast: “Bambi!” Allez, dan maar een klassieker uit de kast halen: “Nicole, belt gij ne keer!! ’t Antwoord is ‘Huis Van Loo’!! Nee, niet Verloo!, VAN… LOO!!!”. Miaowkes!

    De opening was een echt succes, maar Bellings – de eeuwige lastpak – wilde natuurlijk gaarne weten of ‘HuisVan Loo’ niet terug in de oude gewoontes zou hervallen. Daarom kwam hij een tijdje later onverwachts eens piepen. ’t Zag er op het eerste zicht goed, ware het niet dat Andy fuckin’ Bambi er niets beter op gevonden had om tijdens een coup de feu’ke zijn roes uit te slapen. Vader moest zich van moeder rustig houden, maar hoe laconiek hij uiterlijk ook scheen te zijn, vanbinnen sluimerde een tweede trombose. Ook Andy’s vrouw in spe kon er niet mee lachen en dreigde op de mailbox van zijn mobieltje met een eventuele scheiding, nog voor de eigenlijke trouwerij. Het duurde geen twee minuten of het joch stond er, de strik scheef, slapers in de ogen, een beetje doelloos rondsuffend. Bij Bellings zou het geen waar geweest zijn. Moest het de zijne zijn, hij zou nog eens een wafel gekregen hebben!! Jawaddedadde…

    02-03-2009, 12:53 Geschreven door Pieter Van Cauwenbergh  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 2/5 - (6 Stemmen)
    01-03-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Van vlees en bloed

    ‘Zijn vrouw speelt in Louislouise!’, kopt een Dag Allemaal. Eindigend met een uitroepingsteken! Dat een klassenbak als Herwig Ilegems moet samenhokken met een laag-bij-de-grondse derderangsactrice als Elke Dom, is ongehoord. Stel je voor, Herwig – u allen beter bekend als de aan salami verslaafde hansworst Herman – werkt godverdomme voor de VRT! Den VRT!! Nee? Komt het nog niet? Allez, even alles traagzaam overlopen dan. Het principe is eenvoudig, Elke Dom speelt in Louislouise de promiscue naaipoes Claudia, die naar believen en geheel ongeacht enige mores  haar doos openspert voor elke haan die verder pist dan de vorige. En deze flitsende teeveenovelle - nu komt het - speelt op de vtm! Den VTM zeg ik u!! Du jamais vu is dit en ware het niet van dat uitroepingsteken, ik was er met de ogen toe ingetuimeld. Bedankt komma Dag Allemaal uitroepingsteken.

    Een rasacteur herkent men in het gewone, dagdagelijkse – Aardse – bestaan nauwelijks. Ik weet het, teevee doet een mens dikker lijken en die opsmuk maakt het er ook niet beter op. Maar toch is er blijkbaar een ongeschreven regel die de laatste tijd bonton is onder het kruim van prota- en antagonisten. Namelijk en ik citeer uit ‘De Heilige Schrift der Bühnespelers’, uitgave 2008, De Gilde van Vlaamse Podiumkunsten: “Om de onwetenden (lees: de kijker) met verstomming te slaan en uw personages extra in de verf te zetten, dient ge in het materiële bestaan (lees: dagdagelijkse leven) uw uiterlijk – klederdracht, maquillage en haartooi - omgekeerd evenredig aan te passen aan dat van uw personage.” Het moet gezegd, Herwig en Elke spelen hun rol voortreffelijk in beide levens, wel in die mate dat begrippen als rol, personage, inleving,… als het ware vaag en nietsbetekenend dreigen te worden. Herman lijkt in VVB wel weggelopen uit de jaren 80, maar speelt als Herwig een contemporaine veertiger met een kanjer van een midlifecrisis – pluimen strak achteruit gecementeerd, een ruige Woestijnvis-baard van enkele dagen oud en een gitzwarte plunje met dito laarsjes (zie foto Dag Allemaal). Elke, daarentegen, speelt in het gewone leven een uit de jaren 80 weggelopen sloor die zich plichtsbewust en 24/7  met de koters, het kokement en den opkuis occupeert. De emancipatie van de vrouw lijkt wel een begrip dat volledig aan haar is voorbijgegaan. Haar alter ego Claudia aan de ander kant heeft het begrip emancipatie al drie keer verteerd en reeds vijf keer uitgescheten. Het is alsof ze uit het jaar 2015 komt, in volle periode van de emancipatie van de man, in gang gezet door de progressieve denker Herwig Ilegems en onvoorwaardelijk geruggensteund door de links-liberale huizen Woestijnvos – de naam is ondertussen veranderd en verwijst terug naar de proto-idee – en BRTéén – ook hier een naamswijziging: de verwijzing naar nostalgische tijden en het saamhorigheidsgevoel. Dat deze regel echt wel een maatstaf is voor kwaliteitsacteurs wordt overigens glashelder gestaafd door de zus van Herwig, Bieke. Het pronte wicht dat in ons collectief geheugen als Babette staat gegrift, speelt te allen tijde haar frivole zelve en weigert pertinent elke aanbieding voor een rol waarmee ze zich zou kunnen opwaarderen. Een schande voor het geslacht Ilegems, vindt Herwig en deswege voelt hij er maar weinig voor dat zijn eega op de set van Louislouise de loge met Bieke moet delen.

    Aangezien Bieke Ilegems niet meespeelt in VVB, moeten we concluderen dat het hier een kwaliteitsserie betreft. Ik volg hier gewoon de stringente logica van ‘DHSdB’ hoor, dus schiet niet op de pianist! Trouwens, Van Dyck, de bezieler van ’t spel, vindt het ook. Inmiddels heeft ie de kolder in de kop – een syndroom waar heel wat beeldbuisfetisjisten die té prompt gehypet worden doormoeten – en waant zichzelf kunstenaar met de grote K. Zo schoot hij bijvoorbeeld onlangs uit zijn sloffen toen zijn teerbeminde epos in de laatste aflevering bevlekt werd door een vroegtijdige aankondiging van het volgende programma, met name De Laatste Show. Pal over de snuit van ons Moe. Het besje was nog niet koud of ze moest al als billboard fungeren. Geen respect, die mannen van den VRT! Bij Woestijnvis - alle baarden hadden zich voor die gelegenheid scoutsgewijs rond een scherm geschaard - was het kot te klein. Van Dyck sloeg de hele keet in gruzelementen, waarna hij volledig in de lorum richting de Kempische bossen vloog om er tussen het lover een potje te gaan janken. De volgende dag stonden de media bol van het incident: ‘Eén verkloot laatste aflevering van Van vlees en bloed!’. Eindigend met een uitroepingsteken zowaar! Vlaanderen op zijn kop, ik verbouwereerd. Dat ons Moe niet lag te dutten, maar doodleuk de pijp aan Maarten had gegeven sloeg mij – no shit! - met verstomming. Ik zweer het u, zelden een dooien zo fris zien ogen als in dat laatste shot van de allerlaatste aflevering van reeks 1 van Van vlees en bloed. Zelfs Frieda Van Wijck zag er – luttele minuten nadien - doder uit dan ons Moe…

    Dat TVD een rasacteur is staat buiten kijf. Waarom? Omdat hij zich buiten zijn uren zo verrekt heerlijk als een ‘normalen’ kan gedragen. ’t Is om misselijk van te worden, want een mens is gewend om godganse dagen op die pathetische clowntronie te kijken en dan plots.. een vlotte, hippe kerel die fijntjes articulerend zijn zegje placeert. Maar kom, dit is volledig adequaat de regels van De Schrift. Een ander typisch voorbeeld - weliswaar niet opgenomen in De Schrift - van hoe zich het kaf van het koren scheidt in Schauspielerland, is het kunnen afstand doen van de partner als zijnde seksueel bezit. Sterker nog, beschouw hem of haar veeleer als een seksueel gemeengoed waar vrienden, kennissen en zelfs collega-acteurs naar believen mogen van proeven en hun lusten op botvieren. Ook hier scoort Van Dyck bijzonder goed. Toen er een actrice van doen was voor de rol van de boshoer, bood VD zonder blikken of blozen de zijne aan. Lucas, zijn beste vriend en overigens volbloed slagerskind, had er eerst zijn twijfels bij - hij moest bij de Van Dycks nog over de vloer kunnen komen – en trachtte Tom diets te maken dat zo’n casting maar peanuts was. Horden (media)geile dertigers zouden de revue passeren en ze hoefden de beste (lees: knapste) er maar uit te pikken. VD nam zijn bezorgde vriend even apart en wees hem op de gratis reklam die dit fait divers met zich zou meebrengen: “Zie je het al voor je Lucas, jij met mijn vrouw rampetampend in een bos, bengelend aan een tak… Vlaanderen barst uit zijn voegen, man! Dit wordt de hit van het afgelopen decennium!” En kijk, nauwelijks een etmaal na de feiten was het al van dattum.

    Kempisch is hot! Pak doorsnee Limburgs, plak voor elk woord dat begint met een klinker een ‘h’, ratel tenslotte  je zinnen hikkend af en ge spreekt vloeiend Kempisch. Dat alle schone wijven van aldaar afkomstig zijn is zonneklaar: Ann Van Elsen, Bieke Ilegems, Tania Dexters en ga zo maar door. Dat alle knappe mannen van aldaar afkomstig zijn is ook zonneklaar: Tom Van Dyck, Herwig Ilegems, Hugo Matthysen, … Enfin, in ieder geval, als ge tegenwoordig ergens wil geraken in medialand moet ge Kempisch bloed hebben of op zijn minst er woonachtig zijn. De jaren 80 en zowat alles wat daarvoor kwam, waren gestigmatiseerd door het Antwaarps. Daarna deed het Gents zijn intrede. Woorden als trendy, hip en progressief werden in een adem vernoemd met Gent en o wee diegenen die er woonachtig waren en NIET voor den Spa stemden!! Even leek het er op dat Brussel het zou overnemen, maar door de vreemde situatie ginder is het er nooit echt van gekomen – mossel noch vis, weet je wel… En nu is het de Kempen boven. Er zit daar precies iets in het water hoor ik Luc Janssen tegen Hugo Matthysen – beiden rasechte Kempenaars – nog zeggen in een vervlogen Lux XL. Dat bevestigde het filosoofje gaarne en ware het niet van de aanwezigheid van camera’s, ze hadden malkander een tong gedraaid. Na het Kempisch is het Limburgs aan de beurt, maar dat is pas voor binnen enkele jaren. Laat die bospoepers eerst nog maar een beetje hun vele triomfen genieten. Wat er daarna komt weet ik niet, maar ik hoop dat tegen dan de West-Vlaamse dialecten op de lijst van werelderfgoed van UNESCO zullen staan, anders ziet het er bekaaid uit voor ons boeren uit de Vlaanders.

    Dat het kersvers schrijversduo potten wilde breken, stond buiten kijf. Een zo breed mogelijk publiek aanspreken, zonder daarbij aan kwaliteit in te boeten, was het devies. De masse zouden ze makkelijk kunnen paaien met lichtvoetige conceptjes als ‘den bospoeper’, ‘de boshoer’, ‘de Joepie’ en tenslotte de quote: “De emmer der vernederingen zit vol”. Nu nog de pseudo-intelligentsia. Op een avond, na een vlammende brainstormsessie in het kneuterige werkkamertje – werkloft - van De Pauw zijn riante herenhuis te Lier , stelde de teeveeknar voor om er een metafoor in te smijten. Succes verzekerd bij dat belezen schuim, assureerde hij. DP met zijn fenomenale kennis van de filmmuziek kwam al snel met het  idee op de proppen om in de begingeneriek gehakt, biefstukken en vogels zonder kop te laten geworden op de strakke tonen van een zwaar op de hand liggende tango. Door de beelden sterk te vertragen zou de kijker de indruk krijgen dat de hompen vlees zich tangoënd een weg door de molen wurmen, de hakbijl trotseren of onder de pletwals terecht komen. Ofte, de ondraaglijke zwaarte van een slagersbestaan. Ziedaar uw metafoor, meneertje Van Dyck. Gratis en voor niets door den ouwen uit zijn mouw geschud. Nog geen twee minuten had ie er voor nodig. Zuig daar maar eens een puntje aan.  

    Dus ze hadden een concept voor een pegel van een doelgroep, de context – slagersbestaan – was keiorigineel, de acteurs waren ook geen probleem, alleen het scenario nog. “We maken er een sterk verhaal van”, stelde De Vlieger voor. Nee, dat was te achterhaald, te triviaal, vond Van Dyck. Na wat heen en weer gepalaver beslisten ze om een nieuwe brainstormsessie te houden, maar De Pauw wilde zijn loft niet meer ter beschikking stellen. Ze moesten het nu maar op eigen houtje proberen, trouwens, zijn tijd was kostbaar en zijn portemonnee werd ook niet dikker van dat geouwehoer. Dan maar terug naar de ouwe getrouwe Kempische bossen. Onder de boom waar Lucas met de vrouw van Tom zou vossen, zaten ze urenlang saffen te smoren en gin te boemelen. Bij het krieken van de dag schreeuwde VD: “Eureka!!” en stootte in zijn enthousiasme de fles om. De kostbare nectar zeikte met sloten uit de fles en drenkte zo snel als kijken in het zachte mos. Michiel deed nog een poging om het kostbare goedje op te lebberen, maar het was tevergeefs. Tom riep zijn teleurgestelde vriend tot de orde en beloofde hem een nieuwe fles als hij zijn aandacht er even wilde bijhouden. Dat beloofde hij. Of hij vertrouwd was met het tragikomische genre? Ja, natuurlijk, ‘In de gloria’, ‘Nefast voor de feestvreugde’ en ga zo maar door. Genante situaties die soms tot een lach, soms tot een traan leiden met een bijwijle flinterdunne grens, ja, dat kende hij zeer goed. Wel, in die trant zou het geschieden. Een soort ‘In de gloria’ dan? Zoiets, maar dan met een heus plot! Hij begon het te begrijpen. Die tweede fles had ie nu wel verdiend…

    De groenige beelden zijn de kers op de taart. Verwijzend naar de bossen, contrasterend met het rood, bloedend vlees enerzijds, anderzijds een sfeertje van ‘weest op uw hoede’ creërend. ’t Is allemaal goed doordacht, een beetje té als je het mij vraagt. Woestijnvis wist verdomd goed op voorhand dat ze – alweer - een hit te pakken hadden en als ze zo doorgaan komen ze beslist in de geschiedenisboeken. ’t Is nog een kwestie van enkele jaren voor ‘The Woestijnvis-story’ uitkomt, volledig in de lijn van het ondertussen megalomane geworden Pixar. Ik zie Van Den Houte al staan preken in een hal waar je 150 tientonners en een Airbus A-380 kan in parkeren – een fluit champoepel losjes in de hand - : “Vrienden, we hebben het target dees jaar met 3000% overschreden, wat de totale nettowinst op… (haalt zijn calculatortje erbij, maar komt tot de vaststelling dat de uitkomst niet op het scherm kan), enfin, ’t is héél veel en daarom krijgt ge allemaal een extra bic met het Woestijnvislogo!” Groot jolijt…  

    01-03-2009, 00:00 Geschreven door Pieter Van Cauwenbergh  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    28-02-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De pappenheimers

    ‘t Komt uit het Duits en ge moogt het gerust ook in het Nederlands gebruiken. Nee, geen probleem, ’t staat in Van Dale. Het is een correct Nederlandstalig woord, à la sowieso, überhaupt, deswege, salonfähig enzovoorts. ’t Heeft cachet hoor. Verwerk het maar eens in een e-mail of zo, ge zult er succes mee oogsten! Of in de titel van uw spelprogramma…

    Lenaerts moest zijn fetisj per se verzilverd zien. Bij Woestijnvis hadden ze gezegd dat het voor de titel en sporadisch een categorie OK was, maar de volledige show…? Het brilleke met zijn fors kakement begon alras te janken en zwoer dat ie zijn c4 eerstdaags op het massief gouden bureaublad van Van Den Houte zou deponeren als zijn eisen niet ingewilligd zouden worden. Een schrijlingse veeg van zijn kalfslederen handschoen zou de zaak moeten beslechten: een duel, inzet: de job van Bakkes of de aandelen van vleesklak, wapens: woorden, doel: om ter meest Germanismen naar malkanders kop beieren binnen een tijdslimiet van twee minuten. Lenaerts dacht dat het op voorhand een uitgemaakte zaak was en zag zich al staan presenteren in het Duits op de VRT: “Wilkommen, meine Damen und Herrn…” Maar ’t was buiten de waard gerekend. Wouter was namelijk bilengue, maar dan zweisprachig. Dat moest van wijlen zijn pa, een overtuigd fascist die de romantiek en nostalgie van het Derde Rijk een warm hart toedroeg. Naast het klassieke vocabulaire van de Nazi’s, leerde hij zijn zoon ook om nooit te glimlachen. In den beginne was dit moeilijk voor zo’n kind dat vol Lebensfreude zat, maar de vele Betamax-cassettes over de Führer verzuurden zijn gelaat in geen tijd. Kinnemans moest uiteindelijk de duimen leggen, maar ’t was op het randje. Het woord ‘Endlösung’ deed hem de das om. De titel en in elke aflevering een stuk of wat categorieën, punt. 88!

    Pappenheimer is een loos begrip dat volgens mij etymologisch kan worden afgeleid van Papperlapapp; Duits voor onzin. Het betekent: zijn luitjes kennen, althans, wanneer je zegt: “Zijn pappenheimers kennen” Het is zoveel als zeggen: “tralalalaaaa, pipiedoos en kakascheet!”, want wie men genegen is, kent men a priori vrij goed tot uitstekend. Vandaar dus: Papperlapapp! Maar kom, de mensen hebben dat gaarne en het bekt zo lekker. En plus, tachtig procent van het een-publiek kent het woord niet en zal als de duivel een woordenboek ter hand nemen om de betekenis op te zoeken. Eerst een Duits, om dan te moeten constateren dat het in een Nederlands staat, om uiteindelijk te leren dat het van het Duits afkomstig is. Daarmee zullen ze nogal eens kunnen uitpakken op het werk, in de kroeg of andere plaatsen waar het noodzakelijk is zich te profileren en dientengevolge over vage, nietsbetekenende begrippen à la pappenheimers te zaniken. Kijk zie, meteen de educatieve- én sociale waarde van het showtje. Dat heeft de VRT gaarne.

    Vroeger was alles wat naar Duits rook taboe. Zo pleegde ik heiligschennis toen ik dat vak op de middelbare school verkoos boven het veel hippere Spaans. Duitse woorden die toevallig eens over de lippen rolden werden meteen weggehoond en naar de diepste krochten van de hel verwenst. Hip was het evenmin. De taal was als een distel die men door  het slakkenhuis van je gehoor trachtte te douwen, de cultuur boers, weinig verfijnd, oubollig en bezat nog steeds autoritaire en militaristische trekjes. Kortom, Duits was in onze contreien de allerlaatste taal op Aarde die men wenste te spreken. En kijk zie, de laatste jaren een heuse opmars. Dezelfde moraalridders en trendy links-denkenden van weleer dwepen warempel met het Pruisische erfgoed – schroomloos -, als betrof het een clochard die men prompt in huis neemt na het zien van het showtje van Bakkes. Dankt u Herr Lenaerts, redder des vaderlands! Een standbeeld ware toepasselijk, met het onderschrift: ‘Hij leerde zijn volk - ruim een halve eeuw na de invasie van de moffen -  den Duits terug appreciëren.”

    “Wat als de mensen het in het snotje krijgen?”, vroeg Bakkes zich af. “Speel dan of ge er zelf niets van kent”, antwoordde VDH. Hoe dat moest? Awel, ge spreekt het woord of de zin verhakkelt uit, als betrof het een Nederlander die Frans poogt te spreken. De voorbeelden ‘jus d’orange’ en ‘marechaussee’ werden hem medegegeven. Ja, dat vond het presentateurke goe en de eerlijkheid gebiedt me te zegen dat hij het er ook vrij goed van af brengt. Althans, voor het ongeoefende oor. Want met die schijnheilige, pseudobeschijdendoenerij  moet hij bij mij niet afkomen. Als ge uw woorden verhakkelt, doe het dan consequent, niet het ene wel, het andere niet. ’t Is zoals zeggen: “Sjus” en dan orange perfect – brouwend - articuleren. Zo doorzichtig, jakkes Bakkes…

    Omdat ze bij Woestijnvis geen kaas hebben gegeten van spontaniteit, zijn ze zich beginnen specialiseren in wat men in het vakjargon ‘enscenering’ placht te noemen. Met succes overigens, want faut le dire, de prefab-mopjes van Bakkes slaan aan bij het grote publiek. Oppassen als hij aan een van de BV-panelleden een vraag stelt, negen op de tien is ’t op voorhand gebakken stront. ’t Antwoord komt er dan zo lekker spontaan uit, maar schijn bedriegt; die loense mediaknechten zijn voorwaar getraind in het geven van zulks lekkers. Ook hier geldt de regel: (de meeste) mensen hebben dat gaarne.

    Op vrijdagavond moet ge Bakkes niet lastigvallen. Dan worden de lichten gedimd, de koters naar bed geflikkerd en vrouwlief – stampgewijs – buiten gebonjourd, behept met de Golden Visa van heur man. ’t Zeteltje, de sloefkes, ’t stoveke en niet in het minst de lederhozen – hupla 1 – rond de genitaliën gekneld. Eerst: ‘Das Quiz’ met Jörg Pilawa om het smoelwerk van de afgeborstelde collega-presentator uit het post-Appermonttijdperk te bestuderen. Of: hoe hang ik den sympathieken uit voor een zo breed mogelijk publiek? Dan: ‘Typisch Kölsch’, een carnavalprogramma waar de ene polonaise de andere naadloos opvolgt, met de prachtigste decors die de grandeur van het eens zo machtige Pruisische rijk etaleren. Én, cancan-Mädchen, schier baretiets met struisvogelveren in de kont! Ik weet het, het is suggestief en freudiaans, maar een donkerbruin vermoeden zegt mij dat die lederhozen elke vrijdagavond druipend van Lebensfreude in de wasmand worden gekieperd.

     Maar de echte populariteit van ’t showtje zit hem in de fijne selectie van Vlaanderens beste vleeswaren. Nee, ’t gaat nu niet over dat ander Woestijnvis-misbaksel waarvan men afgelopen donderdag gelukkig de laatste aflevering uitbraakte. Ik heb over de luitjes zelf, de pappenheimers dus. De premisse is hier even simpel als duidelijk: om je pappenheimers te kennen heb je knappe koppen nodig. Dit impliceert noodzakelijkerwijs dat knappe koppen hun pappenheimers beter kennen dan die domme boeren die vroeger onze beeldbuizen ontsierden. Denk maar eens aan ‘De Drie Wijzen’! Wie wil dàt laag-bij-de-grondse schorriemorrie überhaupt – hupla 2! –nog? Niemand – driewerf  hupla!! Van Eeghem liet ze zelfs niet uitspreken en zat er helemaal niet om verlegen om ze bij gelegenheid schamper en met dedain uit te lachen. Nadien bedolf hij de verliezer met literatuur uit De Fnack die hij zogezegd zelf had opgehaald. Dat die deelnemers géén pappenheimers van Kurt waren, weze duidelijk. Anders had hij ze wel getrakteerd op een abonnementje Dag Allemaal. Maar niet met Bakkes! O nee! Hij moet met zijn uitverkorenen naar het zuiden van Frankrijk kunnen (lees: willen) rijden. Dat is volgens hem het enige criterium om te mogen deelnemen aan het programma. Zijn voorstel om louter kandidaten met blond haar en blauwe ogen te aanvaarden werd door Wouter ook van tafel geveegd – pappa VDH keerde zich om in zijn graf. Niet dat het geen goed idee bevonden werd, alleen, de mensen zouden dat niet zo gaarne hebben, was zijn antwoord. Enfin, naast een hoofdcriterium zijn er – stilzwijgend – ook nevencriteria van toepassing voor ’t deelnemen aan ‘t showtje. Niemand die het weet, maar uit welingelichte bron vernam ik dat: knap, hip, trendy, Jörg Pilawa-sympatiek, gediplomeerd en spontaan eveneens tot de selectievoorwaarden behoren. Maar, sht, hou het stil hé…

    Bakkes, bewijs Vlaanderen een dienst: verkoop je aandelen en trek met al je Papperlapapp-kandidaten voor eeuwig naar het zuiden van Frankrijk en richt er een pappenheimer-gemeenschap op die louter uit aaibare, super-intelligente, knappe mensen bestaat. Laat ze met elkaar van bil gaan, maar let wel op voor eventuele indringers, parvenu’s als het ware, die het zuivere bloed zouden kunnen corrumperen. Baat voor mijn part desnoods een Bierstube uit ergens in Beieren, het kan me niet schelen, als je maar verdwijnt van mijn dierbare beeldbuis, alwaar vroeger De collega’s en consorten welig en volgaarne op tierden. Mit vorzüglicher Hochachtung!

    28-02-2009, 00:00 Geschreven door Pieter Van Cauwenbergh  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (5 Stemmen)
    Archief per week
  • 16/03-22/03 2009
  • 09/03-15/03 2009
  • 02/03-08/03 2009
  • 23/02-01/03 2009

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !


    Categorieën


    Willekeurig Bloggen.be Blogs
    hooikoortsinfo
    www.bloggen.be/hooikoo
    Zoeken met Google



    forum

    Druk op onderstaande knop om te reageren in mijn forum



    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs