Een kritische, eigenzinnige kijk op recente mediaperikelen
01-03-2009
Van vlees en bloed
Zijn vrouw speelt in Louislouise!, kopt een Dag Allemaal. Eindigend met een uitroepingsteken! Dat een klassenbak als Herwig Ilegems moet samenhokken met een laag-bij-de-grondse derderangsactrice als Elke Dom, is ongehoord. Stel je voor, Herwig u allen beter bekend als de aan salami verslaafde hansworst Herman werkt godverdomme voor de VRT! Den VRT!! Nee? Komt het nog niet? Allez, even alles traagzaam overlopen dan. Het principe is eenvoudig, Elke Dom speelt in Louislouise de promiscue naaipoes Claudia, die naar believen en geheel ongeacht enige moreshaar doos openspert voor elke haan die verder pist dan de vorige. En deze flitsende teeveenovelle - nu komt het - speelt op de vtm! Den VTM zeg ik u!! Du jamais vu is dit en ware het niet van dat uitroepingsteken, ik was er met de ogen toe ingetuimeld. Bedankt komma Dag Allemaal uitroepingsteken.
Een rasacteur herkent men in het gewone, dagdagelijkse Aardse bestaan nauwelijks. Ik weet het, teevee doet een mens dikker lijken en die opsmuk maakt het er ook niet beter op. Maar toch is er blijkbaar een ongeschreven regel die de laatste tijd bonton is onder het kruim van prota- en antagonisten. Namelijk en ik citeer uit De Heilige Schrift der Bühnespelers, uitgave 2008, De Gilde van Vlaamse Podiumkunsten: Om de onwetenden (lees: de kijker) met verstomming te slaan en uw personages extra in de verf te zetten, dient ge in het materiële bestaan (lees: dagdagelijkse leven) uw uiterlijk klederdracht, maquillage en haartooi - omgekeerd evenredig aan te passen aan dat van uw personage. Het moet gezegd, Herwig en Elke spelen hun rol voortreffelijk in beide levens, wel in die mate dat begrippen als rol, personage, inleving, als het ware vaag en nietsbetekenend dreigen te worden. Herman lijkt in VVB wel weggelopen uit de jaren 80, maar speelt als Herwig een contemporaine veertiger met een kanjer van een midlifecrisis pluimen strak achteruit gecementeerd, een ruige Woestijnvis-baard van enkele dagen oud en een gitzwarte plunje met dito laarsjes (zie foto Dag Allemaal). Elke, daarentegen, speelt in het gewone leven een uit de jaren 80 weggelopen sloor die zich plichtsbewust en 24/7met de koters, het kokement en den opkuis occupeert. De emancipatie van de vrouw lijkt wel een begrip dat volledig aan haar is voorbijgegaan. Haar alter ego Claudia aan de ander kant heeft het begrip emancipatie al drie keer verteerd en reeds vijf keer uitgescheten. Het is alsof ze uit het jaar 2015 komt, in volle periode van de emancipatie van de man, in gang gezet door de progressieve denker Herwig Ilegems en onvoorwaardelijk geruggensteund door de links-liberale huizen Woestijnvos de naam is ondertussen veranderd en verwijst terug naar de proto-idee en BRTéén ook hier een naamswijziging: de verwijzing naar nostalgische tijden en het saamhorigheidsgevoel. Dat deze regel echt wel een maatstaf is voor kwaliteitsacteurs wordt overigens glashelder gestaafd door de zus van Herwig, Bieke. Het pronte wicht dat in ons collectief geheugen als Babette staat gegrift, speelt te allen tijde haar frivole zelve en weigert pertinent elke aanbieding voor een rol waarmee ze zich zou kunnen opwaarderen. Een schande voor het geslacht Ilegems, vindt Herwig en deswege voelt hij er maar weinig voor dat zijn eega op de set van Louislouise de loge met Bieke moet delen.
Aangezien Bieke Ilegems niet meespeelt in VVB, moeten we concluderen dat het hier een kwaliteitsserie betreft. Ik volg hier gewoon de stringente logica van DHSdB hoor, dus schiet niet op de pianist! Trouwens, Van Dyck, de bezieler van t spel, vindt het ook. Inmiddels heeft ie de kolder in de kop een syndroom waar heel wat beeldbuisfetisjisten die té prompt gehypet worden doormoeten en waant zichzelf kunstenaar met de grote K. Zo schoot hij bijvoorbeeld onlangs uit zijn sloffen toen zijn teerbeminde epos in de laatste aflevering bevlekt werd door een vroegtijdige aankondiging van het volgende programma, met name De Laatste Show. Pal over de snuit van ons Moe. Het besje was nog niet koud of ze moest al als billboard fungeren. Geen respect, die mannen van den VRT! Bij Woestijnvis - alle baarden hadden zich voor die gelegenheid scoutsgewijs rond een scherm geschaard - was het kot te klein. Van Dyck sloeg de hele keet in gruzelementen, waarna hij volledig in de lorum richting de Kempische bossen vloog om er tussen het lover een potje te gaan janken. De volgende dag stonden de media bol van het incident: Eén verkloot laatste aflevering van Van vlees en bloed!. Eindigend met een uitroepingsteken zowaar! Vlaanderen op zijn kop, ik verbouwereerd. Dat ons Moe niet lag te dutten, maar doodleuk de pijp aan Maarten had gegeven sloeg mij no shit! - met verstomming. Ik zweer het u, zelden een dooien zo fris zien ogen als in dat laatste shot van de allerlaatste aflevering van reeks 1 van Van vlees en bloed. Zelfs Frieda Van Wijck zag er luttele minuten nadien - doder uit dan ons Moe
Dat TVD een rasacteur is staat buiten kijf. Waarom? Omdat hij zich buiten zijn uren zo verrekt heerlijk als een normalen kan gedragen. t Is om misselijk van te worden, want een mens is gewend om godganse dagen op die pathetische clowntronie te kijken en dan plots.. een vlotte, hippe kerel die fijntjes articulerend zijn zegje placeert. Maar kom, dit is volledig adequaat de regels van De Schrift. Een ander typisch voorbeeld - weliswaar niet opgenomen in De Schrift - van hoe zich het kaf van het koren scheidt in Schauspielerland, is het kunnen afstand doen van de partner als zijnde seksueel bezit. Sterker nog, beschouw hem of haar veeleer als een seksueel gemeengoed waar vrienden, kennissen en zelfs collega-acteurs naar believen mogen van proeven en hun lusten op botvieren. Ook hier scoort Van Dyck bijzonder goed. Toen er een actrice van doen was voor de rol van de boshoer, bood VD zonder blikken of blozen de zijne aan. Lucas, zijn beste vriend en overigens volbloed slagerskind, had er eerst zijn twijfels bij - hij moest bij de Van Dycks nog over de vloer kunnen komen en trachtte Tom diets te maken dat zon casting maar peanuts was. Horden (media)geile dertigers zouden de revue passeren en ze hoefden de beste (lees: knapste) er maar uit te pikken. VD nam zijn bezorgde vriend even apart en wees hem op de gratis reklam die dit fait divers met zich zou meebrengen: Zie je het al voor je Lucas, jij met mijn vrouw rampetampend in een bos, bengelend aan een tak Vlaanderen barst uit zijn voegen, man! Dit wordt de hit van het afgelopen decennium! En kijk, nauwelijks een etmaal na de feiten was het al van dattum.
Kempisch is hot! Pak doorsnee Limburgs, plak voor elk woord dat begint met een klinker een h, ratel tenslotteje zinnen hikkend af en ge spreekt vloeiend Kempisch. Dat alle schone wijven van aldaar afkomstig zijn is zonneklaar: Ann Van Elsen, Bieke Ilegems, Tania Dexters en ga zo maar door. Dat alle knappe mannen van aldaar afkomstig zijn is ook zonneklaar: Tom Van Dyck, Herwig Ilegems, Hugo Matthysen, Enfin, in ieder geval, als ge tegenwoordig ergens wil geraken in medialand moet ge Kempisch bloed hebben of op zijn minst er woonachtig zijn. De jaren 80 en zowat alles wat daarvoor kwam, waren gestigmatiseerd door het Antwaarps. Daarna deed het Gents zijn intrede. Woorden als trendy, hip en progressief werden in een adem vernoemd met Gent en o wee diegenen die er woonachtig waren en NIET voor den Spa stemden!! Even leek het er op dat Brussel het zou overnemen, maar door de vreemde situatie ginder is het er nooit echt van gekomen mossel noch vis, weet je wel En nu is het de Kempen boven. Er zit daar precies iets in het water hoor ik Luc Janssen tegen Hugo Matthysen beiden rasechte Kempenaars nog zeggen in een vervlogen Lux XL. Dat bevestigde het filosoofje gaarne en ware het niet van de aanwezigheid van cameras, ze hadden malkander een tong gedraaid. Na het Kempisch is het Limburgs aan de beurt, maar dat is pas voor binnen enkele jaren. Laat die bospoepers eerst nog maar een beetje hun vele triomfen genieten. Wat er daarna komt weet ik niet, maar ik hoop dat tegen dan de West-Vlaamse dialecten op de lijst van werelderfgoed van UNESCO zullen staan, anders ziet het er bekaaid uit voor ons boeren uit de Vlaanders.
Dat het kersvers schrijversduo potten wilde breken, stond buiten kijf. Een zo breed mogelijk publiek aanspreken, zonder daarbij aan kwaliteit in te boeten, was het devies. De masse zouden ze makkelijk kunnen paaien met lichtvoetige conceptjes als den bospoeper, de boshoer, de Joepie en tenslotte de quote: De emmer der vernederingen zit vol. Nu nog de pseudo-intelligentsia. Op een avond, na een vlammende brainstormsessie in het kneuterige werkkamertje werkloft - van De Pauw zijn riante herenhuis te Lier , stelde de teeveeknar voor om er een metafoor in te smijten. Succes verzekerd bij dat belezen schuim, assureerde hij. DP met zijn fenomenale kennis van de filmmuziek kwam al snel met het idee op de proppen om in de begingeneriek gehakt, biefstukken en vogels zonder kop te laten geworden op de strakke tonen van een zwaar op de hand liggende tango. Door de beelden sterk te vertragen zou de kijker de indruk krijgen dat de hompen vlees zich tangoënd een weg door de molen wurmen, de hakbijl trotseren of onder de pletwals terecht komen. Ofte, de ondraaglijke zwaarte van een slagersbestaan. Ziedaar uw metafoor, meneertje Van Dyck. Gratis en voor niets door den ouwen uit zijn mouw geschud. Nog geen twee minuten had ie er voor nodig. Zuig daar maar eens een puntje aan.
Dus ze hadden een concept voor een pegel van een doelgroep, de context slagersbestaan was keiorigineel, de acteurs waren ook geen probleem, alleen het scenario nog. We maken er een sterk verhaal van, stelde De Vlieger voor. Nee, dat was te achterhaald, te triviaal, vond Van Dyck. Na wat heen en weer gepalaver beslisten ze om een nieuwe brainstormsessie te houden, maar De Pauw wilde zijn loft niet meer ter beschikking stellen. Ze moesten het nu maar op eigen houtje proberen, trouwens, zijn tijd was kostbaar en zijn portemonnee werd ook niet dikker van dat geouwehoer. Dan maar terug naar de ouwe getrouwe Kempische bossen. Onder de boom waar Lucas met de vrouw van Tom zou vossen, zaten ze urenlang saffen te smoren en gin te boemelen. Bij het krieken van de dag schreeuwde VD: Eureka!! en stootte in zijn enthousiasme de fles om. De kostbare nectar zeikte met sloten uit de fles en drenkte zo snel als kijken in het zachte mos. Michiel deed nog een poging om het kostbare goedje op te lebberen, maar het was tevergeefs. Tom riep zijn teleurgestelde vriend tot de orde en beloofde hem een nieuwe fles als hij zijn aandacht er even wilde bijhouden. Dat beloofde hij. Of hij vertrouwd was met het tragikomische genre? Ja, natuurlijk, In de gloria, Nefast voor de feestvreugde en ga zo maar door. Genante situaties die soms tot een lach, soms tot een traan leiden met een bijwijle flinterdunne grens, ja, dat kende hij zeer goed. Wel, in die trant zou het geschieden. Een soort In de gloria dan? Zoiets, maar dan met een heus plot! Hij begon het te begrijpen. Die tweede fles had ie nu wel verdiend
De groenige beelden zijn de kers op de taart. Verwijzend naar de bossen, contrasterend met het rood, bloedend vlees enerzijds, anderzijds een sfeertje van weest op uw hoede creërend. t Is allemaal goed doordacht, een beetje té als je het mij vraagt. Woestijnvis wist verdomd goed op voorhand dat ze alweer - een hit te pakken hadden en als ze zo doorgaan komen ze beslist in de geschiedenisboeken. t Is nog een kwestie van enkele jaren voor The Woestijnvis-story uitkomt, volledig in de lijn van het ondertussen megalomane geworden Pixar. Ik zie Van Den Houte al staan preken in een hal waar je 150 tientonners en een Airbus A-380 kan in parkeren een fluit champoepel losjes in de hand - : Vrienden, we hebben het target dees jaar met 3000% overschreden, wat de totale nettowinst op (haalt zijn calculatortje erbij, maar komt tot de vaststelling dat de uitkomst niet op het scherm kan), enfin, t is héél veel en daarom krijgt ge allemaal een extra bic met het Woestijnvislogo! Groot jolijt
t Komt uit het Duits en ge moogt het gerust ook in het Nederlands gebruiken. Nee, geen probleem, t staat in Van Dale. Het is een correct Nederlandstalig woord, à la sowieso, überhaupt, deswege, salonfähig enzovoorts. t Heeft cachet hoor. Verwerk het maar eens in een e-mail of zo, ge zult er succes mee oogsten! Of in de titel van uw spelprogramma
Lenaerts moest zijn fetisj per se verzilverd zien. Bij Woestijnvis hadden ze gezegd dat het voor de titel en sporadisch een categorie OK was, maar de volledige show ? Het brilleke met zijn fors kakement begon alras te janken en zwoer dat ie zijn c4 eerstdaags op het massief gouden bureaublad van Van Den Houte zou deponeren als zijn eisen niet ingewilligd zouden worden. Een schrijlingse veeg van zijn kalfslederen handschoen zou de zaak moeten beslechten: een duel, inzet: de job van Bakkes of de aandelen van vleesklak, wapens: woorden, doel: om ter meest Germanismen naar malkanders kop beieren binnen een tijdslimiet van twee minuten. Lenaerts dacht dat het op voorhand een uitgemaakte zaak was en zag zich al staan presenteren in het Duits op de VRT: Wilkommen, meine Damen und Herrn Maar t was buiten de waard gerekend. Wouter was namelijk bilengue, maar dan zweisprachig. Dat moest van wijlen zijn pa, een overtuigd fascist die de romantiek en nostalgie van het Derde Rijk een warm hart toedroeg. Naast het klassieke vocabulaire van de Nazis, leerde hij zijn zoon ook om nooit te glimlachen. In den beginne was dit moeilijk voor zon kind dat vol Lebensfreude zat, maar de vele Betamax-cassettes over de Führer verzuurden zijn gelaat in geen tijd. Kinnemans moest uiteindelijk de duimen leggen, maar t was op het randje. Het woord Endlösung deed hem de das om. De titel en in elke aflevering een stuk of wat categorieën, punt. 88!
Pappenheimer is een loos begrip dat volgens mij etymologisch kan worden afgeleid van Papperlapapp; Duits voor onzin. Het betekent: zijn luitjes kennen, althans, wanneer je zegt: Zijn pappenheimers kennen Het is zoveel als zeggen: tralalalaaaa, pipiedoos en kakascheet!, want wie men genegen is, kent men a priori vrij goed tot uitstekend. Vandaar dus: Papperlapapp! Maar kom, de mensen hebben dat gaarne en het bekt zo lekker. En plus, tachtig procent van het een-publiek kent het woord niet en zal als de duivel een woordenboek ter hand nemen om de betekenis op te zoeken. Eerst een Duits, om dan te moeten constateren dat het in een Nederlands staat, om uiteindelijk te leren dat het van het Duits afkomstig is. Daarmee zullen ze nogal eens kunnen uitpakken op het werk, in de kroeg of andere plaatsen waar het noodzakelijk is zich te profileren en dientengevolge over vage, nietsbetekenende begrippen à la pappenheimers te zaniken. Kijk zie, meteen de educatieve- én sociale waarde van het showtje. Dat heeft de VRT gaarne.
Vroeger was alles wat naar Duits rook taboe. Zo pleegde ik heiligschennis toen ik dat vak op de middelbare school verkoos boven het veel hippere Spaans. Duitse woorden die toevallig eens over de lippen rolden werden meteen weggehoond en naar de diepste krochten van de hel verwenst. Hip was het evenmin. De taal was als een distel die men door het slakkenhuis van je gehoor trachtte te douwen, de cultuur boers, weinig verfijnd, oubollig en bezat nog steeds autoritaire en militaristische trekjes. Kortom, Duits was in onze contreien de allerlaatste taal op Aarde die men wenste te spreken. En kijk zie, de laatste jaren een heuse opmars. Dezelfde moraalridders en trendy links-denkenden van weleer dwepen warempel met het Pruisische erfgoed schroomloos -, als betrof het een clochard die men prompt in huis neemt na het zien van het showtje van Bakkes. Dankt u Herr Lenaerts, redder des vaderlands! Een standbeeld ware toepasselijk, met het onderschrift: Hij leerde zijn volk - ruim een halve eeuw na de invasie van de moffen -den Duits terug appreciëren.
Wat als de mensen het in het snotje krijgen?, vroeg Bakkes zich af. Speel dan of ge er zelf niets van kent, antwoordde VDH. Hoe dat moest? Awel, ge spreekt het woord of de zin verhakkelt uit, als betrof het een Nederlander die Frans poogt te spreken. De voorbeelden jus dorange en marechaussee werden hem medegegeven. Ja, dat vond het presentateurke goe en de eerlijkheid gebiedt me te zegen dat hij het er ook vrij goed van af brengt. Althans, voor het ongeoefende oor. Want met die schijnheilige, pseudobeschijdendoenerij moet hij bij mij niet afkomen. Als ge uw woorden verhakkelt, doe het dan consequent, niet het ene wel, het andere niet. t Is zoals zeggen: Sjus en dan orange perfect brouwend - articuleren. Zo doorzichtig, jakkes Bakkes
Omdat ze bij Woestijnvis geen kaas hebben gegeten van spontaniteit, zijn ze zich beginnen specialiseren in wat men in het vakjargon enscenering placht te noemen. Met succes overigens, want faut le dire, de prefab-mopjes van Bakkes slaan aan bij het grote publiek. Oppassen als hij aan een van de BV-panelleden een vraag stelt, negen op de tien is t op voorhand gebakken stront. t Antwoord komt er dan zo lekker spontaan uit, maar schijn bedriegt; die loense mediaknechten zijn voorwaar getraind in het geven van zulks lekkers. Ook hier geldt de regel: (de meeste) mensen hebben dat gaarne. Op vrijdagavond moet ge Bakkes niet lastigvallen. Dan worden de lichten gedimd, de koters naar bed geflikkerd en vrouwlief stampgewijs buiten gebonjourd, behept met de Golden Visa van heur man. t Zeteltje, de sloefkes, t stoveke en niet in het minst de lederhozen hupla 1 rond de genitaliën gekneld. Eerst: Das Quiz met Jörg Pilawa om het smoelwerk van de afgeborstelde collega-presentator uit het post-Appermonttijdperk te bestuderen. Of: hoe hang ik den sympathieken uit voor een zo breed mogelijk publiek? Dan: Typisch Kölsch, een carnavalprogramma waar de ene polonaise de andere naadloos opvolgt, met de prachtigste decors die de grandeur van het eens zo machtige Pruisische rijk etaleren. Én, cancan-Mädchen, schier baretiets met struisvogelveren in de kont! Ik weet het, het is suggestief en freudiaans, maar een donkerbruin vermoeden zegt mij dat die lederhozen elke vrijdagavond druipend van Lebensfreude in de wasmand worden gekieperd.
Maar de echte populariteit van t showtje zit hem in de fijne selectie van Vlaanderens beste vleeswaren. Nee, t gaat nu niet over dat ander Woestijnvis-misbaksel waarvan men afgelopen donderdag gelukkig de laatste aflevering uitbraakte. Ik heb over de luitjes zelf, de pappenheimers dus. De premisse is hier even simpel als duidelijk: om je pappenheimers te kennen heb je knappe koppen nodig. Dit impliceert noodzakelijkerwijs dat knappe koppen hun pappenheimers beter kennen dan die domme boeren die vroeger onze beeldbuizen ontsierden. Denk maar eens aan De Drie Wijzen! Wie wil dàt laag-bij-de-grondse schorriemorrie überhaupt hupla 2! nog? Niemand driewerf hupla!! Van Eeghem liet ze zelfs niet uitspreken en zat er helemaal niet om verlegen om ze bij gelegenheid schamper en met dedain uit te lachen. Nadien bedolf hij de verliezer met literatuur uit De Fnack die hij zogezegd zelf had opgehaald. Dat die deelnemers géén pappenheimers van Kurt waren, weze duidelijk. Anders had hij ze wel getrakteerd op een abonnementje Dag Allemaal. Maar niet met Bakkes! O nee! Hij moet met zijn uitverkorenen naar het zuiden van Frankrijk kunnen (lees: willen) rijden. Dat is volgens hem het enige criterium om te mogen deelnemen aan het programma. Zijn voorstel om louter kandidaten met blond haar en blauwe ogen te aanvaarden werd door Wouter ook van tafel geveegd pappa VDH keerde zich om in zijn graf. Niet dat het geen goed idee bevonden werd, alleen, de mensen zouden dat niet zo gaarne hebben, was zijn antwoord. Enfin, naast een hoofdcriterium zijn er stilzwijgend ook nevencriteria van toepassing voor t deelnemen aan t showtje. Niemand die het weet, maar uit welingelichte bron vernam ik dat: knap, hip, trendy, Jörg Pilawa-sympatiek, gediplomeerd en spontaan eveneens tot de selectievoorwaarden behoren. Maar, sht, hou het stil hé
Bakkes, bewijs Vlaanderen een dienst: verkoop je aandelen en trek met al je Papperlapapp-kandidaten voor eeuwig naar het zuiden van Frankrijk en richt er een pappenheimer-gemeenschap op die louter uit aaibare, super-intelligente, knappe mensen bestaat. Laat ze met elkaar van bil gaan, maar let wel op voor eventuele indringers, parvenus als het ware, die het zuivere bloed zouden kunnen corrumperen. Baat voor mijn part desnoods een Bierstube uit ergens in Beieren, het kan me niet schelen, als je maar verdwijnt van mijn dierbare beeldbuis, alwaar vroeger De collegas en consorten welig en volgaarne op tierden. Mit vorzüglicher Hochachtung!