Op zich is het merkwaardig dat u hier bent. Immers, ik maak geen promotie, heb geen personeel, geen prijzen, geen producten.
Wat zoekt u hier dan, wat hoopt u te vinden ?
U bent immers terecht gekomen op een blog die er in de eerste plaats gekomen is uit eigenbelang. Laat me dat meteen maar toegeven.
Wil u met mij op deze blog in discussie of dialoog treden ? Wist u dat 80% van onze dagelijkse gesprekken bestaat uit puur sociale communicatie à la "het is warm hé" en "goede morgen, alles OK ?" ? Gaat u maar even na hoe vaak u vandaag alleen al die 2 zinnetjes of gelijkaardige hebt gebruikt.
Wanneer dit minder dan 80% van uw gespreksduur was, behoort u waarschijnlijk tot een groep mensen die door anderen in het beste geval saai en in de meeste gevallen vreemd genoemd wordt. Of u behoort tot een strenge kloosterorde en bent helemaal teruggeplooid tot een dialoog met god.
Zo ver wil ik het niet drijven. En wees gerust : u bent meer dan welkom in mijn oase van stilte. Maar ga geen dialoog aan met mij, oordeel niet en ga niet over tot veroordelen of vooroordelen.
Ook niet mocht u zichzelf toevallig tegenkomen op deze blog. Letterlijk dan. Want misschien was of bent u ook wel één van de puntjes die samen mijn levenslijn vormen. En dan is de kans reëel dat ik het met u niet altijd eens was of misschien juist dat we samen wel iets formidabels heb beleefd.
Deze blog bestaat enkel uit die stille momentopnamen en reflecties over wat was, is en misschien nooit komen gaat. Het is in geen enkel geval een eindoordeel over iets of iemand. Want, zoekend als ik ben, heb ik het einde nog niet gevonden. Mijn laatste punt en komma zijn nog niet gezet.
Laaf u dus volop in mijn oase, aan mijn woorden en waarden indien u dat wenst. Maar laat mij na uw komst opnieuw alleen achter met mijn gedachten. Ik heb deze plaats zelf hard nodig om orde in de chaos te brengen, om chaos in de orde te brengen, mijn eigen weltschmerz te beleven.
Heb ik in u de kiem van het denken en dialogeren geplant, verontschuldig mij hiervoor want u loopt voortaan het risico saai en vreemd genoemd te worden Ga dan op zoek, vind een eigen plek, maak desnoods een eigen blog. Laat me weten waar je je pleisterplaats hebt gevonden, ik kom zeker op bezoek. Maar vorm niet samen met mij of anderen een karavaan. Want een karavaan vraagt organisatie, leiders, planning.
En hoewel ik er alles aan zal doen opdat u kan zeggen en schrijven wat u wil, zelfs al ben ik het niet mee eens, hier, op deze plek eis ik het recht op om alleen te zijn en te blijven met mijn woorden.
Zelfreflectie en zelfbevraging liggen immers aan de basis van het vrije onderzoek.
Peter
Zoeken in blog
...Waar het principe niet van toepassing is...
31-08-2006
De grenzen van de taal zijn de grenzen van de wereld. (L.Wittgenstein)
Drie piepkleine artikeltjes in de krant de afgelopen week :
1) in Wemmel hebben de franstalige partijen een verbond gesloten voor de aankomende gemeentelijke verkiezingen (te vinden bij het regionale nieuws)
2) benoeming door gemeenteraad van nederlandsonmachtige leraars in de gemeentelijke basisschool Wemmel wordt door de provinciegoeverneur ongedaan gemaakt (eveneens bij het regionale krantennieuws)
3) Merchtem verbiedt in de gemeentelijke scholen het gebruik van de franse taal. Dit item haalde zelfs het VRT-radionieuws.
Nu wil het lot dat ik letterlijk op de grens leef van faciliteitengemeente Wemmel en het nederlandstalige Merchtem, namelijk in een dorp tussen de velden met amper 250 gezinnen, Hamme genaamd. Het stedelijke Wemmel-centrum is om de hoek terwijl het landelijke Merchtem-centrum 7 rechte tweebaanswegkilometers van ons vandaan is.
11 jaar geleden zijn we hiernaartoe verhuisd vanuit het toen nog politiek 91% nederlandstalige Vilvoorde. Buiten wat schermutselingen met FDF militanten was de taalproblematiek ons in de praktijk bijna onbekend, vooral omdat zowel mijn echtgenote als ikzelf (volgens "de anderen) zo goed als perfect tweetalig zijn.
Omdat we uit een stad kwamen werd ons dagelijks leven voortaan automatisch eerder op het stedelijke Wemmel gericht, terwijl we administratief af en toe eens naar Merchtem moesten. Onze kinderen begonnen ook school te lopen in de gemeentelijke basisschool in Wemmel en gingen naar de plaatselijke voetbalclub. In onze vrije tijd genoten we volop van de natuur om ons heen, zo dicht bij Brussel (6km van het Koning Boudewijnstadion).
Onbewust volgden we dus de stroom stedelijke vluchtelingen die wat meer rust en levenskwaliteit zochten en vonden in de randstad rond Brussel.
Alleen trokken wij weg uit een stad met 91% geregistreerde nederlandstaligen en bleken vele van onze medevluchters uit Brussel te zijn weggetrokken, een stad met -tot spijt van wie het benijdt- de facto 80% franssprekenden (zelfs 89% geregisteerd).
En plots werden wij geconfronteerd met een aantal harde feiten : op de speelplaats van de school werd meer frans gesproken dan nederlands, de trainers in de voetbalclub waren voor een groot deel nederlandsonkundig, sommige handelaars begrepen wat we vroegen maar we kregen antwoord in het frans.
Eerst hadden we dit -tweetalig als we zijn- helemaal niet door. Zowel mijn echtgenote als ikzelf maken immers automatisch, zonder nadenken, de switch tussen nederlands en frans. Het was maar toen onze kinderen -die op die leeftijd wel een basiskennis van de 2de landstaal hadden maar niet meer dan dat- kloegen over het feit dat ze de trainer niet begrepen, dat ze met sommige kinderen op de speelplaats niet konden praten of dat een meneer hen iets had gevraagd dat ze niet begrepen, het was maar op dat moment dat we ons realiseerden dat er een probleem was.
Neen, we hebben het dus niet over echte pesterijen. Wel over onkunde of onwil om de andere te begrijpen. In het eerste geval zou men haast geneigd zijn om de sarcastische woorden van Yves Leterme rond de intelectuele beperkingen ernstig te nemen. Onwil getuigd van een andere -kwaadaardige- natuur.
Onder welke categorie valt nu de benoeming door het gemeentebestuur van 6 leerkrachten in de franstalige basisschool ? Leerkrachten die het vereiste diploma "nederlands" niet bezitten ? Is dit gebrek aan kennis van de wet ? Is dit onwil om zich te conformeren aan die wet of zijn dit pesterijen ?
Zoals mijn buurman (een van oorsprong franstalige maar min of meer tweetalige jood) zegt : de oewet is de oewet. En hier gaat het om een wet die gemaakt is om het karakter van de gemeenten rond Brussel te vrijwaren. Dit wil zeggen een wet met als doelstellingen : het bewaren van het landelijke karakter door aangepaste bouwvoorschriften, de mogelijkheid tot voorzien in onderwijs met een plaatselijk accent (sic), het voeren van lokale administratie, het instaan voor de veiligheid, rekening houdend met het lokale karakter EN het behoud van de locale cultuur, inclusief het lokale taalgebruik dat natuurlijk integraal deel uitmaakt van die cultuur.
In de rand rond Brussel -dus ook in Wemmel- werden door diverse regeringen -meestal tegen heug en meug- aan de aanwezige franstaligen faciliteiten toegekend omdat men erkende dat zij ondertussen deel uitmaakten van de levensgemeenschap rond Brussel. Niet meer, niet minder. In de praktijk wil dit bijvoorbeeld zeggen dat er recht is om onderwijs in het frans te organiseren met inzet van leerkrachten die de oorspronkelijke taal van de gemeenschap op zijn minst machtig zijn. Vandaar de vereiste van een aanvullend diploma nederlands voor die leerkrachten. Logisch toch ?
Logisch ? Toch niet blijkbaar.
De gemeentelijke politiek in Wemmel was de afgelopen jaren afgestemd op een respectvolle samenwerking van beide taalgroepen, onder andere, voornamelijk, binnen een tweetalige zogenaamde "lijst van de burgemeester". Die respectvolle samenwerking is dus onlangs opgezegd. Taal blijkt opeens een veel grotere cohesiekracht te bezitten dan politieke overtuiging : alle franstaligen vinden zich voor de komende gemeentelijke verkiezingen broederlijk terug op één lijst. En...deus ex machina....al zijn ze op taalvlak intelectueel beperkt, rekenen kunnen ze, want op basis van de vorige verkiezingsuitslagen blijken de franstaligen een absolute meerderheid te zullen halen....en wordt Wemmel een de facto franstalige gemeente.
Ach, deze feiten zijn inderdaad niet meer waard dan een paar regeltjes in de regionale editie van een krant. En uiteraard heeft de beslissing van de gemeente Merchtem om enkel nog nederlands toe te laten binnen de schoolpoorten veel meer nieuwswaarde. Zoveel zelfs dat dit een item vormde in een nieuwsmagazine van de VRT-nieuwsdienst waarin een "ervaringsdeskundige" kwam verklaren dat ze dit geen goed idee vond omdat onze kindjes niet mogen afgeschermd worden van andere culturen.
Ik denk dat deze dame zich geen zorgen hoeft te maken. Met de huidige snelheid waaraan de verfransing voortschrijdt zullen de feiten de fictie snel achterhalen en zal Merchtem algauw aan de Zenne liggen.
De franstaligen van intelectuele beperkingen verdenken zal hiertegen geen dijk opwerpen. Met holle vlaamse leeuw-retoriek rondwandelen en straatnaamborden overschilderen evenmin.
Investeren in de oorspronkelijke cultuur (de "vlaamse" culturele centra zou men ondertussen best een paar kilometer verplaatsen), toelagen geven bij aankoop van bouwgrond aan streekbewoners met respect voor de lokale taal, meer investeren in het lokale en gemeentelijke onderwijs, investeren in verplichte en zinvolle aanpassingsprogramma's (taal-en andere) voor zowel allochtone medemensen als anderstaligen, stimuleren en ondersteunen van de lokale ondernemers.
Het zijn maar enkele zaken die men zoveel beter doet aan de andere kant van de taalgrens. En waar we graag op schimpen. Maar die wel resultaat brengen. Die resultaten mag ik dagelijks ervaren.
Kent u die van de splinter en de balk ?
Voor wie geïnteresseerd is in de franstalige "visie" op de rand : http://www.carrefour.be/. Hilarisch, ware het niet dat één en ander echt geschreven is !.
Ik ben een palestijn. Ik leef aan de andere kant van de israelische muur op land dat mijn volk mogelijk ooit heeft toebehoord.
Helemaal zeker is dat laatste evenwel niet, want eeuwenlange christelijke en joodse geschiedschrijving heeft nogal wat geografisch en ander bewijsmateriaal in het vergeetboek doen belanden.
Misschien ben ik ook wel een beetje soeniet of arameeër en god weet welk ander bloed vloeit er nog door mijn aderen. Helemaal zeker weet ik ook dat niet want mijn voorvaderen zijn sinds mensenheugnis vervolgd door andere volkeren,en lang voordat die anderen het woord uitvonden kenden zij reeds hun diaspora.
Ik ben ook een israeliër want ik woonde daar waar de staat israël zichzelf als onafhankelijk heeftuitgeroepen in 1948. Omdat ik toen vluchtte voor de bommenregen van mijn arabische "broeders" heb ik mijn geboortegrond nooit meer teruggezien.
Na de oorlog mocht ik israel immers niet meer binnen en ging ik noodgewongen in Oost Jeruzalem wonen.
In 1967 breekt er opnieuw oorlog uit en israel eigent zich nu, naast hele delen van de arabische buurlanden ook het oostelijke deel van de heilige stad toe. Als palestijn krijg ik echter geen israelisch paspoort en ik sla op de vlucht voor het aanhoudende geweld tegen mijn broeders.
Zonder huis, zonder nationaliteit, zonder werk kom ik terecht in shabra, een vluchtelingenkamp. Daar had ik het ook niet makkelijk. Ik behoor namelijk tot de 10% christenen die er onder de palestijnen zijn. De meeste andere bewoners beschouwden mij en mijn familie dan ook niet als arabier, maar ik mocht ook geen israeli zijn.
In 1982 maakte ik andermaal kennis met de verbondenheid van israel en een aantal van mijn christelijke broeders. Ik woonde toen innog steesds shaba, een aantal van mijn kinderen in shatilla.
Door israel gesteunde libanese christelijke milities slachtten mijn ouders, mijn vrouw en 3 van mijn 5 kinderen af in een poging tot etnische zuivering.
Ik had niet de kans om mijn andere wang aan te bieden, het gifgas werkte te snel.
In het begin had ik nog vertrouwen dat er gerechtigheid zou geschieden. De internationale media hadden veel aandacht voor de slachtpartij en de verenigde naties bemoeiden zich ermee. Zes van de libanese daders werden opgepakt. Zij zijn vandaag, bijna 25 jaar na de feiten, nog steeds niet veroordeeld.
De toenmalige israëlische militaire verantwoordelijken werden zelfs naderhand beloond en één van hen werd zelfs de leider van de staat israël.
Ik vond nieuwe levensvreugde en werk bij mijn palestijnse oom die, samen met 3 miljoen andere palestijnen na 1948 in de staat israel was blijven wonen. Na een paar weken sloot israël de toegang tot hun staat af voor palestijnen die niet inwonend waren. Ik was mijn job kwijt.
Met mijn moeizaam bijeen gespaarde centen trok ik met mijn 2 overlevende kinderen naar beirout, voor een nieuwe toekomst.
Daar woonde ik de afgelopen 10 jaar in relatieve vrede. Mijn zoon die ondertussen in europa arts was geworden, hielp mee met de wederopbouw van de stad die grotendeels verwoest was door een burgeroorlog die duizenden mensen het leven kostte.
Mijn dochter was politiek actief en sloot zich aan bij een gematigde libanese politieke partij
Vorige week is mijn dochter omgekomen. Zij werd door israelische soldaten in haar huis gevonden, verkracht en doodgemarteld als vermeend lid van hezbollah.
Mijn zoon is omstreeks diezelfde tijd omgekomen bij een israelisch bombardement. Hij was met zijn wagen onderweg naar huis, na 3 dagen en nachten onafgebroken gewonden te hebben verzorgd in zijn ziekenhuis. Elke wagen was een potentieel doelwit, zo hadden de israelis via strooibriefjes gemeld. Die had hij, druk werkend in het ziekenhuis, echter niet gelezen.
Ik ben Palestijn.
U merkt het, ik schrijf dit voor de eerste keer met een hoofdletter. Palestijnen hebben echter geen officieel erkend land. De Palestijnse president is wel in theorie de baas over de Gaza-strook en over acht steden en dorpen op de Westelijke Jordaanoever, die samen de Palestijnse Nationale Autoriteit vormen.
Hij heeft echter enkel inspraak over onderwijs, belastingen, gezondheidszorg, toerisme en welzijn. Alle andere elementaire rechten vallen onder israelisch gezag.
Net zoals bij de joden in israel woont slechts een klein deel van de palestijnen in de PNA.
Wie zijn zij dan, die Palestijnen? Het meest simpele antwoord is: elke mens die zich Palestijn voelt. Met Jordaans of Israëlisch paspoort, inwoner van Israël, de Westelijke Jordaanoever, de PNA of een ander land of gebied, vluchteling of niet.
Ik zelf heb niets of niemand meer om voor te leven, tenzij die broeders die zich ook Palestijn voelen. En ik heb zonet een vliegtuigticket geboekt voor een vlucht naar de US.
Geen nood, ik ben een vredelievend man gebleven, ook al gelooft niemand dat, na wat ik meegemaakt heb.
We hebben ze zien groeien van springkonijn van een paar weken oud tot dame op leeftijd.
Ze was geen konijn als een ander.
Welk ander konijn herkent zijn baasjes, geeft kopstootjes, likjes ? Spelen met ons, samen rond de tafel hossen, schijnaanvallen doen en daarna terug lief zijn, ze was er dol op. Ingrid haar schoot was haar favoriete plekje. Haar huis was haar thuis. Zelfs toen ze in onze afwezigheid was uitgebroken -haar hokje was niet op slot- bleef ze toch in de buurt, exploreerde ze enkel haar eigen tuin en tegen dat we thuis kwamen zat ze ons op te wachten, trouw als een hond.
Haar laatse 12 uren moeten vreselijk geweest zijn. Waarschijnlijk moet een onopgemerkte kleine wonde de ideale voedingsbodem geweest zijn voor de maden. Twee uur hebben de dierenarts en wij er alles aan gedaan om ze te redden. Ze heeft gevochten maar gaf toch de strijd op en is stilletjes ingeslapen met het hoofdje op onze handpalm. Ze verdiende een mooiere dood.
De gedachten aan haar zullen blijven. Een In Memoriam voor een konijn ? Iedereen die liefde en vriendschap schenkt verdient het om herinnerd te worden, ook een huiskonijn.
Vorige zaterdag vertrokken we voor een paar dagen naar zee. Het was al een paar keer fout gelopen, maar deze keer stond het vast : onze vlieger -pas gewassen en aardig wat bleker dan toen ik er decennia geleden als jongen mee speelde- moest mee.
Was het het vooruitzicht op de zeewind die onze gedachten versluierde, in ieder geval : eenmaal alles ter plaatse uitgepakt bleek het tuig nog in de wasmand thuis te liggen. Hoe erg mag je daar als volwassene over ontgoocheld zijn ?
Mijn vrouwtje, attent als steeds, besliste tijdens een wandeling over de dijk dat we dan maar een vlieger moesten kopen. Zij had een tijdje geleden toch ook haar felbegeerde knalgele badeend gekregen ? Zo gezegd zo gedaan, aan shops op de dijk geen gebrek maar....wat ik me uit mijn jeugd herinner, blijkt vandaag niet meer het prerogaat "vlieger" te kunnen krijgen.
Voor we het goed en wel wisten hadden we dan ook een wedstrijdklaar wit-zwart toestel met een vuurrode banzai-zon gekocht, inclusief nauwkeurige besturing via 2 (twee !) handgrepen en nylonkoorden (neen meneer, wasdraad wordt niet meer gebruikt).
Wedstrijden met kites (spreek uit kaits) nemen tegenwoordig een hoge vlucht zo blijkt uit de affiches op het uitstalraam van de winkel en de uitleg van de winkeldochter. Wat kan nu toch de bedoeling zijn van zo'n wedstrijd vraag je je dan af...toch niet om het snelst -ik zie me al achter een vlieger aandraven- of om het hoogst ? "Ach wel nee, het gaat erom de vlieger zo mooi mogelijke bokkesprongen te laten maken." verklaarde ons de winkelspecialiste.
Nu goed, wedstrijden hoeven niet zo meteen voor mij maar als een kind zo blij wil je dan wel snel gaan oefenen.
Twee lange dagen lang hadden we windstilte.
Maar vandaag, vandaag waait het ! Een mooi strak windje vanop zee blaast onze zeldzame haren overeind, en in gedachten zie ik mijn doek aan touwtjes al fladderen op de adem van de onzichtbare godheid.
Maar, ach god, zie ik daar een mensenmassa kinderen op het strand, allemaal aan het vliegeren en plots besluipt het schaamrood mijn wangen. Plots zie ik mezelf staan tussen al die bengels, terwijl ik eigenlijk thuishoor op een terrasje, verscholen achter een massa ijsbollen of een joekel van een pannenkoek.
Dat kan je toch niet maken, bedenk ik bij mezelf. En ik zie me al naar huis terugkeren, een vlieger rijker en een illusie armer. Want aan mijn kinderen is de vlieger ook niet besteed. Die zijn aan het reuzekaiten, met doeken van wel 8 vierkante meter waaraan een karretje hangt waarmee ze aan een duizelingwekkende snelheid ongecontroleerd over het strand suizen. Ik mag er niet aan denken dat zij me bezig zouden zien met mijn nietig doekje.
Mijn mooie wit-zwart rode vlieger ligt sinds deze ochtend thuis in de garage. Het kijkt wat meewarig naar mijn afgebleekte exemplaar dat geen tweede jeugd mocht beleven. Misschien het begin van een verzameling of -sterker nog- van een museum...dat past alvast beter bij mijn leeftijd...
Wie weet durf ik ooit stiekem nog wel eens een proefvlucht wagen. Maar de betonnen muur langs de kustlijn houdt alle wind weg uit het binnenland.
Tja, alle excuses zijn goed om geen kind meer te zijn.
Deze middag vernamen we -zoals gewoonlijk gelijktijdig en zonder inhoudelijk variatie- via de gesproken media dat het Belgisch Leger door een rechtbank werd veroordeeld wegens oneerlijke concurrentie.
Een commercieel helikopterbedrijf heeft tegen "den ABL" een proces ingespannen omdat vier maanden geleden (wat heeft het gerecht snel gewerkt deze keer) een aantal Agusta helikopters organentransporten hebben uitgevoerd. Oneerlijke concurrentie dus.
Een paar vraagjes toch :
* Hoe vaak is dit gebeurd ? * Had het bedrijf op dat moment onmiddellijk zelf helikopters ter beschikking ? * Tegen welke prijs is deze missie door het Belgisch Leger uitgevoerd ? Gratis ? Marktprijs ? * Is het Belgisch Leger van plan om dergelijke opdrachten in de toekomst nog uit te voeren ? * Zo ja : tegen welke voorwaarden ?
Een paar onschuldige vraagjes toch die één en ander zouden verduidelijken en nuanceren.
Ik was zelf jaren geleden ook direct betrokken bij het transport van organen. Ik heb vaak genoeg de ambulances begeleid tot bij het vliegtuig omdat zij echt op de allerlaatste seconde aankwamen. De patiënt lag meestal reeds op de operatietafel wanneer het orgaan nog moest vertrekken. Dit is dus een business waarin minuten, seconden van groot belang zijn en levens kunnen redden of kosten.
Ik hoop dan ook van harte dat het betrokken helikopterbedrijf de komende maanden geen enkele keer te weinig helikopters zal hebben en -erger nog- geen enkele keer prioriteit zal geven aan een beter betaalde opdracht. In dat geval wint platte commercie het weer van humanitaire waarden en heeft de betrokken rechter simpelweg bloed aan zijn handen. Maar dat zal hem waarschijnlijk worst wezen want het heerschap is immers "handelsrechter" en voor handelszaken gelden blijkbaar andere wetten en principes dan voor mensenrechten.
Een faits divers, vandaag 25/07 met uitgestreken gezicht en zonder nuancering voorgelezen door de VRT-nieuwslezer van dienst : "Israel en Mrs Rice vinden het gebruik van clusterbommen bij gerichte acties tegen terroristen in Libanon verantwoord."
Kwestie van rendement, om er zeker van te zijn dat ALLE potentiële ex-, huidige of toekomstige terroristen dood zijn. Dus ook 80-jarigen, tieners, kleuters....
Wikipedia :
Een clusterbom is grote bom gevuld met zo'n 150 kleine granaten, ook wel submunitie genoemd. De grote bom spat in de lucht uit elkaar en verspeidt de granaten over een groot gebied. Maar die granaten gaan niet allemaal af. Schattingen over het percentage submunitie dat niet explodeert, lopen uiteen van maximaal vier procent (door de fabrikant) tot tien of twaalf procent en zelfs meer (door het VN-mijnencoördinatiecentrum in Kosovo). Een groot aantal blijft liggen totdat ze worden aangeraakt door een willekeurige voorbijganger. Dit kan een ploegende boer zijn of een spelend kind.
De granaten van een clusterbom hebben de vorm van een colablikje en zijn gifgeel van kleur, en daarmee erg aantrekkelijk voor kinderen om op te pakken, met alle gevolgen van dien. Het wapen kan geen onderscheid maken tussen burgers en militairen en maakt zelfs lang nadat de bombardementen hebben plaatsgevonden vele slachtoffers. De submunitie van clusterbommen heeft daarom dezelfde desastreuze werking als antipersoonsmijnen.
België voerde op 19 februari 2006 als eerste land een gedeeltelijk verbod op clusterbommen in.
Zelden een afscheid meegemaakt waar men zo dicht bij de essentie kwam. Liefde is god, god is Liefde. Of men nu Israeli, Palestijn, Vrijmetselaar Protestant, BV of onbekend is doet er dan niet meer toe. Want het alomtegenwoordige is Liefde. Jammer dat de beelden van de op de plechtigheid aanwezige cameraploeg waarschijnlijk niet tot in het Midden-Oosten zullen geraken. Vaarwel Piet, je bracht ons voor een laatste keer samen.
Op zich is het merkwaardig dat u hier bent. Immers, ik maak geen promotie, heb geen personeel, geen prijzen, geen producten.
Wat zoekt u hier dan, wat hoopt u te vinden ?
U bent immers terecht gekomen op een blog die er in de eerste plaats gekomen is uit eigenbelang. Laat me dat meteen maar toegeven.
Wil u met mij op deze blog in discussie of dialoog treden ? Wist u dat 80% van onze dagelijkse gesprekken bestaat uit puur sociale communicatie à la "het is warm hé" en "goede morgen, alles OK ?" ? Gaat u maar even na hoe vaak u vandaag alleen al die 2 zinnetjes of gelijkaardige hebt gebruikt.
Wanneer dit minder dan 80% van uw gespreksduur was, behoort u waarschijnlijk tot een groep mensen die door anderen in het beste geval saai en in de meeste gevallen vreemd genoemd wordt. Of u behoort tot een strenge kloosterorde en bent helemaal teruggeplooid tot een dialoog met god.
Zo ver wil ik het niet drijven. En wees gerust : u bent meer dan welkom in mijn oase van stilte. Maar ga geen dialoog aan met mij, oordeel niet en ga niet over tot veroordelen of vooroordelen.
Ook niet mocht u zichzelf toevallig tegenkomen op deze blog. Letterlijk dan. Want misschien was of bent u ook wel één van de puntjes die samen mijn levenslijn vormen. En dan is de kans reëel dat ik het met u niet altijd eens was of misschien juist dat we samen wel iets formidabels heb beleefd.
Deze blog bestaat enkel uit die stille momentopnamen en reflecties over wat was, is en misschien nooit komen gaat. Het is in geen enkel geval een eindoordeel over iets of iemand. Want, zoekend als ik ben, heb ik het einde nog niet gevonden. Mijn laatste punt en komma zijn nog niet gezet.
Laaf u dus volop in mijn oase, aan mijn woorden en waarden indien u dat wenst. Maar laat mij na uw komst opnieuw alleen achter met mijn gedachten. Ik heb deze plaats zelf hard nodig om orde in de chaos te brengen, om chaos in de orde te brengen, mijn eigen weltschmerz te beleven.
Heb ik in u de kiem van het denken en dialogeren geplant, verontschuldig mij hiervoor want u loopt voortaan het risico saai en vreemd genoemd te worden Ga dan op zoek, vind een eigen plek, maak desnoods een eigen blog. Laat me weten waar je je pleisterplaats hebt gevonden, ik kom zeker op bezoek. Maar vorm niet samen met mij of anderen een karavaan. Want een karavaan vraagt organisatie, leiders, planning.
En hoewel ik er alles aan zal doen opdat u kan zeggen en schrijven wat u wil, zelfs al ben ik het niet mee eens, hier, op deze plek eis ik het recht op om alleen te zijn en te blijven met mijn woorden.
Zelfreflectie en zelfbevraging liggen immers aan de basis van het vrije onderzoek.
Neen, uw blog moet niet dagelijks worden bijgewerkt. Het is gewoon zoals je het zélf wenst. Indien je geen tijd hebt om dit dagelijks te doen, maar bvb. enkele keren per week, is dit ook goed. Het is op jouw eigen tempo, met andere woorden: vele keren per dag mag dus ook zeker en vast, 1 keer per week ook.
Er hangt geen echte verplichting aan de regelmaat. Enkel is het zo hoe regelmatiger je het blog bijwerkt, hoe meer je bezoekers zullen terugkomen en hoe meer bezoekers je krijgt uiteraard.
Het maken van een blog en het onderhouden is eenvoudig. Hier wordt uitgelegd hoe u dit dient te doen.
Als eerste dient u een blog aan te maken- dit kan sinds 2023 niet meer.
Op die pagina dient u enkele gegevens in te geven. Dit duurt nog geen minuut om dit in te geven. Druk vervolgens op "Volgende pagina".
Nu is uw blog bijna aangemaakt. Ga nu naar uw e-mail en wacht totdat u van Bloggen.be een e-mailtje heeft ontvangen. In dat e-mailtje dient u op het unieke internetadres te klikken.