De meeste mensen hebben het IQ van een kip. Maar
pas op, dan wel een licht gehandicapte kip. Zo ééntje met een geknakt nekje dat
onwillekeurig empathie opwekt door kansloos naast alle graantjes te pikken.
Zonder deze verduidelijking zouden er ongetwijfeld een hoop kippen zich terecht
beledigd mogen voelen omdat ze doorgaans op een hoger verstandelijk niveau
opereren. Nu we er dus zorg voor hebben gedragen niemand
voor het hoofd te stoten, kunnen we de stelling eens verder onderzoeken. De
beste manier om dit proefondervindelijk vast te stellen is door op een
willekeurig moment de openbare weg op te trekken. De op- en afritten rond grote
stadsringen zijn daarvoor een uitgelezen plek, maar je kan het ook al dichter
bij huis waarnemen. In mijn geval is het de uitrit van de parking van de
supermarkt, een (eigenlijk veel te) smalle doorgang die uitkomt op een eenrichtingsstraat. Het principe lijkt simpel. Uitrijdende autos
draaien naar links, inrijdende autos komen van rechts. Om onduidelijke redenen
blijkt dit echter allemaal niet zo simpel te zijn. Het is mij meer dan eens
overkomen dat ik klemgereden word door een van rechts komende wagen. Meestal
zit daar dan een goedmenend huisvrouwtje in, dat eerlijk is eerlijk
wellicht heel veel expertise heeft op het vlak van binnenhuisinrichting,
cakebeslag en potpourri, maar jammer genoeg voor deze situatie het 3D
inzicht en technisch vernuft heeft van een egel. Dit gaat dan meestal gepaard met een
vertwijfelde blik die zegt ik moet daar in!. Dat is mij op dat moment ook wel
duidelijk natuurlijk. Maar omdat er in die blik helaas niet direct een
openbarend lichtje opduikt dat haar plots vertelt dat de hele doorgang vrij zou
zijn als ze mij gewoon door zou laten, rij ik dan maar wat ongemakkelijk achteruit
om na een hoop wringwerk de omslachtige passeerbeweging te voltooien. Het
vrouwtje stuift, zichtbaar opgelucht, de parking op waar nu ongetwijfeld nieuwe
gevaren op haar wachten. Ik draai naar links en rij weg. En bedenk dat
ik mijn tweejarige neefjes misschien best al eens zon speelgoedhuisje koop
waar je blokjes in verschillende vormen in moet proberen te duwen.
Ik was ziek. Het waarom doet dan eigenlijk
weinig ter zake. Misschien omdat er vorige week een baby in mn gezicht had
geniest, misschien door het miezerige kutweer, wie zal het zeggen? Dat laatste
had ook niet zo verrassend hoeven te zijn, aangezien HBO nu toch al maanden de
weersvoorspelling Winter is coming de wereld in spuide. Waarom luisteren we
ook nooit naar alwijze Amerikaanse zenders tot het te laat is? In ieder geval, ik was ziek en zodanig verzwakt
dat ik naar alle waarschijnlijkheid zelfs een middelgrote pluche teddybeer niet
van mij af zou kunnen vechten. Misschien moest ik maar eens iets eten. Mijn
gevoel zei mij dat ik deze strijd niet ging winnen met opnieuw een soepje of
een beschuitje. Nee, ik moest iets degelijks naar binnen krijgen. Een mens
denkt dan al gauw aan de frituur. En de denkende mens had toch zo maar eventjes
de hele planeet veroverd ondertussen, wie ben ik om hem tegen te spreken? Dus
daar sta ik dan in de frituur. Ik heb net besteld en probeer zorgvuldig mijn
stervende zeehond imitatie te dempen met mn mouw. Niemand heeft graag een
wereldepidemie op zijn geweten. Ik kijk
naar buiten en zie plots een bekend gezicht. Yep, dat is ze, dezelfde vrouw die
bij 75% van mijn frituurbezoeken ook de zaak komt binnenlopen. En met vrouw
bedoel ik eigenlijk: éénmanskudde triceratopsen. Terwijl het langs mij door
kwam gerold/gedenderd, bedacht ik onwillekeurig dat één van die bovenbenen met
gemak de Hoover dam zou kunnen stutten. Wat mij verder ook opviel was dat er
bij dit personage nooit enige terughoudendheid was bij het bestellen van eten. Een
berehap, nee doe maar twee, drie grote frieten, met mayonaise, ketchup en
verrassingssaus, vier frikandellen, twee hamburgers en nog een extra potje
mayonaise. Bij andere gelegenheden had ik al eens het genoegen gehad haar
dochter te aanschouwen, wat ook al een aardig triceratopsje was. De reden
daarvoor lijkt mij verband te houden met het hierboven vermelde percentage. Nu probeer ik niet te beweren dat ik een
lichtend voorbeeld en een heilige van de gezonde voedingscultus ben, verre van.
Maar mocht de kans reëel worden om aan de Noordzee geharpoeneerd te worden door
een verdwaalde Japanse walvisvaarder, zou ik misschien toch mijn 2x per dag
naar de frituur beleid nog eens herbekijken. Misschien ben ik dan uiteindelijk toch nog niet
zo ziek