Laten we bij het aansteken van de eerste kaars op de adventskrans bidden:
Goede Vader, in deze advent worden wij ons weer meer bewust van alle vragen en verwachtingen in ons leven.
Wij willen proberen het antwoord op deze vragen niet zozeer te gaan zoeken in luxe, comfort en macht die toch niet blijvend zijn, maar bij U, God, die ons diepste geluk wil.
Help ons daarom meer tijd te maken voor stilte, bezinning en gebed.
Doordring ons van uw blijde boodschap.
Maak ons geestdriftig als Jesaja zodat wij medemensen nieuwe moed kunnen geven.
Kom ons te hulp, want allen zijn wij onmachtig.
Vervul ons met een groter geloof en met uw Geest die ons in staat stelt uw komst voor te bereiden. Amen.
In het Evangelie van de 33e zondag door het jaar horen we de gelijkenis van de talenten.
God heeft aan elke mens talenten gegeven die we mogen gebruiken.
Zijn we content met onze talenten? Hoe gaan we ermee om? Kunnen onze talenten ons ook helpen om ten dienste te staan van onze medemens?
Bovenop onze talenten kregen we van God nog een heel bijzonder talent. Het talent om iemand lief te hebben. Een schitterend talent waarmee we een ander, onszelf en God gelukkig kunnen maken.
Wees je bewust van het al het mooie wat je hiermee kan doen.
Gebruik dit talent. Daar wordt de wereld weer een stukje mooier van. En God ziet dat het goed is.