"Chris, is het voor u ok als we hand in hand lopen?"
De vraag alleen al doet haar bijna in katzwijm vallen. Haar hart gaat wild tekeer, haar hoofd duizelt en duizenden vlindertjes fladderen vrolijk rond in haar buik.
"Ben, tuurlijk zou ik dat heel fijn vinden. Maar zijt ge zeker dat ge dat echt wilt?"
Teder en vol goesting neemt hij haar hand in de zijne en zo kuieren ze rustig verder door Ter Kameren. Het is een zonovergoten zaterdagnamiddag en het fraaie bospark wordt bevolkt door picknickende families, verliefde stelletjes en groepjes jongeren die op een leuke manier hun tijd verdrijven. Nagenoeg constant voelen ze verwonderde, geile of jammer genoeg soms ook jaloerse blikken branden op hun rug. 't Is ook geen alledaagse combinatie : een als een door de wol geverfde maar niettemin nog zeer appetijtelijke luxehoer geklede madame uit de Brusselse haute bourgeoisie en een minstens twintig jaar jongere beau garçon met exotische roots. Toch vormen ze onder hun beidjes als vanzelf een stralend, iets majesteitelijks hebbend koppel dat niemand onberoerd laat.
"Mag ik u nog iets vragen?"
"Ik ben geen maagd meer, als het dat is wat ge wilt weten."
Haar gevatte opmerking tovert een brede lach op zijn gezicht.
"Miljaar! Dat valt mij tegen. 'k Had zo gehoopt dat ik u onbevlekt tot mij zou mogen nemen."
"Da's dan dikke pech. Bij deze licht ik u officieel in : ik ben geen heilig boontje."
"Awel, nu efkes serieus : dat klinkt mij als muziek in de oren. Ik ben op zoek naar een dame die van wanten weet, niet naar een ersatz-Moeder Mariake."
"Beste Ben : I'm your man. Ik bedoel : I'm your woman."
("Wat een vette stoot. Niet alleen crimineel supersexy, ge kunt er nog plezant mee zeveren ook. Z'is verdomme niet op haar mond gevallen.")
Hij sommeert haar om te gaan zitten op een bankje. Ze kijken in elkaars ogen en geven zich over aan hun brandend verlangen. De zoen is hevig en onstuitbaar, als een dam die voluit breekt onder de niet te houden druk. Hun gloeiende tongen wentelen en draaien om elkaar heen als kronkelende slangen. Hij wil onder haar jurkje gaan maar ze houdt hem tegen.
"Niet doen, schat. Niet hier. Er is te veel volk."
"Sorry, ik ben buiten mezelf."
"Ik wil ook, maar we mogen geen domme dingen doen."
Hij sluit zijn ogen en ademt een keer diep en traag in en uit. Als oudste van de twee is het Chris die het hoofd koel houdt.
Het is reeds tegen middernacht wanneer Albert Vander Swaelmen zijn immer felblinkende mercedes de garage van zijn in Watermael-Bosvoorde gelegen "villa à trois façades" binnenrijdt. In de living treft hij zijn vrouw Annette aan, languit neergevlijd in een verleidelijke pose op hun statige driezitssofa. Haar voluptueuze lichaam zit op bekoorlijke wijze ingepakt in pikante zwarte lingerie van Christian Dior. Inclusief jarretelles en kousen met kanten boord. Hij lacht haar even flauw en vermoeid toe.
"Ma chérie, ik heb heel hard gewerkt vandaag. Ik ben doodop..."
Deze woorden zijn voldoende om Annette helemaal de moed in de genaaldhakte schoenen te laten zinken. Een hele dag lang is ze er mee bezig geweest om haar wederhelft des avonds bij zijn thuiskomen een behaaglijke verrassing te bezorgen. En dan krijgt ze deze teleurstellende reactie op haar bord. Haar lach zakt weg en haar ogen worden waterig. Een traan rolt over haar wangen...
("Het is allemaal zo uitzichtloos. Deze man houdt van iemand anders.")
"Waarom ween je nu? Je bent heel mooi maar ik kan gewoonweg niet meer. Het was een stresserende werkdag."
"Och Albert, je ruikt zelfs naar haar."
"Hoe bedoel je?"
"Stop toch met die komedie. Denk je dat ik niet weet dat je weer bij die zwarte hoer was?"
"Bedoel je Sandra?"
"Ik zei : stop met die komedie."
"Hoeveel keer moet ik u nog zeggen dat ik niets meer met Sandra heb. Ik heb daar een streep onder getrokken. Ik word hier zo moe van."
Op dat eigenste ogenblik hakt Annette de knoop door. Ze trekt haar snotterende neus op, veegt met de rug van haar hand de waterlanders weg en besluit om vanaf nu op zoek te gaan naar echte liefde. Puur en onversneden.
Leyla en Yasmine. Hartsvriendinnen en Maghrebijnse beauties. Nippend aan een verfrissend wit wijntje in de fraaie, lommerrijke tuin van restaurant De Notelaar. Hoewel nog net gelegen op grondgebied Anderlecht, heeft deze plek meer de rustige landelijkheid van het Pajottenland dan de nerveuze drukte van onze hoofdstad. De meisjes komen er regelmatig omdat ze er, als vooruitstrevende moslima's, ongestoord iets kunnen nuttigen zonder al te zeer op hun hoede te moeten zijn voor de verwijtende of seksistische blikken of opmerkingen van mannelijke geloofsgenoten.
"Ik weet het, 't is niet evident. Maar ik ben nog niet met hem naar bed geweest of zo, we hebben alleen maar gezoend."
"Niet evident? Leyla toch, zo'n relatie betekent gewoonweg een garantie op een hele zak problemen. Beseft gij wel goed waar ge aan begint?"
"Ten eerste, ik heb nog helemaal geen relatie met Michiel en ten tweede, we leven toch in 2013, of niet soms?"
"Michiel, heet hij zo? Wat een rare naam."
"Het is de vervlaamsing van Michel."
"En, hoe hebt ge hem leren kennen?"
"Op de campus van de unief. Ik zat op een bankje mijn notities wat na te lezen en hij kwam naast me zitten. We zijn beginnen praten. Hij studeert geneeskunde."
"Oh la la. Een dokter in spe. Nu probeert ge wel een hele dikke vis aan de haak te slaan. Hebben jullie daar op dat bankje gekust?"
"Neen, neen. Dat zou ik nooit doen, een jongen van de eerste keer kussen."
"Allé, dan was 't van de tweede keer?"
Een blos verschijnt op Leyla's bevallige gelaat.
"Ja..."
"O gij hitsige lellebel..."
"Mà Yasmine, hij is zo knap, zo sportief, zo intelligent. En hij kan zo goed luisteren..."
"Lap, ik hoor het al, ge zijt verliefd. Maar hoe zit dat nu met u en Ben?"
"Ik weet het niet. Sinds hij zijn studies heeft stopgezet en gaan werken is in de Footlocker zijn we uit elkaar gegroeid. Hij is zo...zo weinig ambitieus."
"Wilt gij een rijke vent misschien?"
"Neen, dat niet, al is het wel mooi meegenomen. Ik wil vooral iemand die vooruit wil in het leven. Iemand die niet kiest voor 't gemak van de status-quo."
"Meiske, ge legt de lat wel hoog."
"Weet ik, maar ik kan niet anders, zo ben ik gewoon."
Karim laat het getal met drie vierde ongeloof en een kwart gespeelde minachting over zijn Marokkaanse lippen rollen. Hij kijkt zijn beste vriend schalks aan.
"Hebt ge misschien de ambitie om gigolo te worden en hitsige ouwe dozen binnen te doen?"
"Man, moest ge erop kunnen, ge zoudt het u geen twee keer laten zeggen. Ik zeg u : c'est une bombe hors-catégorie."
"Hoe dat zo?"
"Haar lichaam, haar kledij, haar make-up, haar parfum...alles...zelfs haar haar."
"Haar haar? Wat is er dan zo speciaal aan haar haar?"
"Lang, mooi opgestoken, perfect gecoiffuurd met de beste producten en...oogverblindend peroxideblond. Kijk, gewoon er nog maar over praten maakt me al wild."
"Oh, mon pot, calme-toi. Straks zit g'hier met een natte plek aan uw kruis."
"Past gij maar op of ik bezorg u een rode plek onder uw neus."
Het gespreksonderwerp en het amicale getits bezorgen hen een fijn gevoel. De zon beschijnt volop hun bolleke en vanop het terras hebben ze een schoon uitzicht op de pittoreske Vijvers van Elsene, enkele jaren geleden officieel verkozen tot mooiste plekje van onze hoofdstad. Een wulpse serveuse zet twee nieuwe blonde leffes op hun tafeltje en neemt de lege glazen mee. La vie est belle.
"En wat gaat ge nu doen met Leyla? Gaat ge haar inruilen voor een desperate housewife op jaren?"
"Leyla zit meer in met haar boeken en haar studie dan met mij. Ik ga vanaf nu eerlijk zijn met mezelf. Parler vrai, tu sais. Ik bedoel : mocht ik op dit moment moeten kiezen tussen wippen met Leyla of wippen met Chris, mijn Woelige Willy zou het wel weten."
"Leyla is toch ook nie mis?"
"Cousin, ik wil Chris. Verstaat ge? Al d'andere pruimen kunnen den boom in."
"Ok, boodschap begrepen. Wil dat zeggen dat wanneer ik de kans krijg om Leyla te...euh...je weet wel...dat ik dan uw zegen heb?"
"Gij smerigen bandiet, 'k had het kunnen peizen..."
Ze lachen en er volgt een korte speelse soulshake. Ben en Karim : twintigers, werkmakkers, ploeggenoten, maar bovenal best friends forever.
Er klinkt best wel wat afgunst door in de stem van Annette. Chris' beste vriendin is immers zelf niet vies van een smakelijk zijsprongetje op zijn tijd. Het feit dat binnen een jaar het zilveren jubileum van haar huwelijk met een Brusselse rijkaard op het programma staat, vormt hierbij geen beletsel.
"Ja...Ik weet ook niet wat er mij bezielt. Geloof mij, 't is een echt fotomodel : slank, gespierd, sportief. En hij heeft een schoon gezicht. Geen babyface of zo, er zit karakter in. En toch ook vriendelijk..."
"Ik hoor het al, g'hebt het goe te pakken."
Er valt even een stilte aan de andere kant van de lijn.
"Maar 't is wel ne "vreemde", Chriske. Ge weet toch hoe veel van die mannen denken over vrouwen?"
"Eigenlijk is 't nen halfbloed. Zijn vader is Congolees en zijn moeder Belgisch."
"En wat doet hij voor de kost?"
"Hij werkt in een schoenenzaak."
"In een schoenenzaak? Da's zoals die vent in die Amerikaanse serie om te lachen, die serie die altijd begon met da liedje "Love and Marriage" van Frank Sinatra."
"Ge bedoelt "Married with Children". Ja maar, 'k kan u wel verzekeren dat Ben er veel beter uitziet dan die Al Bundy."
"Meiske toch, ge lijkt nu al verliefd tot over uw oren. Wees eens eerlijk : is er nog niks gebeurd tussen jullie twee?"
"Maar neen, 'k heb het u toch gezegd : we hebben alleen maar gebabbeld. Bij het doorgaan heeft hij mij wel een klein kuske op de lippen gegeven."
"O la. En...? Hoe voelt dat, zo ne jonge zwarte kussen?"
"Zeg, ge moet u vooral nie generen."
"Tut tut, antwoorden op mijn vraag."
"Annette, het voelde gewoonweg zalig. Zijn lippen zijn zacht en smaken naar meer. Veel meer."
"Als ik u was, 'k zou toch eens een thermometerke onder mijn oksel steken. 'k Voel de hitte tot in mijn oor."
"Ge zoudt hem eens moeten zien, dan zoudt g'het verstaan."
"En, hebben jullie iets afgesproken?"
"Morgen gaan we een wandelingetje maken in Ter Kameren."
"Wat? Gaan jullie morgen kameren?"
"Allé, zotte doos, g'hebt mij wel verstaan."
"Is da niet een beetje gevaarlijk? Misschien loopt daar bekend volk rond. Ze hebben goe weer afgegeven en 't zal er dus bakske vol zijn."
"'k Zal wel uit mijn doppen kijken."
"Ma Biche, daar gaan vodden van komen. 'k Voel het aan mijne kleinen teen."
Hij schuift de stoel galant onder haar bips. Happy en verward tegelijk glimlacht ze hem toe. Hij glimlacht vriendelijk terug en gaat tegenover haar zitten.
"Hoe heet je?"
"Wel, Ben, ik heet Chris."
"Tiens, Chris is toch een mannennaam?"
"'t Is eigenlijk een afkorting van Christiane, maar dat vind ik te oud klinken."
Ze zijn nog maar enkele seconden aan het praten en het hoge woord is er al uit. "Oud". Het was die vrijdag in mei heet weer. Ze was afgezakt naar het Westland Shoppingcenter, iets wat ze wel vaker doet om haar lege dagen te vullen. Eerst had ze een koffietje gedronken in de "Samoka", recht tegenover de C§A. Daarna bezocht ze al kuierend haar favoriete zaken. Terwijl ze bezig was via een stripje een nieuw parfum uit te proberen, had ze instinctief even opzij gekeken en zijn blik gekruist. Hoewel zeker niet antipathiek, was het een blik waarvan het duidelijk was wat hij inhield. Ze stond als aan de grond genageld. Een zalige lichtheid nam bezit van haar onderbuik en haar hoofd voelde heerlijk ijl. Haar hart begon per direct sneller te kloppen. Hij was op haar afgestapt, had zich voorgesteld als "Ben" en had haar iets te drinken aangeboden. Als in een soort van trance had ze stamelend toegezegd.
"Hoe oud ben je dan?"
"Oei, wil je dat echt weten?"
Dit had ze nog nooit meegemaakt. Ok, er waren nu en dan mannen die haar aanspraken, maar deze was anders. Jonger. Knapper. En...zwart. 't Is te zeggen, chocoladebruin en Afrikaans.
"Toch wel."
"Wat denkt ge?"
Als ladies man weet Ben dat hij deze even traditionele als tricky vraag zeker niet naar waarheid mag beantwoorden. Edoch, hij mag ook niet overdrijven in zijn galant leugentje.
"Ik denk ergens eind de dertig, begin veertig."
"'k Vrees dat g'er een paar jaartjes moogt bijdoen."
"Vijfenveertig?"
"Ik ben er tweeënvijftig."
("Wow, da's bijna het dubbele van mijn leeftijd. Kan mij geen zak schelen : je bent een lekker wijf en ik wil je.")
"Meent ge dat? Tweeënvijftig?"
"Nu hebt ge zeker spijt?"
"Waarvan?"
"Awel, dat ge me hebt meegevraagd."
"Neen gij. Bijlange niet. Ge ziet er verdorie heel goed uit."
De jonge man had haar opgemerkt op het moment dat ze de Zara binnenstapte en was per direct gegrepen door haar bekoorlijke uiterlijk. Ok, een duidelijk leeftijdsverschil viel niet te ontkennen, maar de impact van deze bedenking verviel in het niet bij het aanschouwen van haar romige lijf dat helemaal tot zijn recht kwam in de strakke, flinterdunne en ongetwijfeld zeer dure zomerjurk die het omspande.
"Maar ik kan uw moeder wel zijn."
"Doet er niet toe. Laat ons over iets anders praten. Zijdt ge getrouwd, hebt ge kinderen, werkt ge?"
"Ik ben getrouwd. Ik heb één dochter, maar die is het huis al uit. Ik heb geen baan. Van opleiding ben ik verpleegster. Mijn man heeft mij indertijd na de geboorte van Estelle gevraagd om te stoppen met werken en thuis te blijven voor de opvoeding. Vandaar..."
"Er klinkt wat spijt door in uw stem..."
"Als ge zo hele dagen thuis blijft terwijl 's morgens de anderen vertrekken, op den duur hebt ge de indruk dat het echte leven aan u voorbij gaat, dat g'er niet meer bijhoort."
"Waarom hebt ge dan toegezegd?"
"Wel, aanvankelijk zag ik het wel zitten. Niet meer die constante stress, gewoon rustig ervoor zorgen dat de ménage draait en op orde is. In de eerste maanden was dat ook wel zo, maar na verloop van tijd begint dat leeg aan te voelen."
"Wat doet uw man voor werk?"
"Hij is CEO."
"Oh la. Dan verdient hij goed zijn boterham."
"'t Is geen sukkelaar."
"Van wat voor een bedrijf is hij CEO, als ik vragen mag."
"Hij runt een keten van fastfoodrestaurants."
"Fastfood. Dan maakt hij de mensen dik."
"Pas op, 't is zogezegde gezonde fastfood. Een jaar of twintig geleden begonnen er velen die Amerikaanse Mc Donalds-toestanden beu te geraken. Er was zeker nog nood aan een snelle hap, maar de alternatieve tweeverdieners uit de stad wilden wel iets lichters verteerbaar naar binnen spelen dan al die vette burgers. Mijn man is in dat gat op de markt gesprongen."
"Hoeveel restaurants heeft hij dan nu onder zich?"
"Een stuk of veertig."
"Oeps, da's veel. Ik ken uw man niet, maar toch kan ik al twee dingen over hem zeggen : hij is rijk en hij heeft een beeldmooie echtgenote."
Hoewel op 't eerste zicht misschien wat overdreven, voelt de elegante ondernemersvrouw zich uitermate gevleid door dit compliment. Ze glimt van plezier en voelt zich helemaal gloeien.
("Niet te geloven. Dit kan niet, dit mag niet... Maar hij is zo... Zou hij mij echt willen?")