Ik ben Bo en deze blog is opgestart toen ik platte rust kreeg voorgeschreven tijdens mijn zwangerschap op 19 januari 2010. Twee dagen later, op 27 weken zwangerschap, is mijn vierde kindje 'Daan' geboren. Mijn blog is sindsdien mijn uitlaatklep om mijn verhaal en gevoelens kwijt te kunnen. Na deze hectische periode is deze blog verandert in het wel en wee van onze familie.
Hoe meer dagen er voorbij gaan, hoe meer herinneringen er naar boven komen.
Wanneer we vroeger op bezoek gingen bij mémé en pépé, gebeurde het regelmatig dat we er ook bleven slapen. We wisten al op voorhand dat we ons 's morgens konden verheugen op een lekkere tas warme chocomelk en een boterham met siroop of duo chocopasta. dat was het eerste wat mémé vroeg als we met onze kleine oogjes de trap afkwamen in de keuken. "Moet je een warme tas chocomelk hebben?" Aan de grote tafel konden we allemaal samen zitten, Roderik (mijn broer) zat meestal aan het uiteinde. Als er nog neefjes waren bij mémé, was dat zelfs het plaatsje waar wel eens ruzie om durfde gemaakt worden. In de grote inkomhal stond een piano waar we regelmatig eens op tokkelde, het liedje 'broeder jacob' werd er meermaals op gespeeld. In die inkomhal stond ook een grote trap naar de eerste verdieping. Regelmatig liepen we dan rond langs die trap naar boven en langs de trap van de keuken terug naar beneden. Dat geloop op die trappen was niet altijd naar mémé haar zin, maar echt boos was ze nooit. Ik kan me zelfs niet herinneren dat ik mémé ooit boos heb gezien. Een wijzende vinger dat wel, maar boos... Nee, nooit. Iets verderop was er een klein winkeltje met beleg, conserven en snoep. We kregen van mémé dan 20BFr en konden een hele zak snoep gaan kopen. Als ik me niet vergis noemde het vrouwtje van het winkeltje 'Maria', ze liep wat voorover gebogen, maar baatte haar winkeltje nog met alle plezier uit. Als ze ons zag aanlopen zei ze: 'ben je daar weer van Leuven?' Met het ouder worden, zijn ze verhuist naar hun appartement niet zo ver van het grote herenhuis. Niet alleen mémé en pépé werden ouder, maar ook de kleinkinderen. Stuk voor stuk groeiden we op en begonnen ook wij aan ene gezin. Ik was misschien niet de oudste van de hoop, maar wel de snelste... De eerste die trouwde en die een kindje kreeg. 2 jaar nadat mijn zoon geboren werd, beviel ik van een dochter. Het eerste viergeslacht van de familie sinds enkele jaren. Wat later begonnen ook de andere neven en nicht aan kinderen en al gauw werden mémé en pépé trotse overgrootouders van 11 kleine pagadders, waaronder nog een tweede viergeslacht aan de jongenskant. Op bezoek gaan bij mémé en pépé met de kindjes was best vermoeiend, maar altijd zo plezant. Mémé maakte steeds een ardeens gebraad klaar met boontjes en kroketten. Gewoon omdat ze wist dat ik dat zo graag eet. Mémé maakte ook altijd veel te veel klaar, ze had maar schrik dat we te weinig zouden hebben. Als dessert kon ze lekkere taart bakken, vooral haar frangipannetaart is subliem. Ook de kinderen smulden lekker mee. Ik denk dat ik haar recept ondertussen een jaar of twee, maximium, in bezit heb. Een recept dat ik al meermaals gebruikt heb en dat ik zal doorgeven aan mijn dochter als de tijd er klaar voor is. En telkens wanneer we nu een frangipannetaart eten, zal mémé weer in ons midden zijn.