Je ziet ze nog zelden deze 2CV of deux chevaux(twee paarden)van citroën, beter bekend als het lelijk eendje of in Vlaanderen als de geit, een geweldig wagentje die je bracht waar je zijn moest, een van A naar B auto, ietwat spartaans, dat wel, maar voor miljoenen mensen ooit de auto van hun dromen.
Het wagentje liep voor het eerst van de band in 1948 en tot 1990 bleef hij in productie, wat zo een 5.3 miljoen wagens opleverde, niet enkel in deze uitvoering als bestelwagentje, die door de boeren uit ons dorp gebruikt werd voor het aan huis leveren van melk en petatten. Maar ook als gezinswagen met een dak in vinyl die je van voor tot achter kon openschuiven, een (sport)coupé zeg maar.
Ooit heb ik er ook mee gereden, en het ding liep zelfs vrolijk bij een dikke laag sneeuw door zijn toen vooruitstrevende voorwielaandrijving. De auto was speciaal voor de doelgroep van de landwerkers bedacht, en de gedachte er achter was dat de auto de boer en boerin konden vervoeren, over de in die tijd erg slechte wegen, zeker op het platteland. Hij zou ook nog een geit in het achtergedeelte moeten kunnen meenemen, of enkele zakken petatten, en een mand eieren heelhuids op de bestemming brengen, zelfs als er over omgeploegd land gereden werd, wat door de zachte vering geen probleem was.
Verder was het een zuinige auto, mede door het lage gewicht, betrouwbaar ook en goedkoop in aanschaf. Spartaans, omdat de zetels voorgevormde buizen waren met een zeil overtrokken, de verwarming enkel de vooraan zittenden kon verwarmen, de ruitenwissers miniscul waren, en de ramen naar buiten klapten inplaats van naar beneden draaiend. De versnellingspook stond vooraan op het dashbord, en daar de eerste versnelling niet gesyncroniseerd was , moest je al volleerd kenner zijn om zonder kraken te schakelen. Snel was ie ook niet zodat het wat duurde voor je aan 120 km per uur kon bollen. Maar het was leuk rijden, de doelgroep , de boeren dus waren er weg van, het was een werkwagen, en door de hoge dakrand kon de heer des huizes zelf met hoed op in de auto stappen. Ook dokters, politie en winkeliers vonden het wagentje passend voor hun beroep. De jongeren waren er vanaf de flower power verslingerd op, ook was de afwerking en mechaniek steeds verder verbeterd in de loop der jaren en nu, meer dan 20 jaar na het uit productie nemen, lopen er nog altijd rond. Vertroeteld door de bezitters als was het hun vrouw in de beginjaren van het huwelijk. Ik hield er ook van, maar liet mij jammer genoeg, meeslepen met de massa, en kocht mij nadien altijd maar een meer dikkere wagen, want dat was in, glimmende overpowerde bolides, volgestouwd met allerlei eigenlijk overbodige snufjes.
Niet meer die kleine gezellige karretjes, die meewarig werden bekeken door de kudde , steeds meer welvaart kennende midden en hogere klasse rijders, die ook steeds sneller wilden vooruit komen, met vele zwaardere ongevallen als resultaat.

|