Zondag 8 september
Op zaterdagochtend, na een nachtvlucht die aaneen hangt van
hazeslaapjes, is de zonsopgang boven Ethiopie mn eerste kennismaking met
zuidelijk Afrika. De diverse tinten groen wisselen elkaar af en vormen een
prqchtig geheel. De hutjes, sommige alleen, andere met enkele samen, maar
steeds in een kraal zoals ik het enkel ken uit de boeken. De blokkedozen net
buiten Addis Ababa vormen telkens een geometrisch geheel.
In Kilimanjaro Airport landen ze op het voorziene uur!
Grappig om te ervqren dat je er zonder gele boekje niet inkomt! Op de vraag
waarom van een engelse touriste antwoordt haar reisgenoot dat ze hier bang
zijn dat we vieze ziektes hun land zouden insmokkelen J.
De supervisor van Samaritan Village (Village) staat me
keurig op tijd op te wachten om me met
hun busje, na een tussenstop in Arusha City (waar ik de opbrengsten van de
benefiet veilig opberg) naar het weeshuis te brengen. Het laatste deel verloopt
over een onverharde weg vol putten en bulten, gewoon Afrikaans zeg maar. Ik
waan me in een documentaire. Nieuwsgierige blikken volgen ons zodra we de oprit
van de Village oprijden. De stoersten onder de kiinderen staan klaar om me te
verwelkomen, elk op zn eigen manier.
De eerste nachten zou ik in het Weeshuis blijven, nadien
zien we nog wel. De Village bestaat uit 2
gebouwen: 1 voor de kinderen (slapen,
eten, spelen,
) en 1 voor de mensen die er werken (vaste medewerkers en
vrijwilligers)en wwar ook de studeerruimtes ondergebracht zijn. De kamer die
bedoeld is voor 4 personen maar waar ik alleen logeer bevalt me best. Wanneer
Josaphat, de supervisor, me doorheen de Village loodst komen we automatisch
tussen de kinderen. De vragende blikken en woorden (die ik niet begrijp in hun
Swahili) spreken toch boekdelen. Elke kennismaking is voor hen welkom. Al gauw
halen ze hun beste Engels boven en vertellen (roepen) ze me hun namen). Hoe zal
ik die ooit onthouden !! Er zijn ook 3 babies op dit ogenblik: Lightness,
Sunday en Oisa. Vanaf morgen zou ik worden ingeschakeld in de dagelijkse werking,
zo zal ik hen zel beter leren kennen.
Inmiddels staat mn uitgestelde lunch op me te wachten. Niet
direct wat ik zelf zou uitkiezen, maar ik laat het me toch smaken en dit hoort
nu eenmaal bij het geheel. Ik meen saka saka te herkennen en een brijtje waar
gegarandeerd linzen of aanverwante in verwerkt zijn.
Inmiddels is het zondag geworden. Of het daaraan te wijten
is dat hier zowat van 5 tot 6 religieuze Afrikaanse liederen door de Village
galmden weet ik niet. Als t morgen weer zover is zal dit wellicht elke dag het
zelfde ritueel worden! Ik had er vanmorgen geen last van, ik vond het zelfs nog
genietbaar, zeker toen ik merkte hoe vroeg het was en ik besefte dat ik best
nog wat kon slapen. Na mn ontbijt dat door 1 van de oudere meisjes naar de
eetruimte van de vrijwilligers was gebracht zou ik ook aan de slag gaan.
Josaphat die me een programma zou bezorgen was in geen omtrekken te verkennen. He
is praying is steevast het antwoord op mn vraag waar hij vertoeft. Ik heb het
gevoel dat hij ze goed gedrild heeft,
die kerel heeft tot na 2 PM gebeden !! J
Die komt nog in de hemel J
Mn eerste ervaring van het weeshuis is
. grote chaos. Elke
vorm van structuur lijkt hier te ontbreken. Anderzijds valt het me op dat de
groten goed voor de kleintjes zorgen, ze helpen met het huishouden (wassen,
plassen, poetsen, koken, kinderen wassen,
) Eigenlijk is het hier (in het huis van de
kinderen) smerig. Vandaag werd hier al 2x gepoetst en binnen de kortste keren
is er niks meer van te merken! Er blijkt ook een hierarchie onder de kinderen
te heersen. De kinderen zien er gelukkig uit, of tenminste zeker niet
ongelukkig.
Na het middageten was het tijd om de speelgoedjes uit te
delen. Ik vroeg Josaphat hoe we dit best zouden aanpakken, bang dat ze allen
hetzelfde hondje of beer zouden willen en het in een grote ruzie zou eindigen.
Niks daarvan: ze kwamen allen samen in het kleine kantoortje van father
Josaphat die aangaf wat de kinderen konden krijgen. En zie
zoveel blije
gezichten: een petje, een beertje, een bal,
op dit eigenste moment zijn ze
helemaal ingenomen.
Een van de volgende dagen ga ik mee aankopen doen en wat
extra voor de kinderen kopen zodat ze net iets meer te eten hebben dan het
weinige vlees dat nog aan de kippeboutjes hangt. Rijst en groenten zijn er in
overvloed hoewel ik geen idee heb van wat die groentenbrij eigenlijk bevat.
Bananen en papaya komen uit eigen tuin net als wat groenten.
Maandag begint voor de meeste kinderen de schoolweek. Enkel
de babys en kleintjes, Eliah, Isaac en Baraka blijven thuis en houden zich
bezig/hangen wat rond. Ik help vandaag met poetsen van de leefruimte. Het was
me de voorgaande dagen al opgevallen hoe vaak hier gepoetst wordt: 2 x/dag met
nat! Resultaat: de tijd van het opdrogen en de volgende 5 min (bij wijze van
spreken, maar t z al niet veel langer zijn) zijn de enige momenten dat het
hier proper is. Dan begnt alles opnieuw:al het stof van buiten wordt bij de 1e
stappen binnen gebracht en binnen de kortste keren zie je niks meer van het
poetswerk. Dat zet me aan het denken. Met de supervisor bespreek ik het idee om
de kinderen te leren hun schoenen uit te doen wanneer ze binnen komen. Een
schoenenrek op de porche (open veranda) zou
handig zijn.
Wat later zil ik de vaat afdrogen en vind daarvoor 1 van de
4 of 5 handdoeken die het weeshuis rijk is. Op het boodschappoenlijstje dus te
noteren, net als vaatdoeken.
Tijdens de ochtendklussen laten de babys van zich horen, ze
zijn wakker en spelen wat in hun bedje. Die staan met 3 samen in het kleine
kamertje waar amper daglicht is. Geen kans voor een goed ronde (zo zijn de meeste mamas hier) mama om bij
het 3e bedje te geraken
te klein dat kamertje. Ik opper het idee bij de aanwezige
mamas om een park te voorzien zodat de babys bij de andere kinderen en mamas
kunnen spelen en toch wat beschermd zijn. Dat concept is hun helemaal vreemd
maar kan rekenen op heel wat enthousiasme. Nu dus op zoek naar een schrijnwerker
die zowel dat park als de schoenrekken ineen kan timmeren.
In de namiddag ga ik opnieuw de stad in en ontmoet er in de
Via Via, David, een tour guide. Tour guides zijn er bijna op elke hoek van de
straat, althans in deze buurt, allen proberen ze je te winnen om een safari bij
hen te boeken. Als ik hem vertel dat ik met het idee speel om een excursie te
organiseren voor de oudste kinderen is hij nog steeds geinteresseerd. Op mijn
vraag wat ze later wilden worden kreeg ik van sommigen te horen dat ze tour guide
wilden worden. Toen ontstond het idee om met hen een game drive te maken. Voor
de jongeren blijkt een daguitstap naar een meer in de buurt een aanlokkelijke
uitstap. David heeft me beloofd een offerte te maken voor de 2-daagse excursie
waarbij we in tenten zullen overnachten, een kok zou ook meereizen. Als ik
Josaphat hierover spreek is hij helemaal mee.
Dinsdag, ik heb met Josaphat, de supervisor, afgesproken om
hem te vergezellen wanneer hij inkopen gaat doen voor het eten. Extra fruit en
groenten, wat koekjes, chocolade,
ik zie wel wat we vinden. Toen ik
eergisteren terugkwam van de stad (Arusha dus) met een grote doos koekjes, straalden
ze. Het viel me op hoe 1 van de oudsten met de mama ging overleggen wat er met
de koekjes zou gebeuren. Conclusie: bewaren voor bij het ontbijt van s
anderendaags. Geen graaicultuur bij de kinderen te zien. Ik heb al mogen
ervaren dat de kinderen heel beleefd en dankbaar zijn. Hoewel op sommige vlakken
is er nog veel werk aan de winkel (volgens onze normen) maar dan denk ik vooral
aan hygiene (ik vind hier geen trema op dit qwerty-klavier).
Tot zover het eerste verslag, er volgt gauw meer hoewel ik
voor de update naar een internet café moet, in de Village is dit geen
evidentie. Ik probeer morgen of overmorgen tijd te maken om wat fotos te
posten.
10-09-2013, 00:00 geschreven door Els 
|