Wanneer de foor voor de deur staat of de kermissen eraan komen, denken wij vaak aan vrienden die wij vroeger veel zagen op de foor of in de dancings en zangcafés en die ons voor eeuwig hebben verlaten. Sommigen van hen zijn reeds lang vergeten, anderen blijven door ons hoofd spoken en zijn niet weg te cijferen uit onze gedachten.
Voornamelijk diegenen die zich vertoonden in cafés of op toneel, hetzij als zanger, hetzij als entertainer. Wij denken vaak aan LucyMonti, aan de BredenaarJeromeDepoorter, aan Léonard, de bezieler van de vooroorlogse oostendse revues, en aan de gebroeders Lingier.
Deze laatste hebben wij het best gekend doordat zij woonachtig waren in de Sint Franciscusstraat, in dezelfde woning als mijn grootouders. Charles, de oudste van de twee, was een humorist met veel klasse die in veel schouwburgen optrad als lid van een duo. Hij werkte naderhand een tijdje als politieagent, doch kon zich daar niet aarden, nam ontslag en was nog vaker te zien bij talrijke feestjes.
Albert, de jongste van het broederpaar, was een vrolijke, goedlachse jongen die niets dan vrienden telde. Hij was steeds welgezind en was meestal, na de schooltijd, te vinden op de driehoek ( thans beter gekend onder de meer geciviliseerde naam van Het Pauluspleintje) of in de garre van Wijngaerde , gelegen naast de dancing De Nieuwe zaal Hij vergaste zijn jeugdige toeschouwers op leuke moppen en zelfgemaakte liedjes. Soms kwam hij daar toe met een strohoed op het hoofd en imiteerde er MauriceChevalier of Fernandel. De teksten had hij dan vervangen door eigen gemaakte teksten, steeds in onverbeterd Oostends. Zo had hij bijvoorbeeld het liedje Il y a de la joi omgezet in wit ju gieutwa
Om aldus te declameren of te zingen kroop hij steeds op een aldaar staande platte wagen of op de viskarretjes die de visvrouwen daar hadden achtergelaten.
Zijn grootste successen kende hij evenwel tijdens en kort na de tweede wereldoorlog, toen hij veel te vinden was in Café Prosper, langs de AlfonsPieterslaan en ook aanwezig was bij veel huwelijksfeesten. Aldaar trad hij dan op onder de naam Bertino, doch langs de kaai was hij ook gekend onder de schuilnaam BertenSchuffelet, omdat hij, tijdens zijn optredens, steeds een vlinderdasje droeg.
Hij schreef al zijn liedjes zelf en kopieerde deze dan op een oude stencilmachine, kopieën die hij naderhand probeerde aan de man te brengen. Zelfs heeft hij er enkele, in eigen beheer, op de plaat gezet, doch deze platen kenden geen succes. Zijn eerste grote succes kende hij tijdens de bezetting toen hij een liedje de evacuatie uitbracht op het podium van Café Prosper. Dit liedje, opgenomen als gevolg van de verplichte evacuatie van onze burgers begon met de vraag of iemand een evacuatiebriefje had ontvangen en ging dan verder met deze te verklaren dat hij, bij de boer, iedere ochtend spek en eieren zou krijgen en daarbij ook dubbele rantsoenering zegels. Het liedje viel zo in de smaak dat eenieder erna vroeg en het door eenieder werd meegezongen. Ietwat later verloren wij Bertino uit het oog, daar ook hij moest verhuizen.
Na den oorlog kwam hij terug, steeds even opgewekt en vol levensvreugde en opnieuw konden wij hem vinden op feestjes en tijdens de carnavaldagen bleef hij steeds aan het hoofd van een muziekensemble die de feestelijkheden opluisterde.
Een tweede oostendse hit lag aan de basis van zijn tweede muzikale loopbaan. Bij de overstroming van februari 1953 bewerkte hij de melodie La petite diligence in een Oostendse schlager Oostende oenderwoater dat meteen een zeer groot succes kende, zowel binnen de muren van de kustgemeente als ver er buiten. Vele Oostendenarenhebben dit liedje in hun liedjesboek ingeschreven en dagelijks gezongen, het klonk in iedere huiskamer. Ook de disc-jockeys speelden het plaatje voortdurend, wegens het grote succes en omdat eenieder erom vroeg.
En zo ging het verder met de rest van het refrein en een tweede strofe als toemaat.
Het werd het levenswerk van onze zingende brandweerman die ons te vroeg verliet. Hij stierf op 3 mei 1969, amper 53 jaar oud. Wij denken nog veel aan deze jolige, levenslustige kerel die zeer veel bijval bij zijn stadsgenoten heeft bekomen , zowel als liedjeszanger als aan leider van een muziekensemble die veel feestelijkheden opluisterden.
Hij was altijd welgezind, opgewekt en steeds bereid tot feesten. We denken nog vaak aan hem.
Telkens ik op de HenrySerruyslaan stap en ter hoogte kom van de Middelbare Meisjesschool thans Middenschool 1, doch door de lokale bevolking beter gekend als de EcoleMoyenne kan ik niet nalaten naar het annexe gebouw te kijken en naar de naam die erop vermeld staat In t Hof van Belofte.
Terwijl ik zo keek zijn er mensen die mij vroegen of het de gewoonte was van het stadsbestuur in Oostende om dergelijke naam te geven aan een school. Wellicht wisten die mensen niet dat er daar vroeger een straat liep die de Werfstraat ( thans HenrySerruyslaan) verbond aan de Korte Peperstraat ( huidige Aartshertoginnestraat) en de naam meekreeg Babylonestraat.
Op de plaats van de huidige speelplaats van de school was vroeger een pleintje dat als marktplaats werd gebruikt en waar, in 1841, een nieuwe gevangenis werd gebouwd. Daarin waren een dertigtal cellen alsook een grote zaal voor vrouwelijke delinquenten en wapenkamers.
Naast de gevangenis was het dodenhuisje aangebouwd. De straat naast de gevangenis, evenwijdig aan de Babylonestraat doch niet doorlopend naar de Werfstraat, kreeg de naam mee van Gevangenisstraat.
Gezien de ingebruikneming van t Pandereitje, de provinciale gevangenis te Brugge en de beslissing alle gevangenen daar onder te brengen, werd de gevangenis te Oostende, vanaf 1880, nog enkel gebruikt als doortochthuis en werd het gebouw als kazerne voor de brandweer heringericht. In 1884 werd beslist de kazerne uit te breiden gezien men er het materieel niet kon opbergen.
Tijdens de gemeenteraadszitting van 6 januari 1903 werd besloten een nieuwe brandweerkazerne te bouwen op de hoek van de Babylonestraat en de Werfstraat. Tevens werd gedacht in hetzelfde gebouw een ruimte te voorzien, om te dienen als doortochthuis alsmede een garage voor het stallen van lijkwagens.
Tijdens de zitting van 20 januari 1903 beslist men over te gaan tot de bouw, doch het doortochthuisje over te brengen naar de gebouwen van de gezondheidsdienst ter Leffngestraat.
In de raad van 27 oktober verandert men van gedachte wat betreft de inplantingplaats en werd voorgesteld het gebouw op te trekken op de hoek van de Babylonestraat en de Werfkaai met op het gelijkvloers het arsenaal voor brandweervoertuigen en andere materialen, een stalling voor vier paarden, een keuken voor de manschappen, een uitkijktoren, een plaats waar waterslangen konden worden gedroogd en de woonst voor de bevelhebber.
De slaapplaats voor onderofficieren en manschappen zou zich bevinden op de hoek van de Babylonestraat en de Korte Peperstraat, waarbij een loods wou worden aangebracht tot het bergen van de lijkwagens.
In 1910 dringt de Minister erop aan een nieuwe school op te richten op de gronden tussen de HenrySerruyslaan en de Aartshertoginnestraat zodat de brandweerkazerneen enkele huizen langsheen beide straten moesten gesloopt worden.
De brandweer kreeg een kazerne opgericht op de gronden van het vroegere weeshuis Het Carolinenhof ter Velodroomstraat terwijl diverse huizen, eigendom van de stad langsheen de H.Serruyslaan, Aartshertoginnestraat en Babylonestraat werden gesloopt om plaats te maken voor de nieuwe school . Gezien wereldoorlog I werd het slopen geschorst tot na de vijandelijkheden en werd het gevang en de omliggende gebouwen, tijdens de vijandelijkheden opgeeist door de Duitsers.
De Babylonestraat hield dus op te bestaan, behalve de herberg aan de overzijde van de straat die, jaren later, zou ingepalmd worden bij de uitbreiding van de school en die de naam droeg " In 't hof van Belofte";
De Visserskaai, zoals we die nu kennen, gelijkt niet meer aan de Visserskaai van voor Wereld- oorlog II. Inderdaad, voor deze periode waren er tal van cafétjes te vinden, de ene pal naast de andere. En allen hadden eenvast kliënteel, n.l. de vissersbevolking en de werkers uit de Vismijn. Ja, de vismijn, in de volksmond " de cierk" genaamd, stond toen op de Visserskaai tussen deSt. Franciscusstraat en dePaulusstraat, op de plaats waar de nieuwe sluizen aangemaakt werden die het Montgommerydok met de handelsdokken verbindt. De dagvissers ofte "bootjessjouwers" legden hun vaartuigen vast in het Montgommerydok, terwijl de vloot vissersvaartuigen die langer op zee vertoefden een plaats vonden in de handelsdokken ( toenertijds nog de "bassings" genoemd.). De vis werd er gelost en naar de cierk gebracht om er gemijnd te worden.
Aldus was de hele vissersbevolking samengebracht in de streek tussen de Kerkstraat en de Visserskaai en kon men de mannen dan ook meestal vinden in een van de vele herbergen aldaar. Benevens op de kaai waren ook veel café's te vinden in deSt. Franciscusstraat.
Een dezer herbergen was zeer goed gekend en werd dan ook druk bezocht voornamelijk door de garnaalvissers, het betrof het Café van FlorentineSomers die de eigenaardige naam kreeg van " Café Casablanca". Deze uitbating was te vinden over de toenmalige vismarkt, die gelegen was tussen de Bonen- en Cadzandstraten.
De vrouw des huizes was steeds achter de toonbank te vinden, het betrof een struise dame die goed van de tongriem was geschapen en goed haar mannetje wist te staan tussen de ruige vissers met wie ze evenwel op zeer goede voet stond. Het ging er vaak heel vrolijk aan toe en af en toe werd er zelfs, tussen de tafels, gedanst. Buiten de zeelui was er eveneens een goede klant die er steeds terugkwam, n.l. een kelner van de dancing 'tLaiterietje, dat gelegen was in het Maria Hendrikapark. Deze olijke figuur, wiens voornaam Armand was, was beter gekend onder de lapnaam "Zotten April". Hij kon de mensen uren bezig houden met zijn fratsen en vertellingen en was dan ook zeer gezien bij deganse vissersbevolking. Soms kleedde hij zich in een Spaanse sinorita en reed de ganse stad door in een open koets steeds kushandjes werpend naar verwonderde voorbijgangers. Wanneer hij bij Florentine aan huis kwam was het aldaar steeds volle bak en duurde de avond dan ook zeer lang.
Op zekere dag bracht hij zijn vriend mee " Peerdevlees", een beenhouwer uit de streek nabij hetSt. Catharinaplein, die gekend was als een "chocolade vent", het toenmalige woord voor homo. Toen kwam ook de ware aard van Armand naar boven, ook hij was een choco. Van dan af begon de bevolking hem anders te zien en dat werd meteen de ondergang voor Café Casablanca. De vissers bleven buiten en bezochten andere inrichtingen, de leuke avonden van weleer hadden plaats gemaakt voor vroegere sluitingsuren.
Nochtans waren Florentine's dochters, Yvonne en Gilberte, op een leeftijd gekomen dat jongens wel eens naar hen lonkten. Yvonne had evenwel vrij vlug haar hart verloren aan Fons D. , een slanke jonge kerel die evenwel niet bang was zijn handen vuil te maken, maar ook gekend stond als zijnde van niemand bang. Gilbertedaarentegen was ietwat jonger en was weinig in de herberg te vinden.
Wij zijn al deze mensen uit het oog verloren doordat wij ook een bestaan gingen zoeken op zee , achteraf door oorlogsomstandigheden met krijgsgevangenschap en enkele maanden onder te duiken, en naderhand door ons verblijf in andere delen van de stad.
De Casablanca had evenwel haar klienteel verloren en is nooit meer die aangename verblijfplaats geweest van voor de komst van Peerdevlees.
Dit waren de eerste zinnen van het levenslied gezongen door, onder meer; Bubbeline, Irma Bubbel, LucyMonty, terwijl ook PeteMonty dit liedje op zijn repertoire had vermeld. Het was in feite de Brabançonne van de mensen van de Visserskaai, vissers en visbewerkers, visvrouwen en lieden die in de omgeving woonden. Het werd bij tal van feesten, huwelijken of plechtige communies of in de talrijke cafétjes op de kaai gezongen. Het klonk iedere dag uit de mond van Bubbeline, in het gezellige kroegje aan de Kadzandstraat.
Vele jongeren zullen zich wellicht afvragen waar was die vismarkt gelegen en wat is er op die plaats gekomen ?
De, in heel vroegere jaren, binnengebrachte vis werd door de vissers zelf verkocht wat enkel veranderde door de uitbreiding van de vissersvloot en door het bouwen, tussen de Kadzand- en Bonenstraten van een eerste vismijn. Er was daar, tussen de laatste huizen van die beide straten en de Sint Franciscusstraat, voorbij de aaneengesloten rug aan rug gebouwde huizen van beide straten, een open ruimte die daarvoor in aanmerking kwam en in 1707 werd daar dan de eerste vismijn ingehuldigd. Omstreeks 1835 werd deze mijn overgebracht naar het Mijnplein op enkele meters van de achterzijde van de huizen der Schipperstraat, terwijl de oorspronkelijke plaats vervallen achter bleef.
Geleidelijkkwamen de vissersvrouwen beslag leggen op deze verlaten en bevuilde plaats om er hun waren te koop aan te bieden. Die vis werd dan uitgestald op oude bennen, rotte planken of doodgewoon op de bevuilde aarde bevloering die meer en meer bevuild werd en een smerige stank verspreidde. Voornamelijk de bevuiling en de stank waren de oorzaak vantalrijke klachten van de omwonenden zodat, op 3 februari 1873, de Gemeenteraad besliste een nieuwe, propere en degelijke vismarkt op te richten op dezelfde plaats. Allereerst werd de doordrenkte en stinkende grond uitgegraven en vervangen door betere grond die daarenboven voorzien werd van een waterdichte bevloering.. Op deze degelijke ondergrond kwamen vier rijen stenen tafels en het geheel werd overdekt met een zinken dak steunend op stenen pijlers. De scheidingsmuur, tussen de huizen en de markt werd versierd met een kruisbeeld waar de vissersvrouwen, voornamelijk bij slecht weer, kwamen bidden opdat hun mannen heelhuids uit zee zouden terugkeren.
De vissersvrouwtjes, tevreden met hun gloednieuwe markt , verschenen mooi gekleed aan hun onderscheidene tafels, met wit gehaakt mutsje op het hoofd, dikke zwarte rokken en een zwarte stola op de schouders riepen ze de voorbijgangers aan, in sappig oostends : moeje gin platjes hen, gin kabeljouw of schelvis olles levendig vas, madamtje of munhirtje om bij weigering een hele speech af te steken. Tussenin hadden ze ook nog de tijd om onder elkaar te discussieren.Voor ze de markt verlieten moest alles nog schoon gemaakt werden, maar daar hadden zij een dankbare helper in de persoon van Sara, de aangenomen zoon van de familie Pieters.Tegenover deze markt troffen wij, in de St.Franciscusstraat, de dancing tKeuntje aan waar de jeugdige visserbevolking de benen kwamen strekken en danspasjes aanleerden. Wanneer de dancing de deuren opende stond tegen de stoep van de vismarkt het frietkarretje van derosten Verleye, uit de Schipperstraat. Hij, bijgestaan door zijn zoon Fernand ( na WO.IIbekend als visgroothandelaar) en zij bestelden mooie, lekkere frietjes aan de vermoeide dansers. Fernand bestelde zijn vrienden, waartoe ook wij behoorden, steeds een dubbele portie voor hetzelfde geld.
Toen de plannen werden bekend gemaakt voor een vernieuwd Vissersplein werden de oude rug aan rugstaande huizen van de Kadzand- en Bonenstraten gesloopt en ook de Vismarkt moest eraan geloven. In plaats kwam een brede verbindingsweg tussen de St.Franciscusstraat en het vernieuwde Vissersplein en werden de resterende gebouwen in beide straten gerenoveerd zodat er thans verscheidene horecabedrijven te vinden zijn, allen voorzien van grote terrassen.
Opde plaatsen,in de Kadzandstraat, waar vroeger Zwarte Maria, met haar mooie dochter Marietje, of Bubbeline een herberg hadden waar vele vissers kwamen zijn nu mooiere etablissementen waar ook vreemdelingen zich thuis voelen en waar het gezellig aanvoelt, waar tevens ook wel iets te eten valt. Kortom een mooie verbetering voor onze stad.
Anderzijds bestaat het restaurant van Adelientje, destijds uitgebaat door de familie Chapel, nog altijd doch wel met een nieuwe uitbater. De kleinste herberg van Oostende, de Gepekelde fiege, waar LeonClaeys de scepter zwaaide is daardoor spijtig genoeg verdwenen en met hem de beste kongonootjes van Oostende, en dit vinden wij wel spijtig.
t Hazegras is een wijk opgericht nadat de regering, op aanduidingen van het stadsbestuur, in 1865, Oostende geschrapt had als militair bolwerk. In 1865 werden de vestingwerken gesloopt en lag niets meer in de weg om een nieuwe wijk te vormen. Momenteel is t Hazegras in volle expansie alhoewel enkele oude gebouwen ons nog doen dromen van een tijd die reeds enkele jaren achter de rug ligt. In die tijd waren de talrijke herbergen aldaar een toevluchtsoord voor de militairen, na hun vermoeiende oefeningen in de Kazerne Generaal Mahieu. De meisjes van plezier zorgden er voor de nodige ontspanning. Wij herinneren ons nog Café t Vuurschip, samen met de ernaast gelegen café van de familie Neyrinck, die beiden serieuze herbergen werden genoemd en de pleisterplaatsen waren van werklieden en bedienden werkzaam in het station, alsmede van de porteurs en de trein reizigers. De Café Moerdijk, gelegen inde Fregatstraat, samenkomst van de handelaars van buiten Oostende en waar ook veel Hazegrasnaren een kaartje kwamen leggen. Café De warme bolle ( thans Cafe Den Haring) waar nogal wat sportlui samenkwamen en waar de Flandria Boxing Club een training zaaltje bezat. De talrijke cafétjes met één of meerdere dienstertjes, vaak ook soldatenliefjes genoemd, zoals Het Hollands Huis ( waar Col en Mancheteen tijdlang een kamertje op de tweede verdieping bezette), de Café Au Nouveau Coin en anderen waar de soldaten zowat thuis waren.
Maar de wijk bezat ook enkele danszalen die druk werden bezocht, ook door mensen van stad, waarmede wij bedoelen lui die de Kapellebrug moesten dwarsen om zich naar de nieuwe wijk te begeven.
Een der oudste dancings op de wijk Hazegras is wel Boelings, de danszaal in de Oesterbankstraat, waar de jong vissers, dansend op klompen, verbroederden met de jonge rekruten uit de kazerne Generaal Mahieu . De grote dubbele deur was voorzien van twee grote vensters voorzien van dubbel glas, wat een unicum was in deze tijd. Later werd de zaal overgenomen door de familie Hoornaert en moest het draaiorgel plaats maken voor een orkestje samengesteld uit leden uit het gezin. Vader, August Hoornaert, speelde trompet, zoals hij trouwens deed in het orkest van Zanders en his Boys, dochter Hoornaert speelde sax en haar echtgenoot Donaldwas de drummer van dienst. Af en toe kwam een accordeonist het drietal vervoegen. De inrichting kreeg dan tevens een andere naam, n.l. Petit Casino, maar de meeste mensen hielden het op het vroegere Boelings. Het was een aangenaam zaaltje waar het prettig was te vertoeven en waar er geen geluidsoverlast was., eenieder kwam er graag terug .
tZwaantje, in de Brigantijnestraat, die haar naam dankte aan een wit geschilderde zwaan op een kleine draaiorgel was in feite maar klein, doch had toch een publiek, onder de rekruten, die er vaak terugkwam. Hier voerde de baas, Thiersone, de scepter terwijl zijn echtgenote Clothilde de toonbank voor haar rekening nam en haar zuster vaak de klanten bediende. Als er een viertal koppeltjes op de dansvloer stonden was deze overbevolkt. Ook hier waren de jonge rekruten zeer welkom.
De zaale van Lecomte werd meer dan eens Apekot genoemd en lag eveneens in de Brigantijnestraat. Deze was ietwat groter dan voorgaande zaal maar vanuit het café moest men enkele trappen op om de dansvloer te bereiken. Ook hier kon men slechts met een vijftal paren rustig dansen op de muziek van een draaiorgel. Het was in feite de vroegere werkplaats van de huisbaas Lecomte, die vroeger de stiel van schoenmaker uitoefende en naderhand cafébaas werd. De meeste bezoekers waren, uiteraard, ook rekruten die er een meisje kwamen zoeken.
De Zonnebloem, waar Colette Faict de plak zwaaide, was een grotere zaal die druk bezocht werd door militairen en dokwerkers die er een liefje kwamen zoeken Hier stond het eerste orkestorgel, voorzien van 18 toetsen en gebouwd door de firma Leon Hooghuis uit Geraardsbergen. Maar het orgel werd er enkel geplaatst nadat Colette de zaal had overgelaten aan een zekere Paul Beauprez, die niet meer gediend was met zijn bezoekers en de zaal dan liet verkrotten. Het orgel werd, in 1919, verkocht aan dhr. Versyp uitbater van de zaal Eldorado aan de Vismarkt te Brugge.
Oostende bestaat, zoals in vele andere steden en gemeenten, uit wijken. Bij de meeste van deze wijken is de juiste begrenzing niet gekend, zodat men vaak niet weet tot welke wijk men behoort.Alle wijken dragen namen, de ene duidt op een bepaaldherkenningspunt, de andere verwijst naar een bepaald gebouw of bouwwerk.
Zo is er de wijk Vuurtoren- de Kaai -Het Westerkwartier -de Vogelmarkt - enz.Anderen hebben namen waarvan de herkomst niet altijd te achterhalen valt.
Bij die eersten is er ook nog de wijk t Peird, doch ook hiervan zijn de juiste grenzen niet helemaal bepaald.
Aanvankelijk werdhet plein gedoopt met de naam Place de la Commune, maar de Oostendenaren hielden het reeds vrij vlug op t Peird, naam waaronder het nog steeds het best bekend is.
EENBEETJEGESCHIEDENIS.
Na de val van het Franse keizerrijk werd, in 1814, tijdens het Congres vanWenen, besloten België en Nederland te verenigen. Dit verwekte spoedig het misnoegen van de Belgen en was meteen een der oorzaken van de omwenteling van 1830. Op 26 september 1830 werd een Voorlopig Bewind aangesteld en werd ons land onafhankelijk. In januari 1831 werd deze onafhankelijkheid door de grote mogendheden erkend. Het Nationaal Congres stelde Prins Leopold van Saksen Coburg Gotha voor koning van ons land te worden wat door betrokkene aanvaard werd. Prins Leopold, die in Londen vertoefde, kwam via Calais en De Panne en deed zijn intrede in ons land op 17 juli 1831.
Op 21 juli ( dag die naderhand de Nationale feestdag werd)
kwam hij te Brussel aan alwaar hij de eed van trouw aan de Grondwet en de wetten van het Belgische Volk aflegde en aldus de eerste Koning der Belgen werd onder de naam Leopold I.
Op 9 augustus 1832 trad hij in het huwelijk met Louise Marie van Orleans, oudste dochter van Louis Philippe, Koning der Fransen. Deze stierf te Oostende in 1850 nadat zij onze Koning vier kinderen had geschonken, te weten :
Lodewijk - Filip - Leopold die op éénjarige leeftijd overleed ; Leopold - Lodewijk - Filip - Marie - Victor, die zijn vader zou opvolgen als Leopold II ; Filips, Graaf van Vlaanderen, de vader van de latere Koning Albert I en Charlotte die huwde met Aartshertog Maximiliaan van Oostenrijk.
Oostende was toentertijd een klein provinciestadje omsloten door een enge vesting, doch vrij spoedig geliefd bij onze Vorst, die er naderhand regelmatig op verlof kwam.Het was dan ook door zijn toedoen dat in 1865 de vestingen werden gesloopt nadat enkele notabelen van de stad door hem te Brussel in audiëntie waren ontvangen. Door deze ontmanteling kon de stad denken aan uitbreiding.
Spijtig genoeg kon onze Vorst ons niet langer van dienst zijn, daar hij op 10 december 1865 te Brussel overleed.
Om zijn wijsheid en zijn aanzien werd hij overal geroemd en verhoogde hij het aanzien van ons land. De wereldpers betitelde hem als Orakel van Europa en Nestor van de Wereld.
Niets stond nu nog de uitbreiding van Oostende in de weg.
Bij Koninklijk Besluit van 18 juli 1877 moest Mariakerke, toen een meer landelijke gemeente met ongeveer 2.100 inwoners, een groot gedeelte van het grondgebied afstaan, namelijk een stuk begrensd door de huidige Parijsstraat, de Torhoutse steenweg tot aan Petit Paris, de Nieuwpoortse steenweg tot aan de Northlaan.
Maar Oostende wou nog meer en bij Koninklijk Besluit van 1 juli 1899 werd de zelfstandigheid van Mariakerke opgeheven en werd deze gemeente verdeeld tussen Oostende enStene. Onze stad was op weg een mondaine badstad te worden, talrijke nieuwe, prachtige , gebouwen werden opgericht,terwijl oudere werden afgebroken, zoals bvb. het voorlopig kerkje St.Joseph, dat plaats moest maken voor een modern Atheneum.
HETMONUMENT.
Onmiddellijk na de dood van onze geliefde Vorst besloot het stadsbestuur een standbeeld op te richten voor deze Illustere weldoener, maar tegenkantingen en een niet meewerkende administratie waren oorzaak dat het nog vele jaren zou duren alvorens deze wens werkelijkheid werd.
Tijdens de gemeenteraadszitting van 11 december 1865 stelde gemeenteraadslid A. Termote voor een standbeeld op te richten voor de overleden vorst. Als standplaats verkoos hij het Wapenplein.Schepen Van Cuyl liet opmerken dat deze motie niet op de dagorde voorkwam zodat het niet mocht behandeld worden.
Bij de volgende zitting, op 14 december, verklaarde de burgemeester dat het momenteel niet gewenst was om een dergelijk standbeeld op te richten, gezien de stad nog in volle ontplooiïng was en dat er eerst moest gewacht worden op de ontmanteling van de vestingen.Hij was wel bereid in de stadsscholen een borstbeeld van de overleden Vorst te plaatsen en een portret te laten aanmaken voor degemeenteraadszaal.
Op de zitting van 30 december kwam Termote opnieuw opdagen met zijn voorstel. Voorstel dat gesteund werd door kollega De Jume, die eraan herinnerde wat Leopold I voor onze stad had betekend en hoe dikwijls onze Vorst Oostende had bezocht. De Jume verklaarde verder dat Oostende zijn grootheid te danken had aan onze weldoener en dat reeds veel andere steden ons waren voorgegaan. Hij wou tevens dat het standbeeld op een of ander plein zou worden opgesteld.
Termote was spreker dan ook zeer dankbaar voor zijn tussenkomst, doch het mocht niet baten. Alles verdween in de doofpot.
Slechts dertig jaar later zou raadslid D. Fermon in de zitting van 17 september 1895 dit voorstel opnieuw op tafel werpen.
Hij meende dat het eindelijk de tijd was om deze zaak tot een goed einde te brengen en een goede plaats aan te duiden waar het monument zou opgesteld worden. Het werd hoog tijd, vervolgde spreker, om de grote weldoener van de stad te eren en hij verzocht de burgemeester de technische diensten opdracht te geven waar en wat er zoals dient te worden gedaan. Burgemeester Alphonse Pieters verklaarde zich akkoord mits de gemeenteraad een definitieve beslissing zou nemen.
Maar nog was de lijdensweg niet ten einde. Pas drie jaar later zou burgemeester Pieters een projekt voorleggen dat erin bestond een openbare wedstrijd uit te schrijven onder de Belgische kunstenaarswaarbij een model van ruiterstandbeeld met voetstuk diende ontworpen te worden. De plaats van inplanting werd voorzien op de Graaf de Smet de Naeyerlaan, terwijl de kostprijs de 135.000 frank niet mocht overschrijden. Een intekenlijst zou de Oostendenaren worden voorgelegd opdat deze aldus hun erkentelijkheid zouden kunnen tonen.
Meteen kwam een discussie op gang voornamelijk met betrekking tot de gekozen plaats, doch burgemeester Pieters verklaarde dat deze plaats niet definitief was.
Een fel debat ontwikkelde zich waarbij schepen Van Imschoot zich niet akkoord verklaarde met het ruiterstandbeeld en evenmin met de plaats van inplanting.Schepen Liebaert was niet te spreken over de inschrijvingslijst, terwijl schepen Fermon wel het nut van dergelijke lijst inzag om aldus de stadsuitgaven te verminderen. Uiteindelijk werd het voorstel van de burgemeester aangenomen. Tijdens de zitting van 11 april 1899 verzekerde schepen Fermon dat Koning Leopold II zich akkoord had verklaard met het oprichten van het voorziene standbeeld op de Place de la Commune ( het huidige Leopold I plein).
Maar nog waren de problemen niet van de baan. De ontwerper van het standbeeld, Graaf Jacques de Lalaing,die ook het beeld gemaakt had voor het graf van onze overleden koningin Louise - Marie ( dat heden nog steeds te bezichtigen is in de Sint Petrus en Pauluskerk), verklaarde zich niet akkoord met de plaats van inplanting en stelde het Leopoldpark voor, tegenover het Kursaal. De Gemeenteraad bleef evenwel bij haar beslissing zodat de Place de la Commune de uiteindelijke inplantingsplaats zou blijven. De kunstenaar had het werk af tegen eind juli 1901. De plechtige inhuldiging was voorzien op maandag 5 augustus 1901.
De kostprijs bedroeg 85.000 fr, waarvan 21.250 fr. voor rekening kwam van de Belgische Staat, 10.000 fr. betaald werd door de Provincie en 53.750 fr.uit de stadskas diende gehaald.
Op het ogenblik van de inhuldiging ware de beide zijpanelen nog niet aangebracht, die zouden slechts later hun eindbestemming bereiken. Het ene paneel stelt een vrouw voor, gezeten op een paard, terwijl twee kleine Engeltjeshaar beschermen en een derde het paard bij de toom houdt.In de rechterbovenhoek is het jaar 1830 te zien lichtjes bedekt door een lint. Aan de zeekant is een tweede paneel aangebracht waarin een jonge vrouw zich aan boord van een vissersvaartuig bevindt. Het standbeeld in zijn geheel is een der prachtigste en meest gelukte die in ons land werd gemaakt.
De inhuldiging greep plaats, zoals hoger gezegd op 5 augustus 1901 en begon om 08 uur met een beiaardconcert, terwijl de klokken van alle kerken hun klanken over de stad uitzonden. Om 11 uur stipt kwam Zijne Majesteit Leopold II,vergezeld van Prinses Clementine en Prins Albert, op het plein toe, alwaar Burgemeester Pieters hen verwelkomde. Deze laatste betoogde zijn dank ten overstaan van Leopold I aan wie de stad Oostende veel te danken had. Hij verklaarde tevens zeer verheugd te zijn de Koninklijke Familie regelmatig te Oostende te mogen begroeten en hoopte dat zulks aldus zou blijven in de toekomst. Hij besloot met te wijzen op de onthulling van het standbeeld dat ons de edele en fiere houding van een groot vorst zal aantonen.
H E TP L E I N .
Beginnend vanaf de Warschaustraat was op de hoek een herberg gevestigd, De Stad Gentmet daarnaast een atelier voor soldeerwerk. Naderhand werd die herberg en het atelier omgebouwd tot een grotere zaak genoemd Café Au Nouveau Auto Garage gehouden door een zekere Vanderjeugd. Nog later werd dat omgevormd tot een moderner geheel het Hotel Piccadilly , dat plaats heeft gemaakt voor een modern flatgebouw. In dit gebouw is de elektriciteitszaak Eldi ondergebracht.
Naast dit gebouw was aanvankelijk een lege ruimte waar later het Politiebureel werd gebouwd, dat naderhand werd ingepalmd door de Garage St. Christophe. Daarnaast was een prachtig herenhuis ( thans ingenomen door een bloemenbinderij Peel) en een haarkapperszaak ( waar momenteel de kledingszaak Péché Mignon is ondergebracht)
Zo kwamen wij aan de Wenenstraat ( huidige Kemmelbergstraat). Aan de overzijde van deze straat troffen wij twee patriciërswoningen ( de eerste ingenomen dor een flatgeblouw waar tandarts Delaeter een kabinet heeft en Taverne Leopold I ) en op de hoek van de Van Iseghemlaan een deftige apothekerszaak ( waar het verhuurkantoor Axymo is gevestigd).
De hoek Van Iseghemlaan - Karel Janssenslaan werd gevormd door het Hotel Bristol
De andere hoek was een herenhuis ( thans een handelshuis waar de firma Cocoon zetels aan de man brengt),met ernaast Café Leopold Premier (thans Café Melrose), vervolgens een kruidenierszaak(nu Resto t Peerd) en een beenhouwerij ( momenteel uitgebaat door een zekere Burggraeve).Op de hoek een prachtig herenhuis (thans bewoond door een antiquair die er een zaak heeft geopend) . Aan de overzijde van de Rogierlaan het Hotel de La Commune, dat naderhand bewoond werd door de familie Daled ( vader Daled was secretaris van de voetbalclub A.S.O.), maar dan onder de naam Hotel de Flandre ( nu is er een flatgebouw met op de benedenverdieping een handel in keukens). Aan de overzijde , waar thans de handelszaak Deweert Sport gevestigd is, was de Brasserie du Lion dOr later vervangen door de Brouwerij Calder. In dit huis, doch langs de kant van de Torhoutse steenweg was de fietswinkel en herstelplaats van vader Deweert.
Weinig Oostendenaren zullen zich nog het aquarium herinneren dat zich bevond aan de Van Iseghemlaan en dat, in 1928, definitief voor het publiek werd gesloten.
Het sluiten van dit aquarium werd door velen betreurd , zowel stadsgenoten als vreemde toeristen, gezien het als eerste werd gesticht in ons land. Het idee van een aquarium ontsproot uit de geest van de Oostendenaar EduardLancsweert, die vrij spoedig de hulp kreeg van drie stadsgenoten die evenwel niet hier geboren waren. Het betrof de heren Le Bon, Cobbaert en Salomé. Dit viertal sloeg de handen in elkaar om onze stad te voorzien van een wetenschappelijke inrichting die moest uitgroeien tot een nieuwe aantrekkelijkheid voor onze stad.
Ten einde zich degelijk voor te bereiden bezocht dit viertal tal van reeds bestaande aquaria waardoor zij een enorme ondervinding opdeden en besloten te Oostende het eerste Belgische aquarium op te richten.
Gezien de woning van fotograaf Lebon, een der medewerkers, grote kelders omvatte, uitgehold onder oude vestingwerken uit het Spaanse tijdperk, besliste men daar het aquarium te vestigen.
Twee van die grote kelders werden omgewerkt tot aquaria en geschikt gemaakt om publiek te ontvangen. Achttien reservoirs, alk twee kubieke meter water bevattend, werden erin ondergebracht, alsook twee grote reservoirs, van elk zes kubieke meter water, alwaar bruinvissen zouden terecht komen.
Een inrichting om rechtstreeks water vanuit zee te halen werd aangebracht aan de Louisaramp.
Een afdeling werd ingericht op tot labo voor de heer Gilson, die naderhand een nieuwlaboratorium zou bekomen aan de Oosteroever."
In de eerste jaren van het bestaan ontvingen de inrichters een rijke keus aan vissen, dank aan de waterbakken die aan boordvan de vissersschepen waren aangebracht om de v is te bewaren. De vis bleef levend in die bakken tot zij te koop werd aangeboden. Met de invoering van ijs tot bewaren van de vis, werd het aanvoeren fel verminderd en kende het aquarium moeilijkheden tot bevoorrading. Tot aan de eerste wereldoorlog werd het aquarium druk bezocht, zowel door Oostendenaren als door vreemden, zonder de schoolkinderen te vergeten . De bijval was bijzonder groot. De regering en het stadsbestuur, ziende dat het succes zo groot was, steunden de inrichters met elk een jaarlijkse tussenkomst van 1.500 frank. De oorlog 1914-1918 bracht de sluiting van het aquarium met zich mee. Na de oorlog werden de kelders verhuurd aan de dierentuin van Antwerpen die de grotten volledig herinrichtten en de zalen , voor het publiek, open hielden tot 1928.
In 1928 werd het aquarium, dat in de lente van, 1894 plechtig was geopend, voor goed gesloten.
Nog slechts enkele jaren scheiden ons van de 150e verjaring van het ontstaan van het Leopoldpark, bij ons beter gekend als den hof. Inderdaad dateert dit mooie stadsgedeelte van 1861 en was opgetrokken in het militair domein.
Toen was onze geliefde stad nog omringd door wallen en was het terrein gelegen buiten de westmuur. Na land parabelen werd aan het Stadsbestuur, in 1860, de toelating gegeven een park in te richten buiten de stadswallen in het militair domein. Park dat verwezenlijkt werd in 1861 en het daaropvolgende jaar toegankelijk werd gesteld voor het publiek . Dit publiek was meteen aangenaam verrast en verrukt door de prachtige groene inrichting voorzien van vijvertjes,bruggetjes en mooie wandelpaden.Alle bezoekers waren vol lof en bewondering voor die prachtige creatie van architect Fuchs die zich had laten inspireren door die prachtige engelse tuinenvan weleer.
Om iets van de kosten te recupereren besloot het gemeentebestuur een toegangsprijs te vragen, doch enkel aan de Oostendse bezoekers, terwijl de vreemdelingen gratis toegang kregen. Dit viel evenwel niet in de smaak van onze stadsgenoten die meteen hun ontevredenheid openbaarden en talrijke klachtbrieven zonden naar de overheid, die bakzeil haalde en snel tot opheffing van de toegangsgelden overging. Dit bracht met zich mee dat het park meteen zeer druk werd bezocht. Dit kon, tijdens de zomermaanden, tot 22 uur en tijdens de winter tot 16 uur, gezien dan de stadspoorten gesloten werden.
Niettegenstaande het Park eenieders bewondering meedroeg werden regelmatig veranderingen aangebracht. In 1863 werd een houten kiosk met strooien dak geplaatst waar regelmatig concerten werden gegeven en waar de stedelijke harmonie geregeld optrad.
In1865 werden de vestingmuren gesloopt en werd het park langer opengesteld waardoor het een nog grotere belangstelling genoot. De banken, die her en der werden opgesteld zaten dan ook bestendig vol en dit was meteen oorzaak dat liedjesschrijvers dit ten gehore brachten door volgende zinnen in hun liedje aan te brengen :
Wil je van de frissche lucht genieten,
kom naar het park van Leopold, van Leopold
maar je moet daar niet van verschieten
want alle bankjes zitten vol ..en zo ging het verder, maar dan in het Oostendse dialect.
In 1877 werd op het hoogste gedeelte van hetpark een bron aangeboordwaar naderhand een gebouwtje werd neergezet en waar men het oostends water kon drinken en dat de naam Trinkhall met meekreeg. Naderhand werden er ook nog douches aangebracht waar vele stadsgenoten dankbaar gebruik van maakten.
In 1878 sloeg het noodlot toe want, tijdens een vuurwerk, kwam een verdwaalde genster terecht op het strooien dak van de kiosk die volledig inde vlammen opging.
Het duurde totapril 1885 alvorens het stadsbestuur overging tot de vervanging van de opgebrande kiosk en wel door een kiosk aangekocht in Frankrijk. In juni van het zelfde jaar werd de nieuwe kiosk feestelijk ingehuldigd, later werden er hovingen rondom aangebracht.
Ter gelegenheid van een internationale tentoonstelling werden, in 1888, twee prachtige stenen beelden in het park aangebracht,n.l. eenleeuw en een hert. Nog meerdere wijzigingen werden aangebracht waardoor het park meer op een museum begon te lijken, maar dan een museum tussen de bomen. Na lange omzwervingen kwam het bootje waarmede Stanley de Congostroom opvaarde om de Engelsman Livingstone te ontmoeten eveneens inons park terecht en wel onder een degelijk afdak. Dit bootje konden wij vinden tegenover de Jozef II straat.
Later werden nog beelden aangebracht van beroemde Oostendenaren zoals EdmondLapon, musicus JamesEnsor, onze beroemdste schilder enJules Maelfait , ex-gouverneur-generaal van Belgisch Congo.
Het bootje vanStanleywerd, in 1932, overgebracht naar het terrein aan de sluizen Demey en vandaar, in 1932, naar het Koloniaal Museum te Tervuren .Ook de borstbeelden kregenandere bestemmingen :Lapon vond een nieuwe thuishaven in het museum De Plate, terwijl Ensor naar het Kursaal overgebracht werd.
In 1933 werd een bloemenuurwerk opgericht op de helling tegenover de Leopoldlaan,.Het werd meteen een zeer groot succes en met een het meest gefotografeerd hoekje van onze stad. In 1963, door de verbinding van de autosnelweg met het Kursaal diende het bloemenuurwerk te verdwijnen, doch kwam terug op zijn huidige plaats. (zie afzonderlijk artikel over het bloemenuurwerk)
Door de aanleg van deze nieuwe aansluitingsweg werd een gedeelte van het park opgeofferd om plaats te maken, aan de kant van de Hendrik Serruyslaan, voor een grote parking. Op de plaats waar het bloemenuurwerk lag werd een kleine plas aangelegd en middenin troont het mooie beeld d e zee gemaakt door beeldhouwer GeorgesGrard die van aan het Kursaal afgekomen was en dit gebouw in ogen houdt. Bij ons is het beeld beter gekende onder de populaire naam Dikke Matille.
De laatste aanwinsten aan beeldhouwwerken zijn zeker de vier bronzen koppen van kunstenaar Leo Coppens die onderscheidenlijk verbeelden : Geschiedenis Rechtspraak Rechtvaardigheid en Welsprekendheid. Deze koppen die amper boven water komen kijken zijn te vindenin het meer naast het bloemenuurwerk en dichtbij de E Beernaertstraat.
Daarmede besluiten wij ons artikel evenwel hopend dat onze groendienst nog vele variaties zal aanbieden om ons aldus te verrassen.
We hebben om te starten ook al een reeks extra's toegevoegd aan uw blog, zodat u dit zelf niet meer hoeft te doen. Zo is er een archief, gastenboek, zoekfunctie, enz. toegevoegd geworden. U kan ze nu op uw blog zien langs de linker en rechter kant.
U kan dit zelf helemaal aanpassen. Surf naar http://www.bloggen.be/ en log vervolgens daar in met uw gebruikersnaam en wachtwoord. Klik vervolgens op 'personaliseer'. Daar kan u zien welke functies reeds toegevoegd zijn, ze van volgorde wijzigen, aanpassen, ze verwijderen en nog een hele reeks andere mogelijkheden toevoegen.
Om berichten toe te voegen, doet u dit als volgt. Surf naar http://www.bloggen.be/ en log vervolgens in met uw gebruikersnaam en wachtwoord. Druk vervolgens op 'Toevoegen'. U kan nu de titel en het bericht ingeven.
Om een bericht te verwijderen, zoals dit bericht (dit bericht hoeft hier niet op te blijven staan), klikt u in plaats van op 'Toevoegen' op 'Wijzigen'. Vervolgens klikt u op de knop 'Verwijderen' die achter dit bericht staat (achter de titel 'Proficiat!'). Nog even bevestigen dat u dit bericht wenst te verwijderen en het bericht is verwijderd. U kan dit op dezelfde manier in de toekomst berichten wijzigen of verwijderen.
Er zijn nog een hele reeks extra mogelijkheden en functionaliteiten die u kan gebruiken voor uw blog. Log in op http://www.bloggen.be/ en geef uw gebruikersnaam en wachtwoord op. Klik vervolgens op 'Instellingen'. Daar kan u een hele reeks zaken aanpassen, extra functies toevoegen, enz.
WAT IS CONCREET DE BEDOELING??
De bedoeling is dat u op regelmatige basis een bericht toevoegt op uw blog. U kan hierin zetten wat u zelf wenst.
- Bijvoorbeeld: u heeft een blog gemaakt voor gedichten. Dan kan u bvb. elke dag een gedicht toevoegen op uw blog. U geeft de titel in van het gedicht en daaronder in het bericht het gedicht zelf. Zo kunnen uw bezoekers dagelijks terugkomen om uw laatste nieuw gedicht te lezen. Indien u meerdere gedichten wenst toe te voegen op eenzelfde dag, voegt u deze toe als afzonderlijke berichten, dus niet in één bericht.
- Bijvoorbeeld:
u wil een blog maken over de actualiteit. Dan kan u bvb. dagelijks een bericht plaatsen met uw mening over iets uit de actualiteit. Bvb. over een bepaalde ramp, ongeval, uitspraak, voorval,... U geeft bvb. in de titel het onderwerp waarover u het gaat hebben en in het bericht plaatst u uw mening over dat onderwerp. Zo kan u bvb. meedelen dat de media voor de zoveelste keer het fout heeft, of waarom ze nu dat weer in de actualiteit brengen,... Of u kan ook meer diepgaande artikels plaatsen en meer informatie over een bepaald onderwerp opzoeken en dit op uw blog plaatsen. Indien u over meerdere zaken iets wil zeggen op die dag, plaatst u deze als afzonderlijke berichten, zo is dit het meest duidelijk voor uw bezoekers.
- Bijvoorbeeld: u wil een blog maken als dagboek. Dagelijks maakt u een bericht aan met wat u er wenst in te plaatsen, zoals u anders in een dagboek zou plaatsen. Dit kan zijn over wat u vandaag hebt gedaan, wat u vandaag heeft gehoord, wat u van plan bent, enz. Maak een titel en typ het bericht. Zo kunnen bezoekers dagelijks naar uw blog komen om uw laatste nieuwe bericht te lezen en mee uw dagboek te lezen.
- Bijvoorbeeld: u wil een blog maken met plaatselijk nieuws. Met uw eigen blog kan u zo zelfs journalist zijn. U kan op uw blog het plaatselijk nieuws vertellen. Telkens u iets nieuw hebt, plaats u een bericht: u geeft een titel op en typt wat u weet over het nieuws. Dit kan zijn over een feest in de buurt, een verkeersongeval in de streek, een nieuwe baan die men gaat aanleggen, een nieuwe regeling, verkiezingen, een staking, een nieuwe winkel, enz. Afhankelijk van het nieuws plaatst u iedere keer een nieuw bericht. Indien u veel nieuws heeft, kan u zo dagelijks vele berichten plaatsen met wat u te weten bent gekomen over uw regio. Zorg ervoor dat u telkens een nieuw bericht ingeeft per onderwerp, en niet zaken samen plaatst. Indien u wat minder nieuws kan bijeen sprokkelen is uiteraard 1 bericht per dag of 2 berichten per week ook goed. Probeer op een regelmatige basis een berichtje te plaatsen, zo komen uw bezoekers telkens terug.
- Bijvoorbeeld: u wil een blog maken met een reisverslag. U kan een bericht aanmaken per dag van uw reis. Zo kan u in de titel opgeven over welke dag u het gaat hebben, en in het bericht plaatst u dan het verslag van die dag. Zo komen alle berichten onder elkaar te staan, netjes gescheiden per dag. U kan dus op éénzelfde dag meerdere berichten ingeven van uw reisverslag.
- Bijvoorbeeld:
u wil een blog maken met tips op. Dan maakt u telkens u een tip heeft een nieuw bericht aan. In de titel zet u waarover uw tip zal gaan. In het bericht geeft u dan de hele tip in. Probeer zo op regelmatige basis nieuwe tips toe te voegen, zodat bezoekers telkens terug komen naar uw blog. Probeer bvb. 1 keer per dag, of 2 keer per week een nieuwe tip zo toe te voegen. Indien u heel enthousiast bent, kan u natuurlijk ook meerdere tips op een dag ingeven. Let er dan op dat het meest duidelijk is indien u pér tip een nieuw bericht aanmaakt. Zo kan u dus bvb. wel 20 berichten aanmaken op een dag indien u 20 tips heeft voor uw bezoekers.
- Bijvoorbeeld:
u wil een blog maken dat uw activiteiten weerspiegelt. U bent bvb. actief in een bedrijf, vereniging of organisatie en maakt elke dag wel eens iets mee. Dan kan je al deze belevenissen op uw blog plaatsen. Het komt dan neer op een soort van dagboek. Dan kan u dagelijks, of eventueel meerdere keren per dag, een bericht plaatsen op uw blog om uw belevenissen te vertellen. Geef een titel op dat zeer kort uw belevenis beschrijft en typ daarna alles in wat u maar wenst in het bericht. Zo kunnen bezoekers dagelijks of meermaals per dag terugkomen naar uw blog om uw laatste belevenissen te lezen.
- Bijvoorbeeld: u wil een blog maken uw hobby. U kan dan op regelmatige basis, bvb. dagelijks, een bericht toevoegen op uw blog over uw hobby. Dit kan gaan dat u vandaag een nieuwe postzegel bij uw verzameling heeft, een nieuwe bierkaart, een grote vis heeft gevangen, enz. Vertel erover en misschien kan je er zelfs een foto bij plaatsen. Zo kunnen anderen die ook dezelfde hobby hebben dagelijks mee lezen. Als u bvb. zeer actief bent in uw hobby, kan u dagelijks uiteraard meerdere berichtjes plaatsen, met bvb. de laatste nieuwtjes. Zo trek je veel bezoekers aan.
WAT ZIJN DIE "REACTIES"?
Een bezoeker kan op een bericht van u een reactie plaatsen. Een bezoeker kan dus zelf géén bericht plaatsen op uw blog zelf, wel een reactie. Het verschil is dat de reactie niet komt op de beginpagina, maar enkel bij een bericht hoort. Het is dus zo dat een reactie enkel gaat over een reactie bij een bericht. Indien u bvb. een gedicht heeft geschreven, kan een reactie van een bezoeker zijn dat deze het heel mooi vond. Of bvb. indien u plaatselijk nieuws brengt, kan een reactie van een bezoeker zijn dat deze nog iets meer over de feiten weet (bvb. exacte uur van het ongeval, het juiste locatie van het evenement,...). Of bvb. indien uw blog een dagboek is, kan men reageren op het bericht van die dag, zo kan men meeleven met u, u een vraag stellen, enz. Deze functie kan u uitschakelen via "Instellingen" indien u dit niet graag heeft.
WAT IS DE "WAARDERING"?
Een bezoeker kan een bepaald bericht een waardering geven. Dit is om aan te geven of men dit bericht goed vindt of niet. Het kan bvb. gaan over een bericht, hoe goed men dat vond. Het kan ook gaan over een ander bericht, bvb. een tip, die men wel of niet bruikbaar vond. Deze functie kan u uitschakelen via "Instellingen" indien u dit niet graag heeft.
Het Bloggen.be-team wenst u veel succes met uw gloednieuwe blog!