
DE WIND
ZIT NIET GOED ! ! !

=======================================================================================
Dat Benedictus ambras heeft met de wind zijn zorgen die hij zelf maar moet oplossen. Sedert enkele jaren zitten de organisatoren van tentoonstellingen ook wel met de wind in de tegenrichting. De verstrengde veiligheidsnormen ter voorkoming van het H5N1 vogelgriepvirus doet bij velen de wenkbrauwen fronsen. Laat ons eerlijk zijn, welke zin heeft de controle van een veearts op deze tentoonstellingen ? Realistisch bekeken is het wel zo dat de clubs bijkomende aderlatingen moeten incasseren. In vele gevallen komt er een veearts over de vloer die amper weet dat een vogel 2 poten en 2 vleugels heeft. (hangt natuurlijk af van de specialisatie van de arts). Erger nog, in het merendeel der gevallen weten de artsen niet eens wat ze moeten komen doen (wegens gebrekkige informatie van overheidswege) De rekening krijgen de clubs echter wel aangeboden (gemiddeld zo'n 100 € per bezoek). Een enkele gemeentelijke overheid zal deze onkosten op zich nemen maar in de meeste gevallen zal de club zelf moeten opdraaien voor deze nutteloze onkosten. Van overheidswege zijn schijnbaar alle middeltjes goed om hun begroting te doen kloppen, zolang het maar niet uit hun eigen zakken moet komen. De clubs zijn zeker geen vragende party geweest in dit wettelijk dossier. Het is ons opgedrongen door een niet te vermurven groene wind die er waait door de Federale- en Vlaamse regering. Zij drukken duidelijk hun stempel op dit Koninklijk besluit. Dit is in mijn ogen toch een wraakroepende wetgeving (wie ben ik eigenlijk om hierover te oordelen, maar toch doe ik het...)Deze verplichting is, samen met tal van andere beslissingen, de oorzaak dat onze gewestelijke tentoonstellingen zienderogen afzakken naar een diep dal waar we nog moeilijk zullen uit geraken. Wij hadden het al zo moeilijk om het hoofd boven water te houden..... En nu dit er nog eens bovenop. De toekomst ziet er dus niet al te rooskleurig uit voor de ornithologische gemeenschap. Ook niet te verwonderen dan, dat het aantal tentoongestelde vogels in de meeste gevallen drastisch is afgenomen, soms wel gehalveerd. Het ziet er dan ook, als maar meer naar uit dat onze hobby ten dode staat opgeschreven. Wat maakt het overigens uit voor de "groten der aarde", het is toch maar een hobby voor "Jan met de Pet", dus, laat ze nog maar wat sudderen. Bij hen, die deze wet hebben goedgekeurd zitten er voor een groot deel politici die zich geen fluit aantrekken van wat er met onze vogels aan de hand is, en wat kan H5N1 hun toch schelen, voor hen is het er om te doen dat ze in de belangstelling komen met het vooruitzicht om hun postje te kunnen behouden.De clubs die nog weerstand kunnen en/of willen bieden aan dit onherroepelijk verval, zullen de meest kapitaalkrachtige clubs wel wezen en zij, die kunnen rekenen op plaatselijke overheidssteun en zullen er weinigen zijn. Een andere handicap steekt ook zijn kop op binnen de liefhebberskringen. Heel wat liefhebbers gaan de grotere TT's opzoeken en dat is zeker niet om zich te kunnen meten met zwaardere concurentie, nee, hier gaat het veeleer omdat daar een veel zwaardere prijzentafel op hen ligt te wachten. Door deze mentaliteit kunnen we bezwaarlijk nog spreken over "liefhebberij", dit lijkt meer en meer op een commercialisering door de liefhebbers zelf in het leven geroepen. Gaan we misschien een handje toesteken om onze hobby om zeep te helpen?
Waar is de goede oude tijd gebleven dat we nog met onze vogeltjes speelden als pure hobby en de daaraan verbonden prijzen van bijkomend belang waren. Een tentoonstelling uit die tijd was een ideale gelegenheid om een vriendenkring op te bouwen onder soortgenoten, meernog, het was de uitverkoren plaats waar gezelligheid nog hoog in het vaandel stond geschreven. Wij zullen wel niet mee geëvalueerd zijn zeker of blijven plakken in de jaren sixties. Misschien verslijten ze ons wel, zoals men dat wel eens pleegt te noemen: "Van den oude stempel".
Men mag er van denken of zeggen wat men wil maar geef mij toch die vervlogen tijd maar terug. Een vervlogen tijd, waar wij nog plezier beleefden aan het houden en kweken van vogels en niet geconfronteerd werden met wistbejag en een egoïstische mentaliteit. Er zijn nog wel andere stoorzenders die ons beletten om nog ten volle van onze hobby te genieten. Dit moet echter ieder maar voor zichzelf uit maken.
Hopelijk zal de wind ooit wel eens keren en ons in de zeilen komen blazen in plaats van langs onder of langs voor, waarschijnlijk zal dit wel een illusie zijn die wij niet meer zullen beleven.
Dit artikel komt wel erg vroeg in het jaar maar ik zou niet willen dat er clubs achteraf komen vertellen dat ze van niks wisten, beter te vroeg...dan...te laat...
|