Was ik maar een vogel, Hoog in de lucht. Was ik maar een vlinder, Op de bloemen zou ik rusten. Was ik maar een hert, Ik zou springen door de groene heide. Was ik maar een kreekje, Met zuiver water. De regen zou het bijvullen, Er zouden vissen in zwemmen en planten in groeien. Er zouden kikkers in springen. Was ik maar een wind, Honderden huizen zou ik verwoesten. Daarna word ik een zondvloed, Alles zou ik wegspoelen. En daarna met de natuur gaan praten, En alles goed maken zodat de natuur ons niet meer moet haten