Tijdens de stagemoesten we een boekje/ verhaal alternatief vertellen. Ik en kim kozen ervoor om een verhaal als poppenspel te vertellen. In onze klassen was het de gewoonte dat de kleutertjes op donderdag naar een poppenspel kwamen kijken van Nellie en Cezar. Het leek ons een hele uitdagen om dit ook een keertje te proberen. Tijdens de oriëntatiestage zagen we een poppenspel gespeeld door onze mentoren. Het leek ons niet zo heel moeilijk.
Voor ons verhaal baseerden we ons op het boekje: Nellie en Cezar in bad. We gebruiken het verhaal als basis en verzonnen een verhaaler rond.
Tijdens het poppenspel hebben we er vooral opgelet dat wij zelf ook plezier beleefden aan het spelen. Zo hielden we ons niet echt heel hard vast aan onze tekst. We improviseerden ook een beetje tijdens de voorstelling.
Voor de eerste keer was dit poppenspel zeker geslaagd en vraagt het om dit meer te doen. Ik ben wel niet zeker of ik dit alleen wel zou kunnen!
Scenario:
Nellie en Cezar komen vuil de kamer binnen.
Nellie(N): Dat was fijn he Cezar! Zo buiten spelen. Cezar (C): Jaja! Maar Nellie wat zit er daar in je oor? N: In mijn oor? C: Ja! Wacht eens maar niet alleen je oor, ook je staart! Nellie jij bent vies zeg! N: Wat?! Maar Cezar heb jij al in de spiegel gekeken? jij bent ook vies hoor! N+C: wat moeten we nu doen?
(Nellie en Cezar kijken vragend naar de kls)
Nellie en Cezar denken na.
N: Ik denk dat ik iets weet. C: oh wat dan? N: Wacht Cezar, ik ga het halen! ogen toe doen!! Niet piepen hé! C: Neenee, ga het nu maar halen! Nellie verdwijnt! Cezar piept eventjes. C: (tegen de kls) Wat gaat Nellie halen? Weten jullie dat? Geluid van Nellie, die iets zwaars draagt en terugkomt. C: Ohow, Nellie komt terug! Ik heb niet gekeken he!! Nellie komt terug de kamer binnen. Ze draagt iets heel zwaars en er is een doek over. N: Cezar ik ben terug! Kijk eens wat ik heb meegebracht!
C: Hoe maar Nellie je hebt een tafel meegebracht, daar kunnen wij ons toch niet mee wassen N: Maar nee Cezar dit is geen tafel. Kijk eens goed. C: euhm Ik zie niks hoor. Wat is dat? N: Dat is een bad! C: hahaha Nellie zotteke! Dat is toch geen bad zeker hahaha N: Maar jawel Cezar! C: Maar Nellie toch! Nellie haalt het doek van het bad N: Kijk dan Cezar! C: Maar Nellie dat is euhm dat is een bad! N: Jaja. Cezar we gaan ons wassen. C: Ja leuk! maar euhm Nellie hoe gaan wij ons wassen? N: Cezar, met water natuurlijk! C: Maar er is toch geen water? N: Ohjee vergeten! Wacht even Cezar, ik ga water halen! Nellie verdwijnt en komt terug met een glas water N: Zo nu hebben we water en kunnen we ons wassen C: Maar wacht Nellie! Je kan je toch zo niet wassen! N: Hoe ik heb toch water? C: Ja maar en de zeep en je kleren. N: Ohja oeps vergeten Nellie en Cezar kleden zich uit. Cezar haalt zeep boven en dan gaan ze zich wassen. Ze spelen met het water, en hebben veel plezier in het bad. C: In bad gaan is toch leuk he N: Ja!
Nellie en Cezar drogen zich af en kleden zich terug aan. N: Zeg Cezar? Weet je waar ik zin in heb? C: euhm.. In een lekkere koek/ taart? N: Nee Cezar! In een feestje en dan kunnen we ons mooi maken. Cezar gaan we niet naar een feestje? C: Ohja Nellie! Dat doen we! Ik ga mijn strik zoeken. N: Joepie! Ik ga mijn mooiste schoenen en mijn lippenstift zoeken. C: Tot straks he Nellie! Zeg Nellie Kunnen we de kls ook niet naar een feestje laten gaan of zo zich laten mooi maken? N: Ohja en dan kunne we samen iets doen? Kei tof Cezar! Tot straks
