Ik kan blijven hangen in het verleden. Ik doe dat niet. Maar volgens de psychiater is dat net mijn probleem. Ik moet erkennen dat ik een slachtoffer ben (geweest).
Motto's zoals 'de tijd zal het helen' en 'ieder huisje heeft z'n kruisje' en weet ik wat nog allemaal, hielden me op de been. Iedereen maakt toch dingen mee?
Dan is m'n ziekte uit m'n kindertijd nog peanuts geweest ten opzichte van wat anderen meemaken. Hoe hard zaag ik dan wel niet...
Jammer genoeg is dat alleen nog maar het begin geweest. Maar dat is moeilijk om over te schrijven. Al meer dan 17 jaar ploeter ik door het leven. Da 's te lang om nog een eigen leven te hebben. Stilaan begin je jezelf weg te cijferen en je in te zetten voor anderen. Want ik besta niet. Ik ben er voor anderen, alleen nog voor anderen.
Mama wilde me niet meer... sinds 2003. "Nu is het mijn beurt om te leven, jullie trekken jullie plan maar." En daar ging ze, met een andere man, anderhalf uur rijden verder wonen.
Mijn broer kon het niet meer aan. Hij was zijn mama kwijt, hij voelde zich 'een alien' op deze planeet. Hij begon met drugs en met zijn hart van goud heeft hij nog een brief geschreven dat hij er iets aan wilde doen voor het te laat was en slechte dingen zou doen om aan geld te komen om drugs te kopen. Dat wilde hij niet op zijn geweten hebben. Papa had wapens... Netjes, zoals de wet het voorschrijft... Aparte kluizen, sleutels verstopt, een kluis voor wapens, een kluis voor munitie en wij wisten niet waar hij de sleutels had liggen. Maar m'n broer wachtte rustig af en keek. Tot hij in 2004 papa naar de frituur stuurde voor een frietje, een ander briefje schreef met 'sorry' erop, munitie pakte, een geweer pakte en door zijn hoofd schoot. Gedaan...
De beelden van die avond staan voor altijd op mijn netvlies gegrift. Ze belden me, mijn man en ik waren net verhuisd en wilden onze verloving gaan vieren. Ik had hem net een nieuwe horloge gegeven. Ik viel neer met de telefoon in m'n handen. Ik werd naar m'n ouderlijk huis gereden, waar ik politie, de MUG, het parket, ambulance, ... zag staan. Ik stormde naar binnen en het eerste wat ik zag was mijn broer, in het gangetje, van zijn voeten tot aan zijn middel. Ze hadden hem net van het toilet afgenomen waar hij zelfmoord had gepleegd en neergelegd. Omdat het gangetje zo smal was, stroomde er een rivier van bloed uit zijn hoofd, langs zijn lichaam af.
De geur van dat bloed ruik ik nog altijd.
Ik moest weer naar buiten van de ambulancier.
Een hele tijd later mocht ik naar binnen. M'n broertje lag al in een lijkzak, maar ik wilde hem graag zien. Ze hadden hem een beetje opgefrist, zodat zijn gezicht er weer toonbaar uitzag.
Op dat moment voelde ik bij hem een rust over hem heen komen. Had ik maar een foto gemaakt van zijn blik op dat moment. Hij glimlachte een beetje. Iets wat ik al lang niet meer had gezien bij hem. Ik zei tegen hem dat het okee was, dat ik het begreep, dat ik zelfs wat jaloers was, maar ik wilde toch nog hier blijven. Ik zei dat ik hoopte dat hij nu zijn rust zou vinden en weer gelukkig kon zijn.
Je had erbij moeten zijn. Op dat moment kwam er een traan uit zijn oog gerold. Ik had gelukkig een zakdoek bij. Een traan van vocht en bloed sijpelde langs zijn wang naar beneden. Ik ving de traan op. Nog steeds, nu 15 jaar later, hou ik soms die zakdoek vast, druk ik 'm tegen m'n wang. En niemand zal die me afpakken.
Ik mis 'm ontzettend. Maar door de ervaringen die ik later nog wel eens zal neerpennen, ben ik er van overtuigd dat hij kort bij ons is.
Ik geloofde niet in iets na de dood. Voor mij was je lichaam dan wormenvoer. Maar daar ben ik volledig op teruggekomen. Maar daar later meer over.
Papa's wereld stortte helemaal in. De drank was zijn toevlucht. Jaren heb ik strijd gevoerd tegen die drank, echt een monster.
Maar ik zag papa verder wegglijden. Hulp van de familie kreeg ik niet. Ik moest er gewoon voor hem zijn, volgens hen. Ik moest hem steunen in het verwerken van zijn verdriet. Want volgens de familie stond hij er tenslotte alleen voor.
Dus deed ik dat maar. Maar papa begon me te haten. Alle vrouwen in het algemeen. Hij gaf mama de schuld van mijn broer zijn dood.
Mama voelde zich al heel schuldig. Zij dus ook in een diepe depressie, later het CVS toegeschreven gekregen en nog altijd niet op de been. Bon, even afgedwaald, terug naar papa. Het is niet fijn om jaren aan een stuk te horen dat ik de moeite niet meer was om door te gaan. Dat hij boos op me was omdat ik hem niet wou helpen met een steen aan een koord rond zijn nek in het kanaal te gooien. Hij ging me onterven, omdat ik volgens hem teveel contact had met mama.
Maar ik moest de kerk in het midden houden. Ik wilde mama én papa niet kwijt. Dus mama liet ik toe, ondertussen heb ik 2 kinderen gekregen, dat hielp mama er weer een beetje bovenop. Ze was moeke geworden!
Papa wilde niet veel met m'n kinderen te maken hebben. Dat hoefde niet voor hem.
In 2012 escaleerde het echt. Het huis raakte onderkomen, hij sloeg de keuken kapot, hij at niet meer, dronk alleen nog maar, ... Dus wilde ik een collocatie laten uitvoeren. Ik wilde de familie betrekken, maar dat had ik beter niet gedaan. Mijn oom had het verteld tegen papa. We kregen ruzie... Ik weet nog dat ik tegen m'n familie riep dat het niet mijn schuld zou zijn als er iets met hem zou gebeuren. Maar dat ik op was en dat ik niet meer wist wat ik nog kon doen. Uren met hem gewandeld en gepraat, zo dikwijls in paniek naar zijn huis moeten rijden omdat hij in een psychose zat, ... En toch geen hulp krijgen. En anderhalve week later stond de brandweer en de MUG thuis. Papa had een zwaar epileptisch insult. De daaropvolgende weken waren heel zwaar. Door een verkeerde intubatie had hij ook aan zuurstoftekort geleden. Hij had nog 2 hersenbloedingen gekregen, ze hebben hem 4 keer moeten reanimeren. Verschillende organen waren zo goed als kapot. Meer dan 3 weken hebben ze hem in een kunstmatige coma gehouden.
En nu, in 2019, leeft hij nog, met hersenschade, opgevangen in een rusthuis, omdat er in België voor de rest niet veel plaats is. Hij zit vol medicatie, die hij echt moet nemen. Elk alternatief geprobeerd, maar met verkeerde uitkomsten. Alleen deze medicatie helpt, alleen wordt hij er ontzettend dik van. Daar zit hij dan, een verdoofde vent van begin 60, morbide obees, nog altijd met waanideeën en allerlei stoornissen waardoor ik hem liever niet te vaak bezoek. Want ik weet nooit hoe hij zal zijn. Zal hij me graag zien of zal hij me graag de nek omwringen... Altijd spannend in het begin.
Bovenstaande is al een beperkte samenvatting van m'n leven tot nu toe. Natuurlijk is er nog veel, veel meer gebeurd. M'n vriendenkring houdt het voor onmogelijk wat ik al allemaal meegemaakt heb, gezien heb, gehoord heb, geroken heb, vastgehouden heb, gevoeld heb, ... Lachend hoor ik vaak: "dat kan alleen bij u gebeuren".
Maar zo voelt het ook wel.
En daarom ben ik, denk ik, in september 2018 in elkaar gestort. Gewoon, op m'n werk, van het ene op het andere moment. Ik liet m'n tassen vallen, ik begon te zweten, te bibberen, te duizelen, ik werd misselijk, ... Ze hebben me thuis gebracht en ik heb de eerste weken aan 1 stuk door geslapen bijna. De maanden daarna bijna hele dagen geslapen, nu nog met momenten.
Ik werd verplicht naar een psychiater te gaan. Ook al was ik er nog altijd heilig van overtuigd dat ik dat niet nodig had. Nog altijd heb ik het er moeilijk mee. Want ik ben de vrouw die stevig in haar schoenen staat, die lachend door het leven gaat, die alles voor elkaar krijgt wat er voorgeschoteld wordt en nu... Nu ben ik al blij als ik met een wasmand vol strijk deze boven op de gang kan zetten. Zelfs die trap is me dus teveel. Je ziet het niet echt, alleen 14 kilo afgevallen. Maar voor de rest zie ik er goed uit.
Maar vanbinnen, daar ben ik kapot. Ik leef niet meer. Sinds enkele weken heb ik dat eindelijk door. Maar dat is raar hoor. Ik ben er om voor anderen te zorgen. Wat doe ik graag? Waar houd ik van? Wat is mijn doel? Op al die vragen kon ik alleen maar zeggen "ik weet het niet" of "dat maakt me niet uit" of "dat is niet belangrijk".
Ik ben er voor mijn man, mijn kinderen, mijn job, mensen te helpen, anderen op te vangen, ... Maar blijkbaar hoort dat zo niet.
Ik dacht dat ik gewoon een gemakkelijk mens was. Want mij is alles goed wat anderen willen. Zolang ik maar niet in de aandacht sta, ik niet tijdens een feestje hoef te dansen waar anderen naar me kunnen kijken of in een grote mensenmassa terechtkom.
Ik hou meer van rust.
Vroeger niet, ik was een fuifbeest, stond op het podium, was creatief, afgestudeerd met onderscheiding, ik straalde...
En dat is inderdaad weg. Ik heb het nu door. Maar wil ik het terug? Ik weet het niet... Ergens heb ik het gevoel dat ik nog ergens nodig zal zijn. Ik heb dit precies allemaal moeten meemaken, om er iets mee te kunnen doen. Maar op dit moment kan ik het nog niet. Ik heb wel al heel veel geleerd. En daar wil ik dat deze blog over zal gaan.
Ik vond het belangrijk even te schetsen wie ik was, zodat je zou gaan begrijpen waar m'n blog verder zal gaan...
Hopelijk leest er iemand mee. En anders, dan doe ik het voor mezelf. Voor het eerst in 17 jaar kijk ik echt eens achterom en nu, achter m'n schermpje, besef ik dat ik toch al best wat heb meegemaakt voor mijn 30ste levensjaar. Nu ben ik er 36. En er is nog veel meer gebeurd. Maar ik twijfel of ik dan nog geloofwaardig overkom.
Als ik dan denk aan mijn eerste bevalling, waar ze met spoed zonder verdoving, na 32 uren, de schaar en zuiger moesten gebruiken omdat zijn hartje was stilgevallen. Het bloed hing tegen de kasten aan, omdat ze zo snel met m'n zoontje wegliepen. Ik zag nog net dat hij gewoon alles liet hangen en blauw was. Gelukkig is dat goed gekomen, maar de dokters zeiden dat het leek alsof er een beest was geslacht in de kamer.
En nog zoveel meer... Maar dat heeft geen zin, zoals ik al meer heb gezegd "ieder huisje heeft z'n kruisje", toch?
Hartegroet, Daisy
|