Het is alweer even geleden dat ik iets geschreven heb, tijd om dat nu dus te doen. Tijd, daar zeg ik het al... Wie heeft er deze dagen nog tijd? Tijd om gewoon te 'zijn'? Tijd om te luisteren? Tijd om alles wat er op de to do-lijst staat uit te voeren? De laatste dagen had ik amper tijd... Laat staan dat mensen tijd hebben om God te ontmoeten. Vaak hebben we alleen maar tijd voor Hem als we zorgen hebben. Nochtans kan je Hem ook gewoon iets vertellen of bedanken. Men zegt wel eens: In nood kent men zijn vrienden. Wil dat dan zeggen dat wanneer ik me tot God went, Hij mijn vriend is? Mijn oma is een bijzonder gelovige vrouw. Zij praat dagelijks met God. Dan vertelt ze iets, dan bedankt ze Hem, dan vraagt ze Hem om een gunst. Voor alles wat ze verkregen heeft door te bidden, bedankt ze ook. Dat vindt ze ongelooflijk belangrijk. Dat je God niet alleen kent in moeilijke momenten, maar ook als het goed met je gaat en dat je hem bedankt. Toch heeft ze het soms ook moeilijk, wanneer Hij haar niet helpt. Dan zoekt ze naar antwoorden en verklaringen. "God kan niet iedereen helpen." "Er waren belangrijkere dingen die Hij moest oplossen." Maar wanneer onschuldige mensen sterven, zoals Ellen zegt, waar is God dan? Wat wil Hij dan bereiken? Uit elke tegenslag moet je kracht putten, maar waar halen die mensen dan de kracht om de tegenslag te verwerken en die kracht te vinden? Of is die Kracht God dan weer?
Zoveel gedachten, zoveel mogelijheden! Wie of wat is God nu toch voor mij? Ik ben er nog steeds niet uit. Moet ik er dan ooit uitkomen? Misschien is God wel mijn hele leven. Zit Hij in alles en iedereen die ik ontmoet en met me meegaat. Eén ding is zeker: God zie ik niet. God is voor mij geen persoon die naast mij zit op de bus of trein of iemand waarmee ik op de foto ga. God is echter wel aanwezig in de personen die ik tegenkom. Want als God goed is en God liefde is, moet Hij wel in elke mens zitten en moeten we Hem wel elke dag tegenkomen. Of niet? Of wel?