Nadat ze vorige week hebben gewisseld krijgen we nu blussing hoofdstuk 3. we begonnen allerleerst met de bekend vuurdriehoek, dat als men 1 zijde wegneemt van de driehoek dat hij in elkaar zal vallen en de brand geblust is. toen kwamen aan wat is een negatieve katalysator ?, wel dat zijn stoffen die een verbranding zodanig kunnen vertragen dat de vlammen helemaal verdwijnen. dan kwamen we aan de soorten blusmiddelen en brandklassen. we bespraken de volgende blusstoffen, water,schuim, AFF (light water); halon, de poeders BC en ABC, CO² en zand we leerden ook bij dat een BC poeder een negatieve katalysator is en dat een ABC poeder eerst negatief is en daarna afdekkend is. Die BC en ABC staat voor de brandklassen Klasse A: branden van vaste stoffen (hout,papier,karton) Klasse B: vloeibare branden ook wel vette branden genoemd, meestal is dit een vloeistof die brand Klasse C: zijn de gavormige branden, bvb lpg butaan, aardgas. nadat men de blusstof water besproken heeft, kwamen we aan de blusstof schuim. de defenitie van schuim zegt "schuim is een innige bestendige vermenging van lucht, water en een schuimvormend middel" toen we de blusstof schuim kort hadden besproken kwamen we aan het verschuimingsgetal de volgende formule kwamen we tegen verschuimingetal= volume schuim ------------------ volume schuimoplossing bvb: indien 97l water + 3l schuimproduct een schuimvolume van 1.000 l afleveren, dan is het verschuimingsgetal ?
+ men weet dat 1 liter schuimoplossing 1 kubieke meter schuim is.
toen kwamen we aan de soorten poeders maar ik zelf vind de belangrijkste poeders voor burgers de BC en de ABC poeders, die komn het meest voor, als je een klasse D brand of een andere soort brand hebt, niet aarzelen meteen de brandweer bellen!. De middag naderde en 12u30 naderde, tijd om richting MC donalds te trekken voor mijn menu, deze keer had ik een dubbele portie McNuggets besteld omdat ik scheurde van de honger. de middagpauze was voorbij en een nieuw hoofdstuk diende zich aan ditmaal de adembeschermende middelen hoofdstuk 3. we zagen de 2 verschillende groepen adembescherming de lichte en de zware waaronder bij de lichte die afhankelijk van een ademhalingstoestel en bij de zware de onafhankelijke ademhalingstoestel. dan zagen we hoeveel % zuurstof men minimum in de lucht moet hebben om te kunnen overleven en dat is 17 % en een normale mens ademt in rust 16 keer per minuut bij iedere ademhaling 0,5 liter uit. toen bespraken we de soorten filters, combinatiefilter, gasfilter en deeltjesfilter Eindelijk de pauze kwam eraan, want ik scheurde alweer van de honger en ik had wat frisse lucht nodig om mijn ogen terug open te krijgen, wat de vrijdagavond was er nog een algemene oefening en was het ongeveer 1 uur 's nachts dat ik in mijn bed zat. toen de pauze gedaan was kwamen we aan een iets interessanter deel namelijk perslucht hfdst 4/5 en het persluchttoestel. het persluchttoestel bestaat uit verschillende onderdelen maar de belangrijkste onderdelen zijn toch, het gelaatstuk, draagstel, longautomaat en manometer, de meeste korpsen hebben nu een bodyguard, dat berekend constant u fles inhoud en hoelang je nog kan werken voordat hij in alarm slaa en dat slaat aan bij 50 bar of als je plots tezveel lucht verliest op een korte tijd. dan kwamen we aan het deel van de vraagstukken van hoelang kan je nog werken met u fles en hoeveel liter je nog in u fles hebt.
bvb Als men begint men het werken heeft men een fles van 6 liter op 300 bar werkdruk na 20 minuten te werken heeft men 120 bar over Hoeveel liter heeft men over in de fles ? 300-120= 180 bar dat je overhebt 180 bar x 6 liter= 1080 liter : 20 minuten werktijd= 54 liter lucht nog over
Men heeft een fles van 6 liter op 300 bar staan, men doet middelzware arbeid dat is 40 liter/min Hoelang kan men werken ? 300 bar - 50 bar reserve= 250 bar werkdruk 250 bar werkdruk x 6 liter= 1500 liter lucht in de fles 1500 liter : 40 (middelzware arbeid) = 37,5 minuten werktijd.
Na nog een paar vraagstukken te hebben opgelost mochten we terug naar huis keren, volgende keer radioverbindingen ASTRID, de gedragsregels van adembescherming en het voortbewegen met het toestel.