In 1963 schreef de beroemde en beruchte Amerikaanse schrijver Norman Mailer het volgende: "Elke keer als je een slechte televisie-uitzending ziet, zie je hoe de natie zich voorbereidt op de dag waarop er een Hitler zal opstaan. Niet omdat de ideologie van de uitzending fascistisch is; integendeel, de zichtbare ideologie is onveranderlijk liberaal (links), maar toch bereidt die uitzending het fascisme voor omdat het bedrieglijke kunst is en de mensen dus nog een beetje meer verziekt. Als mensen en masse ziek worden, moet de remedie progressief gewelddadiger en afschuwelijker worden. Een verraderlijke, botte ziekte vraagt een gewelddadig en ingrijpend geneesmiddel." Het is duidelijk dat het ook een religieuze fundamentalist kan zijn, maar of die minder erg dan Hitler zou zijn is nog maar de vraag!
Ik herinner me nog goed hoe veertig jaar geleden mijn ooms en tantes vlot de Franse taal beheersten, sommigen spraken die zelfs zonder accent. Wanneer ik er dan aan denk hoe zij de eigen moedertaal slechts matig kenden, dan stel ik me daar toch vragen bij. Zij kenden eigenlijk geen goed Nederlands maar alleen maar hun eigen dialect. Vanwaar toch deze tegenstelling? Enerzijds respect voor het Frans dat men goed wilde kennen en langs de andere kant geen enkele interesse voor het Nederlands. Het was dan toch niet te verwonderen dat de Franstaligen toentertijd absoluut geen zin hadden om Nederlands te leren, want welk Nederlands moesten zij dan wel machtig worden? Antwerps? Gents? Brussels? Voor de Vlamingen is het duidelijk om welk soort Frans het gaat, er is er maar één en dat is het goede Frans zoals het officieel in Frankrijk gesproken wordt. Omgekeerd was dat niet het geval. Gelukkig zijn de Vlamingen er de laatste veertig jaar in geslaagd om een soort Algemeen Nederlands te spreken zodat het voor de anderen (Franstaligen, allochtonen, enz.) duidelijker geworden is wat hen te doen staat. De gevolgen zijn er dan ook: steeds meer Franstalige politici doen hun best om Nederlands te leren, het verschil met vroeger is enorm. Daarom erger ik me mateloos aan sommige verlichte geesten (die zelfs aanwezig zijn bij de openbare omroep) die weer eens het dialect willen promoten. Wil men dan écht terug naar grootmoeders tijd? Welnu, men is dan in goed (?) gezelschap want een bepaalde Vlaamse partij wil dit ook!
De reportage op Canvas over het racisme in Rusland was werkelijk schokkend. Jongeren die een pogrom uitvoeren op allochtone inwoners, het was niet mooi om zien en het roept vragen op over het soort democratie dat onder president Poetin van kracht is. Echt hallucinant is het om te vernemen dat 80 % (!) van de burgers van Sint-Petersburg daar mee akkoord gaat! Men kan zich afvragen hoe het zover is kunnen komen. Ik herinner me dat Afrikaanse studenten in Moskou onder het Sovjet-bewind er ook al over kloegen hoe vijandig zij bekeken werden door de Russen maar vermits toen alles in het teken stond van de universele broederlijkheid en gelijkheid konden zij geen uiting geven aan deze vijandige gevoelens. Nu de Russen vrij zijn is het hek helemaal van de dam. Het moet dus wel zijn dat hun ingesteldheid racistische trekken vertoont. Als ik aan de geschiedenis denk dan is dit niet verrassend want het waren toch de Russen die zich in de negentiende eeuw regelmatig met groot enthoesiasme schuldig maakten aan progroms op de Joden. Hun antisemitisme was dus een voorloper van hun racisme: beide gaan natuurlijk meestal samen. Heel het geleuter over dé Slavische ziel, waar ook Dostoïevski zich aan bezondigde, bezit gevaarlijke, xenofobe kantjes. Wanneer de Slavische ziel immers tot het alleenzaligmakende mensentype wordt uitgeroepen dan volgt daar logischerwijze uit dat niet-Slavische zielen van een lagere rangorde zijn waartegen men gewelddadig mag optreden. De kritiek die president Poetin onlangs in Duitsland leverde op de Verenigde Staten was dus wel erg misplaatst, dat land levert al meer dan veertig jaar een niet aflatende strijd tegen elke vorm van racisme en antisemitisme. Vergeleken daarmee lijkt het alsof het huidige Rusland zich nog gedraagt zoals in de negentiende eeuw.
In de krant "De Standaard" was maandag een bon toegevoegd waarmee men zich gratis een Koran kon aanschaffen. Daarmee werd het startsein gegeven voor een 15-delige reeks over de islam. Die gratis Koran heeft bij heel wat lezers reacties uitgelokt. Eén van hen stelde dat het eigenlijk nutteloos was dat men zo een actie deed omdat toch maar een kleine elite die Koran daadwerkelijk zou gaan lezen. Ik stoor me hier vooral aan het woord "elite" want het is toch niet omdat men de Koran leest dat men elitair zou zijn? Het is wel een uiting van nieuwsgierigheid en een drang naar kennis waardoor men wil weten op welke teksten de miljoenen moslims in de wereld zich baseren. Men heeft ook meer recht om te oordelen of veroordelen indien men de basistekst van de islam kent. Het verbaast me altijd dat zoveel mensen zo weinig geïnteresseerd zijn in zaken van de geest. Iemand die kan lezen en naar school geweest is, is volgens mij in staat om de Koran te lezen mits natuurlijk een kleine inspanning en wat concentratie. Nogmaals, het is gewoon een kwestie van interesse, de rest volgt van zelf. Vanwaar toch altijd die manie om mensen die zich op intellectueel vlak bekwamen als elitair te bestempelen? Is de beste garagist van de streek of de beste loodgieter ook elitair?! Nee toch, zij worden gewoon geprezen, en terecht.
Met de woorden "Frankly, my dear, I don't give a dawn" verdwijnt Rhett Butler (Clark Gable) voorgoed uit de film "Gone with the wind". Deze beroemde en populaire film valt na 60 jaar nog best mee, meer nog, er valt nog goed van te genieten. In de eerste plaats zijn er de prachtige vertolkingen van Clark Gable en Vivien Leigh die in elke scène steeds de juiste toon weten te treffen en die erin geslaagd zijn om er voor te zorgen dat hun niet zo sympathieke personages altijd kunnen blijven rekenen op het medeleven van het publiek. Dat alleen al was een hele krachttoer. Dan is er de fotografie die qua kleur erg synchroon loopt met de emoties van de personages. Niemand zal wel ooit de vlammend rode zonsondergangen kunnen vergeten. Sierlijke camerabewegingen beletten dat deze film, waarin toch veel wordt gesproken, te statisch wordt. De dialogen zijn pittig (zie bovenstaande zin) en de muziek maakt van het geheel een soort van Puccini-opera. Wat mij wel altijd heeft gestoord is het tweede deel waarin alles uitsluitend toegespitst wordt op de romance tussen Rhett Butler en Scarlet O'Hara. Daardoor begeeft deze film zich op de rand, of soms erover, het melodrama. In het eerste gedeelte heeft men nog de wisselwerking tussen de personages en de historische achtergrond (Amerikaanse burgeroorlog) waardoor ons duidelijk gemaakt wordt hoe een bepaalde maatschappij onherroepelijk tot de ondergang gedoemd is. Omdat dit maatschappelijk kader daarna volledig wordt verwaarloosd hangen de personages plotseling als het ware in het luchtledige waardoor het verhaal nogal mager wordt en ja, ietwat langdradig. Maar gelukkig zijn het ook hier weer de twee hoofdvertolkers die de aandacht gaande houden. Een film dus die iedereen kan aanbevolen worden maar die men toch niet als een meesterwerk kan bestempelen.
Het is erg lang geleden dat ik me nog zo geërgerd heb aan een TV-programma als zondagavond het geval was. Het gaat over "Moslima's" dat om 22u35 op Canvas werd uitgezonden. Nee, het betreft hier niet de moslima's! Wél was ik verbijsterd door de manier waarop zij in beeld werden gebracht, of liever, "uit" beeld! Met een tot het uiterste uitgerokken panomarisch beeldformaat en een camera die te dichtbij stond, leek het alsof men die vrouwen bekeek doorheen een brievenbus: men kreeg (in het beste geval!) slechts hun ogen, neus en mond te zien, voor het overige bestonden deze vrouwen niet. Bij de minste beweging die zij maakten verdween een oog of een stuk van hun mond uit het beeld. Heel de tijd had ik maar één wens en dat was dat beeld open trekken zodat tenminste hun hele hoofd te zien zou zijn. Waarschijnlijk was hier een regisseur aan het werk die ten koste van alles origineel wilde overkomen, een andere reden voor zo een idiote werkwijze kan ik niet bedenken. Voor de rest niets dan lof voor Nadia Dala die de vragen stelde en de geïnterviewden die werkelijk een verpletterende indruk maakten. "Vier prachtige vrouwen" zoals Dala zelf in een interview zei. Inderdaad, ik ken geen betere illustratie van het woord "prachtig" dan wat die vrouwen ons voorschotelden. Zij leken elk in het bezit te zijn van een grote innerlijke rust en toverden regelmatig een stralende glimlach op hun gezicht. Al dit positiefs wil evenwel niet zeggen dat ik met al hun uitspraken akkoord ging, zeker niet, maar als poging om de kijker een beter begrip te geven hoe moslima's eigenlijk zijn, was dit programma een voltreffer. Het zal dan ook alleen voor hen zijn dat ik de volgende drie afleveringen nog wil bekijken.
Ik neem het weekend als alibi om erg kort te zijn vandaag. Daarom citeer ik gewoon een paar woorden van Chesterton: "Napoleon and Caesar were very much alike, especially Napoleon." Ik zie niet in hoe ik dat op een goede manier zou moeten vertalen, daarom laat ik het maar zo, er valt aan het origineel gewoon niets te verbeteren.
Blijkbaar leven we nu in een tijdperk van kruistochten. Tegen alles en nog wat wordt een ware kruistocht gevoerd. Eén van de kenmerken van een kruistocht is natuurlijk haar fanatisme. De anderen worden afgeschilderd als het grootste kwaad, liefst als vijanden van de mensheid (de Russen zegden dat tweehonderd jaar geleden al over Napoleon!). Om maar enkele groepen te noemen die het slachtoffer zijn: rokers, ongelovigen, moslims, vreemdelingen, hoofddoekendraagsters, milieuvervuilers, Amerikanen, enz.. Plotseling is elke nuancering zoek. Het resultaat is een ware wij-tegen-zij-mentaliteit. Leiders van allerlei slag roepen hun aanhangers op om ten strijde te trekken tegen andere aanhangers van weer andere leiders. Zo blijft de pret duren natuurlijk! Als remedie daartegen herinner ik graag aan de volgende woorden van Nietzsche: "Laat iedere man (en iedere vrouw) slechts zijn (of haar) eigen ware aanhanger zijn." Indien men dit zou toepassen dan zou men niet veel meer van die leiders horen, denk ik!
Ik zag in het TV-nieuws de presentatie van het CD&V-boek "De mythe van het vrije ik". Ik heb dat boek niet gelezen maar ik kan wel al commentaar leveren op de titel ervan. Het is eerst en vooral een erg modieuze titel die weer eens wil aantonen dat het "vrije ik" teveel invloed heeft in onze maatschappij. Met andere woorden, het individualisme krijgt voor de zoveelste keer nog eens een veeg uit de pan. Als men dan wat dieper ingaat op de gebruikte woorden dan wordt er dus radicaal getwijfeld aan het "vrije ik" vermits het een "mythe" is. Zo een stellingname heeft wel erg drastische consequenties want als men niet vrij is dan is men ook niet verantwoordelijk wat wil zeggen dat er van schuld geen sprake kan zijn. Hierdoor schaart schrijver Wouter Beke zich aan de zijde van niemand minder dan.....Friedrich Nietzsche!!! Dat kan toch nooit de bedoeling geweest zijn, zeker niet vanwege iemand die afkomstig is uit een christelijk milieu?! Voor zover ik kan opmaken uit een artikel in de krant wordt er in het boek gegoocheld met woorden zoals "vrijheid", "persoon", enz..allemaal zwaar beladen woorden die blijkbaar nogal nonchalant worden gebruikt. Het klinkt misschien wat overmoedig, maar de titel alleen al toont dit voor mij overduidelijk aan.
Wie bij de laatste film van David Lynch, "INLAND EMPIRE", het verhaal probeert te volgen is eraan voor de moeite en zal waarschijnlijk ontgoocheld de zaal verlaten. Wie echter de film bekijkt als een aaneenschakeling van hallucinante droombeelden die zal er écht kunnen van genieten. En wat voor droombeelden! Je treedt binnen in het aparte universum van David Lynch die er weer eens in geslaagd is om het alledaagse onrustwekkend voor te stellen. Een deur is bij hem geen gewone deur maar krijgt iets akeligs door de belichting en de begeleidende muziek. Zo wordt elke scène omgetoverd tot iets hypnotiserend. Ik vind deze "INLAND EMPIRE" oneindig beter dan "Mulholland drive" waarin te veel gewone (?) scènes aanwezig waren. In zijn laatste film is dit, op een saai begin na, niet het geval. Alles is mysterieus, excentriek en onheilspellend. En hoe bedwelmend is alles verfilmd! Als toeschouwer word je constant gebombardeerd door wonderlijk belichte beelden, extreme cadrages en suggestieve geluidseffecten. Terwijl ik nog zat te kijken nam ik me al voor om later zeker de DVD te kopen en toen ik uit de bioscoop kwam kon ik niet anders dan concluderen hoe banaal en gewoon de meeste andere films in feite zijn. Ik denk dat ik zal moeten afkicken van "INLAND EMPIRE" vooraleer nog een andere film te gaan bekijken!
Sommige BV's komen zodanig veel op TV dat ze mij een indigestie bezorgen, anderen zijn ook veel op het kleine scherm te zien maar in tegenstelling tot de eersten zorgen zij ervoor dat hun aanwezigheid in een bepaald programma me juist wél doet kijken. Tot deze laatste groep behoort fotografe Lieve Blancquaert. Zij is mooi, zij bezit charme en intelligentie en zij is een vlotte prater. Ik vergat bijna te vermelden dat zij ook nog zin voor humor heeft. Dank zij deze vijf kenmerken is zij een erg aangename verschijning, wat eigenlijk een understatement van jewelste is. In "De laatste show" legde zij uit hoe haar eigen programma op Canvas er ging uitzien. Zij maakte daarbij de opmerking dat zij het vak van het interviewen nog niet volledig onder de knie heeft omdat zij moeilijk kan luisteren. Toch wil ik haar op dit vlak geruststellen want haar optreden in "Zomer 2006" (met Jan Leyers als presentator) bewees overduidelijk dat zij goed met mensen kan omgaan. De gesprekken die zij met passanten op de zeedijk voerde waren erg spontaan en toonden aan hoe goed zij die personen op hun gemak kon stellen, een voorwaarde voor een vlot gesprek. Haar ervaring als portretfotografe zal haar daar goed bij van pas gekomen zijn. Na deze omschrijving van de persoon Lieve Blancquaert wil ik er toch nog de aandacht op vestigen dat zij ook een goede fotografe is die zich gespecialiseerd heeft in portretten die wars zijn van effectbejag en die de geportretteerden in al hun waardigheid tot hun recht laten komen. De vrouw Blancquaert die men op TV ziet komt dus overeen met de indruk die haar foto's nalaten. Ik wens haar nog een lange carrière!
Er wordt de laatste tijd nogal wat gepraat en geschreven over "zinloos" geweld, alsof er "zinvol" geweld bestaat! En meestal vraagt men zich dan verwonderd af hoe het mogelijk is dat bepaalde jongeren hun toevlucht nemen tot geweld. Deze verwondering verwondert me echt. Het is toch niet zo moeilijk om te begrijpen waar al dat geweld vandaan komt. Onze hele maatschappij is doordesemd van agressie op elk vlak. De drang om ten koste van alles en iedereen de top te bereiken wordt als hoogste goed beschouwd. Wie men in werkelijkheid is speelt geen enkele rol, als men maar als winnaar uit de bus komt. Om dit aan te tonen beperk ik me tot slechts één voorbeeld, maar dan wel een heel markant. Bij tenniswedstrijden ziet men de laatste jaren hoe verbeten zelfs tennisspeelsters op de tennismat tekeer gaan. Ik verwijs hier naar "onze" meisjes Justine Henin en Kim Clijsters. Zelfs deze laatste die toch in het gewone leven een vriendelijke indruk maakt, heft tijdens een wedstrijd regelmatig een gebalde vuist omhoog met de daarbij horende dreigende gezichtsuitdrukking. Ook het publiek bij zulke wedstrijden wordt steeds maar rumoeriger. Het lijkt wel een voetbalwedstrijd. Waar is de tijd toen men alleen maar het getik van de ballen kon horen en de stem van de scheidsrechter?! Dit maar om aan te tonen hoe het geweld overal is binnen geslopen. Want als zelfs een bevoorrecht iemand als Kim Clijsters een agressief gedrag op het tennisveld vertoont dan is het bijna normaal te noemen dat losgeslagen jongeren daadwerkelijk tot een gewelddaad overgaan. Ik haspel hier de woorden "geweld" en "agressie" doelbewust door elkaar omdat in mijn ogen het één het ander teweegbrengt: zonder agressie is er geen geweld en geweld is agressief. Elk type van maatschappij creëert het gedrag dat zij verdient.
Nu de film "Who's afraid of Virginia Woolf ?" (1966) eindelijk uit is op DVD, heb ik me niet kunnen weerhouden van een exemplaar te kopen. Hoe knap Richard Burton ook acteert, samen met "A spy who came from the cold" één van zijn beste vertolkingen, toch richt ik mijn aandacht hier vooral op de star van dat moment, Elizabeth Taylor. Het eerste wat opvalt is hoe deze anders zo piekfijn uitgedoste en wondermooie actrice nu de rol speelt van een slonzige en aan de drank verslaafde vrouw, een vrouw die zich vulgair gedraagt en roept en tiert dat het een lust is. Ook haar kleding is niet om naar huis over te schrijven, wel integendeel. Haar gezicht is zodanig geschminkt dat zij er verlept uitziet. Ondanks deze negatieve kenmerken blijft zij fascinerend. Men zou het als volgt kunnen formuleren: de manier waarop zij voor deze rol lelijk werd gemaakt heeft haar niet belet om er mooi te blijven uitzien. Ik denk dan aan die andere beroemde vedette, Sophia Loren, die ooit dezelfde krachttoer heeft uitgehaald in "Una giornata particolare". Veel andere voorbeelden van beroemde actrices die voor een bepaalde rol al hun glamour in de ijskast stopten, ken ik niet. Eigenlijk hebben zij daarmee bewezen dat, indien zij niet zo mooi waren geweest zo als zij in werkelijkheid waren, zij toch dezelfde uitstraling hadden bezeten of om het anders uit te drukken, hun schoonheid was niet alleen uiterlijk maar ook innerlijk. Ik ben nog vergeten vermelden dat "Who's afraid of Virginia Woolf?" een prachtige film is.
Ik las onlangs in een weekblad een veelzeggend interview met een Marokkaanse moslima die in België geboren is. Zoals te verwachten was, werd er gesproken over de hoofddoek. Er werd uiteengezet dat in de islamitische wereld de haren van een vrouw als heel bekoorlijk worden beschouwd waarop de interviewer dan verwees naar de borsten bij de Afrikaanse vrouwen. In haar antwoord zei de Marokkaanse vrouw dat, indien de vrouwen hier topless zouden rondlopen wij dat toch ook eigenaardig zouden vinden. Onderverstaan bedoelde zij eigenlijk twee dingen: ten eerste, het dragen van een hoofddoek is dus een stap vooruit in de menselijke evolutie juist zoals het bedekken van de borsten een stap vooruit was in vergelijking met die "wilden" en ten tweede, schoonheid en verleidelijkheid zijn slecht want zij mogen alleen het daglicht zien tegenover de mensen (eigen man, familie, oude mannen of heel jonge jongens) die er toch niet kunnen of mogen voor bezwijken. Voor zo een houding is er in de westerse beschaving een bepaald woord voorhanden en dat is "puritanisme", de grote vrees dat er ergens wel eens iemand zou kunnen genieten.
Een tijd geleden heb ik de naam Chesterton al eens vermeld. Vandaag wil ik een paar interessante woorden van hem citeren: "Het reglement van een club is wel eens ten gunste van het arme lid. De geest van een club is altijd ten gunste van het rijke lid." (uit "Orthodoxie") Als we hier het woord "club" vervangen door "maatschappij" en "lid" door "burger" dan wordt het duidelijk waarom er eigenlijk wetten nodig zijn. Heel simpel, om de zwakkere burger te beschermen tegen hen die anders gewoon hun zin zouden doen. Even een eenvoudig voorbeeld om dat te illustreren: veronderstel dat er op de autosnelwegen geen snelheidsbeperking zou gelden dan is het evident dat de bezitters van een sportwagen of een dure, krachtige auto er zouden van profiteren om zelfs 200 km per uur te rijden daar waar de eigenaars van een veel kleinere wagen slechts 140 km zouden kunnen rijden. Dat is zo maar een verschil van 60 km! Nu met de snelheidsbeperking tot 120 km is iedereen ineens gelijk voor de wet, zowel de rijke als de arme. Wat in dit geval geldt is toepasbaar op alle andere terreinen. Voor wie zich dus afvraagt waarom er wetten nodig zijn, welnu dit is het antwoord.
Wie is Oja Kodar??? Zij was gedurende zijn laatste vijfentwintig jaar de vriendin van de wereldberoemde Orson Welles en heeft een grote invloed op hem gehad. In 1973 filmde Welles "F for Fake", zijn laatste film, wat in tegenstelling tot zijn vorige werken geen speelfilm maar een documentaire was, meer een essay. De film had als onderwerp allerhande vervalsingen. Ook de toeschouwer wordt bij de neus genomen. Op het einde ontstaat er een ontmoeting tussen Oja Kodar en Picasso, althans, het heeft er de schijn van, in werkelijkheid is ook dit een vervalsing. In deze scène laat Orson Welles weer eens zien hoe meesterlijk hij zijn films wist te monteren. Het is puur door de montage dat hij ervoor zorgt dat het niet onmogelijk lijkt dat Kodar op een bepaald moment voor Picasso poseert. Ik vind dit werkelijk adembenemend en het vormt hét hoogtepunt in een film die daarvoor al op een ongeëvenaarde wijze is gemonteerd. Het is duidelijk dat Welles zich amuseert en verwacht dat wij ons mee amuseren. Deze geniale kunstenaar beëindigde dus zijn unieke carrière met een kwinkslag. Of hoe een zwaarlijvig iemand zo lichtvoetig kon zijn!
Eén van de opvallende kenmerken van de dictators van de twintigste eeuw was hun provincialisme. Denken we hierbij maar aan een Pinochet, Mao, Stalin of Hitler. Deze laatste sprak zelfs een Oostenrijks Duits, hij is eigenlijk begonnen met het massacreren van de Duitse taal. De toon was dus gezet. Toen ik in een vorig artikel sprak over de gevaarlijke mengeling van romantiek en overdreven nationalisme dan was dat niet volledig genoeg. Het provincialisme hoort daar ook bij zodat ik de volgende formule bijna durf te hanteren: romantiek + eigen volk eerst + provincialisme = fascisme. Als aan die drie voorwaarden zijn voldaan dan staat een dictatuur voor de deur. De drie genoemde tendenzen komen er in feite op neer dat men een terugkeer naar het verleden wil en om dat te bewerkstelligen moeten de moderniteit en haar vertegenwoordigers worden uitgeschakeld. Fascisme betekent dus niets meer of minder dan een gewelddadige aanval op de hedendaagse wereld. Het is logisch dat zo iets tot een catastrofe leidt, dat heeft de geschiedenis wel genoeg bewezen. De geschiedenis heeft ook bewezen dat zij lacht met zulke verzuurde oprispingen want na de vernietiging van de dictatuur komt de moderne tijd als een boemerang terug in het gezicht van haar vijanden. Zie daarvoor Duitsland na 1945. Hitler keerde terug naar de middeleeuwen maar twaalf jaar later keerden de moderne tijden terug naar Duitsland zodat dat land het meest moderne werd van Europa. Wat een verspilling van energie en mensenlevens!
Op www.dr-le-compte.be hoorde ik (de website is de laatste tijd alleen te beluisteren) weer een goede uitspraak: "De waarheid is wat GIJ gelooft." Daaruit volgt dus automatisch dat een absolute waarheid niet bestaat. Dr.Le Compte vindt het dan ook misdadig dat de twee grootste wereldgodsdiensten, de islam en het christendom, er nog altijd van uit gaan dat zij de absolute waarheid in pacht hebben en anderen proberen te bekeren. Omdat het weekend is ga ik het hierbij laten. Die zes woorden zeggen genoeg.
De laatste tijd constateer ik met verbijstering hoe in sommige tijdschriften (Humo bv.) de titels van Franse films in het Engels vertaald worden. Zo werd onlangs "La belle et la bête" van Jean Cocteau plotseling "The beauty and the beast" en "Les diaboliques" en "Le salaire de la peur" van Henri-Georges Clouzot werden verminkt to "Diabolique" en "Wages of fear"! Ik vraag me dan af of men denkt dat de lezer die paar Franse woorden niet zal begrijpen of is men al zodanig gehersenspoeld door de Angelsaksische cultuur dat men er vanuit gaat dat Engels beter klinkt? Ik moet hier direct bij vermelden dat ik altijd een hekel heb gehad aan Franstaligen met hun manie om Amerikaanse filmtitels in het Frans te vertalen maar dat valt nog ergens te begrijpen gezien zij de vreemde titels omzetten in hun EIGEN taal. Wanneer men echter de originele anderstalige titel vertaalt naar een andere VREEMDE taal dan wordt het pas écht potsierlijk. Het wijst er volgens mij eens te meer op hoe diep de Amerikaanse cultuur in sommige Vlaamse geesten is doorgedrongen, notabene bij hen die anders zo prat gaan op hun anti-Amerikanisme! Zich verzetten tegen een bepaalde cultuur doet men toch niet door enerzijds alles van die cultuur over te nemen maar anderzijds er altijd kritiek op te leveren. Het is ofwel het één of het ander, beide handelwijzen samen vind ik nogal twijfelachtig.
Indien ik ooit een lijst zou samenstellen met de tien meest originele films, dan zou "Les parapluies de Cherbourg" daar zeker bijhoren. Want zeg nu zelf, een film waarin elk woord gezongen wordt in plaats van gesproken kan men toch moeilijk als alledaags bestempelen. In het begin gaat het hoofdpersonage zelfs naar een garage en spreekt (of liever zingt) de garagist aan die al zingend antwoordt! Dit is typerend voor de hele film, de meest gewone handelingen krijgen een speciaal karakter omdat zij al zingend uitgevoerd worden. Is "Les parapluies de Cherbourg" dan een musical? Eigenlijk niet, want in een musical worden gesproken scènes afgewisseld met dans- en zangnummers. Is het een opera? Nog minder, want een opera handelt per definitie bijna altijd over een erg (melo)dramatische geschiedenis en bevat los van elkaar staande aria's. Niets van dit alles in "Les parapluies de Cherbourg". Het verhaal is erg banaal en van aria's kan men moeilijk spreken want het lijkt bijna alsof heel de film bestaat uit verschillende melodieën die aan elkaar geregen worden en zo één grote melodie vormen. Maar wat nut heeft het om een film in een bepaalde categorie te willen stoppen, het voornaamste is toch dat hij mooi en aangrijpend is. En dat is "Les parapluies de Cherbourg" in hoge mate. Het gebruik van de kleuren (gewoon fantastisch), de muziek van Michel Legrand, de sfeer en de vertolking zijn onvergetelijk. Het is een film waarover een sluier van weemoed hangt die in de laatste scène wordt afgerukt zodat een stil verdriet zichtbaar wordt. Deze film is uitgegeven op DVD maar ik weet niet of er ook een uitgave op de markt is met Nederlandse ondertitels. Zoveel belang heeft dat wel niet in dit geval want "Les parapluies de Cherbourg" is vooral een kijk-en luisterfilm. Zelfs zonder alle woorden te begrijpen beseft men wel waarover het gaat.
Ik ben Michel Vanderspurt
Ik ben een man en woon in Gent (België) en mijn beroep is fotograaf.
Ik ben geboren op 13/07/1946 en ben nu dus 78 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: lezen, geschiedenis, muziek,film en reizen.
Een erg belangrijke invloed in mijn leven is priester-dichter Anton van Wilderode geweest van wie ik jaren lang les heb