Ik neem het weekend als alibi om erg kort te zijn vandaag. Daarom citeer ik gewoon een paar woorden van Chesterton: "Napoleon and Caesar were very much alike, especially Napoleon." Ik zie niet in hoe ik dat op een goede manier zou moeten vertalen, daarom laat ik het maar zo, er valt aan het origineel gewoon niets te verbeteren.
Blijkbaar leven we nu in een tijdperk van kruistochten. Tegen alles en nog wat wordt een ware kruistocht gevoerd. Eén van de kenmerken van een kruistocht is natuurlijk haar fanatisme. De anderen worden afgeschilderd als het grootste kwaad, liefst als vijanden van de mensheid (de Russen zegden dat tweehonderd jaar geleden al over Napoleon!). Om maar enkele groepen te noemen die het slachtoffer zijn: rokers, ongelovigen, moslims, vreemdelingen, hoofddoekendraagsters, milieuvervuilers, Amerikanen, enz.. Plotseling is elke nuancering zoek. Het resultaat is een ware wij-tegen-zij-mentaliteit. Leiders van allerlei slag roepen hun aanhangers op om ten strijde te trekken tegen andere aanhangers van weer andere leiders. Zo blijft de pret duren natuurlijk! Als remedie daartegen herinner ik graag aan de volgende woorden van Nietzsche: "Laat iedere man (en iedere vrouw) slechts zijn (of haar) eigen ware aanhanger zijn." Indien men dit zou toepassen dan zou men niet veel meer van die leiders horen, denk ik!
Ik zag in het TV-nieuws de presentatie van het CD&V-boek "De mythe van het vrije ik". Ik heb dat boek niet gelezen maar ik kan wel al commentaar leveren op de titel ervan. Het is eerst en vooral een erg modieuze titel die weer eens wil aantonen dat het "vrije ik" teveel invloed heeft in onze maatschappij. Met andere woorden, het individualisme krijgt voor de zoveelste keer nog eens een veeg uit de pan. Als men dan wat dieper ingaat op de gebruikte woorden dan wordt er dus radicaal getwijfeld aan het "vrije ik" vermits het een "mythe" is. Zo een stellingname heeft wel erg drastische consequenties want als men niet vrij is dan is men ook niet verantwoordelijk wat wil zeggen dat er van schuld geen sprake kan zijn. Hierdoor schaart schrijver Wouter Beke zich aan de zijde van niemand minder dan.....Friedrich Nietzsche!!! Dat kan toch nooit de bedoeling geweest zijn, zeker niet vanwege iemand die afkomstig is uit een christelijk milieu?! Voor zover ik kan opmaken uit een artikel in de krant wordt er in het boek gegoocheld met woorden zoals "vrijheid", "persoon", enz..allemaal zwaar beladen woorden die blijkbaar nogal nonchalant worden gebruikt. Het klinkt misschien wat overmoedig, maar de titel alleen al toont dit voor mij overduidelijk aan.
Wie bij de laatste film van David Lynch, "INLAND EMPIRE", het verhaal probeert te volgen is eraan voor de moeite en zal waarschijnlijk ontgoocheld de zaal verlaten. Wie echter de film bekijkt als een aaneenschakeling van hallucinante droombeelden die zal er écht kunnen van genieten. En wat voor droombeelden! Je treedt binnen in het aparte universum van David Lynch die er weer eens in geslaagd is om het alledaagse onrustwekkend voor te stellen. Een deur is bij hem geen gewone deur maar krijgt iets akeligs door de belichting en de begeleidende muziek. Zo wordt elke scène omgetoverd tot iets hypnotiserend. Ik vind deze "INLAND EMPIRE" oneindig beter dan "Mulholland drive" waarin te veel gewone (?) scènes aanwezig waren. In zijn laatste film is dit, op een saai begin na, niet het geval. Alles is mysterieus, excentriek en onheilspellend. En hoe bedwelmend is alles verfilmd! Als toeschouwer word je constant gebombardeerd door wonderlijk belichte beelden, extreme cadrages en suggestieve geluidseffecten. Terwijl ik nog zat te kijken nam ik me al voor om later zeker de DVD te kopen en toen ik uit de bioscoop kwam kon ik niet anders dan concluderen hoe banaal en gewoon de meeste andere films in feite zijn. Ik denk dat ik zal moeten afkicken van "INLAND EMPIRE" vooraleer nog een andere film te gaan bekijken!
Sommige BV's komen zodanig veel op TV dat ze mij een indigestie bezorgen, anderen zijn ook veel op het kleine scherm te zien maar in tegenstelling tot de eersten zorgen zij ervoor dat hun aanwezigheid in een bepaald programma me juist wél doet kijken. Tot deze laatste groep behoort fotografe Lieve Blancquaert. Zij is mooi, zij bezit charme en intelligentie en zij is een vlotte prater. Ik vergat bijna te vermelden dat zij ook nog zin voor humor heeft. Dank zij deze vijf kenmerken is zij een erg aangename verschijning, wat eigenlijk een understatement van jewelste is. In "De laatste show" legde zij uit hoe haar eigen programma op Canvas er ging uitzien. Zij maakte daarbij de opmerking dat zij het vak van het interviewen nog niet volledig onder de knie heeft omdat zij moeilijk kan luisteren. Toch wil ik haar op dit vlak geruststellen want haar optreden in "Zomer 2006" (met Jan Leyers als presentator) bewees overduidelijk dat zij goed met mensen kan omgaan. De gesprekken die zij met passanten op de zeedijk voerde waren erg spontaan en toonden aan hoe goed zij die personen op hun gemak kon stellen, een voorwaarde voor een vlot gesprek. Haar ervaring als portretfotografe zal haar daar goed bij van pas gekomen zijn. Na deze omschrijving van de persoon Lieve Blancquaert wil ik er toch nog de aandacht op vestigen dat zij ook een goede fotografe is die zich gespecialiseerd heeft in portretten die wars zijn van effectbejag en die de geportretteerden in al hun waardigheid tot hun recht laten komen. De vrouw Blancquaert die men op TV ziet komt dus overeen met de indruk die haar foto's nalaten. Ik wens haar nog een lange carrière!
Er wordt de laatste tijd nogal wat gepraat en geschreven over "zinloos" geweld, alsof er "zinvol" geweld bestaat! En meestal vraagt men zich dan verwonderd af hoe het mogelijk is dat bepaalde jongeren hun toevlucht nemen tot geweld. Deze verwondering verwondert me echt. Het is toch niet zo moeilijk om te begrijpen waar al dat geweld vandaan komt. Onze hele maatschappij is doordesemd van agressie op elk vlak. De drang om ten koste van alles en iedereen de top te bereiken wordt als hoogste goed beschouwd. Wie men in werkelijkheid is speelt geen enkele rol, als men maar als winnaar uit de bus komt. Om dit aan te tonen beperk ik me tot slechts één voorbeeld, maar dan wel een heel markant. Bij tenniswedstrijden ziet men de laatste jaren hoe verbeten zelfs tennisspeelsters op de tennismat tekeer gaan. Ik verwijs hier naar "onze" meisjes Justine Henin en Kim Clijsters. Zelfs deze laatste die toch in het gewone leven een vriendelijke indruk maakt, heft tijdens een wedstrijd regelmatig een gebalde vuist omhoog met de daarbij horende dreigende gezichtsuitdrukking. Ook het publiek bij zulke wedstrijden wordt steeds maar rumoeriger. Het lijkt wel een voetbalwedstrijd. Waar is de tijd toen men alleen maar het getik van de ballen kon horen en de stem van de scheidsrechter?! Dit maar om aan te tonen hoe het geweld overal is binnen geslopen. Want als zelfs een bevoorrecht iemand als Kim Clijsters een agressief gedrag op het tennisveld vertoont dan is het bijna normaal te noemen dat losgeslagen jongeren daadwerkelijk tot een gewelddaad overgaan. Ik haspel hier de woorden "geweld" en "agressie" doelbewust door elkaar omdat in mijn ogen het één het ander teweegbrengt: zonder agressie is er geen geweld en geweld is agressief. Elk type van maatschappij creëert het gedrag dat zij verdient.
Nu de film "Who's afraid of Virginia Woolf ?" (1966) eindelijk uit is op DVD, heb ik me niet kunnen weerhouden van een exemplaar te kopen. Hoe knap Richard Burton ook acteert, samen met "A spy who came from the cold" één van zijn beste vertolkingen, toch richt ik mijn aandacht hier vooral op de star van dat moment, Elizabeth Taylor. Het eerste wat opvalt is hoe deze anders zo piekfijn uitgedoste en wondermooie actrice nu de rol speelt van een slonzige en aan de drank verslaafde vrouw, een vrouw die zich vulgair gedraagt en roept en tiert dat het een lust is. Ook haar kleding is niet om naar huis over te schrijven, wel integendeel. Haar gezicht is zodanig geschminkt dat zij er verlept uitziet. Ondanks deze negatieve kenmerken blijft zij fascinerend. Men zou het als volgt kunnen formuleren: de manier waarop zij voor deze rol lelijk werd gemaakt heeft haar niet belet om er mooi te blijven uitzien. Ik denk dan aan die andere beroemde vedette, Sophia Loren, die ooit dezelfde krachttoer heeft uitgehaald in "Una giornata particolare". Veel andere voorbeelden van beroemde actrices die voor een bepaalde rol al hun glamour in de ijskast stopten, ken ik niet. Eigenlijk hebben zij daarmee bewezen dat, indien zij niet zo mooi waren geweest zo als zij in werkelijkheid waren, zij toch dezelfde uitstraling hadden bezeten of om het anders uit te drukken, hun schoonheid was niet alleen uiterlijk maar ook innerlijk. Ik ben nog vergeten vermelden dat "Who's afraid of Virginia Woolf?" een prachtige film is.
Ik las onlangs in een weekblad een veelzeggend interview met een Marokkaanse moslima die in België geboren is. Zoals te verwachten was, werd er gesproken over de hoofddoek. Er werd uiteengezet dat in de islamitische wereld de haren van een vrouw als heel bekoorlijk worden beschouwd waarop de interviewer dan verwees naar de borsten bij de Afrikaanse vrouwen. In haar antwoord zei de Marokkaanse vrouw dat, indien de vrouwen hier topless zouden rondlopen wij dat toch ook eigenaardig zouden vinden. Onderverstaan bedoelde zij eigenlijk twee dingen: ten eerste, het dragen van een hoofddoek is dus een stap vooruit in de menselijke evolutie juist zoals het bedekken van de borsten een stap vooruit was in vergelijking met die "wilden" en ten tweede, schoonheid en verleidelijkheid zijn slecht want zij mogen alleen het daglicht zien tegenover de mensen (eigen man, familie, oude mannen of heel jonge jongens) die er toch niet kunnen of mogen voor bezwijken. Voor zo een houding is er in de westerse beschaving een bepaald woord voorhanden en dat is "puritanisme", de grote vrees dat er ergens wel eens iemand zou kunnen genieten.
Een tijd geleden heb ik de naam Chesterton al eens vermeld. Vandaag wil ik een paar interessante woorden van hem citeren: "Het reglement van een club is wel eens ten gunste van het arme lid. De geest van een club is altijd ten gunste van het rijke lid." (uit "Orthodoxie") Als we hier het woord "club" vervangen door "maatschappij" en "lid" door "burger" dan wordt het duidelijk waarom er eigenlijk wetten nodig zijn. Heel simpel, om de zwakkere burger te beschermen tegen hen die anders gewoon hun zin zouden doen. Even een eenvoudig voorbeeld om dat te illustreren: veronderstel dat er op de autosnelwegen geen snelheidsbeperking zou gelden dan is het evident dat de bezitters van een sportwagen of een dure, krachtige auto er zouden van profiteren om zelfs 200 km per uur te rijden daar waar de eigenaars van een veel kleinere wagen slechts 140 km zouden kunnen rijden. Dat is zo maar een verschil van 60 km! Nu met de snelheidsbeperking tot 120 km is iedereen ineens gelijk voor de wet, zowel de rijke als de arme. Wat in dit geval geldt is toepasbaar op alle andere terreinen. Voor wie zich dus afvraagt waarom er wetten nodig zijn, welnu dit is het antwoord.
Wie is Oja Kodar??? Zij was gedurende zijn laatste vijfentwintig jaar de vriendin van de wereldberoemde Orson Welles en heeft een grote invloed op hem gehad. In 1973 filmde Welles "F for Fake", zijn laatste film, wat in tegenstelling tot zijn vorige werken geen speelfilm maar een documentaire was, meer een essay. De film had als onderwerp allerhande vervalsingen. Ook de toeschouwer wordt bij de neus genomen. Op het einde ontstaat er een ontmoeting tussen Oja Kodar en Picasso, althans, het heeft er de schijn van, in werkelijkheid is ook dit een vervalsing. In deze scène laat Orson Welles weer eens zien hoe meesterlijk hij zijn films wist te monteren. Het is puur door de montage dat hij ervoor zorgt dat het niet onmogelijk lijkt dat Kodar op een bepaald moment voor Picasso poseert. Ik vind dit werkelijk adembenemend en het vormt hét hoogtepunt in een film die daarvoor al op een ongeëvenaarde wijze is gemonteerd. Het is duidelijk dat Welles zich amuseert en verwacht dat wij ons mee amuseren. Deze geniale kunstenaar beëindigde dus zijn unieke carrière met een kwinkslag. Of hoe een zwaarlijvig iemand zo lichtvoetig kon zijn!
Eén van de opvallende kenmerken van de dictators van de twintigste eeuw was hun provincialisme. Denken we hierbij maar aan een Pinochet, Mao, Stalin of Hitler. Deze laatste sprak zelfs een Oostenrijks Duits, hij is eigenlijk begonnen met het massacreren van de Duitse taal. De toon was dus gezet. Toen ik in een vorig artikel sprak over de gevaarlijke mengeling van romantiek en overdreven nationalisme dan was dat niet volledig genoeg. Het provincialisme hoort daar ook bij zodat ik de volgende formule bijna durf te hanteren: romantiek + eigen volk eerst + provincialisme = fascisme. Als aan die drie voorwaarden zijn voldaan dan staat een dictatuur voor de deur. De drie genoemde tendenzen komen er in feite op neer dat men een terugkeer naar het verleden wil en om dat te bewerkstelligen moeten de moderniteit en haar vertegenwoordigers worden uitgeschakeld. Fascisme betekent dus niets meer of minder dan een gewelddadige aanval op de hedendaagse wereld. Het is logisch dat zo iets tot een catastrofe leidt, dat heeft de geschiedenis wel genoeg bewezen. De geschiedenis heeft ook bewezen dat zij lacht met zulke verzuurde oprispingen want na de vernietiging van de dictatuur komt de moderne tijd als een boemerang terug in het gezicht van haar vijanden. Zie daarvoor Duitsland na 1945. Hitler keerde terug naar de middeleeuwen maar twaalf jaar later keerden de moderne tijden terug naar Duitsland zodat dat land het meest moderne werd van Europa. Wat een verspilling van energie en mensenlevens!
Op www.dr-le-compte.be hoorde ik (de website is de laatste tijd alleen te beluisteren) weer een goede uitspraak: "De waarheid is wat GIJ gelooft." Daaruit volgt dus automatisch dat een absolute waarheid niet bestaat. Dr.Le Compte vindt het dan ook misdadig dat de twee grootste wereldgodsdiensten, de islam en het christendom, er nog altijd van uit gaan dat zij de absolute waarheid in pacht hebben en anderen proberen te bekeren. Omdat het weekend is ga ik het hierbij laten. Die zes woorden zeggen genoeg.
De laatste tijd constateer ik met verbijstering hoe in sommige tijdschriften (Humo bv.) de titels van Franse films in het Engels vertaald worden. Zo werd onlangs "La belle et la bête" van Jean Cocteau plotseling "The beauty and the beast" en "Les diaboliques" en "Le salaire de la peur" van Henri-Georges Clouzot werden verminkt to "Diabolique" en "Wages of fear"! Ik vraag me dan af of men denkt dat de lezer die paar Franse woorden niet zal begrijpen of is men al zodanig gehersenspoeld door de Angelsaksische cultuur dat men er vanuit gaat dat Engels beter klinkt? Ik moet hier direct bij vermelden dat ik altijd een hekel heb gehad aan Franstaligen met hun manie om Amerikaanse filmtitels in het Frans te vertalen maar dat valt nog ergens te begrijpen gezien zij de vreemde titels omzetten in hun EIGEN taal. Wanneer men echter de originele anderstalige titel vertaalt naar een andere VREEMDE taal dan wordt het pas écht potsierlijk. Het wijst er volgens mij eens te meer op hoe diep de Amerikaanse cultuur in sommige Vlaamse geesten is doorgedrongen, notabene bij hen die anders zo prat gaan op hun anti-Amerikanisme! Zich verzetten tegen een bepaalde cultuur doet men toch niet door enerzijds alles van die cultuur over te nemen maar anderzijds er altijd kritiek op te leveren. Het is ofwel het één of het ander, beide handelwijzen samen vind ik nogal twijfelachtig.
Indien ik ooit een lijst zou samenstellen met de tien meest originele films, dan zou "Les parapluies de Cherbourg" daar zeker bijhoren. Want zeg nu zelf, een film waarin elk woord gezongen wordt in plaats van gesproken kan men toch moeilijk als alledaags bestempelen. In het begin gaat het hoofdpersonage zelfs naar een garage en spreekt (of liever zingt) de garagist aan die al zingend antwoordt! Dit is typerend voor de hele film, de meest gewone handelingen krijgen een speciaal karakter omdat zij al zingend uitgevoerd worden. Is "Les parapluies de Cherbourg" dan een musical? Eigenlijk niet, want in een musical worden gesproken scènes afgewisseld met dans- en zangnummers. Is het een opera? Nog minder, want een opera handelt per definitie bijna altijd over een erg (melo)dramatische geschiedenis en bevat los van elkaar staande aria's. Niets van dit alles in "Les parapluies de Cherbourg". Het verhaal is erg banaal en van aria's kan men moeilijk spreken want het lijkt bijna alsof heel de film bestaat uit verschillende melodieën die aan elkaar geregen worden en zo één grote melodie vormen. Maar wat nut heeft het om een film in een bepaalde categorie te willen stoppen, het voornaamste is toch dat hij mooi en aangrijpend is. En dat is "Les parapluies de Cherbourg" in hoge mate. Het gebruik van de kleuren (gewoon fantastisch), de muziek van Michel Legrand, de sfeer en de vertolking zijn onvergetelijk. Het is een film waarover een sluier van weemoed hangt die in de laatste scène wordt afgerukt zodat een stil verdriet zichtbaar wordt. Deze film is uitgegeven op DVD maar ik weet niet of er ook een uitgave op de markt is met Nederlandse ondertitels. Zoveel belang heeft dat wel niet in dit geval want "Les parapluies de Cherbourg" is vooral een kijk-en luisterfilm. Zelfs zonder alle woorden te begrijpen beseft men wel waarover het gaat.
In de dagboeken "Tot het bittere einde" van Victor Klemperer staat een zin die in een paar woorden zoveel zegt als een uiteenzetting van talrijke bladzijden. Die zin luidt als volgt: "De postume ontmaskering van Rousseau heet Hitler." (blz.283, deel I) Ik wil dat even wat verduidelijken. De meeste mensen hebben op school wel gehoord van de Franse schrijver Jean-Jacques Rousseau die vooral bekendheid verwierf met zijn "retour à la nature" en met zijn ophemeling van de gevoelens ten koste van de rede. Welnu, zo een ophemeling van gevoelens was niet zonder gevaar want na hem kwamen dan de nationalistische gevoelens op de proppen; de gehechtheid aan het eigen land en eigen volk (eerst!) bepaalden wie men was en wat men dacht. Ook de verheerlijking van de natuur was niet zonder gevaar. Honderd jaar na Rousseau had men in Duitsland de jeugdbeweging de "Wandervögel" die vijandig gezind stond tegenover de stad en van trektochten in de bergen haar hoofdbezigheid maakte. Nog jaren later voegden deze natuurmensen zich samen met de uiterst conservatieve patriotten zodat een explosief mengsel tot stand kwam dat voor Hitler de ideale voedingsbodem werd voor zijn nazipartij. Vandaar dus de woorden van Klemperer of anders gezegd, het nazisme is één van de uitwassen van de romantiek. Men zou ook kunnen zeggen dat de eeuw van de Verlichting ontspoord is in de denkbeelden van Rousseau.
Indien ik in het vervolg ooit nog de naam "Pamela" tegenkom dan zal ik alleen maar kunnen denken aan Pamela Churchill en zeker niet aan die andere. In een documentaire over haar op Canvas werd een goed beeld geschetst van deze fascinerende vrouw. Getrouwd met Randolph Churchill, zoon van, slaagde zij erin een grote invloed te hebben op haar schoonvader, toen één van de machtigste mannen in de wereldpolitiek. Een paar jaar na de oorlog verhuisde Pamela Churchill naar Parijs waar zij als courtisane stevig de bloemetjes buiten zette. Toen dat gedrag haar reputatie om zeep had geholpen trok zij naar de Verenigde Staten om daar haar kans te beproeven. En met succes. Na daar eerst getrouwd geweest te zijn met een rijke filmproducer, ontmoette zij na diens dood terug haar grote liefde uit de Tweede Wereldoorlog, Averell Harriman, één van de belangrijkste figuren in de Democratische partij. De verkiezing van de Great Communicator Ronald Reagan had de Democraten een kater bezorgd. Pamela Churchill besefte dat de Democraten alleen maar konden winnen wanneer zij een even grote communicator in het strijdperk zouden sturen. Haar ontmoeting met Bill Clinton deed haar beseffen dat zij de juiste man had gevonden. Zij bracht hem in contact met alle belangrijke mannen die zij kende en zorgde ervoor dat de partij financieel massaal werd gesteund. De rest van het verhaal kennen we. Als dank benoemde president Clinton haar als ambassadrice in Parijs en gaf haar bij haar overlijden een staatsbegrafenis. Wat mij altijd opvalt bij zulke beroemde mensen is dat zij op het juiste moment "ja" durven te zeggen waardoor hun leven ineens in een stroomversnelling belandt. Indien Pamela Churchill geen "ja" had gezegd tegen Randolph wanneer hij haar ten huwelijk vroeg dan zou zij waarschijnlijk een illustere onbekende zijn gebleven. Alhoewel?! Om ja te durven zeggen moet men natuurlijk genoeg zelfvertrouwen bezitten en geen schrik hebben om risico's te nemen. Hier speelt het karakter van de betrokkene dus een doorslaggevende rol. Zodat weer eens het gezegde van toepassing is: "Het lot is het karakter." Als voetnoot nog dit: het is verwonderlijk dat zij niet veel bekender is als men ziet welke invloed zij heeft uitgeoefend. Zou het kunnen dat haar vrouw-zijn daar iets mee te maken heeft??!
Gisteren heb ik met plezier gekeken naar het filmpje op het internet waarin men een interview zag met Belle Perez over haar succes in Nederland. Zoals steeds was zij vlot van tong en charmant en mooi (haar voornaam is wel erg goed gekozen!) tegelijkertijd. Ik ga niet zover om te zeggen dat ik een fan van haar ben maar ik heb haar wel al zien optreden op de Gentse Feesten en toen was ik onder de indruk gekomen van haar meeslepende muziek en haar professionele performance. Het was ook eens wat anders om een zangeres in het Spaans te horen zingen, het gaf er een exotisch tintje aan. Blijkbaar zijn nu ook de Hollanders gezwicht voor deze exotische verschijning. Ik kan hen geen ongelijk geven. Pittig detail: Belle Perez is een Vlaamse van Spaanse afkomst. Haar aantrekkingskracht is natuurlijk vooral aan dit laatste te danken. Zo ziet men maar hoe de "vreemde" afkomst van een Vlaming eerder een pluspunt is dan wel een nadeel!
Ik wil eerst beginnen met te zeggen dat ik een fervent voorstander ben van de Europese Unie omdat het volgens mij de enig mogelijke oplossing is om de talrijke wereldproblemen tegemoet te treden. Toch kan ik niet akkoord gaan met de manier waarop men een verenigd Europa tot stand wil brengen. Het lijkt er wel op dat men alle Europese burgers gewoon gelijk wil schakelen zodat er één Europese mens uit te voorschijn treedt. Ik verwijs daarvoor naar alle wetten waarnaar alle Europese landen zich moeten schikken. En wat de buitenlandse politiek betreft geldt bijna het omgekeerde, daar volgt elk Europees land een eigen koers. Het komt er dus op neer dat binnen Europa alles gelijkvormig moet zijn en naar buiten toe treedt men verdeeld op. Een slechtere manier om zich tegenover de buitenwereld op te stellen is moeilijk denkbaar. Hoe anders gaat het er aan toe in de Verenigde Staten van Amerika: daar zijn er grote verschillen tussen de staten onderling, zelfs hun grondwet verschilt soms, maar hun buitenlandse politiek wordt geleid door de federale regering. Zij treden dus naar buiten als één geheel. Ook hun grondwet is een staaltje van vernuft, in amper DERTIEN bladzijden wordt alles helder uiteengezet. Ik ben eens het voorstel tot een Europese grondwet beginnen lezen op het internet maar ben er nooit doorheen geraakt, zo ingewikkeld en verward is die tekst. Waarom zijn de Europeanen niet in staat om datgene te doen wat de Amerikanen reeds TWEEHONDERD jaar geleden wél konden? Dit blijft voor mij een raadsel. Hopelijk kan bondskanselier Angela Merkel de boel eens wat forceren. Spijtig genoeg krijgt zij daarvoor maar zes maanden de tijd. Een bijna onmogelijke opdracht staat haar dus te wachten. Ik wens haar alle sterkte toe!
Na zijn beroemde en gewelddadige film "Bonnie and Clyde" heeft regisseur Arthur Penn in 1969 een film gedraaid waarin geweld bijna volledig afwezig was en die vol tederheid en met humor een verhaal vertelt van een paar hippie's. Het gaat over het wel en wee van een commune en zowel de positieve als de negatieve kanten van de personages worden uit de doeken gedaan maar dan wel altijd op een zodanige manier dat ze sympathiek blijven overkomen. Dit is mede ook te danken aan de schitterende vertolkingen met een speciale vermelding voor Pat Quinn in de rol van Alice. Hoe graag zou ik zelf niet in haar restaurant gaan eten zijn! Deze ongedwongen geregisseerde film telt twee onvergetelijke scènes die nog lang blijven nazinderen; de begrafenis van een drugverslaafde en dan het slot waar zowel een camerabeweging als een inzoomen op het personage samenvallen, wat een heel beveemdend effect geeft. Langs de ene kant laat men Alice achter, langs de andere kant komt zij ons nader. Een werkelijk fantastisch einde van een erg gevoelige film. Deze film stemt me echter droevig omdat hij ons overduidelijk aantoont dat hij uit een totaal ander Amerika afkomstig was. Uit een vrijheidslievend, opstandig en idealistisch land. Het verschil met de lichtjes fascistoïde films die men de laatste vijftien jaar uit Hollywood te zien krijgt kan niet groter zijn, ze lijken wel van een andere planeet te komen. Geef mij maar "Alice's restaurant".
Ik moet bekennen dat ik blij ben dat Hillary Rodham Clinton zich kandidaat stelt voor het presidentschap maar wanneer ik even nuchter nadenk over haar kandidatuur dan heb ik zo mijn twijfels, niet omdat ik enige antipathie zou koesteren tegenover haar, wel integendeel, maar omdat haar kansen om in haar opzet te slagen niet zo groot zijn. Haar grootste obstakel blijft haar echtgenoot Bill Clinton die nog altijd door conservatieve Amerikanen wordt uitgespuwd. Haar eigen persoonlijkheid zal al evenzeer een hinderpaal vormen. Als overtuigde feministe is Hillary Rodham Clinton ook al een doorn in het oog van rechtse kiezers. Zij is natuurlijk een feministe en wat dan nog?! Toen ik nog eens haar mémoires doorbladerde botste ik op de volgende uitspraken die zij ooit op een conferentie van de Verenigde Naties heeft gedaan: "Het is een schending van de mensenrechten als miljoenen jonge meisjes een onterende en pijnlijke genitale verminking moeten ondergaan." Let hier op het gebruik van het woord "verminking" wat door velen nog altijd verkeerdelijk vervangen wordt door het veel onschuldiger klinkende "besnijdenis". En dan nog een zin: "Als deze conferentie één belangrijke boodschap oplevert, laat het dan zijn dat vrouwenrechten eens en voor al als mensenrechten worden gezien...en mensenrechten als vrouwenrechten." Duidelijker kon het niet gezegd worden of zoals John Lennon het lang geleden al even kernachtig verwoordde: "Woman is the nigger of the world."
Ik ben Michel Vanderspurt
Ik ben een man en woon in Gent (België) en mijn beroep is fotograaf.
Ik ben geboren op 13/07/1946 en ben nu dus 78 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: lezen, geschiedenis, muziek,film en reizen.
Een erg belangrijke invloed in mijn leven is priester-dichter Anton van Wilderode geweest van wie ik jaren lang les heb