via Santovenia, Villar de Mazarife, San Martin del Camino, Hospital de Orbigo, San Justo de la Vega, Astorga, Murias, El Ganso, Rabanal del Camino, Foncebadon, Cruz de Ferro, Manjarin, El Acebo
108 km (2021 - 2129); 9.30 - 19.30
Zonnig, niet te warm, de constante tegenwind uit het westen is de spelbreker van de dag
mp3: geen
--------------------------------------------------
Fiestas de San Juan y San Pedro. Zo noemen die feesten. Voor hetgeen ik ervan gezien en gehoord heb: een mengeling van halloween, carnaval, boereleute en schetterend trompetgeschal. Alles op zijn Spaans = geanimeerd praten met veel gebaren, luidruchtig. Hoe later op de avond, hoe meer van dat. Gelukkig had ik mijn oordopjes mee of ik had niet moeten slapen. Volgens het programmaboekje waren er ook serieuze activiteiten (concerten, exposities, conferenties, ...), maar daar heb ik niets van gemerkt. Misschien lag het aan het feit dat de feesten al meer dan een week aan de gang waren en dat ze afsloten met 'een dag van lege portemonnees'.
Hoedanook, deze morgen vroeg opgestaan en vertrekkensklaar om 7 uur. Maar mijn oudjes zijn nog niet wakker en het is zondag en het is Spanje. Na 2 uur (!) wachten is de señora komen opdagen. Ze wist mij te vertellen dat ze niet werkte op zondag. Hoe krijgen 'mijn' oudjes dan eten? Gaan die dan samen op restaurant? Ik zal het nooit te weten komen. Ben vertrokken zonder José en Carmen goeiedag te zeggen, richting Astorga. Met de bedoeling ergens te slapen halverwege de beklimming.
De constante tegenwind uit het westen is de spelbreker van de dag. Voor de rest gaat het fietsen mij steeds beter af en kan ik ook langer op de fiets zitten: een combinatie van een goed zadel, een betere conditie en een rustdag, denk ik. In de verte komen de Picos de Europa nu steeds dichterbij. Een beetje dreigend ook. Ik ben vooral benauwd van de afdaling. Verschillende mensen hebben mij met goede bedoelingen gewaarschuwd. Ook de borden langs de weg manen de fietsers aan om de snelheid te matigen in de afdaling. We zien wel.
Aangezien ik niet heb ontbeten, begint mijn maag te rammelen van de honger en ik stop langs de provincie bij een soort motel voor routiers. Franco, een jongetje van 13, bestelt mij een koffie, terwijl zijn vader naar een cowboyfilm zit te kijken.
Ik nader Astorga. Vorig jaar moest ik in het eerste jaar Spaans een werkje maken. Ik heb toen een dialoog gemaakt waarin ik de weg naar Cruz de Ferro vroeg aan iemand in Astorga. Het voelt wat raar aan nu écht in Astorga te zijn.
Met het zicht op het prachtige bisschoppelijk paleis eet ik een bord spaghetti. Ik kan het paleis niet meer bezoeken; het sluit op zondag om 14 uur. Ik moet beslist eens terugkeren voor een cultuurtrip.
Het klimmen vergaat mij heel goed. Ik schakel veel en heb weinig of geen last van mijn rechterknie. Na 2 uur sta ik in Rabanal. Te vroeg om te stoppen. Ik rij verder en ergens rond 17 uur sta ik aan dat bekende ijzeren kruis. Ik leg er een steentje. Phil Johnson, his mom Susan and his wife Denise Johanson nemen foto's van mij aan dat kruis. Ik denk aan al diegenen die mij vóór en tijdens de reis gevraagd hebben eens aan hen te denken. Op dat moment voel je een soort verbondenheid, ook al ben je ver weg. Geloof is toch iets bijzonder, vind ik. We leven in een koele, rationele, wetenschappelijke wereld en toch vragen mensen vragen hun intenties over te maken aan het Hogere, wat de naam ook moge zijn. De joden spraken zelfs van Jehovah, datgene dat niet kan uitgesproken worden. Heb ik ooit eens in een godsdienstles geleerd. Van den David, meen ik.
Ik hoop met hen vooral dat al hun wensen mogen vervuld worden. Geloof en hoop staan hier dicht bij elkaar. Na een korte afdaling en opnieuw een klim begin ik aan die steile afdaling. Het is inderdaad niet zonder risico. Putten in het asfalt, scherpe bochten, steile hellingen, ... Ik ga niet boven de 35 en knijp voortdurend de remmen dicht. Geen overbodige luxe want langs de weg zie je regelmatig kruisjes staan van verongelukte fietsers. Bij regenweer moet dit nog gevaarlijker zijn. Met oprechte dank aan Dirk De Zutter, mijn fietsenmaker uit de buurt, voor de kwaliteit van de remmen die hij mij geleverd heeft.
Ik stop een hele eind verder in Molinaseca, een dorpje voor Ponferrada. Ik vind een heel goed logement in El Palacio voor een redelijke prijs. Mooie kamer en een lekker pelgrims menu. Een mooie dag. Ik zit aan 2129 km. Op ongeveer 220 km van Santiago. Vanaf nu moet ik regelmatig stempels vragen. Anders krijg ik straks in Santiago mijn volledige aflaat niet van Sint-Jacob ...