Saint-Paul-lès-Dax - Saint-Palais
via Cagnotte, Peyrehorade, Sorde l'Abbaye, Carresse-Cassaber, Labastide Villefranche, Camou-Mixe, Aïcirits Camou-Suhast
12.00 - 17.30, 68 km (1359- 1427)
Zonnig, maar niet drukkend. Lichte meewind.
_______________________________________________________________
Mijn rood schriftje raakt vol en ik wil nog wat witte prulpapiertjes overhouden. Mijn zwart dagboekje heb ik nog niet eens opengedaan. Ik heb blijkbaar geen behoefte om een soort dagboek bij te houden. Ik schrijf immers de belangrijkste zaken in deze blog. De wat meer persoonlijke zaken raak ik kwijt in de brieven aan familie, vrienden en kennissen. Dus dat zogezegde dagboekje moet eraan geloven. Het wordt gedegradeerd tot een kladboek.
Ik ben vanmorgen opgestaan met Marcel, een Bretoense militair op rust die gisteravond is toegekomen. Marcel is 60 jaar en hij heeft al het stuk camino van bij hem thuis tot aan Dax te voet vorig jaar gestapt. Hij doet nu verder en het wordt zijn eerste marsdag. Hij heeft een rugzak bij van een missie in Afghanistan; het is zandkleurig. Aan zijn rugzak hangt een kleurrijk kalebas, een souvenirtjevan één van zijn talijke missies in Afrika. Ik neem een foto voor Ket omdat die geïnteresseerd is in al die toestanden. Ge ziet, ik denk aan jullie. Hans, de rugzak is echt heel speciaal; er zitten veel zakjes en compartimenten aan. In feite een grote kubus met een geïsoleerd stuk voor een waterzak van anderhalve liter. De hele bagage van onze militair weegt 13 kilo. Er zijn er die veel meer meesleuren ... Dany is met zijn doos overtollige bagage (13 kilo) naar La Poste gegaan. Ze nemen de verzending op zich voor de prijs van 54 euro. Als ik een doos zou versturen, dan zou me dat misschien 10 euro kosten. Ik denk dat ik dat ook ga doen. Al was het maar anderhalve kilo...
Ik sluit als een goede huisvader de gîte af en steek de sleutel in de brievenbus van het presbytère. Ik betaal mijn donatio met al mijn kleingeld, zo'n 10 . Ik ben dan ook van al die rosse centiemen af. Ze moesten dat afschaffen.
Van de gîtemadam heb ik een internetadres gekregen waar ik de blog bijwerk van de laatste 2 dagen. Ik start pas om 12 uur met fietsen.
De zon straalt, maar er is een koel windje. Mijn rechterknie is weer heel wat beter. De 'rustdag van 50 km is goed geweest.
Het vlakke landschap verandert in een soort Vlaamse Ardennen met enkele venijnige hellingen. De bergen naderen? Ik zit volop in Frans-Baskenland. De plaatsnamen zijn bijna niet meer uit te spreken en ik zie onderweg een hoge kaatsmuur met tribune. Dat is voor de pelota, de favoriete sport van de Basken. Ik zie de eerste man met een alpin: een groot zwart 'soepbord' staat wat schuin op zijn hoofd. Ik heb dat ooit ook gedragen en ik denk aan het kamp waar ik toen door de senioren werd bestempeld als 'pépé'. Het is zeker 20 jaar geleden.
Mijn kerkbezichtigingen verminderen. Ik focus mij op de klim van morgen en overmorgen. Met 2 limonades in een bar in Peyrehorade fiets ik verder. Onderweg kom ik Marcel nog eens tegen. Hij zal slapen in de bekende abdij van Sorde.
Ik ben bijna aan het Maison Franciscaine als ik een sportief meisje op de fiets inhaal (niet slecht hé, mannen? Ik met al mijn bagage en zij op een licht racefietske!). Ze wenst mij 'Bon courage et bon camino, monsieur'. Ze heeft schone benen.
Ik vind gemakkelijk de pelgrimsgîte: het is de mooiste locatie van allemaal. Een prachtige binnentuin, nette kamers en een dortoir van het vroegere klooster van franciscanen. De paters zijn weg, maar de pelgrims blijven komen. Het onthaal wordt verzorgd door een koppel Jean en Jeanne, 2 sympathieke vrijwilligers uit Waals-Brabant. Jean drinkt een abdijbier Floreffe en als Jeanne mij vraagt of ik wat water met cassis wil hebben, zit ik te pinken naar den Floreffe. Jean heeft het begrepen, heeft duidelijk ook nog zin in eentje en haalt er 2 uit zijn bak die hij meegebracht heeft van thuis. Jean is indertijd nog bieruitzetter geweest. J&J hebben jaren terug de camino afgestapt en de liefde voor de camino is gebleven. Zij houden vrijwillig de pelgrimsgîte open gedurende 14 dagen. Jeanne vertelt mij dat ze in Spanje zat is geweest van die kraan waar gratis wijn kan getapt worden. Ik denk dat ik daar ook eens ga stoppen.
Ik doe wat inkopen en kook mijn potje in de keuken. Alles is picobello in orde. Meer moet dat niet zijn, hé. Ik deel mijn fles wijn met Frans, de Antwerpse ex-brandweerman, die - net als ik - sinds een paar maanden op rust is en nu de camino te voet doet. Hij stapt te vlug; zijn vrouw zal hem in SJPP vervoegen binnen 14 dagen. Dus blijft hij hier een paar dagen rondhangen. We brengen een gemoedelijke avond door. Ik val op mijn kamer onmiddellijk in slaap. Ik hoop dat ik niet te luid gesnurkt heb....
PS. Sommigen onder jullie vragen af en toe een foto te posten. Met deze blog is dit niet gemakkelijk. Hij verkleint voortdurend de foto's die ik neem. Ik zit wel al ondertussen aan een 500 foto's. Maar als ik terug ben, zal ik mij daar eens mee bezig houden. Ne mens op rust moet toch nog wat hebben om zich te amuseren hé?
|