Vrijdag na het werk met collega C. op stap geweest, die me gevraagd had. Eerst gingen we water halen uit de bron van O. Dan hebben we een kwartiertje in het bos gewandeld. Nadien samen op restaurant gegeten. Ze is ook alleenstaand. Aanvankelijk voelde ik me nog erg slecht, moest mijn tranen onderdrukken. Ik kan moeilijk andere dingen vertellen dan wat me bezighoudt, en wat me bezighoudt is mijn depressie. Maar geleidelijkaan ging het beter. Ik vroeg haar: wat doe jij als je 's avonds thuiskomt van het werk, waar hou jij je mee bezig. "Koken, eten, afwassen, mijn mails controleren". Dat was het. Ook zij gaf onrechtstreeks te kennen dat ze geen denderend leven heeft, en zij is al zo lang alleen, is het gewoon ook (vorig jaar zei ze nog dat ze het moeilijk zou hebben om nog met iemand rekening te moeten houden). Het klinkt onnozel maar ik trek me eraan op, het is blijkbaar niet abnormaal om een leven op een laag pitje te hebben. Ik vond het geruststellend. Ik voel me soms zo abnormaal. Ik trek me soms zelfs op aan mensen die me de weg vragen, gewone conversaties.
Zaterdag naar mijn lieve vriendin H. geweest. Uren en uren gepraat. Zware gesprekken. Gelachen ook. Ik voelde me best ok. Zondag bij haar in de zetel wakker geworden, voelde me wankelender. Om 15.00 uur was ik thuis. Heb afgewassen, gestofzuigd, opgeruimd. Dan moest ik de was gaan doen. Ik trilde als een veer. Tijdens het weekend is er meestal erg veel volk in de wassalon. Toen ik mijn twee trommels vulde en mijn zenuwen bloot voelde liggen bedacht ik hoe ik dat vorig jaar nog beschouwde als mijn vrijheid, mijn eigen was doen (L. deed altijd de was). En dat de stress die ik nu voel volledig onlogisch is, en dat ik die mezelf aandoe. Het kalmeerde me enigszins.
Vandaag maandag een relatief goede dag op het werk (buiten het werk zelf dan dat me werkelijk onvoorstelbaar de keel uithangt). Veel gedacht aan mijn blog: het weekend was vrij goed geweest, ik moest dringend die ervaringen opschrijven om te kunnen herlezen wanneer het weer slecht gaat. Ik begeleidde mijn groepje vrijwilligers vandaag en dat was heel ontspannend en leuk. Tot ik een uitdrukking hoorde die mama altijd gebruikte, een van haar stopzinnetjes. Wilde tranen sprongen in mijn ogen. Het was weer om zeep, ik voelde me zo verdrietig en alleen. Voel het weer opborrelen nu ik er aan terugdenk. Maar het is tenminste duidelijk (in tegenstelling tot mijn onstuitbare huilebuien, waarvoor ik de triggers nooit kan achterhalen). Het is jammer dat we geen grote vriendinnen waren, maar we hingen wel heel erg aan mekaar. Het is zo raar dat iemand die altijd zeer aanwezig was, soms té aanwezig, nu al bijna twee jaar dood is. Ik betrap mezelf meer en meer op gedachten en uitdrukkingen die ze ook had. Vroeger vond ik dat erg vervelend, nu heb ik het graag. Gelukkig hoeft ze me niet in deze staat mee te maken, te zien. Het zou haar hart breken. Het breekt het mijne wanneer ik eraan denk.
Ik heb vreetbuien, ben al enkele kilo's bijgekomen. Ik moet dringend terug de kracht vinden om beter voor mijn lichaam te zorgen. Meer koken, groenten eten. Morgen maak ik groentensoep. Maar die maak ik sowieso iedere week wel eens. Het zijn die boterhammen die me de das omdoen. En heb vandaag weer erg veel gesnoept. Eten om de leegte te verdrijven.
11-03-2013 om 22:21
geschreven door E.
07-03-2013
Gedachten afdwingen
Liefste L.
veertien jaar waren we samen. Vier handen op één buik. Je hebt me veertien jaar verdragen, maar zoals je zelf altijd zei, mijn liefde was onvoorwaardelijk, dus het moet wel goed met me geweest zijn. Ik heb veertien jaar lang gewacht. Gewacht en gehoopt opdat je zou stoppen met drinken. Je joeg me de daver op het lijf, met die nachtelijke scènes waarin je vreselijk dronken (je kon daarbij nog nauwelijks nog op je benen staan) dreigde met de auto weg te rijden. Ik deed de voordeur op slot, of ging ervoor staan, je duwde, sloeg me met geweld weg. Of ik verstopte je sleutels. Ik kon dan niet anders dan de hele tijd bij je blijven, omdat je een gevaar was voor jezelf. Ik zorgde ervoor dat je niet van de trap viel. Soms sloeg je me. Je hebt me geslagen toen ik zwanger was. Je hebt me in mijn gezicht geslagen een week voor ons huwelijk, ik trouwde met een blauwe plek op mijn kin. Al die tijd geloofde ik dat je ooit zou stoppen. Je hebt het verschillende keren beloofd. Soms dronk je enkele weken niet, dan begon het weer. Dan tiranniseerde je me. Zo herinner ik me die keer dat we langs een weg door een bos reden, het was donker, en je scheurde door de bochten, op het verkeerde rijvak, de lichten uit. Je beweert dat je dat niet meer weet. Hoe kun je achter het stuur kruipen als je zo dronken bent dat je het vergeet?
Als je niet gedronken had was je zo goed voor me. Behalve dan je soms extreem dominante kant dan. Ik hield van je. Ik hou nog altijd van je.
Ik ben bij je weggegaan toen er iets in mij knapte en nu ben ik helemaal ineen gestuikt. Jij hield me blijkbaar recht. Of ik kan in ieder geval mezelf niet recht houden. Ik ben bij je weggegaan omdat ik echt niet meer tegen de tirannie en het drinken kon. Ik moet mijzelf daar heel goed en heel vaak aan herinneren, want het alternatief, wat ik nu meemaak, is even erg. Misschien wel erger, ik voel me compleet verloren. Ik ben één grote leegte.
Ik schrijf dit hier allemaal neer in de hoop dat het me sterker maakt. Beseffen dat wat ik nu doormaak logisch is, van een heel intense relatie naar helemaal alleen. En dat dit misschien een fase is, die voorbij gaat.
Gisteren had ik een relatief goede dag, geen enkele keer opkomende tranen moeten bedwingen. De psychiater had me 's morgens gebeld en gaf aan meer lithium te slikken, het zou binnen een paar dagen moeten helpen. Ik hoop het ik hoop het ik hoop het. Wellicht heeft haar reactie mijn dag rustiger gemaakt. Vandaag vreselijk slechtgezind geweest omwille van mijn saaie werk. Maar ik maak er ook niet het beste van. Mag er niet te veel op focussen en gewoon doen waarvoor ik betaald word. Enkele keren licht gegriend. Krop in de keel, natte ogen. Oh god, wanneer houdt dit op.
Gelezen dat een overdosis lithium tot coma kan lijden.
Vandaag ook gedacht dat sommige mensen zeggen dat het leven mooi is, dat mensen leuke dingen meemaken, dat je maar één keer leeft, dat gezondheid zo belangrijk is. Deze gedachten houd ik vast, alsof ik probeer te bedenken dat ik al dat goeds momenteel niet zie door de depressie, maar dat het zal komen. Ik wil dat geloven. Morgen na het werk ga ik iets eten met een collega, die het mij voorstelde (eerst moet ze nog erger bronwater gaan ophalen). Ik moet leren ook initiatieven te nemen, hoe klein ook. Zoals ik al eerder schreef, ik wil eens iets leuks meemaken. Alles, alles is zwaar en beladen.
07-03-2013 om 22:16
geschreven door E.
05-03-2013
Onvoorstelbaar
Het gaat van kwaad naar erger. Het telefoontje van H. gisterenavond heeft me uit mijn lood geslagen, alsof ik besefte dat ik mijzelf een rad voor ogen zit te draaien, dat ik me nillens willens sterk houd, maar dat het in werkelijkheid niet meer gaat. Vandaag was dus een erge huilbuidag.
In de voormiddag gaan werken, maar dat typisch depressief-koortsig gevoel was de hele tijd aanwezig. Gisteren had ik naar de psychiater gebeld met de vraag om zeer snel een voorschrift voor antidepressiva te krijgen; onze eerstvolgende afspraak is immers pas over drie weken. Ze zou iets laten weten als er een plaats vrijkwam. Njet dus. Vanmorgen een mail gestuurd met de vraag of ze toch niet, via de psychologe waar ik vandaag afspraak had, een voorschrift kon bezorgen. Geen antwoord. Bij de psychologe geen voorschrift. Wel veel, heel veel tranen. Ze ging bemiddelen. Ondertussen is het avond, ik heb niks meer gehoord. Ik gaf aan dat ik meer en meer wilde dat ik er niet meer was. In feite trok ik vandaag aan de alarmbel maar kreeg ik geen gehoor. Ik vind het onvoorstelbaar. En het consult kostte me weer 45 euro. Lap.
Bij de psychologe dus vijftig minuten gehuild. Gezegd dat het heel erg is, nog nooit meegemaakt. Ik twijfel om terug de psychiatrie in te gaan. Haalt het iets uit? Is het niet een zoveelste time out, waar ik me automatisch beter voel, maar eens terug op eigen benen draait het dan weer vierkant? Of zijn de vorige opnames nooit lang en intensief genoeg geweest? Feit is dat ik nu zwaar depressief ben. Ik raak er met gesprekken met een psychologe niet uit. Ik raak er op eigen kracht niet uit. Of toch? Ik weet niet wat de juiste beslissing is. Er is een centrum in D. (treinrit van een kwartier) waar men dagtherapie aanbiedt. Haalt het iets uit of is het het probleem gewoon weer enkele maanden on hold zetten, om nadien weer te hervallen? Ik weet het niet ik weet het niet ik weet het niet.
Ik mag me niet voorstellen dat er nu iets zou gebeuren.
Stel dat ik een intakegesprek aanvraag. Wat ga ik daar dan vertellen, wat is mijn vraag, wat is mijn probleem, welke doelen wil ik bereiken? In de eerste plaats: ik ben verschrikkelijk depressief. Heb opname van drie maanden A&D in L. achter de rug, waar ik redelijk goedgemutst buiten kwam. Twee weken later begon het pijlsnel bergaf te gaan. Ondertussen zijn we een kleine vier maanden verder en voel ik me compleet verloren, compleet instabiel, kom ik er niet toe om de dingen te doen die ik vroeger deed, ben ik compleet geïsoleerd, heb ik het gevoel dat ik compleet alleen op de wereld ben (wat redelijk waar is, behalve mijn lieve H. dan), heb ik het gevoel dat ik mijn werk niet aankan en zit ik dus maar wat aan te modderen (wat ook weer niet bevorderlijk is voor het gemoed).
Meer en meer word ik mijn depressie. Ik herinner me er meermaals per dag aan dat ik ze heb, maar dat ze niet met mij samenvalt. In de keuken probeer ik een vrolijk deuntje te fluiten. Het verlicht even. In gedachten klets ik mezelf soms op mijn wang, als om mezelf wakker te schudden, komaan je BENT je depressie niet.
Ik heb altijd een hekel aan het woord "leuk" gehad, nu zou ik graag eens iets "leuks" meemaken. Maar wat? Omwille van de mogelijkheid huilbuien te krijgen sluit ik mezelf op, en opsluiten vergroot de leegte. Ik kan de cirkel niet doorbreken.
05-03-2013 om 21:04
geschreven door E.
04-03-2013
Kantelen
Zaterdagnacht sms'je van broer E. gekregen, dat hij mee vader komt bezoeken "lieve zus van me". Zo lief. Het was ook aangenaam dat hij er bij was. De zondagnamiddagen bij vader zijn erg, erg doods. Met E. erbij was het beter. Hij probeerde me ook op te beuren. Nodigde me uit om naar B. te komen, op stap te gaan. Om te bewegen. Om het te laten gebeuren. Even gehuild, daarna ging het beter. Als vanouds weinig tegen vader te zeggen, die na het eten alweer naar een western op tv keek en halverwege in slaap lag. Toen moeder nog leefde was daar nog leven in de brouwerij. Haar dood maakt het doods.
Thuisgekomen mijn lieve lieve H. aan de telefoon. Beetje gegriend, maar ze slaagde er zoals altijd in me op te beuren. Nodigde me uit om volgend weekend bij haar te gaan logeren. Oef, een gevuld weekend. Ik moet mijn weekends, en ook mijn avonden leren vullen. Ik moet leren genieten van kleine dingen. Alles is erg geladen, men spreekt over "het hier en nu", het is erg moeilijk daar in te blijven.
Vandaag geen enkele keer een te onderdrukken huilbui gehad. De eerste prille vage warmte van het jaar heeft daar alles mee te maken. Maar ik besef dat de weg nog lang is. Mijn stemming kan ieder moment omslaan, ik kan op ieder moment van de dag "vallen". Als alleenstaande voel ik me onbeschermd. Ik leef al mijn hele leven van de ene depressie naar de andere; toen ik nog gehuwd was werd dat "afhaken" opgevangen. Ik moet of sterven of leren leven met mijn persoonlijkheidsstoornis, die onder andere zorgt voor terugkerende periodes van depressie. Nu is het natuurlijk het ergst, met de dood van moeder en de scheiding binnen zes maanden. Leren op eigen benen staan. Angsten. God wat heb ik toch angsten.
Morgen naar de psychologe. Vertellen over mijn uitje met de vrijgezellengroep. Dat het goed meeviel. Dat ik de tweede bijeenkomst gemist heb omdat ik een erge huilbui onderdrukte en heel snel thuis wilde zijn. Is toch veiliger. Op de rand van onstuitbare huilbuien staan is klote klote klote.
Het werk was weer erg saai vandaag. Mijn chef, die ik graag heb, beseft niet wat ze me aangedaan heeft met die nieuwe jobinvulling. De helft ervan lijkt me te hoog gegrepen, en hetgeen ik wel kan uitvoeren is zo saai dat het mijn huidige bestaan nog meer ondermijnt. Zeur zeur. Geen inspiratie.
Zonet belde mijn lieve vriendin H. opnieuw, tamelijk in paniek omdat ze zich ongerust maakt over mij. Terecht, maar dat kan ik niet zeggen natuurlijk. Ik heb haar gezegd dat ik soms wilde dat ik dood was, dat ik overwoog om naar K. te gaan, K. wat voor mij staat als een plek voor echt zware gevallen- want ja ik voel me een echt zwaar geval nu. Ik ben nog nooit zo depressief geweest, heb nog nooit met zoveel angst naar de toekomst gekeken.
04-03-2013 om 00:00
geschreven door E.
02-03-2013
Moeilijk
O jee. Alles is weer helemaal om zeep. De hele dag gisteren op het werk aan mijn blog gedacht, in termen van inspiratie, maar die kwam er dus niet. Wat kwam er wel? Alweer een totale "collapse", vechten tegen de tranen, tranen die ik dan de vrije loop liet eens ik thuis kwam. De kat houdt me in leven. Ze wordt dit jaar zeventien jaar, ze is mijn verantwoordelijkheid. Ik kan niet sterven zolang zij er is. Denken aan doodgaan is als terechtkomen in een soort tunnel, een tunnel van gedachten. Het wordt concreet. Ik zou medicijnen gebruiken en mijn polsen versnijden. Op hotel in L. Er zouden enkele brieven moeten worden geschreven. Naar L., de liefde van mijn leven, hoe ze mij het gelukkigst en het ongelukkigst heeft gemaakt. Naar mijn broers, dat ze meer bij vader op bezoek moeten gaan. Naar mijn vader, met vele verontschuldigingen. Naar mijn lieve lieve vriendin H., dat ze zoveel voor mij betekent. Ik zou ook aanwijzingen geven over wat met mijn inboedel moet gebeuren. Ik wil mijn familie zo weinig mogelijk tot last zijn, dus heb ik alvast een opruimer van inboedels gezocht.
Heb een vreetbui gehad, iets wat gelukkig hoogst uitzonderlijk is. Kocht een grote zak chips, makreel in tomatensaus, twee pistolets, een groot stuk heerlijke chocola. At alles gisterenavond en vanmiddag op. Ik heb geen zin meer om mijn bed uit te komen. Ik ben deze blog begonnen om goede momenten op te schrijven, maar kan er op dit moment geen bedenken. Ach inspiratie...
Mail van broer E. Mail beantwoord met het schrijven van de waarheid, dat ik me erg, erg slecht voel. Opgebiecht dat ik bij het schrijven zat te huilen.
Vanavond gechat, weinig interessants. Heb vanmiddag de inkomhal van het appartementsblok schoongemaakt, zoals opgegeven door de syndicus. Getranscribeerd. Boodschappen gedaan. De krant gelezen. Tv gekeken. Zo dadelijk begint Silenet Witness, hopelijk beklijft dit wat. Morgen bezoek ik vader. Hij is alleen, oud. Ik bezoek hem enkele keren per maand, vooral omdat ik anders niet weet wat doen. Hem bezoeken is erg saai. Na vijf minuten zijn we uitgepraat. Hij kijkt tv en valt in slaap. Ik hou mijn hart vast voor het moment waarop hij sterft. Dat kan ik nu niet aan, maar hij wordt zo oud en zwak.
02-03-2013 om 23:15
geschreven door E.
28-02-2013
Hoe lang dit duurt
Dit is de zwartste periode van mijn leven. Ik hoop het althans. Ik hoop dat er nooit erger komt. Ik overleef. Ver weg in mijn gedachten, haast niet te geloven, niet meer dan een kattebel, ligt een koud en onbereikbaar brokje hoop dat dit tijdelijk is, dat het overgaat. Het is de hel.
Ja, ik heb veel meegemaakt. Op het moment dat de dingen gebeurden wogen ze schijnbaar niet door. Ik had heel sterk het gevoel dat ik sterk was, de stormen doorstond, dat ik leefde, dingen deed, bewoog. Twee jaar later is alles zwart zwart zwart.
Heel vervelend zijn de vlagen, de immense golven van wanhoop, de soms niet te onderdrukken huilbuien. Ze worden doorgaans getriggerd door oncontroleerbare gedachten, gedachten die niet langer dan één woord hoeven te zijn.
Ik realiseerde me dat alles is stilgevallen. Geen boeken meer, geen tekeningen maken, geen gevoel voor humor meer, niks meer te vertellen. Geen levensgevoel meer. Er is niemand om vast te pakken, maar ik lijk het ook niet te missen. Seks is al helemaal uit mijn systeem verdwenen.
Het werk is oer- en oersaai. Toch blijf ik iedere dag gaan. Het is een houvast, het is een bezigheid. En gegarandeerd menselijke contacten, want daarbuiten ben ik eenzaam. Echt eenzaam. Eenmaal thuis bestaat de kans, en het gebeurt vaak, dat ik de muren oploop. Ik ben mijn passie kwijt, mijn goesting. Kilo's en kilo's boeken heb ik ooit gelezen. Het glijdt van me af, zelfs als ik me al kan concentreren.
Ik ben heel alert op goede momenten. Op het werk kwam ik tijdens een rookpauze collega A. tegen. Ze praatte heel gewoon tegen me. Het lukte me warempel om een kleine conversatie te voeren. Ze vertelde dat ze zich de hele dag had afgevraagd waarom ze vanmorgen zo goedgezind was. Opeens wist ze het weer. Op de radio had ze gehoord dat het volgende week eindelijk, eindelijk warmer ging worden. De winter duurt erg lang dit jaar. Volgens haar cursus mindfulness is het gebruikelijk om goede dingen heel snel te vergeten, om slechte altijd te herinneren. Haar vergeten vrolijk stemmend radiobericht was een goed voorbeeld van de theorie. Ook tijdens mijn verblijf op A&D werd dit verteld. De goede dingen vergeten we, de slechte blijven blij. Ik was voor het eerst sinds lang, ineens, even weer gewoon mezelf. Ik vond het heerlijk. Zou het dan overgaan? Is het weg? Ik dwong mezelf om van iedere seconde dat het duurde te genieten. Gezwind ging ik weer aan het werk. Kreeg ik het idee te proberen te schrijven, zoals ik vroeger zo vaak gedaan heb, het idee om een nieuwe blog aan te maken. Bij deze.
Op de trein naar huis zinderde het gevoel nog enigermate na, in die zin dat ik me niet goed en niet slecht voelde. Dat is al heel wat als je je al maanden slecht voelt en je tot je grote schrik merkt dat het alleen maar erger lijkt te worden. Thuiskomen: de kat eten gegeven, havermoutpap gemaakt (mijn avondeten), ik begon te wankelen. De afwas gedaan, niet stilvallen, alsjeblieft niet stilvallen. De gedachte op zoek te zijn naar een nieuw appartement, en vooral de gedachte hoe moeilijk dat is in L., deed me wankelen. Gedoucht. En weblog aangemaakt. En nu schrijven. Het dieper wegzakken is even stopgezet. Nu het einde van dit bericht nadert betekent dit dat binnen enkele ogenblikken mijn stemming misschien weer helemaal de dieperik induikt.
Van de week sinds lang naar de bibliotheek geweest. Vroeger was dit een prikkelend feest. Nu was het licht zenuwslopend. Een boek over depressie meegebracht. Voor depressieve mensen, maar het is zo moeilijk geschreven dat volgens mij niemand die in dat bedje ziek is en dus concentratie ontbeert, ook maar iets begrijpt van de uitleg, van het stappenplan. Een ander boek over borderline. Wordt misschien wel interessant. Een boek met korte filosofische essays, dat niet aanslaat, ik schuif het opzij. Een roman: "Verlof", over een ambtenaar die verlof vraagt om zijn zieke/stervende vader te bezoeken. Het is zeer kil, werktuiglijk geschreven. Heb het op één avond voor drie/vierde uit. Veel ontgaat me, en ik weet niet of ik dankbaar dan wel wanhopig moet zijn dat het lezen van dit boek balanceert op de grens vermaak/bezigheidstherapie. Vorige week het boek "Ann" van Kristien Hemmerechts gelezen. Ja, dat sloeg wel aan. Heb nadien haar dagboek helemaal herlezen. Oef.
De kat ligt op de poef naar tv te kijken, een documentaire over katachtigen in Afrika.
Soms zit ik 's avonds te chatten. Ik ben totaal onkundig in sociale contacten, dan probeer ik mij maar minder geïsoleerd te voelen door te chatten. Stelde een man zich voor: blond, groene ogen, 1m80, 73 kilo, 21 cm. 21 cm. Ja zeg. Iemand die meent de lengte van zijn fallus te moeten meedelen ga je niet vertellen hoe zwart de wereld geworden is. En het vervelende aan dit alles is dat ik niets anders kan bedenken om te vertellen dan "oh god". En ik wil niet zeuren.