Vanmorgen om 6u15 bij ons in bed: Mama, ik ben zus en H. is de broer. Ja, da's waar. En ik zal altijd de zus blijven. Vertederd door zoveel wijsheid, kan ik het niet laten: En ik zal altijd jullie mama zijn... H. brengt me echter weer vlug op aarde: Ikke broer? Ikke nie broer. Ikke H.!
Mijn zoontje speelt geweldig mooi met de poppen. Mag ni kletsen... moet hoekje staan. Bah, kaka daan. Moet op potje. Stinken! En: ook siroopje? Flink, popje! Om te smelten gewoon. Maar zijn papa vindt het maar niks: moet ge dat nu echt stimuleren? Ik zou niet weten waarom niet. Binnenkort speelt hij oorlogje of cowboy en schiet hij in het wilde weg. En daarna gaat hij gamen en rijdt hij mensen van de baan op de PC. En dan gaat hij gokken en ... Ach, kon hij maar altijd twee blijven...
Mama, de hemel, is dat aan de grond? Nee, dat is in de lucht. Waar de zon en de sterren zijn. En hoe kan je daar dan naartoe gaan? Tja, eigenlijk kan je niet naar de lucht gaan. Dat kunnen alleen de astronauten met hun raket. En als je gestorven bent? Dan ga je toch in een put? Ja, dan word je begraven. Maar hoe kunnen die dan naar de hemel gaan?
En pas toen had ik door waar dit gesprek over ging...
Ik zag het direct toen ze uit de klas kwam: er was iets aan de hand. Geen dikke kus, geen tekening voor mama, alleen een gezicht naar beneden en een vaag gemompel over iemand die gevallen was en zei dat het haar schuld was. Da's natuurlijk niet leuk. Maar nadien stapelde de miserie zich op: luidkeels ik wil fietsen terwijl ze van mij met de fiets aan de hand moet oversteken. Dit ben ik al gewoon, en de andere ouders aan de schoolpoort ondertussen ook. Toch nog waardig weggeraakt maar dan thuis weer allerhande gezeur. Uiteindelijk haar op de schoot genomen en gewoon gevraagd wat er aan de hand was. Moe, zei ze en dat klopte met het plaatje. Toen nam broer de overhand. Dat doet ie altijd als ik aan het koken ben. En dan kwam het er ineens uit: ik moest vandaag in straf. Juf had gezegd dat ik niet mocht lopen en ik deed dat toch. Zij en een vriendinnetje. Wat moet dat leuk geweest zijn: zo samen lekker niet luisteren naar de juf. Maar dan ineens het boze gezicht van juf. En dan straf. Da's straf. Voor haar toch.