24 juli De laatste dag van onze kruistocht in wielerbroek. Iedereen goed geluimd, mooi weer en vertrekken op tijd. Voor sommigen is dit immers het weerzien met vrouw en kinderen die ons, wegens verdere verlofplannen, zullen staan opwachten in de aankomstplaats.
We rijden een laatste keer langs kerken met al dan niet getorste torens, langs velden vol zonnebloemen en graan en koren dat ondertussen is afgemaaid. We rijden verder helling op en af alsof het ons niet deert. We genieten van elke laatste trap en de laatste zweetdruppels vallen over Franse wegen.
De laatste wegen liepen nog behoorlijk hoog op, maar uiteindelijk waren we dit ritme wel wat gewoon. Op en af, stoempend, soms zwetend en hijgend, soms uitwaaiend in de afdaling.
Uiteindelijk werden we aan de papieren eindmeet verwelkomd en we vierden onze overwinning, enigszins geëmotioneerd, met wat parelend vocht dat de zweetdruppels wegspuitte.
We genoten tot slot ook van de Belgische rit door het centrum van Lourdes. Vive le Vélo
Wat hebben wij geluk dit te hebben mogen doen. Mooi, rustig en zeker niet al te warm weer maakten dat de inspanningen niet te zwaar doorwegen. Iedereen is het er over eens dat deze 9 dagen de weergoden ons al bij al gunstig gezind waren. We hebben het niet voor niets gekregen, maar het had veel erger gekund.
We zijn elkaar dankbaar. Ludo, de Bedevaarder, voor het idee en de vele hulp onderweg; Johan om ons de juiste weg te wijzen; Ludo T, voor het installeren van de camionette en voor de hulp tout cours; Gert voor de rustige babbel en de nodige droge komische noot en het goeie fietsen; Rudy voor de grapjes en voor de inspanningen die hij leverde; Ludo J. voor de emotionaliteit; het optimisme maar vooral voor de dankbaarheid die hij steeds tentoonspreidt; Geert voor de correctheid en de rechtlijnigheid; Stef om de babbels over het fietsen en om de technische assistentie en Paul voor zijn rust ondanks zijn pijnlijke rug, nooit een woord teveel nooit één te weinig.
Dank ook aan onze 2 routiers Jan en Louis die ons steeds begeleid hebben en steeds een erg gepaste locatie wisten te vinden en ons de nodige bevoorrading bezorgden.
Dank ook aan de dames en kinderen (vooral de Ward !) die ons zowel uitwuifden als welkom heetten in Lourdes, dank aan de dames die alleen thuis zijn gebleven en ons gemist hebben. Zij en de kinderen (en dan vooral Ward), hadden het niet gemakkelijk dat is zeker maar hebben het ons wel gegund deze uitdaging te mogen aangaan.
Tot slot ook dank aan alle blog-lezers, van dichtbij of van ver betrokken. Het was savonds ook voor ons aangenaam te zien dat er steeds weer een pak mensen de blog hadden gelezen en bekeken. Reuzefijn gevoel.
Alleen wie is nu Miep en Mops Daar zijn we nog steeds niet uit.
In elk geval Onze dankbaarheid is enorm en we zijn gelukkig dat we het allemaal tot een goed einde hebben kunnen brengen.
Dankbaar aan allen en voor alles.
En tot slot nog dit Morgen sluiten we dan ook definitief dit avontuur af.. Dankbaar ervaringen meenemend en verder uitdelend en tot slot hopen dat het in de toekomst steeds en voor iedereen zo een mooie dagen worden mogen.
23 juli De dag kondigt zich wat later aan dan gewoonlijk. Iedereen is wat vermoeid, en het stadje Bouziès leent zich ertoe om rustig wakker te worden. Bovendien vragen de fietsen wat onderhoud na het slechte weer van de voorbije dagen.
Ondanks de iets langere afstand vertrekken we uiteindelijk toch pas om iets na 9. Geen probleem, het weer is goed, en voor deze voorlaatste rit ziet iedereen het wel zitten. Het wordt immers niet zo erg klimmen.
Na 5 kilometer weggeklommen te zijn uit Bouziès, kunnen we niet anders dan terug halt te houden aan het prachtige dorpje Saint Cirque de La Popie. De naam alleen al is prachtig, het dorpje, hoog boven de Lot is zowaar nog mooier. We bezoeken het dorpje op Koreaanse wijze. Kort stoppen, kiekjes nemen, en terug verder fietsen. Geen tijd om op souvenirjacht te gaan.
Het gaat vlot verder. We lijken zelfs euforisch te worden en voelen even nog de kwispel van een priester die ons zegent. Zo lijkt het althans, het zijn de laatste druppels. We verlaten al vrij snel de streek van de Lot om in het dal van de Tarn en Garonne door te sjeezen. Op dit vlakke stuk gaat het echt wel vlot, en we kunnen zelfs onze afspraak om om de tien minuten even te wisselen vooraan, terug in voege laten treden. Het moet van de eerste rit geleden zijn Wat een afspraken
Rudy W., pechvogel eerste klas vandaag, rijdt een eerste keer lek net voor de eerste stop, na 70 kilometer. Afspraak aan de oevers van de Tarn. Het lijkt romatischer dan het is. Een mooie brug, dat wel, maar verder een hoop fietsers die aan de rand van een maïsveld uit een camionet de koeken en drank respectievelijk verorberen en slurpen. Even op krachten komen dus, want nog 90 kilometer te gaan.
Iets later, komen we aan de oversteek van de Garonne, en het begint alvast iets meer op en af te gaan. Maar nog steeds gaat het vlot vooruit, en we bereiken uiteindelijk alsnog omstreeks 2u smiddags de stopplaats. Onderweg mooie vergezichten, enige wijnvelden en nog steeds prachtig weer, maar heel veel wind die enigszins tegen ons in waait.
De stopplaats is eens te meer prachtig uitgekozen. Hoog uitziend over de regio, in een mooi stuk groen. Enigszins in de wind, maar dat kon vandaag niet anders. We genieten er van een mooi uitgestalde tafel met plaatselijke Pyreneeën-kaas, Jambon Cru de Pays (die ze misschien wel overal verkopen), en een mooi verdeelde amandine-koek die best wel smaakte.
Kortom, het was na de 2 voorbije dagen nog eens echt genieten van Moeder Natuur.
Omstreeks kwart over drie gaan we nog even snel werk maken van de laatste 45 kilometer van de dag, die ons tot op 150 kilometer van onze eindbestemming gaan brengen. Eindelijk laten de Midi-Pyrenées echter ook zien waarom ze ook het woord Pyrenées dragen in hun naam. Het gaat steeds meer op en af, en de laatste kilometers gaan een stuk minder vlot dan verhoopt. De wind speelt hierin ook wel een rol. Pal op het hoofd maar toch aan het genieten.
We komen uiteindelijk aan met een tweede platte band van Rudy net voor de aankomst in het hotel in Auch. Het is opnieuw een mooie dag geweest. Prachtige vergezichten, mooi golvend landschap Stilaan wordt er gepraat over het einde, worden er afspraken gemaakt voor zondag en voor de terugkeer. En het mijmeren, dat is stilaan voorbij. Morgen wacht ons een laatste rit, en ongetwijfeld een enigszins emotioneel moment in Lourdes, want de Bedevaart werd voor een aantal mensen toch zeker, niet zomaar uitgevoerd.
In elk geval, we sluiten de dag af met een mooie gedachte De gedachte aan morgen, de aankomst in Lourdes, en de gedachte dat het morgen weer zo een mooie dag worden mag.
22 juli Het zou een rustige dag worden vandaag. We hebben immers de zwaarste rit gehad en bovendien waren we van tegenslagen gespaard gebleven. Maar blijkbaar kan je de hemel pas verdienen als je door de hel bent gegaan
De hele nacht door had het geregend. Geen erg, want wat er vannacht is uitgevallen kan er overdag niet meer uitvallen. En effectief, het was betrekkelijk droog toen we vertrokken omstreeks kwart voor 9. De mist omsingelde ons weliswaar, maar dit kon zeker geen kwaad. Natte wegen ook natuurlijk, maar tegen het opspattend vocht zijn we echt wel bestand, als je nagaat wat we gisteren te verwerken kregen.
En dus zouden we eerst nog snel door de Cantal heen fietsen om dan, vrij snel hopelijk, door te breken naar de streek van dé Lot. Hèt lot maakte echter dat de term vrij snel eerder betrekkelijk bleek te zijn.
De eerste kilometers was iedereen nog in optimistische stemming; blij dat het gisteren zo goed verlopen was. Door bossen, steeds op en af klimmend reden we dan ook in precies steeds kleiner wordende wegen. Smalle paadjes door donkere bossen met nat wegdek en opstijgende mist. Het leek op fragmenten uit Gorillas in the mist. Doordat we zelf ondertussen terug goed nat zijn geworden lijken wij de hoofdrol te spelen.
Een groepje vissers is blijkbaar wel méér gewoon en stoort er zich niet aan. Ze vangen rustig een paar meervallen en kleiner grut, terwijl Ludo J voor een eerste lekke band van de dag zorgt.
Het blijft maar op en af gaan, het blijft maar nat en regenen. Dit is de hel niet, want die is ongetwijfeld een pak warmer. We passeren aan een Mariabeeld in Laroquebrou en roepen Maria even aan om wat beter weer te mogen krijgen. Blijkbaar heeft ze ons verkeerd begrepen (of was onze boetedoening toch nog niet voldoende geweest), want de hemelsluizen gingen dan pas echt open.
We moeten er door. Een volgende bandenwissel dringt zich ondertussen op wanneer alweer Ludo J. plat rijdt Is het toeval dat net daar een dode das langs de weg ligt ? Iemand meent zelfs een bovengrondse wijnbezatte mol te hebben gezien Was hij zo vermoeid dat hij waanbeelden begon te zien, of was het gewoon een grapje ? Stilaan lijken het allemaal Hitchcock-fragmenten te zijn.
Als echte bosmannetjes moeten we er ondertussen uitzien, alsof we 2 weken in het bos hebben verbleven. Is het daarom dat in elk weiland dat we voorbijrijden de typisch Auvergnese runderen hun koppen soms stoer omhoog steken en nog wat extra stoom uit hun neusgaten snuiven ? Is het daarom dat enkele honden zelfs geen aanval op Geert meer wagen terwijl ze weliswaar met grote bek hun grondgebied blijven verdedigen.
Stilaan wordt de combinatie van nat en kou, én de plotse keuze voor de Route des Monts de Cantal terwijl we al een halve dag aan het klimmen waren, een beetje veel. We beslissen dan ook om korte haltes te houden aan onze bevoorradingswagen en daar gewoon wat koeken te eten. Iedereen ziet er immers naar uit om snel te kunnen douchen. Uiteindelijk wordt er nog een derde sponsormoment voor Michelin bezorgd. Het is gelukkig de laatste pech van de dag, en stilaan worden onze gebeden dan toch aangehoord.
In de verte begint het op te klaren en de weg gaat (gelukkig) enkel nog letterlijk bergaf. Wanneer we achterom kijken naar de laatste dorpjes van de Cantal, zien we de mist optrekken als ware het rookpluimen van een aantal platgebrande dorpen die net overvallen zijn door een bende barbaren. Dorpjes uit Astérix en Obélix verhalen lijken het.
De namen van de dorpjes veranderen ook. Waar ze in Cantal nog eindigen op -ac zien we steeds meer wegwijzers die op -es wijzen. Naarmate het weer verbetert, verbetert ook bij iedereen terug het gemoed, zeker wanneer blijkt dat we nog slechts 35 kilometer van de finish in Bouziès verwijderd zijn.
En dan plots klaart het helemaal open. We komen aan boven het dorpje Saint Sulpice en de openbaring is compleet. Een prachtig vergezicht ontplooit zich en iedereen voelt zich in de zevende hemel. Wat een pracht van Gods Hand. De natuur in al haar schoonheid. We dalen af tot in het dal van de Célé, die hier prachtig de rotswanden heeft uitgeschuurd. Een beeldhouwer kon het niet beter, hoewel in de rotswanden ook duidelijk menselijke handen zijn bezig geweest met het uitkerven van enige bouwwerken. Prachtige taferelen, mooie natuur en vlakke wegen en net op tijd goed weer. Het is reuze om zo hemels te kunnen fietsen.
Om 4uur komen we dan ook aan in Bouziès, ruim op tijd om ook nog de echte coureurs aan het werk te zien. Zij ontbinden hun duivels op de flanken van de Tourmalet, daar waar wij hemels dankbaar, overmorgen zullen aankomen.
Ondertussen genieten wij alvast van een lekker avondmaal. Kip met een weliswaar duivels getint sausje en speciaal voor de gelegenheid pommes dAnvers Om weg te mijmeren Het werd dan ook een mooie afsluiter van een uiteindelijk prachtige dag waarvan we alweer mijmeren dat het morgen weer zo een dag worden mag.
21 juli Nationale feestdag. En we zorgen er voor dat alles in het teken van die nationale feestdag staat. Of toch bijna alles.
Om te beginnen staat alvast de koninginnenrit van onze verplaatsing naar Lourdes op het programma. Dwars door het Centraal Massief en 2200 hoogtemeters.
Bovendien voorspellen ze vandaag echt belgisch weer. 24 tot maximum 27 graden en kans op onweer of buien De drasj national dus.
Ondanks de afgesproken vlaggegroet met bijhorende Brabançonne, wordt het een vroeg ontbijt in het hotel in Châtel-Guyon. Gelet op het aantal kilometers en het voorspelde weer lijkt het ons best om iets vroeger dan de andere dagen door te rijden. Half negen, of iets erna, zitten wij op onze aluminiun en carbonnen rossen en al direct gaat het redelijk steil omhoog.
Geen probleem vormen de eerste hellingen, ook omdat het wat frisser weer is en we met elkaar rekening houden om de snelheid niet al te zeer op te drijven. Enkel een overijverige plaatselijke policier vindt het nodig om ons erop te wijzen dat we ons in fietsloos gebied bevinden en we worden even gedegradeerd tot infanteristen.
Enige tijd later staan we zo goed als aan de voet van de Puy-de-Dôme. Verder dan een foto van de groep en de Puy de Dôme op afstand komen we niet. De etterpuist van de aardbol is immers militair domein en in die zin dan ook niet toegankelijk voor onbevoegden. We houden onze munitie dan ook voor iets later.
We rijden verder. Het lijkt niet goed op te schieten want om 11u hebben we nog steeds maar 55 kilometer gefietst. Weliswaar hebben we dan al meer dan de helft van de voorziene hoogtemeters achter de rug en dus hoeven we ons eigenlijk geen zorgen te maken. Na verschillende prachtige uitzichten aan ondermeer Lac DAydat, stoppen we stoppen een eerste keer met prachtig uitzicht op de verschillende Puys in het land van Vulcania.
Na de verpozing dalen we af en komen we in duidelijk vlakker gebied. Dat maakt dat het nu goed vooruit gaat, en we komen langs verschillende meren, die na de hitte van de voorbije dagen blijkbaar dorst hadden. De regen bedient hen op hun wenken. Dat wij daar slachtoffer van zijn kan men zich hierboven niet aantrekken. De dreigende slechte weerwolken lieten dan ook hun duivels los, en een lava aan regen viel over ons heen. De stoom kwam ons letterlijk om de oren bij het passeren van wegwerkzaamheden, en nog waren we niet klein te krijgen.
Als dappere soldaten die ongeacht het weer ook het militair défilé doorstaan, gaan ook wij door. En zowaar wordt ons geduld beloond. Het klaart op en het middageten, met omkleedpartij, kunnen we rustig aan de rand van een meer houden. Onze majoor van dienst waagt zich zelfs in het meer. Ondanks het slechte weer, blijft de natuur ons prachtige beelden op ons netvlies projecteren.
Het wordt 3u en we hebben nog 45 kilometer te rijden. We komen in de regio Cantal, en een aantal hellingen vallen ons nog te beurt. We wanen ons even in de Efteling wanneer we een steile helling naar beneden komen en een aantal peperkoeken huisjes zien. Een verlaten gebied maar onbekend is bij deze zeker onbemind. Prachtig mooi, zelfs ondanks het ondertussen weer neervallend nat. We houden het nat tot aan de meet en komen in Mauriac aan uiteindelijk omstreeks 18u.
Later dan de voorbije dagen, maar daar zijn de weersomstandigheden niet vreemd aan. De avond wordt een mooie afsluiter van de nationale feestdag. Een Koninklijke maaltijd valt ons te beurt, en het vuurwerk (lees bliksem) kregen we er gratis bij.
Het werd alweer een mooie afsluiter van een prachtige dag waarvan we alweer mijmeren dat het morgen weer zo een dag worden mag.
20 juli Iets voor 6 staat een ijverig chauffeur reeds vroeg klaar om de camionette voor te bereiden. Over onze soigneurs dan ook niets dan lof Ze verrichten werkelijk wonderen. 4 kratten water worden dan ook zo omgevormd tot limonade met citroen extract Onze ongelovige Louis-Thomas proeft er zelfs van om dit wonderbaarlijke (weliswaar zelf gekochte) gebeuren te kunnen geloven Geen erg, die limonade zal ons nog erg goed van pas komen.
Vandaag de kortste etappe, met in het begin heel weinig hellingen, en nog minder te beleven.
Ideaal om de spieren los te maken, want op deze vijfde dag was aan de ontbijttafel toch hier en daar een stramme spier, een pijnlijke achter-kaak en een vermoeide blik waar te nemen.
Een kerk, een kar met paard net als op een ansichtkaart, een slagerij en af en toe een ven. Een kroeg, de KWB op de fiets, het zegt jullie misschien niets, maar je moet erdoor als je naar Lourdes bent . Jawel, van zoveel simpele rust zou je lyrisch Mijn dorp van Wim Sonneveld beginnen te vervormen
En Sonne-veld was er in overvloed vandaag. Het werd onze warmste rit met gemiddeld om en bij de 34 graden, met smeltende pek die aan onze banden bleef plakken.
De Loire streek zou zo aan ons voorbij zijn gegaan, ware het niet dat een boekhouder die alles nauwgezet bijhoudt, er ons opmerkzaam maakte dat we de helft van onze trip achter de rug hadden, en terugkeren dan ook geen zin had. Hij telde af, en een eerder ontgoochelend gejuich werd hem toegeworpen. Zelfs geen gauwe stop werd hem gegund.
We bleven dapper doorduwen en na ruim 55 kilometer (ondertussen in de Auvergne) was het tijd om heel even aan de enig beschikbare cultuur van de dag te doen. Een middeleeuwse ruïne in het dorpje Bourbon-Archambault kon ons wel bekoren, maar verder dan de toegangspoort kwamen we toch niet. Even verder wachtte immers de camionette gevuld met de mirakuleuze limonade-drank.
Even vlot reden we verder door in de hoop vandaag ruim op tijd nog de aankomst van die echte Tour de France te kunnen zien. Stilaan echter begonnen de hellingen weer de kop op te steken en werd het iets lastiger. De Col de Matras, was stille getuige hiervan. Sommigen waren er misschien al liever op gaan liggen.
Iets verder was het middagmaal weer super opgesteld onder linde en plataan, en het aangereikte vlees, enigszins pikant geïnspireerd (we naderen immers meer en meer het zuiden van het land), werd vlot gesmaakt.
Om iets voor 3, net voor de echte waterwinkel zijn deuren opendeed, vertrokken we verder en vatten we de laatste 45 kilometer aan. De eerste Puys waren duidelijk zichtbaar, en zelfs deborden maakten het duidelijk U bevindt zich in het rijk van de Puy De Dôme, Lucifer van het Vulkaangebied. Het was er inderdaad warm als de hel, en gelukkig moeten (mogen) we deze helling niet aandoen.
Vandaag ging het ook niet verder dan een eerste zicht op de van oorsprong vulkanische hellingen. Misschien een geluk, met deze temperaturen en de wind die ons weer wat meer tegemoetkwam vanuit het zuiden. Morgen hebben we echter geen keuze en moeten we er dwars doorheen. Wat er ons te wachten staat weten we niet, maar de groep is er in elk geval enigszins beducht voor.
We kwamen aan in Châtel-Guyon, een kuuroord waar de tijd enigszins is blijven stilstaan. Zo ook het hotel. Vergane glorie, maar met een onweerstaanbare charme. Lekker eten, en tot slot nog aangenaam in het toch al zuiderse stadje, nagenietend. Het werd alweer een mooie afsluiter van een prachtige dag waarvan we alweer mijmeren dat het morgen weer zo een dag worden mag.
19 juli Vandaag opnieuw een rustige rit, zo was alvast het idee van ons allen Evenveel kilometer, bovendien reden we na de Champagne richting Bourgogne, en het weer zou goed worden. Kortom, iedereen zag het zeker zitten hoewel, Ludo J. leek niet overtuigd, en hij had blijkbaar al van bij het ontbijt in de gaten dat we op deze rit wel eens onze tanden stuk zouden kunnen bijten. Een ogenblik later zat hij enkel nog yoghurt en croissants te eten
Na het ontbijt vertrok iedereen dan ook met de nodig aangesmeerde uiercrème richting Nevers Niet zomaar nivers, want in Nevers bevindt zich het graf van Bernadette Soubirous, die hier in het klooster stierf in 1879.
Reeds van in het begin wordt het duidelijk dat de hellingen vandaag stilaan een stuk steiler worden. Geen erg, want zoveel zullen er dan wel niet zijn zeker .
Op een enkele, eenzame bedevaarder, die zich te voet, met schelp naar Compostella waagt, zien we enkel wijdse landschappen. We rijden dapper verder en komen in een ander, duidelijk bosrijker landschap terecht, wat ons toch wat schaduw bezorgt. De temperatuur is draaglijk, het weer schitterend en we rijden vrij vlot en zonder tegenslagen helling op, helling af, door dorpjes als Lucy le Bois en Girolles en bereiken vlot onze eerste halte. Vézelay, prachtig gelegen op een hoge puist en met duidelijk stip genoteerd in de Nederlandse reisgidsen. Daar storen we ons niet aan, en in plaats van het dagelijkse koekjesmoment, maakten we er omstreeks elf uur een iets langere durende cultuuruitstap van en bezoeken er de basiliek Sainte Madeleine en lopen er wat als een plaatselijk Charolais-groepje (één van de oudste vleesrassen) rond.
Na deze vrij lange verpozing rijden we terug verder door de regio van de Morvan (het groene hart van Bourgondië). De hellingen zijn misschien kort, maar blijven vrij steil, nijdig bij momenten. Dit maakt dat het zweet aardig naar beneden parelt. Twee uur na ons bezoek aan Vézelay wacht ons dan ook, niets te vroeg, een prachtig déjeuner sur lherbe. De Belgische vlag wijst ons op onze stopplaats, prachtig in een weiland, in de schaduw uitgekozen door onze begeleiders, Jan en Louis. Louis heeft extra zijn best gedaan. Hij is immers vandaag 30 jaar gehuwd en een prachtig, smaakvolle koude schotel werd ons deel. We bedankten Louis savonds er extra voor met een kleine verrassing. Louis (en Chris) nogmaals proficiat. En de kei-goede-foto is voor jullie allen, thuisblijvers
Na nog een foto van het peloton, op de speciaal voor de gelegenheid aangesleepte strobal(l)en, vertrokken we voor nog 45 kilometer naar Nevers. Geen probleem, zeker niet de laatste 20 kilometer die ons in dalende lijn tegen 17uur naar de stad aan de Loire brachten.
Uiteindelijk hadden we vandaag toch ruim 1850 hoogtemeters beklommen (onder een gemiddelde zon van 33 graden), tegenover slechts 1100 gisteren. De dag was dan misschien wel een stuk lastiger, maar de rit een stuk mooier, dan gisteren.
Het avondeten smaakte. en het napraten en voor een aantal het bezichtigen van het stadje Nevers waren dan ook een mooie afsluiter van een prachtige dag waarvan we alweer mijmeren dat het morgen weer zo een dag worden mag.