In 1925 gebruikt Van Doesburg dit schilderij ter illustratie bij de esthetische ervaring (van de werkelijkheid) in zijn Grundbegriffe der neuen gestaltenden Kunst, uitgegeven als zesde deel in de serie Bauhausbücher.
Over deze esthetische ervaring schrijft hij: Bij de esthetische
ervaring is de zintuigelijke waarneming (...) het middel tot de ervaring
zelve. Het zintuig veroorzaakt het onmiddellijk contact met de
realiteit. Daarna heeft er n proces plaats in de ziel van de
kunstenaar. Het opgevangen beeld wordt verwerkt, omgebeeld, om daarna in
de geest op een andere wijze dan volgens de natuur, namelijk volgens de kunst te verschijnen. Vanaf de zintuigelijke waarneming tot de esthetische ervaring, heeft er dus een zekere innerlijke cultuur van het waarnemingsobject plaat. Het natuurlijke waarnemingsobject wordt gereconstrueerd tot de, dat object inderdaad beeldende, accenten.Even verder merkt hij nog op: Op de vraag, hoe de kunstenaar aan deze
esthetische accenten komt kan geantwoord worden: door een wisselwerking
van subject (de kunstenaarsgeest) en object (de realiteit).
Deze ombeelding illustreert Van Doesburg vervolgens aan de hand van
vier (zwart-wit) afbeeldingen: een foto van een koe (hier
vervangen door een foto uit wikimedia commons), een voorstudie van Compositie VIII (groen, nu in het Museum of Modern Art), een tweede voorstudie van Compositie VIII (zwart-wit, verblijfplaats onbekend) en rechtsonder het uiteindelijke schilderij.
Gouden stierkalf. Oegarit. 14e eeuw v. Chr. Moederkoe Asjera krijgt stierkalf. Er is het bekende verhaal uit de bijbel: Toen deed iedereen zijn gouden oorringen uit en bracht deze bij Aäron. Deze nam ze in ontvangst, bond ze in een buidel en maakte er een stierkalf
van. Toen riepen ze uit: Israël, dit is de god die u uit Egypte heeft
geleid. Toen Aäron dat zag, bouwde hij een altaar voor het beeld en
liet bekendmaken: Morgen is er feest ter ere van de Heer.
Het stierkalf wordt Heer genoemd en die Heer is Jahwe. Dat een
kalf Heer wordt genoemd, is niets bijzonders. Het komt internationaal
voor bij b.v. Sid en Baäl, een naam die letterlijk Heer betekent.
Het kalf wordt soms Osiris, Adonis en in Israël El, Baäl en zoals
hierboven vermeld dus soms ook Jahwe genoemd. bron: http://www.anninevandermeer.nl/images/moederland/Israel/chronologie.htm
Asjera en vruchtbaarheidsgod Jawhe.
Schets van Koe-Kalf-motief op potscherf van kruik uit Kuntillet
el-Agrud in Zuid-Israël. De kruik is in 1975 gevonden in een wegstation
in de Sinaï-woestijn ergens halverwege Egypte en Israël. In de buurt
van het koe en haar kalfje staan op diezelfde kruik de namen Asjera en Jahwe. Je ziet iets hoger op de scherf die we van de kruik over hebben, mannelijke vruchtbaarheidsgoden en een tronende Vrouwe. Zij musiceert. Er is reden om aan te nemen dat de moederkoe die haar kalf hier zoogt Asjera is en dat haar stierkalf Jahwe
is. Ter plekke zijn op de wanden van het wegstation en op kruiken
unieke inscripties gevonden waaruit blijkt dat Asjera niet meer Baäl
maar Jahwe als partner heeft, van Venus tot Madonna. De zegenspreuken die gevonden zijn in het wegstation luiden:
Bericht van mijnheer de koning. Zeg tot Jehalel en tot Yoásah. Welnu, ik heb ulieden gezegend bij Jahwe van Samaria en zijn Asjera.
Je leest in een ander briefhoofd: Bericht van Amaryaw. Zeg tot mijnheer: Gaat het goed met u? Ik heb u gezegend bij JHWH van Teman en bij zijn Ashera. Hij moge u zegenen en behoeden en hij moge met mijnheer zijn .
En weer een ander luidt: Ik heb u gezegend bij JHWH van Teman en bij zijn Ashera Overeenkomstig alles wat een mens maar vraagt, is mijnheer genadig en JHWH geve hem wat hij wenst.
In drie gevallen wordt Jahwe hier genoemd met zijn Asjera.