Het is weeral lang, te lang geleden dat ik nog eens naar Krakow ben geweest. Krakow of Krakau in het nederlands. Krakow of Cracow in het engels. Het zal nu weeral twee jaar geleden zijn dat ik er nog eens was. Al is deze stad nooit ver weg in mijn gedachten. En alhoewel Krakow meer en meer in de belangstelling komt als interessante citytrip kan ik mijn familie, vrienden of collegas moeilijk overtuigen om eens naar deze prachtige stad te komen.
Misschien zou ik er vaker alleen naartoe moeten gaan maar dat ligt me niet zo goed. De sfeer van deze magische stad moet je kunnen delen met anderen. Tijdens de dag moet je dwalen langs al die cultuur en bezienswaardigheden om s avonds je te laten onderdompelen in de talrijke restaurants en pubs die er zijn.
Honderden duiven, of is dit overdreven en zijn het maar enkele tientallen, in ieder geval het zijn er heel veel in mijn ogen, zitten, waggelen, fladderen op het grote marktplein. Toeristen maken er graag fotos van terwijl ze de vogels trachten te laten wegvliegen. Opvliegende, wegvliegende duiven op de voorgrond maakt altijd een mooi plaatje van het oude historische plein met zijn prachtige gebouwen. Aan een houten kraampje kan men zelf duiveneten kopen, speciaal voor de toeristen natuurlijk, zodat die arrogante beesten dan zelf op je schouders en hoofd komen zitten om toch maar een graantje mee te pikken van het festijn. Weer goed voor een foto voor het familiealbum. s Avonds is het dan altijd uitkijken dat je niet uitglijdt op al die duivenuitwerpselen die onze gevleugelde vrienden hebben achtergelaten. En in alle nissen en spleten van de gevels en de daken zitten ze dan verscholen om te slapen. Een beeld dat je bijblijft als je de Rynek Glowny bezoekt