Als je hoort praten over Barcelona 1992, waar denk je dan
aan? Hristo Stoichkov en Gheorghe Hagi? Nu nog maar 100 jaar meer voordat de Sagrada Família eindelijk klaar is?
Neen.Al die antwoorden zijn natuurlijk
mogelijk, maar meestal is het iets anders dat je te horen krijgt. Tussen 25
juli en 9 augustus 1992 vonden in Barcelona de 23e moderne
Olympische Spelen plaats. Normaal zou het nummer 26 moeten geweest zijn, maar
in 1916, 1940 en 1944 kwam er telkens iets tussen, waardoor ze niet konden
doorgaan. Er gebeurden enkele opmerkelijke dingen tijdens dit sportspektakel. De
oude Sovjetstaten werden terug herenigd in the unified team, ofte het
gezamenlijk team. Een dertienjarige Chinees, Fu Mingxia, won het
schoonspringen. Maar, voor mij is het verhaal dat zich afspeelde in het Pavelló
Olímpic de Badalona, de
basketbaltempel te Badalona, het voornaamste aan de 1992 Olympics.
Voor de eerste maal
mochten er Amerikaanse profspelers deelnemen aan een internationaal
basketbaltornooi. En dat terwijl er al jaren Europese- en Zuid-Amerikaanse
professionals mochten deelnemen. In 1989 hakte de FIBA (de internationale
basketbalfederatie) de knoop door, het NBA-gevaar werd toegelaten op het internationaal
toneel. En dat zullen de tegenstanders geweten hebben. Michael Jordan, Larry
Bird, Karl Malone en collegespeler Christian Laettner, om er maar een paar te noemen,
hebben het Dream Team aan het gouden rondje geholpen. Het was echt magisch
wat ze allemaal vertoond hebben. Mensen, waarschijnlijk stond het beste team
aller tijden daar op het parket. Mocht je het gemist hebben, Youtube het
alstublieft. Het effect dat die spelers, dat team en de publiciteit er rond
hebben gehad op het basketbal in Europa is niet te overzien. Doordat het nu ook
vol belangstelling werd gevolgd in de States, zagen de Amerikanen ook wat er
allemaal van talent speelde in Europa. Spelers als Draen Petrović, Toni kukoč
en Vlade Divac werden al vlug opgemerkt en openden zo de poort voor vele
Europeanen. Arvydas Sabonis, die in 1985 al werd gekozen door de Atlanta Hawks,
besliste in 1995 om toch in de NBA te spelen, bij de Portland Trail Blazers. In
de jaren na Barcelona 92 werd basketbal enorm populair in België en in de rest
van Europa, en dat hebben we voor grote reden te danken aan het Dream Team I.
Ik zie er al veel
denken: Wat staat die Canton 2009 daar nu in hemelsnaam te doen? Wel, hopelijk
hebben jullie ooit al gehoord van American football. Nog zon sport die over de
grote plas werd uitgevonden. Door velen rugby genoemd, terwijl het totaal
anders in elkaar zit. Welnu, in Canton zal er in 2009 het eerste Junior
World Championship doorgaan, en dat is voor de eerste keer in de
geschiedenis. Hier zullen de acht beste football-landen ter wereld, zijnde
Duitsland, Frankrijk, Zweden, Japan, Canada, VSA en waarschijnlijk Mexico en
Australië, hun Juniors, 19 jaar en jonger, voor de wereldtitel laten spelen.
Wat dit nu te maken heeft met de Spelen van 1992, zal ik even uitleggen. Er
zijn al enkele wereldkampioenschappen American football geweest, en de
Amerikanen moesten zich terug aan bepaalde regels houden. Vorig jaar was het de
eerste keer dat ze mochten meedoen, zonder professionals en zonder
collegespelers. Ze moesten dus met een amateurploeg spelen. Wat verstaanbaar
is, want de National Football League, de Amerikaanse profliga, is met
voorsprong de sterkste competitie ter wereld, en tegen de College All-Stars
is er waarschijnlijk ook geen winst mogelijk. Maar nu gaat het dus om jongeren
die noch professioneel, noch in college spelen. De ploeg kan dus bestaan uit de
beste spelers die verkrijgbaar zijn, en dat wil zeggen dat er een zeer sterke
ploeg op het veld kan staan. Hopelijk krijgt dit kampioenschap de nodige
persaandacht, want het kan een begin zijn van iets moois. Als de rest van de
wereld ziet wat voor een sport het echt is, zal er misschien wat meer interesse
zijn.
American Football is
een schoolvoorbeeld van teamwork, doorzettingsvermogen en discipline, maar
krijgt weinig tot geen persaandacht. Het is trouwens The number one sport in
de VSA. Weinigen weten dat het hier wordt gespeeld. Hopelijk komt er daar
verandering in na Canton 09. Hoop doet leven, zegt men dan.
Bij dezen wil ik
ook Hans Vandeweghe, Jürgen Nijs en , toen hij nog bij De Morgen
schreef, Sven Spoormakers bedanken, dit zijn journalisten die tenminste inzien
dat er niet enkel voetbal, tennis en wielrennen bestaat in de sportwereld. Zij
zijn het die niet enkel maar over de sport schrijven als het over Nippelgate,
O.J. Simpson of The Lingerie Bowl gaat. Vergeleken met een
journalist van Het Laatste Nieuws geven ze toch om de juistheid van het
verhaal, en plaatsen ze de juiste fotos bij de juiste personen. Bedankt, en bij
dezen wil ik ook de liefhebbers van minder bekende sporten een hart onder de
riem steken, en laten we samen hopen op een frisse wind op de Vlaamse
sportredacties.
Sinds 3 november 2008 leef ik een totaal ander leven. Door de afschaffing van het analoog televisiekijken kwam er een einde aan het beeldschermstaren met een antenne. Terecht, we leven in de 21ste eeuw, volgens een tweedejaarsstudent le vingt-deuxième siècle, maar het kabelloos kijken had toch wel zijn charmes. Uren heb ik gespendeerd aan het bekijken van Canvas. Dinsdagavond was het aanschuiven voor geschiedenis. Meestal zag je hier en daar een nazi over het scherm huppelen, maar als oorlogsliefhebber, geen sympathisant, kan ik me best wel amuseren met een scheutje Tweede Wereldoorlog. Woensdag meestal een leuke film, soms wat vreemd, maar meestal wel te pruimen. Maar wat me het meest plezierde was het overaanbod Britse humor. Little Britain, Black Books, Black Adder (the most gripping sitcom since 1380) en The office, om er maar een paar te noemen. Tijdens de uitzending van deze series zijn er, volgens officiële statistieken, 78 procent meer mensen met een kaakontwrichting dan tijdens Martha, en daar lachen ze blijkbaar met alles.
Aanvankelijk was het de bedoeling dat ik zon digitale antenne ging kopen, of een gaatje in mijn muur zou boren en dus via kabel zou kijken, maar in de plaats begon ik te lezen. Mensenlief, ik begon me zelfs af te vragen waarom ik vroeger niet veel las. Ik voelde nooit die leegte, die nood, die drang om te lezen. Ik zeg niet dat ik voorheen nooit las, vele sportboeken heb ik verslonden. Maar romans, nooit aan gedacht. Informatieve boeken die niet over sport gingen? Neen. Daar is er blijkbaar verandering in gekomen. De omgeving kan toch een vreemd effect hebben op mensen. Ook de mens heeft een effect op de mens, uiteraard. Dries Dehaudt, hier beter bekend als de Kachtemsche boekenwurm, kan ook een mogelijke reden zijn van mijn totaal onverwachte overstap van notoir televisiekijker naar boekenlezer. Ook heb ik de laatste weken meer Dvds gekeken dan dat ik er het jaar ervoor zag, en dat zijn er nog maar steeds zeven. Lezen is inderdaad een leuk vervangmiddel. Ik heb nu zelfs een elektronische bibliotheekpas, terwijl ik nog een papieren exemplaar had dat al jaren niet meer werd geaccepteerd.
Vanmiddag ben ik langs geweest in onze puike bibliotheek. In een rek met boeken betreffende Izegem vond ik een exemplaar van 125 jaar Sint-Jozefscollege, een boek van Jean-Marie Lermyte, een oud leraar geschiedenis van Dries. In dat (foto)boek vond ik een klasfoto met mijn oom op, genomen in 1954, toen hij in het tweede leerjaar zat. Heerlijk toch. Mijn oom, die overleed in 2002, en mijn vader waren goede vrienden. Ik zag dadelijk een lach verschijnen op mijn pas gezichttoen ik hem die foto toonde. Terwijl hij wat in het boek bladerde kwamen er weer wat herinneringen boven. Hij begon namen op te noemen, die ik dan moet kennen van hier en daar, bijnamen werden verklapt en quoten aangehaald. Eventjes vergat hij de werkelijkheid en waande zich terug in zijn oude, onverantwoordelijke wereldje van toen. Wat hem pleziert, pleziert mij ook. Ik geniet van de tijd die ik doorbreng met mijn ouwe.
Ondertussen is het tijd dat ik wat tijd doorbreng met hem. Dat is ook beter dan televisiekijken, of het nu analoog of digitaal is.
Inspiratieloos. Allerminst een sterk begin. Terwijl ik hier mijn uiterste best doe om werk te maken van mijn beloftes om een blog te beginnen, kan ik zelfs nog op geen passende titel komen. Daarom plaats ik maar de titel van een leuk youtube filmpje boven dit stukje tekst . Zoek dit eens op. Liefhebbers van platvloerse, zwarte humor zullen schuddebuiken. Fans van Sketch up,2 Straten verder en andere hoogwaardige komische series zullen wellicht anti-clubjes oprichten en comments plaatsen, doorspekt met onorthodox taalgebruik. Of zelfs dreigbrieven schrijven, persoonlijk aan mijn adres, en dan nog het liefst van een vrouw. Met een hartje op de i, waar normaal een puntje hoort, een vleugje parfum en misschien zelfs een xje op het eind. Even genoeg gedroomd nu.
In de negen jaar dat ik al toegang heb tot het internet, heb ik weinig tot geen blogs gelezen. Veel over gehoord en gezien, maar weinig interesse getoond. Tot ik onlangs inzag dat je dit medium goed kan gebruiken, bijvoorbeeld om wat frustratie van je af te schrijven. Of om eens te lezen hoe het gaat met de klasmakkers of collegas. België Blogt! Het is eens iets anders. Toen ik een klasgenoot informeerde over mijn wens om zelf te bloggen, bepaalde hij meteen al de deadline. De assertieveling. Maandagavond moest en zal de blog online staan. Oeps. Later kan zon voorval me mijn nek kosten. Gelukkig zit er wat minder haast achter een blogje.
Hier kan ik dus mijn bedenkingen neerpennen. Elke dag, om de week of, wie weet, elke maand zal ik mijn ergernissen uitspuien, hilarische taferelen schetsen of gewoon mijn zegje doen. Hopelijk meer hilariteit dan ergernis, me dunkt. Sport, politiek, media, enzovoort. Maar wie me een beetje kent weet dat sport mijn paradepaardje is. Mijn reden tot ontwaken zou ik het niet noemen, maar een passie is het ten zeerste. We zien wel hoe het evolueert.
Vandaag zal ik het kort houden. Of lang voor de mensen die niet tot hier hebben gelezen. Bedankt om even langs te komen.