 |
|
 |
GETTING ALONG WITH OTHERS BEGINS AT HOME... |
Een zaadje zweeft door de lucht. Het wordt gedragen door de wind en zal uiteindelijk ergens neervallen. Eenmaal gevallen kan het groeien en zich ontwikkelen tot iets groots. Het word misschien wel een boom... Die boom zal groeien en reiken naar de hemel.
Gelukkig is het zaadje niet alleen. Er omheen vielen nog tientallen andere zaadjes, waarvan de meeste zich zullen gaan ontwikkelen tot een boom. Maar niet uit al de zaadjes groeit een boom. Soms zit er een zaadje bij dat zich ontwikkelt tot een mooie bloem, die vervolgens geplukt zal worden. En soms is het zaadje slechts onkruid en kan het nooit tot in de hemel reiken.
Zo groeien uit de tientallen zaadjes uiteindelijk een paar bomen die vredig naast elkaar staan. Waarom ze juist hier bij elkaar zijn komen te vallen weten ze niet en ze vragen het zich evenmin af. Ze hebben echter allemaal eenzelfde doel: Ze willen groeien en naar de hemel reiken.
Bomen kunnen niet wegrennen als ze aangevallen worden. Ze kunnen niet hardop spreken en dus ook niet schelden. Ze bezitten geen wapens waarmee ze elkaar pijn zouden kunnen doen. De bomen vormen een groep. De wortels zitten diep in de grond. Ze zijn nog niet zo oud, maar anderhalf jaar heeft ze wortels gegeven, waardoor ze nu nog maar moeilijk te verwijderen zijn. Bladeren ritselen zacht met elkaar. Langzaam groeien de takken in elkaar om samen het bos te vormen.
In het bos wordt het licht ontnomen door enorme takken.
Daarom is het voor kleine bomen moeilijk om nog te overleven in het grote bos. Gelukkig is er naast het bos nog meer dan genoeg ruimte om te groeien. Ook voor de jongere wortels is er ruimte om te groeien en uit te dijen. Zo kan het bos een oerbos worden, waar iedere boom een mooi plaats krijgt.
Groei met ons mee.
Ketana |
 |
Forum
19-12-2009 |
Fascinerend gedrag van dieren. |
Het volgende vond ik een interessant artikel om te delen met de groep.
Het fascinerende gedrag van huisdieren zette de Britse bioloog Rupert Sheldrake aan tot een intensief onderzoek bij meer dan tweeduizend eigenaren en trainers van dieren. Daarnaast observeerde hij meer dan duizend willekeurig uitgekozen eigenaren met hun dieren en nam hij bij meer dan honderd mensen een interview af die ervaringen hebben met onverklaarbaar diergedrag. De resultaten zijn nu - na vijf jaar onderzoek - gebundeld in het recent verschenen boek Dogs that know when their owners are coming home, and other unexplained powers of animals (Hutchinson, 1999 - vertaling bij Kosmmos-Z&K: Honden weten wanneer hun baas thuiskomt).
Sheldrake - gepokt en gemazeld in Harvard en Cambridge - begreep jaren geleden al dat de conclusies van dit onderzoek grote gevolgen zouden kunnen hebben voor hoe wij onszelf en de wereld beschouwen. In 1994 publiceerde hij een boek, Seven ideas that could change the world, waarin hij verklaringen zoekt voor onverklaarbare fenomenen. Hoe is het mogelijk dat duiven altijd de weg naar huis vinden? Hoe communiceren termieten schijnbaar telepathisch bij de bouw van hun nesten? Hoe 'voelen' we dat iemand ons aanstaart? Waar komt fantoompijn (pijn die blijft bestaan in een ledemaat dat is afgezet) vandaan?
Wat deze experimenten allemaal gemeen hebben, is dat de reguliere wetenschap er geen verklaring voor heeft. Hierdoor wordt er nauwelijks aandacht aan geschonken of worden de resultaten zelfs ontkend. Het belangwekkende van Sheldrake's onderzoek is, dat hij puur wetenschappelijk te werk gaat en uiteindelijk met een fascinerende hoeveelheid feiten op de proppen komt waar we niet omheen kunnen. Ook komt hij met mogelijke verklaringen. Eén van die verklaringen is het zogenaamde morfogenetische veld. In dit veld zou informatie liggen opgeslagen waarop dieren en mensen middels een zesde zintuig afstemmen. Op deze manier zouden duiven de weg naar huis vinden - door in te tunen op het veld waar de informatie over hun thuislocatie ligt opgeslagen. Sheldrake vergelijkt het veld met een groot elastiek waaraan de duiven vastzitten. Zelfs als duiven worden geblinddoekt, in centrifuges worden dolgedraaid of over grote afstand in zwarte dozen worden vervoerd, vinden ze zonder mankeren de weg terug. Hetzelfde geldt voor vlinders en vissen die enorme afstanden afleggen om uiteindelijk exact uit te komen op de plek waar ze moeten zijn.
Naast dit morfogenetische veld zou er ook sprake kunnen zijn van telepathische communicatie. Bij termieten wordt dit duidelijk. Wanneer een termietennest gedeeltelijk wordt verwoest, dan gaan de beestjes onmiddellijk aan de slag om het te repareren. Het merkwaardige is, dat dit volgens een van bovenaf gedirigeerd plan lijkt te gebeuren. Zelfs als er een stalen plaat in het gat wordt gezet, zodat de twee 'reparatieteams' geen contact met elkaar kunnen hebben, dan sluiten de beide helften uiteindelijk naadloos op elkaar aan. Er zijn ook experimenten gedaan met blinde soorten waaruit blijkt dat er een bepaalde coördinatie moet zijn die het proces stuurt. Het is duidelijk dat de koningin hierin een grote rol speelt; iedere activiteit van de werkers stopt zodra de koningin wordt vermoord. Zij kan echter wel uit het nest worden weggehaald of van de werkers worden gescheiden door een stalen plaat.
Afstand schijnt voor telepathische informatie dus geen belemmering te zijn. Dit ondervond een Oostenrijkse tv-ploeg enkele jaren geleden bij het vastleggen van Sheldrake's experimenten. De ploeg filmde het Engelse hondje Jaytee in het ouderlijk huis van eigenares Pam. Een andere ploeg vergezelde Pam. In de televisie-uitzending lopen de beelden van Pam en Jaytee naast elkaar in een dubbelbeeld. Als Pam van huis is, ligt de hond nagenoeg de hele tijd rustig aan de voeten van Pams moeder. Als Pam beslist dat het tijd is om naar huis te gaan, vertoont Jaytee vlak daarna tekenen van onrust, beide oren worden gespitst. We zien Jaytee opstaan en naar de tuindeuren lopen om daar te wachten. Van de honderd keer dat het experiment plaatsvond, reageerde de hond vijfentachtig keer op deze manier. In de vijftien gevallen waarbij de hond niet reageerde, was meestal een duidelijke reden aan te geven: Jaytee werd afgeleid door dingen van buiten, zoals door een loopse teef in de flat van de buren. In drie gevallen kon geen duidelijke verklaring worden gevonden. Om alle andere verklaringen uit te sluiten - zoals dat Jaytee misschien reageerde op signalen van de ouders of op het voertuig van Pam - werden ook de ouders niet ingelicht over het tijdstip waarop Pam zou thuiskomen en werd er geregeld van voertuig gewisseld.
Jaytee staat niet alleen. In telefonische enquêtes in Engeland en Amerika geeft eenenvijftig procent van de hondenbezitters aan, dat hun honden iets van een voorgevoel lijken te vertonen voordat zij thuiskomen.
Sheldrake geeft in zijn boek een verklaring waarom ervaringen met huisdieren niet serieus worden genomen: wetenschappers hechten groot belang aan een zogenaamd objectieve waarneming van de feiten. In laboratoria wordt er juist naar gestreefd om emotionele bindingen met dieren die worden onderzocht, te vermijden. Onderzoek te verrichten naar gedrag dat voortkomt uit een nauwe verbintenis tussen mens en dier, gaat menig wetenschapper te ver. Sheldrake daarentegen, was blij om verlost te zijn van de hel van laboratoriumonderzoek. In zijn eigen woorden: 'Ik spendeerde vele uren in laboratoria met het ontleden van dieren en later ook met vivisectie. Voor het bestuderen van de enzymen van rattenlever moesten we eerst levende ratten onthoofden; hun bloed spoot in de gootsteen. Ik hoorde nooit iets over hoe duiven hun weg naar huis vonden. Liefde voor dieren had mij ertoe aangezet om biologie te gaan studeren en dit is waar het me had gebracht. Er was iets helemaal fout gegaan. Ik begon me af te vragen wat er aan de hand was. Ik begon in te zien dat de gespletenheid die ik binnen mijzelf ervoer, ook wijdverbreid is binnen de wetenschappelijke gemeenschap. Ik weet nu, dat een meer inclusieve wetenschap mogelijk is. En bovendien veel goedkoper.'
Sheldrake was in staat de waarde van dieren te zien. Zijn onderzoek bewijst, dat wij - intelligente mensen - nog heel wat van onze huisdieren kunnen leren. Sheldrake's boek staat vol verslagen over de innige band die dieren met ons kunnen hebben, als wij dat tenminste toelaten en ze niet martelen of opeten. Zo zijn er veel gevallen bekend van huisdieren die hun baasje voor gevaar waarschuwen. Antonia Brown Griffin uit Kent, heeft gemiddeld twaalf epileptische aanvallen per week en was aan huis gekluisterd, totdat zij reddingshond Robert in huis nam: 'Hij kan vijftig minuten voordat ik een aanval krijg aanvoelen dat het er aan komt. Dan geeft hij mij twee klopjes met zijn poot, zodat ik in staat ben ergens heen te gaan waar ik veilig ben. Hij kan ook op een knop van mijn telefoon drukken om om hulp te vragen. En als hij denkt dat ik een aanval zal krijgen terwijl ik in bad zit, trekt hij de stop eruit. Ik kan me niet voorstellen hoe ik zonder hem zou moeten leven.'
Elisabeth Powell uit Wales wilde niet naar haar hondje Toby luisteren, toen hij haar op een ochtend wilde beletten om de deur uit te gaan. Hij sprong tegen haar op, ging voor de deur staan en duwde haar weg. Heel ongebruikelijk gedrag voor deze anders zo rustige hond. Ze moest hem in de keuken opsluiten waar hij bleef janken. Twee uur later was ze bij een vreselijk verkeersongeluk betrokken, waarvan ze nu nog herstelt. In het ziekenhuis zag Elisabeth steeds een beeld van Toby en ze voelde zijn angst. Ze stuurde hem een mentale boodschap: 'Okee, zal snel weer terug zijn.' De beelden verdwenen. Haar man vertelde haar dat Toby vierentwintig uur bang was geweest en toen plotseling rustig werd.
Oostenrijkse Franziska Kabusch reed op een winterdag met haar paard naar een nabijgelegen dorp. Na tien meter weigerde het paard nog één stap te zetten. Wat Franziska ook deed, het paard was niet te vermurwen. Toen ze aandrong, liep het zelfs achteruit. Ze was wanhopig, hoe kon dit anders zo goed gemanierde paard zo koppig zijn? Plotseling was er een donderend geraas. Een enorme lawine stortte van het dak op de weg waar ze bijna hadden gelopen.
De gevoeligheid en waardigheid van huisdieren wordt ook zichtbaar in het verhaal van Christine Vickery en haar echtgenoot. Toen haar man, zoals iedere avond, om half zeven thuiskwam, begroetten de honden hem niet zoals gebruikelijk. 'Ze bleven in hun mand liggen, zelfs toen hij ze riep. Ze verroerden zich niet. Om negen uur 's avonds kwamen ze naar de lounge en gingen voor mijn man zitten, terwijl ze naar hem keken. Hij was van streek en vroeg zich af "wat zij wisten dat hij niet wist". Vijf dagen lang hielden ze dit vreemde ritueel vol. Op de zesde avond knuffelde de oudste met zijn snuit de benen van mijn man. De jongste gaf hem een pootje. Die nacht stierf mijn man in zijn slaap. Ik was jaloers op mijn honden. Ze hadden het op de een of andere manier geweten en hadden afscheid van hem genomen.'
19-12-2009, 16:44 geschreven door Ann van Cleef
|
|
|
 |
|
 |
|
|
|
 |