Federale verkiezingen 13 juni 2010 Kelly Van Tendeloo
16de plaats
Sp.a
Provincie Antwerpen
20-05-2010
Ontwerp je eigen affiche.
sp.abrengt de mensen uit alle
straten in Vlaanderen samen, om de stilstand in de Wetstraat te doorbreken.
Gewone mensen zijn het gezicht van de campagne. Je kan ookje eigen campagne-affiche ontwerpen.
Te veel mensen weten
vandaag niet of ze morgen nog zullen rondkomen. Te veel mensen vrezen een laag
pensioen. Al deze mensen willen, na drie jaar, weer vooruit. Ze hebben het
recht om het morgen beter te hebben dan vandaag, zegtCaroline
Gennez.
De partijen die de afgelopen drie jaar de federale regering vormden, hebben
daar niet voor gezorgd. Zij hebben ons allemaal in de steek gelaten.
sp.abrengt daarom alle mensen
samen en versterkt hun stem, aldus desp.a-voorzitter. Iedereen in
dit land wil weer vooruit. Wij verenigen die wil tot vooruitgang. In concrete
voorstellen en acties.
De socialisten lanceren een
verrassende campagne. Niet de kopstukken staan daarin centraal, maar de mensen
voor wie ze het doen. Iedereen kan zelf, op de websitehttp://wemoetenweervooruit.s-p-a.be, een affiche maken. Met
zijn of haar eigen gezicht erop, en daaronder de boodschap We moeten weer
vooruit.
Op die manier kan iedereen
de mensen in zijn eigen straat laten weten dat hij weer vooruit wil, samen metsp.a. Hoe meer mensen deze
boodschap uiten, hoe krachtiger onze stem, besluit Gennez. We kunnen samen
een sterke, sociale beweging vormen, die Vlaanderen in beweging zet. Samen kunnen we het weer vooruit laten gaan.
Opnieuw kent ons land een crisis, de radicalisering van de maatschappij is verontrustend. Met sp.a willen we vooruit en daar wil ik terug ten volle aan meewerken. Vandaar dat ik me opnieuw kandidaat gesteld heb,het is de 16de plaats op de Kamerlijst voor de provincie Antwerpen geworden. Samen met David Geerts (volksvertegenwoordiger en 1ste opvolger voor de Kamer) gaan we samen voor inhoud. De bestrijding van kinderamoede, uw pensioen veilig stellen, de bescherming van uw energiefactuur, tegen de steeds hogere hospitalisatieverzekeringen . We willen samen met heel de Sp.a de thema's verdedigen die een invloed hebben op uw persoonlijke leefsfeer. Zelf ga ik mij volledig richten op kinderarmoede, omdat dit thema een grote aansluiting vindt bij het werk dat ik lever binnen het OCMW van Heist op/den Berg en omdat ik denk dat ik hier ook echt voor een meerwaarde kan zorgen.
Iedereen heel erg bedankt voor de steun. Die 3074 voorkeursstemmen waren buiten mijn verwachtingen. Dus ik ga nog weken glimlachen. Dit resultaat had ik natuurlijk nooit zonder jullie behaald. Meer dan bedankt.
Voor de partij zelf, het is geen monsterscore maar we hebben toch stand gehouden in die woelige en vijandige wateren. Nu gaan we stilaan terug vooruit proberen te gaan. Dat Vlaanderen progressief, links en socialistisch kan blijven.
Aan de andere kandidaten ook een dikke proficiat voor al het harde werk.
Jean-Marie Dedecker (LDD) is in Vlaanderen als kandidaat-minister-president even sterk als Kris Peeters (CD&V). De twee scoren ieder rond 31 procent in een peiling in Het Laatste Nieuws.
Toen ik dit vandaag in de Morgen las gingen er meerdere alarmbellen rinkelen. Ik weet dat vele mensen een proteststem willen uitbrengen maar als jullie allemaal op de decker stemmen, KIEZEN jullie voor een partijprogramma dat niet enkel een afbraak is van onze sociale zekerheid maar ook van de maatschappelijke solidariteit.
Statuten:
1. Dit schrijftDe Decker over bedienden en arbeiders. Maak één statuut voor werknemers en de negatieve bijklank van arbeider verdwijnt.
Waarheid: de gelijkstelling voor de arbeider zal niet opwaarts gericht zijn maar de bedienden zullen voordelen verliezen.
Bootcamps:
Criminelen moeten hard worden aangepakt, ongeacht hun leeftijd. Het crimineel milieu maakt misbruik van de minderjarigheid om ongestraft misdrijven te plegen. Daarom moeten die minderjarigen ook veroordeeld kunnen worden tot een verblijf in heropvoedingskampen.
De vraag blijft hoe dikwijls moet er nog bewezen worden dat strafkampen niet werken. In Nederland hebben ze dit hardleers moeten ontdekken. Kunnen wij niet leren van anderen hun fouten?
Direct na de Tweede Wereldoorlog werden onopvoedbare onmaatschappelijken al in speciale werkkampen geplaatst. Ook toen heerste grote zorg over het gebrek aan orde en tucht bij de jongeren. Die hadden zich in de roes van de bevrijding voor heel even aan de beklemmende verzuilingsmoraal weten te ontworstelen. Het tot dan toe grootste sociaal-wetenschappelijk onderzoek in de Nederlandse geschiedenis bevestigde de vrees van de ouderen. De jeugd was van God los door de teloorgang van tradities, geloof en sociale conventies. Opinieonderzoeken die de angsten van de opvoedende generatie ontkrachtten, waren aan dovemansoren gericht. Bijna een halve eeuw later tapte toenmalig premier Ruud Lubbers nog steeds uit hetzelfde vaatje. In 1993 pleitte de christen-democraat voor strafkampen voor veroordeelde, criminele jongeren, inclusief kazernes en beroepsmilitairen. Heel wat minder aandacht was er vier jaar later voor de evaluatie van de Lubbers-kampementen. Het grootste deel van de jongeren was voortijdig afgehaakt; de nieuwe aanpak leverde weinig op. Het weerhield Lubbers opvolger Wim Kok er eind jaren negentig niet van het idee van kampen voor jongeren opnieuw in overweging te nemen. Hij stond en staat daarin niet alleen. Drilkazernes, tuchtscholen, strafkampen: stuk voor stuk termen die de afgelopen jaren de revue passeerden. De Amsterdamse hoofdcommissaris Kuiper pleitte in 1998 al voor verbeterkampen. Hans de Boer, oud-voorzitter van de Taskforce Jeugdwerkloosheid, sprak enkele jaren terug over zogeheten prepcamps, waar probleemjongeren gedrild zouden worden door een sergeant. Voor twee jaar opsluiten op een eiland, suggereerde een Amsterdamse D66-politicus bij een andere gelegenheid.
Met disciplinaire opvoedingsinstituten, -kampen of -tochten worden weinig optimistische resultaten behaald, stelt het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) in het deze maand verschenen rapport Sociale veiligheid ontsleuteld. De harde aanpak, waarbij probleemjongeren afgezonderd en gedrild worden, zorgt er niet voor dat ze in het vervolg minder snel de fout in gaan. Integendeel, schrijven de onderzoekers: Programmas diejongeren via disciplinering en groepsdruk moeten heropvoeden, zoals heropvoedingskampen of -internaten, verhogen juist de kans dat jongeren opnieuw de fout ingaan bij terugkeer in de samenleving. Een voorbeeld hiervan zijn de Glenn Mills-scholen, die sinds een jaar onder vuur liggen. Dat is niet alleen vanwege de omstreden holdings, waarbij de begeleiders de leerlingen soms hardhandig vastpakken en tegen de grond drukken. Ook de resultaten zijn niet om over naar huis te schrijven. Glenn Mills, dat in het regeerakkoord nog tot voorbeeld werd gesteld, blijkt zelfs minder goed te presteren dan gewone jeugdinrichtingen. Vier jaar na dato heeft 78 procent van de oud-leerlingen één of meer misdrijven gepleegd, tegenover 58 procent bij andere instellingen. Dat blijkt uit cijfers van het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum van het ministerie van Justitie, dat het verschil relativeert door te wijzen op de zwaardere klanten die Glenn Mills behandelt. Desondanks lijkt de aanpak, waarbij de nadruk ligt op groepsdruk en het uitdelen van statusverhogende en -verlagende beloningen en straffen, soms averechts te werken. Niet vreemd: de klandizie bestaat uit jongeren bij wie de problemen vaak juist samenhangen met overgevoeligheid voor groepsdruk en status, gepropageerd door het blingblingkapitalisme. Ook in Amerikaans onderzoek komt naar voren dat de populaire paramilitaire bootcamps niet tot een daling van recidive leiden. De kampen zijn inmiddels op hun retour in de Verenigde Staten. Noorse onderzoekers hebben evenmin een geruststellende boodschap voor Nederlandse beleidsmakers. Het ministerie van Volksgezondheid steekt twaalf miljoen euro in vechtsporten voor risicojongeren, zoals kickboksen. De ervaring leert dat zij niet, zoals gehoopt, na een uurtje stoom afblazen hun agressie kwijt zijn. De nieuw opgedane stof wordt buiten de sportschool in praktijk gebracht: de jongeren vechten volgens de Noren vaker en richten vernielingen aan. De misplaatste subsidie voor vechtsporten is waarschijnlijk geen uitzondering. Het onderzoeksbureau van de Tweede Kamer schreef in een rapport dat over de effectiviteit van behandelingen in de jeugdzorg amper iets bekend is. We doen maar wat, is de harde conclusie die zich opdringt. Liefst iets wat stoer klinkt, waarbij jongeren afgezonderd worden van de beschaafde wereld en ze militaire discipline krijgen bijgebracht. Want een harde aanpak valt in goede aarde.
Artikel Koen Haegens
Verkeer:
De schakels die ontbreken in het wegennet moeten worden aangelegd, zonder steeds weer nieuwe studies te bestellen. Op de snelwegen zijn er extra rijstroken nodig, naast, boven of onder de bestaande stroken.
Er is een ijzeren wet die zegt dat hoe meer rijstroken je aanlegt, hoe meer verkeer je aantrekt. We hebben nu al het dichtste autosnelwegennet ter wereld. Meer beton is zeker niet de oplossing en dan nog zonder een studie over de gevolgen voor de omwonende (geluidsoverlast, mogelijke onteigeningen) of de omliggende natuurgebieden.
Onderwijs:
Bij doe de stemtest stelt LLD dat te veel aandacht voor zwakkere groepen in het onderwijs het niveau van het onderwijs naar beneden haalt.
Het maximumfactuur verhindert namelijk dure schoolreizen. Laten we nu realistisch zijn wat is het belangrijkste? Dat we zoveel mogelijk kinderen een goede opleiding geven of dat één maal per jaar de rijkere kinderen op een dure schoolreis kunnen gaan? Om ook even populistisch te klinken: Een maatschappij is maar zo sterk als zijn zwakste schakel ;). Ik kan er niet aandoen maar ik hoor ook hier weer vooroorlogse praat. Wie niet meekan laten we maar achter.
De ocmw's vangen AMA's (Alleenstaande minderjarige asielzoekers) op in hun LOI's (Lokaal opvang initiatief). Deze kinderen komen op 14 - 16 jarige leeftijd ons land binnen, zonder ouders of familie. Vele onder hen zijn werkelijk wezen, die in het thuisland ook geen opvangnet meer hebben. Hier krijgen ze ondersteuning en een opleiding. Ze worden volledig voorbereid om in de Belgische maatschappij opgenomen te worden en daar hun steentje bij te dragen.
Klinkt toch allemaal heel mooi niet?
Hier is het addertje. België heeft geen goed werkend migratiebeleid meer, ruzie maken is het enige wat er nog gebeurd. Toch spreken ze van een doorbraak, ze gingen zich focussen op gezinnen met kinderen. Mits zij aan de nodige vereisten voldoen, kunnen zij geregulariseerd worden. Op zich een goede maatregel, maar er wordt met geen woord gerept over de AMA's. Eens deze mensen de leeftijd van 18 bereikt hebben, krijgen vele een uitwijzingsformulier in de bus. Terug naar thuisland. Wie ziet hier nog de logica van in. Eerst krijgen ze vier jaar of meer een opleiding, leren ze de nederlandse taal, leren een budget te beheren, creëren hier een thuis en vlak voor ze afstuderen mogen ze beschikken. Het ergste is nog dat hun regularisatiebewijs niet goedgekeurd wordt omdat er bij de meeste geen paspoort bij zit. De gezinnen met kinderen die geregulariseerd worden, hebben meestal ook geen paspoort op zak. Dat is nu juist één van de betekenissen van een "sans papier" (geen papieren van het thuisland noch van het migratieland).
Er zou een oproep gedaan moeten worden naar de federale overheid om van het migratiebeleid een realistisch beleid te maken, met veel minder tegenstrijdigheden. Een beleid dat zeer jonge asielzoekers niet van het kastje naar de muur stuurt. Een beleid dat niet eerst alles geeft om het dan even snel weer af te nemen. Ze zouden toch moeten inzien dat ze op die manier ook hun eigen middelen verkwisten.
1. Iedereen heeft recht op toegang tot een professionele rijopleiding in voorbereiding van een realistisch rijexamen. Nu het gratis rijbewijs op school overal is ingevoerd, willen we aan elke kandidaat-bestuurder en begeleider ook een professionele praktische rij-opleiding aanbieden. Aan een eerlijke prijs, dat wil zeggen: goedkoop voor wie het kan betalen, gratis voor wie die middelen niet heeft.
2. Verkeersopvoeding start vanaf de eerste stappen. Wij willen in elke fase van het onderwijs verkeersopvoeding geven aangepast aan de leefomgeving en behoeften van elke leeftijd. Er moet voldoende aandacht worden besteed aan het belang van duurzame mobiliteit. Tijdens de rijopleiding moeten autobestuurders bewust worden gemaakt van de gevolgen van gevaarlijk rijgedrag. De verkeersregels moeten ook eenvoudiger worden en meer dynamisch aangestuurd door de wegbeheerder.
1. Het is nodig dat bedrijven en organisaties in hun vacatures en vereiste profielen realistische competenties centraal stellen.
2. Het is nodig dat het statuut van de uitzendkracht beter wordt. De stelregel is de
gelijkberechtiging van alle werknemers of ze nu werken als uitzendkracht of vast in dienst zijn. We zorgen er voor dat uitzendkrachten gelijke kansen hebben op degelijke opvang en begeleiding bij herstructurering, competentie-ontwikkeling en loopbaanbegeleiding. Bovendien willen we vermijden dat werknemers langdurig vastzitten in een uitzendcontract.
3. Wie denkt dat de loonkloof tussen mannen en vrouwen tot de vorige eeuw behoort, vergist zich. De loonkloof is in het laatste decennium nauwelijks afgenomen. In feite is de loonkloof het zichtbaar oneerlijke resultaat van de loopbaankloof: vrouwen en mannen bouwen gemiddeld heel verschillende loopbanen uit en vrouwen betalen daarvoor als groep een hoge prijs. De oververtegenwoordiging van vrouwen is het sterkst in slecht betaalde beroepen/sectoren en in lagere functies. Bovendien rust de druk die het combineren van een loopbaan met een gezinsleven met zich brengt, nog steeds voornamelijk op vrouwelijke schouders. Geen wonder dus dat zij vaak een stapje terug zetten op hun werk. Het glazen plafond is een harde realiteit: vrouwen werken minder vaak aan de top dan mannen. En dan gaat het niet alleen over directiecomités of raden van bestuur van grote bedrijven. Er zijn ook minder vrouwelijke ploegbazen dan mannelijke, minder vrouwelijke hoofdmagazijniers, minder vrouwelijke afdelingshoofden, minder hoofdverpleegsters dan hoofdverplegers, enzovoort.
Om dit te realiseren gaan we onder meer acties ondernemen om genderstereotiepen bij studie- en beroepskeuzes zoveel mogelijk tegen te gaan. Leerlingen, ouders, leerkrachten, CLBs, werknemers, werkgevers, HR-managers gaan we bewust maken van deze stereotiepen zodat meisjes én jongens, vrouwen én mannen zoveel mogelijk goed geïnformeerde keuzes kunnen maken en daarin ondersteund worden.
1. Er is een tekort aan jeugdige monitoren voor vakantieopvang. Vakantieopvang is een goed alternatief tijdens vakantieperiodes. Er worden evenwel weinig monitoren gevonden omdat de vergoeding eerder laag is en verschilt van organiserende instantie. Meer monitoren betekent meer vakantieopvang. Via een eenvormige en aantrekkelijke vrijwilligerstoelage willen we het aanbod van jeugdmonitoren voor vakantieopvang verhogen.
2. We willen bijzondere aandacht besteden aan het jeugdwerk dat zich richt naar maatschappelijk kwetsbare en achtergestelde groepen, door ook hier voortdurend participatie drempels te zoeken en te verwijderen. Deze vormen van jeugdwerk vragen meer en bijzondere ondersteuning.
3. Spelen is een recht. Jeugdverenigingen hebben het steeds moeilijker om toelating te krijgen om zich uit te leven in de natuur, terwijl dat met goede afspraken perfect mogelijk moet zijn. Het gaat niet op om net van de minst aantrekkelijke bossen speelbossen te maken. We nemen onze jongeren niet ernstig wanneer we hen een bos geven met dennen op een rij. Er moeten meer avontuurlijke en gevarieerde, speelbossen komen.
1. De cultuursectoren zijn niet alleen een zaak van professionals die kwaliteit kunnen garanderen. Ook de talloze vrije initiatieven van en met vrijwilligers moeten we naar waarde schatten. Vrijwilligers zorgen voor een belangrijk draagvlak in het verenigingsleven, erfgoed, het jeugdwerk, de sportsector, maar ook binnen welzijn, gezondheid, natuurbescherming en ontwikkelingssamenwerking. En het vrijwilligerswerk neemt niet af, integendeel. Maar dit is niet vanzelfsprekend. We moeten dit waarde(n)volle engagement niet enkel koesteren, maar er blijven voor zorgen dat het alle kansen krijgt. sp.a was de initiatiefnemer van zowel de federale vrijwilligerswet, als voor het opzetten van een gratis collectieve verzekering voor vrijwilligers. Op Vlaams niveau moeten we dit elan voortzetten, door een coherent en gecoördineerd vrijwilligers(werk)beleid op Vlaams niveau te ontwikkelen en door het vrijwilligerswerk betere ondersteuning te bieden, en de vrijwilligers te beschermen. sp.a pleit voor een structurele verankering van het systeem van de collectieve verzekering, en ijvert voor een nog verdergaande bescherming van vrijwilligers, bijvoorbeeld op het vlak van lichamelijkeongevallen.
2. Vrijwilligers dragen niet alleen bij tot een solidaire samenleving, maar doen zelf ook veel ervaringen op. We moeten de competenties die zij verwerven meer naar waarde schatten, onder meer door deze volop in te schakelen in Elders Verworven Competentiesprocedures.Het rapport samen vereenvoudigen, dat samen met het vrijwilligerswerk werd opgemaakt,bundelt de vele administratieve regels waar vrijwilligers dikwijls het slachtoffer van zijn. Dit iseen verantwoordelijkheid van alle overheden.
3.We zetten ons in om deze knelpunten verder weg te werken. We hebben hierbij ook
aandacht voor de fiscale en sociaal-rechtelijke implicaties van vrijwilligerswerk. Nieuwe regelgeving die expliciet van invloed kan zijn op het vrijwilligerswerk, moet vooraf besproken worden met het veld. Het steunpunt vrijwilligerswerk moet voldoende worden toegerust om hier met grote deskundigheid en pro-actief op te kunnen inspelen.
4. We moeten onze trots over de vrijwilligers en het vrijwilligerswerk meer in de verf zetten. De Week van de Vrijwilliger vraagt een jaarlijkse ondersteuning van de Vlaamse overheid: het biedt de kans om vrijwilligers en hun organisaties te waarderen en te erkennen. In het kader van de Europese verkiezingen ondersteunt sp.a de oproep van het Vlaams Steunpunt Vrijwilligerswerk vzw en het CEV (Europees Netwerk voor Vrijwilligerswerk) om 2011 uit te roepen tot Europees Jaar voor het Vrijwilligerswerk.
Regelmatig gaan er stemmen op om het Vlaams klimaatbeleid minder ambitieus
te maken, om te kiezen voor de gemakkelijkheids oplossing zoals het aankopen van
broeikasgasreducties in het buitenland. Dit zou weinig eerlijk en kortzichtig zijn. Weinig eerlijk omdat we zo als rijke regio weigeren ons deel van de inspanningen te doen. Bovendien belasten we zo de generaties die na ons komen. Kortzichtig omdat we zo belangrijke kansen missen om onze industrie te innoveren en jobs te creëren. Want door te investeren in schone technologie, energiebesparing en groene stroom bereiden we immers onze economie voor op de toekomst. Investeren in technologische vernieuwing die het milieu ten goede komt zoals zuinige wagens,- hernieuwbare energiebronnen, slimme energienetwerken, zuinige productieprocessen in onze industrie, is investeren in de toekomst met demonteerbare en herbruikbare producten. Ons land zal uiteraard niet op zijn eentje de opwarming van de aarde oplossen. Daarvoor is wereldwijde samenwerking nodig. Maar we kunnen onze nieuwe technologieën wel delen met andere landen. De ervaring die Belgische bedrijven opdoen bij de installatie van windturbines op de Thorntonbank kan worden ingezet voor de productie van off shore windenergie wereldwijd. De halfgeleidertechnologie van Imec en Umicore en de Lithium-ion batterijen van die laatste openen mogelijkheden voor onze bedrijven op de boomende markten van fotovoltaïsche zonnecellen en batterijen in elektrische en hybride wagens. En de waterstofgasbus en hybride bussen die bussenbouwer Van Hool ontwikkelt veroveren straks misschien heel Europa. Hansen Transmissions in Lommel is wereldleider in de productie van tandwielkasten voor windturbines. Op vlak van stortgasgebruik en mestverwerking met elektriciteitsopwekking loopt Vlaanderen wereldwijd voorop. Zulke ontwikkelingen vragen een doorgedreven innovatiebeleid, een subsidiebeleid in de beginfase en de creatie van een thuismarkt die de afzet van de nieuw ontwikkelde producten in de aanloopfase stimuleert. Zo'n beleid vergroot de kans dat onze bedrijven straks in de rest van de wereld een vooraanstaande rol zullen spelen. Door ons land uit te bouwen tot pionier van de ontwikkeling van nieuwe technologieën die wereldwijd worden toegepast en letterlijk een wereld van verschil maken, leveren ook wij een betekenisvolle bijdrage in de wereldwijde strijd tegen de klimaatverandering. Bovendien maken we ons zo minder afhankelijk van de onvoorspelbare energieprijzen.
1. Tegen 2020 het elektriciteitsverbruik van de Vlaamse gezinnen volledig kan opgewekt worden uit hernieuwbare bronnen. Hoog tijd om een tandje bij te steken.
2. We willen ons wagenpark en onze verkeersinfrastructuur radicaal duurzamer maken zodat we binnen vijf jaar het fijn stof van autoverkeer halveren en de CO2 emissies dalen: elke nieuwe dieselwagen heeft een roetfilter nodig en op oude dieselwagens willen we zoveel mogelijk een retro-fit filter installeren. Daarvoor komt er een bonus-malus op de BIV en de verkeersbelasting en worden die ook gevarieerd volgens CO2 uitstoot. Daarnaast willen we een correctie voorzien voor de voertuigen die omgebouwd worden naar LPG. De overheid kan zelf het voorbeeld geven door enkele nog wagens met een hoge eco-score, die dus zeer milieuvriendelijk zijn, aan te kopen.
3. De Noordzee heeft een erg grote potentiële elektriciteitsproductie. Onder impuls van sp.a zijn de eerste projecten nu stilaan operationeel. Maar we moeten verder gaan. Het is de bedoeling om van de Noordzee één gigantische elektriciteitscentrale te maken die hernieuwbare elektriciteit produceert en waarbij de Scandinavische waterkrachtcentrales dienst doen als back-up (voor windstille periodes) en opslag (bij overaanbod van windstroom). Daarvoor dienen we werk te maken van de aanleg van een hoogspanningsnet op de bodem van de zee. Die vormt de ruggengraat die de offshore windmolenparken met de Scandinavische waterkrachtcentrales verbindt. Op zee komt er zo een stopcontact voor windenergie waarop alle parken voor onze kust kunnen aansluiten in plaats van dat elk individueel zich moet aansluiten met het net op land. De Vlaamse overheid moet zich engageren om de kabel die deze energie aan land brengt te financieren
4. Producten behandelen we na hun gebruik vaak als afval. Een oordeelkundig ontwerp kan er echter voor zorgen dat een tweede leven als grondstof of nieuw product als het ware al voorzien is. Dit principe heet cradle to cradle, letterlijk van wieg tot wieg. Dit vergt een heel nieuw productieproces, producten die geen schadelijke stoffen bevatten want die bemoeilijken een nuttig gebruik nadien en producenten die verantwoordelijk worden gesteld voor producten die zij op de markt brengen, ook na het gebruik ervan.
1. Kinderen in kansarme gezinnen hebben meer ondersteuning nodig, zodat ze in hun eerste levensjaren geen onoverbrugbare achterstand oplopen. Zo willen we vermijden dat ze uiteindelijk opnieuw in de (kans)armoede terechtkomen. Hiertoe kunnen we nieuwe instrumenten ontwikkelen. Hulpverlening aan kansarme jongeren en kinderen mag niet stoppen waar het gezin begint. Een belangrijke investering, die in de eerste plaats gericht is op gezinsondersteuning, achter de voordeur is noodzakelijk.
2. Het steunpunt Vakantieparticipatie bereikt via OCMWs en verenigingen voor kansarmen ongeveer 60.000 mensen die via Toerisme voor Allen op een goedkope manier kwaliteitsvol op vakantie kunnen gaan. De vraag naar goedkope vakanties is duidelijk groter dan het aanbod. Hier dienen we meerin te investeren. Kleinschalige organisaties die groepsvakanties voor maatschappelijkachtergestelde gezinnen aanbieden krijgen structurele ondersteuning.
3. Het plaatsen van zonnepanelen, zonneboilers, warmtekrachtkoppeling enz. moet tijdens de volgende legislatuur de standaard worden in de sociale huisvestingssector. Op deze manier pakken we bij een deel van de bevolking ook het probleem van de energiearmoede aan. Inzake energiezuinigheid in het algemeen moeten de sociale huisvestingsmaatschappijen in staat gesteld worden het voortouw te nemen. Hiervoor zal de overheid een apart budget voorzien, los van de gebruikelijke financiering van sociale huisvestingsmaatschappijen. Boven de renteloze leningen zoals voorzien in het financieringsbesluit, zal een subsidie verleend worden aan de huisvestingsmaatschappijen, in verhouding met het ecologisch beter presteren van een sociale woning, met een EPB (energieprestatie en binnenklimaat) van 70 als nulpunt, dit vormt een unieke investering van het gewest om energie te besparen zonder de investering via huurverhoging te verhalen op de huurder.
4. Huisjesmelkerij, leegstand en verkrotting bestrijden. Het sociaal beheersrecht is een vorm van eigendomsreglementering waarbij aan bepaalde instanties (sociale huisvestingsmaatschappijen, OCMWs en sociale verhuurkantoren) de mogelijkheid wordt geboden gedurende een bepaalde periode de woning van een derde in zijn plaats te beheren, met inbegrip van het uitvoeren van werken en de derde slechts een beperkt recht op vergoeding heeft. Het sociaal beheer dient tot het bestrijden van leegstand en tot de verbetering van het woonaanbod. We stellen vast dat deze reglementering in de praktijk niet werkt.Wij zullen alles in het werk stellen om dergelijke huizen verbeurd te verklaren, zodat ze gesloopt of gerenoveerd kunnen worden en er ruimte komt voor een sociaal woonaanbod en ruimte voor nieuwe woningen.OCMWs, sociale huisvestingsmaatschappijen en sociale verhuurkantoren en de gemeenten moeten meer vertrouwd gemaakt worden met het gebruik van sociaal beheersrecht.
sp.a voerde in de Vlaamse Regering het systeem van energiesnoeiers in. Langdurig werklozen krijgen zo allerlei technieken aangeleerd en worden vervolgens ingezet om eenvoudige energiebesparende maatregelen (zoals dakisolatie, het plaatsen radiatorfolie, het vervangen van lamparmaturen, ) te nemen bij mensen die daar het meeste behoefte aan hebben (in sociale woningblokken, bij bejaarden, )
Het verkiezingsprogramma bestaat uit 167 p voor de gemotiveerde lezer zeker eens de moeite om door te worstelen maar voor de enkeling die zich daar niet toe geroepen voelt, wil ik zelf even vertellen welke punten nauw aan mijn hart liggen en waar ik me volledig achterschaar.
Jongeren en Onderwijs:
1. Vrije schoolkeuze van elke leerling. Het weigeren door scholen van inschrijvingen van bepaalde leerlingen moet streng gesanctioneerd worden.
2. We zorgen ervoor dat de overheid schooltoelagen automatisch toekent. Al te vaak blijkt dat mensen die er het meest afhankelijk van zijn, ze niet aanvragen
3. We willen dat er meer jongeren succesvol studeren en hun talenten ontwikkelen. Daarom moeten we langer, met voorkeur tot 14 jaar, een algemene brede basisvorming realiseren. Nadien zal elke jongere verder kiezen.
4. Jongeren moeten de kans krijgen om hun talenten tijdens hun schoolloopbaan te
ontdekken en al naargelang hun interesse, voorkeur en talent een goede en geïnformeerde keuze te maken voor de studie of het beroep dat ze later willen aanvatten. Stages in een bedrijf of organisatie kunnen daarbij helpen. Het is belangrijk dat er een blijvende samenwerking tussen de scholen en de bedrijfswereld is, via leren op de werkvloer (stages in een bedrijf of organisatie) en inleefprojecten (in rusthuizen, kinderdagverblijven)
5. We ijveren voor (verdere) ondersteuning van nieuwe initiatieven zoals het buddyproject, waarbij jongeren uit het secundair onderwijs die nood hebben aan extra ondersteuning die ondersteuning krijgen via creatieve methoden en nieuwe projecten die uitgaan van de specifieke noden van leerlingen. Op die manier krijgen ook zij alle doorstromingskansen. Bovendien kunnen studenten lerarenopleiding via zon buddyproject tijdens hun opleiding al studiebegeleiding geven, wat ook voor hen de nodige ervaring betekent
6. Met het decreet hoger beroepsonderwijs hebben we een ontbrekende en belangrijke sport op onze onderwijsladder gecreëerd. Een opleiding die gesitueerd is tussen het secundair onderwijs en de professionele bachelor.
Het hoger beroepsonderwijs dient jongeren uit het kwalificerend secundair onderwijs een echte mogelijkheid te geven om verder te studeren. Op die manier zorgen we ervoor dat elk talent zich kan ontwikkelen. Jongeren hebben best de mogelijkheid om te kiezen voor beloftevolle opleidingen. We willen in overleg met onze sociale partners nieuwe richtingen organiseren die beter inspelen op de arbeidsmarkt
7. Voor talentvolle studenten, afkomstig uit minder begunstigde milieus, wordt het
inschrijvingsgeld voor dure manamas en banabas gedeeltelijk terugbetaald.
8. We willen verder werken aan een échte Europese hogeronderwijsruimte, waarin objectief aantoonbare kwaliteit van instellingen en opleidingen voorop staat, en waarin meer studenten, onderzoekers, docenten en afgestudeerden zonder obstakels mobiel kunnen zijn in Europa. Dat betekent het wegwerken van financiële drempels, maar bijvoorbeeld ook het vereenvoudigen van procedures voor de erkenning van diploma's, verblijf in het buitenland, enzovoort.
9.De studentenhuisvesting neemt een alsmaar grotere hap uit het studiebudget. Studenten hebben recht op een betaalbare, veilige en gezonde studentenkamer. De nood aan een goede kamer mag de student niet hinderen in zijn studiekeuze.
Wij willen kwaliteitslabels invoeren voor de studentenkoten, op basis van de aanwezige voorzieningen en energieprestaties. Elk kot krijgt een certificaat, en wordt om de vijf jaar opnieuw gecontroleerd. Voor elke kwaliteitscategorie worden er richtprijzen gepubliceerd. De huurprijs, alle bijkomende kosten en het kwaliteitslabel moeten worden vermeld op de affiches. De gemeenten moeten hier streng op toezien.
De student moet het recht krijgen om de huur van zijn kot te verlengen, en dit gedurende vijf jaar. De huurprijs mag aan het begin van elk academiejaar slechts verhoogd wordenmet de stijging van de index. Studenten mogen hun kot opzeggen als ze stoppen metstuderen in de regio. De opzegtijd loopt maximaal tot het einde van de volgende maand.
De huurwaarborgen moeten worden beperkt tot één maand. Deze waarborg moet worden gestort op een geblokkeerde rekening, en de intresten gaan naar de student. Op die manier is de student er zeker van dat er geen waarborg onterecht wordt achtergehouden.
Vier jaar lang was ik student Politieke wetenschappen in Antwerpen en in die tijd heb ik me weleens afgevraagd waarom er zo weinig over de essentie gesproken werd. Via de Ulb "mijn nieuwe tijdelijke studieplaats" krijg ik de kans om naar één van de meest gerenommeerde belgische politologen te luisteren: Rik Coolsaet. Eén van zijn lezingen beschreef "in mijn ogen" zo goed de huidige maatschappelijke situatie dat ik een korte samenvatting jullie niet kon onthouden.
Ongelijkheid, motor van alle politieke actie
Rik Coolsaet
Leidraad: er is een sterke correlatie tussen binnen en buitenland.
De titel kunnen we vergelijken met een oude 19de eeuwse slagzin: klassenstrijd, motor van de geschiedenis (Karel Marx).
Waarom zouden wij ons zorgen maken over ongelijkheid? Dat heeft toch altijd bestaan?
Citaat: Er bestaan maar twee soorten mensen in de wereld,hebbers en nikshebbers (Sancho Panza aan Don Quichot, 1615)
Hoe wordt dit politiek relevant?
Citaat: In een gemeenschap mag geen schrijnende armoede of overmatige rijkdom voorkomen. De wetgever moet paal en perk stellen aan zowel rijkdom als armoede. Anders dreigt het ergste kwaad dat er is in de gemeenschap: burgeroorlog.
Bea Canton beweert dat we in ons land in de gevarenzone zitten. Op een bepaald moment kan een samenleving de ongelijkheid niet meer aan en dan ontstaat er polarisering.
Binnenlandse ongelijkheid:
Tussen midden jaren 80 en midden 2008 stijgt het Gini coëfficiënt binnen de OESO lidstaten, enkel Turkije ontsnapt een beetje aan dit fenomeen. De ongelijkheid in de niet industriële landen stijgt nog sterker. Dus de wereld wordt gekenmerkt door een groeiende ongelijkheid wetenschappelijke consensus.
Verklaringen:
Mondialisering: 1,5 Miljard nieuwe arbeidskrachten die ingeschakeld worden in de wereldeconomie, dit heeft er toe geleid dat het armoedecijfer naar beneden is gehaald (absolute armoede) maar tegelijkertijd heeft het wel de kloof tussen rijk en arm vergroot.
Technologische mutatie: Hoog -versus laagopgeleiden. Door het bevoordelen van de hoogopgeleiden verhoogt de druk op de samenleving.
Beleid: A) Minder progressief belastingsstelsel. Daling van directe belastingen (rijken betalen meer), door de stijging van de indirecte belastingen wordt de druk op de armste verhoogd. B) Verlaging bedrijfsbelastingen: als ondernemingen minder betalen heeft de staat minder inkomsten.
Fatsoennorm (Paul Krugman): Peter Druckers schreef de 20:1 regel uit. De meest verdienende mogen nooit meer dan 20 keer meer verdienen dan de minst verdienende in een bedrijf. De kloof tussen de rijkste en de armste mag niet te groot zijn. De man stelde vast datmidden jaren 90in V.S.400:1 geworden was. Deze verandering werd duidelijk in de jaren 80. Op dat moment werden de grote bedrijfsleiders en de bankiers terug de grote helden zoals in de jaren 20. De mentale rem van de 20:1 regel werd hierdoor compleet weggenomen. Ten dele was hij al terug weg door de technologische mutatie, het beleid en de mondialisering.
Waar ligt nu het probleem?
Tijdperk arme meerderheid, rijke minderheid is achterhaald. De tijd van Marx is voorbij want de democratie heeft aan iedereen een stem gegeven.
Citaat: Kan onze samenleving twintig procent uitgestotenen, een middenklasse van zeventig procent en tien procent geprivilegieerden accepteren? (Delors)
Citaat: The unhappy few, the happy many and the super happy
Ook mentaal is er een driedeling. Dit zijn groepen geen klasse want daarvoor moet je het gevoel hebben dat je tot een klasse behoort. Dat bestaat in deze tijd niet meer, want er is geen solidariteit meer tussen de hoogste en laagste middenklasse.
Toch zijn er verschillende kenmerken in de drie groepen. Ze hebben andere verwachtingen van de staat. Hier wordt ongelijkheid pas een politiek probleem.
2005 als keerpunt: Ongelijke verdeling van de vruchten van de welvaart en mondialisering
V.N, W.B, IMF.
Als al deze organisaties, met verschillende ideologische achtergronden, te gelijkertijd dezelfde boodschap naar voor brengen,is er een probleem.
De ecofin schreef in 2008 dat de superbonussen een maatschappelijke plaag worden.
Er ontstaat maatschappelijke onrust in heel de wereld: Vb. Vorig jaar voedselrellen in Azië. Dit waren niet de armste die protesteerden, maar de armen die een sociale opwaartse beweging zien en dan plots gestopt worden in hun groei. Dit voorbeeld doet zich voor over gans de wereld.
Er zijn weinig regeringen die dit zo goed begrepen hebben als de huidige regering in de V.S. De democraten zijn op de middenklasse angst gesprongen. Wie van de 20 jarige kan nog een huis in Brussel betalen? Wie van de ouderen is nog zeker dat hun pensioen uitbetaald zal worden?
In België is 14,7% structureel arm = 1,5 miljoen Belgen. Structureel arm: generatie op generatie.
Wat verwachten de groepen nu van de overheid?
Superrijken: dat de overheid met rust laat. Ze hebben de rest van de samenleving niet nodig en willen op eigen krachten verder gaan. Het enige wat ze willen is zo weinig mogelijk belastingen betalen.
Middenklasse: Wil georganiseerde solidariteit. De middengroep protesteert tegen de ongerustheid die nieuw is. Voor de W.OII waren de mensen zeker van pensioen en sociale zekerheid. Vandaag is dit niet meer het geval.
Vierde wereld: Staat en vierde wereld zijn vreemden voor elkaar. Hier houdt niemand zich mee bezig. Begin jaren 80 stond België aan de kop van de welvaartsvaste inkomens, tegenwoordig zijn we op die lijst zeer snel aan het dalen. Kijk maar naar de welvaartsgraad van de bejaarden in België. Dieis beschamend als ze vergeleken wordt met de rest van de E.U. Hetzelfde geldt voor dewerkloosheidsgraad bij jonge allochtonen. Het is voor deze groep praktisch onmogelijk om een baan vast te krijgen.
De drie groepen hebben dus een zeer verschillend verwachtingspatroon t.a.v. staat en maatschappij.
Wie maakt de maatschappij?
De middenklasse maakt de keuze (electoraal). Ze hebben de keuze tussen een nieuw sociaal contract of polarisering.
Spijtig genoeg is de middenklasse gevoelig voor individuele oplossingen maar ook voor georganiseerde solidariteit.
Vorig jaar werd er door de christelijke mutualiteiten een enquête gehouden met de vraag of rijke regios moeten bijdragen voor arme regios. 70% van de Vlamingen waren hiermee akkoord. De middenklasse heeft dus een tweespalt in het hart.
Om een nieuw sociaal contract te creëren moet de staat:
Elke dag worden we geconfronteerd met de financiële crisis. Op televisie wordt er veel gepraat maar weinig uitgelegd, zodat we uiteindelijk nog maar met een half oor luisteren. Dit filmpje legt op een zeer aangename en doelgerichte manier uit wat er nu juist misgelopen is met de huizenmarkt in de V.S.
Ik ben Van Tendeloo Kelly
Ik ben een vrouw en woon in Heist op den berg (België) en mijn beroep is Student.
Ik ben geboren op 20/02/1986 en ben nu dus 39 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: Theater, jeugdanimatie, politiek.
Verkiezingsagenda/politieke agenda
Wat wordt er zoal allemaal georganiseerd tijdens een campagne? Hier kom je het te weten en geloof het of niet sommige activiteiten zijn gewoon leuk voor iedereen.