Voor de liefhebbers: Baroque
around the clock (speelt in RealPlayer). 't Hoeft niet altijd Q te zijn, dacht ik zo.
My five cents
Unbelievable makes the world go 'round
04-07-2008
Apologie van het onderwijs
Over coaches, operante conditionering en peer evaluation.
Apologie van de oude tijden (en van het
Nederlands).
De nieuwe lente die
sedert een poosje door onderwijsland waait, brengt geen gefluit, zoals Gorter
het hoorde, maar gezoem.Gezoem van
modems, pc-ventilatoren, printers, scanners en meer van dat, waarmee het
onderwijsproces een nieuwe weg inslaat: die van het bzl, olc en andere
acroniemen en afkortingen die het Nederlands sinds kort bevolken en bevuilen zoals
vlooien een hond: betreurenswaardig maar onuitroeibaar.
De informatisering
beoogt klaarblijkelijk 2 dingen: niet achterblijven op wat er buiten de
schoolmuren aan technologische vernieuwing opduikt, en het leerproces
stroomlijnen zodat het (binnenkort grotendeels, ongetwijfeld) via deze nieuwe
media kan verlopen.
De eerste
doelstelling is nobel de uitdagingen die een jongere te wachten staan op zijn
18e verjaardag zijn inderdaad zo al groot genoeg om hem niet met een bijkomende
handicap op te zadelen door de humanioraopleiding hopeloos te laten
verouderen.Toch kan de vraag gesteld
worden, of achterop hinken niet de eeuwige vloek van onze scholen zal zijn, en
of het individuele gezin of de individuele leerling niet sneller en efficiënter
kennismaken met nieuwigheden dan het logge en ondergefinancierde
overheidsapparaat, dat vernieuwingen slechts kan introduceren nadat er
leerplannen, doelstellingen, eindtermen, handboeken, bijscholingen en
implementatiestrategieën voor bedacht werden.
Het tweede oogmerk
van de onderwijsautomatisering is daarentegen behoorlijk discutabel.Zelf is beter kan dan wel aardig klinken,
het gaat gemakshalve ook voorbij aan wat de essentie van het onderwijsproces is:
het contact tussen leergierigheid enerzijds en ervaring of kennis anderzijds.We leren, alle dvds ten spijt, nog steeds
zoals de aap leert klimmen: imiteren, vaak tot vervelens toe.
Dat proces verloopt
in een mensenleven eigenlijk maar één keer echt succesvol: bij het verwerven
van onze moedertaal.Zelfs wie tijdelijk
of definitief zijn geestelijke vermogens kwijt is, blijft zijn moedertaal juist
hanteren al is het dan om onzin uit te kramen.Alle andere vaardigheden die het leven van
ons eist, kunnen we wel in min of meerdere mate onder de knie krijgen, maar
zelden of nooit met dezelfde mate van perfectie.Of kent u de wetten van Newton nog uit het
hoofd?Of de 5e verbuiging? Of de Slag
bij Woeringen?
Buiten die
moedertaal, hangt het succes van een leerproces dus in grote mate af van de
herhaling en de noodzaak ervan: we moeten iets regelmatig voorgeschoteld
krijgen, en ook de indruk hebben dat het aangeboden verhaal belangrijk genoeg
is om te onthouden of te bestuderen.Hier komt de leraar ten tonele.Hij presenteert de leerstof, zelfs op een leuke manier als het goed is,
maar onderhoudt tegelijkertijd een band met de leerling die tot aandacht,
inzet en misschien zelfs interesse leidt de sluitstenen van alles wat we na
ons 3e levensjaar nog onder de knie moeten krijgen.
Dat zulks niet
altijd goedschiks gaat, kan niemand ontkennen.En dat is de tweede fout van het Bijzonder Zinloos Leerproces: niet
alleen wordt de leerkracht gedegradeerd tot souffleur, men denkt ook dat
leerlingen dit leuker vinden.We zeiden het eerder al: leerlingen kennen
nieuwe technologieën en snufjes vaak lichtjaren eerder dan een
onderwijsinstelling ze ontdekken in de nieuwe leermiddelen dus hoogstens
verouderde versies van hun eigen materiaal, met dat verschil dat ze op de
aftandse schoolcomputer niet hun favoriete games mogen spelen.
Het enige wat de school
voorheeft op elektronische middens, is dat ze leraars kan aanbieden: ietwat
vreemde figuren, vaak met een aparte zin voor humor en ethiek, waar velen van
ons met weemoed, respect, slappe lach of verwondering aan terugdenken.Perfect?Wellicht niet, maar we vóelen tenminste wat.Mist u uw vorige pc al?Uw laatste inktpatroon?En net dát schaffen we af.
Of toch niet?De leraar wordt immers een coach.Gedaan met een tik van de regel, knielen op het treetje, of kom eens op
mijn kamer.We worden cool, streetwise
we gaan coachen.
Nu is het al een
blamage op zich dat een overheidsdienst die taalvaardigheid zo hoog in het
vaandel draagt, er niet in slaagt hier een behoorlijk Nederlands alternatief
voor te bedenken.Bovendien is de
vergelijking ook inhoudelijk verkeerd.Niemand is verplicht, zich bij
een sportclub aan te sluiten.Je kiest
ervoor na kennismaking en overweging.Je
gaat dus eigenlijk uit vrije wil trainen, werkt de oefeningen af die de coach je
oplegt, en moet dat binnen de vooropgestelde tijd en op de voorgeschreven
manier doen.Wie de instructies van de
coach niet kan bolwerken, zit volgende week geheid op de bank of degradeert.
Hoe anders vergaat
het de gemiddelde schoolplichtige.Twaalf lange jaren moet hij zich vele weken na elkaar bij het
ochtendgloren naar school slepen, om daar gemiddeld 6 uur per dag een aantal
individuen te aanhoren die hem dingen vertellen waarin je op je 16 per
definitie niet geïnteresseerd kán zijn.Hij maakt node huiswerk, probeert onder iedere toets uit te komen,
krijgt faalangst van examens, maar hoeft steeds minder vaak over te zitten of
herexamens af te leggen.En die
degradatie (lees: heroriëntering naar een meer praktisch gerichte studie)
sneuvelt eerstdaags ook nog wel.Waar
zit dan die analogie met de vitale jonge god op het voetbalveld van zonet?Coach, ammehoela.
Voorwaar geen leuk
beeld: van individuele, licht-excentrieke inhoudsverkoper naar digitale butler:
klikt u hier, of surft u liever daar?De
pc vertelt u zodadelijk of u het hebt begrepen.Veel plezier.
Want daar gaat het
natuurlijk om: leert een leerling bij?Begrijpt of kent hij dingen waarvan hij bij het opstaan die dag het
bestaan nog niet vermoedde? En vooral, is dat leerproces een beetje beklijvend
verlopen, of moeten we morgen herbeginnen?En daar stormen de olcers vooruit: je leert meer van zien dan van
luisteren!Een exposé van 3 kwartier
over vulkanen smelt weg als sneeuw voor de zon beelden van een dampende
krater hou je langer bij.
Dat klopt,
uiteraard. Zeker in onze beeldcultuur
hebben bewegende poppetjes meer kans op aandacht dan een foto of, godbetert,
een tekst.Dat is niet de schuld van de
olcers of bzlers, al kan je je afvragen of het een trend is die het onderwijs
zo nodig moet bevestigen.Het betekent
inderdaad ook dat je er tegenwoordig als leraar niet meer mee weg komt dat je
een onderwerp enkel in definities laat bestaan leerlingen moeten op meerdere
zintuigen worden aangesproken, wil het moderne leren vruchten afwerpen.
En toch mist er wat
aan deze redenering.Een beeld vult aan,
verduidelijkt, verrijkt, illustreert de kennis, maar vervangt ze niet.Zoals
Wittgenstein het al zei: De grenzen van mijn taal zijn de grenzen van mijn
wereld.En hij bedoelde niet de
beeldtaal: wat niet onder woorden te brengen valt, bestáát mentaal ook
niet.Wie geen heldere omschrijving van
het begrip vulkaan kan geven, wordt veroordeeld om dit ten eeuwigen dage te
tekenen of uit te beelden, teneinde zich verstaanbaar te maken.De visuele prikkel is een stimulus, desnoods
een beloning, maar nooit een doel op zich.Het vermogen om abstract te omschrijven, te definiëren, te discussiëren,
te luisteren en te parafraseren, is wat ons onderscheidt van een aantal verwante
doch vaak onsmakelijke diersoorten. Moeten we dat dan te grabbel gooien op het
altaar van het bewegende plaatje?
Bovendien is de
redenering ook omkeerbaar: waar het gesproken of geschreven woord zn voordeel
kan doen met een visuele aanvulling, heeft ook het beeld vaak duiding nodig om
juist te worden geïnterpreteerd.En dat
doe je niet (uitsluitend) met een legende bij het kaartje of met een
Java-zinnetje dat dartel over het scherm huppelt, de cursor achterna.Zoiets doe je met menselijk inzicht, direct
contact, een vertrouwensrelatie en, vooral, véél ervaring.Met leraars, dus, die eigenhandig de leerstof
brengen, interpreteren, verklaren, duiden én illustreren.Niet met 0en en 1en die de wereld proberen
te bevatten.Het idee alleen al.
Naast deze
inhoudelijke pijnpunten, gelden voor het systeem uiteraard ook een aantal
praktische bezwaren die de droom in de weg staan: het vereist eersteklas
apparatuur, breedbandverbindingen, permanente technische ondersteuning en
kwalitatief (beeld)materiaal.Maar ook
op andere vlakken zijn er vraagtekens te plaatsen: moet iemand die het
cursusmateriaal thuis downloadt en afprint, nog boekengeld betalen?Kan je leerlingen en personeelsleden
verplichten, zich ook in hun vrije tijd op de informatiesnelweg te begeven?
(Huistaak tegen dinsdag: 5 keer inloggen.)
En tot slot: wie
wordt er beter van?De leraar, die zijn
rol ziet ingekrompen tot die van helpdesk?De leerling, die een unieke kans tot menselijke interactie wordt
ontnomen, en nóg meer uren per dag achter het scherm doorbrengt?De maatschappij, die jongeren afgeleverd
krijgt die Wikipedia wel weten te vinden, maar twijfelen aan de schrijfwijze
ervan?De arbeidsmarkt, die nieuwe
krachten over de vloer krijgt die parate kennis verwarren met een permanente
internetverbinding?Het onderwijsproces,
dat langzaam maar zeker geautomatiseerd en dus geüniformiseerd wordt,
totdat het ooit te omschrijven zal vallen in hoeveelheden bits en bytes?Het milieu, dat de zoveelste nieuwe
papierberg te verwerken krijgt (verbazend toch, hoezeer computergebruikers
gehecht zijn aan printen men zou haast denken dat de nieuwe media geen
vertrouwen inboezemen )?
Neen, dus.Onderwijzen en leren zijn twee kanten van een
proces dat zich tussen mensen afspeelt en de wereld beschrijft in al zn
facetten.Als er onkundig wordt geprutst
aan één van beide zijden, gaat de andere kant op zijn gezicht.Wie denkt of verdedigt dat leren op eigen
kracht en met elektronische snufjes leuker, sneller, beter, beklijvender of
efficiënter is, heeft het niet begrepen.Slechte leraar gehad, wellicht?