historiek van de kegelsport in Vlaanderen na W.O. II, tot de vijftiger jaren
Tijdens de oorlogsjaren kreeg de kegelsport (niet alleen in Antwerpen) het zeer moeilijk. Verschillende clubs hielden op te bestaan, voornamelijk wegens gebrek aan speelmogelijkheden. Immers het lokaal Scale (met 4 banen) werd ondanks alle mogelijke inspanningen omgetoverd tot een danszaal ; gedaan met kegelen. Ook diverse andere lokalen dienden noodgedwongen de deuren te sluiten, en er werd nog slechts gekegeld in de Kluis, de Heide en in La Chapelle : nog drie lokalen waar competitie gekegeld werd, zijnde in totaal 8 banen ! Daar waar Antwerpen praktisch volledig ontheemd werd qua kegellokalen, opende in Gent een nieuw lokaal met twee banen in 1942 (spijtig genoeg werd er nooit een effektieve competitiewedstrijd gehouden).
Toch een lichtpuntje : zelfs tijdens de woelige oorlogsjaren zagen enkele nieuwe clubs het levenslicht : Morgen Beter (heeft bestaan tot 1989) in 1941, De Lustige Boer (met o.a. Jan Smeets) in 1940 en de Witte Duivels uit Mariaburg. Andere clubs verging het minder goed : Bol Maar Over hield op te bestaan, Wer en Bos en Bol en Riem vormden samen Bol en Bos.
De kegelkoerier, die in 1938 ophield met bestaan, werd in oktober 1948, na 10 jaar, opnieuw uitgegeven door de ondervoorzitter Luc Deleu. Ditmaal zou het tijdschrift het meer dan 21 jaar volhouden.
In datzelfde jaar 1948 kwam blijkbaar het alledaagse leven stilaan terug op gang, want ook in de kegelsport werden nieuwe initiatieven genomen. AKB ging van start met een jaarlijkse handicap/openingsprijs, waarvan de eerste editie werd gewonnen door De Boeck van Holderdebolder. Ook in datzelfde jaar werd voor de eerste maal in Antwerpen een triplettetornooi georganiseerd (tornooi dat in latere jaren werd overgenomen door de mannen van Holderdebolder) en werd met Kegelmaaien een eerste na-oorlogse club opgericht (Marcel Knaeps, één der oprichters bleef nog lid van AKB tot in 1993). De jaarlijkse wedstrijden tegen Duitse steden (elek jar o.a; tegen Düsseldorf) bleven doorgang vinden.
Aan de jaarlijkse wedstrijd van Antwerpen tegen een Duitse tegenstrever kleeft nog een wrang verhaaltje : een wisseltrofee werd speciaal voor de gelegenheid ontworpen (Tijl Uilenspiegel in brons). De laatste wedstrijd voor WO II werd deze gewonnen door de ploeg van Saarbrücken (06/1939), waarna het beeldje in de oorlogsjaren spoorloos verdween. Eerst in 1951 werd bij toeval deze trofee teruggevonden (ergens in Duitsland tussen de oorlogstrofeën) en kon hij terug als symbool voor de wedstrijden Antwerpen-Duitse steden gehanteerd worden, niet zonder de nodige discussies daaromtrent.
De rondgang werd nog steeds betwist (na één jaar onderbreking in 1945), nog 17 ploegen, verdeeld over drie afdelingen, deden actief mee.
Met kerstmis 1949 heropende dan het lokaal Gogo en konden enkele clubs terug naar hun oorspronkelijk lokaal terugkeren, wat een beetje een ontlasting voor de overbevolkte kegelkluis betekende.
Op Belgisch gebied was het Antwerpen boven met de tot hiertoe meest gelauwerde Belgische kampioen van AKB, nl. Raymond Ceurvorst (Eén voor Eén), die van 1939 tot 1951 slechts tweemaal zijn meerdere moest erkennen in datzelfde kampioenschap. Eén van de mannen die dit konden waarmaken was nog een Antwerpenaar, nl. Charles Gelens van de concurrerende club der beenhouwers, Alles Er Neven, in 1947. Een luxe die de Vlaamse kegelsport nooit meer gekend heeft !
Over het Belgisch kampioenschap werd er indertijd ook reeds geredetwist : er dienden vier ronden te worden gespeeld, en wel in volgende steden : Antwerpen (steeds Kegelkluis), Brussel, Eupen en Welkenraed. Tweemaal naar de Oostkantons (en steeds per trein blijkbaar) was voor vele Antwerpenaren en Brusselnaren van het goede teveel. Vanaf de jaren '50 werd er dan ook beslist om slechts drie wedstrijden te laten spelen.
Het bestuur van AKB kende weinig wijzigingen, Miel Ruelens bleef voorzitter, Luc Deleu ondervoorzitter, Gus Van Aelst secretaris en Henri Hermans penningmeester. Enkel de overleden Jos Croes werd als sportleider vervangen door Ward de Vries.
Om te sluiten nog een record dat in april 1949 door Frits Maldoy werd geworpen in de Kluis : 604 punten bij de 100 ballen combiné.
historiek van de kegelport in Vlaanderen van het 25- jarig bestaan tot W.O. II
Na de inspanningen die geleverd werden ter gelegenheid van het 25- jarig bestaan van de AKB, werd het op een uitschieter na, iets stiller in de kegelbeweging.
Enkele clubs kwamen de kegelbond nog vervoegen, nl. - 1936 : Altijd Raak, Wer en Bos, Negen is Veel (bleef bestaan tot in 1993), Vliegende Bol (uit Hoboken) - 1937 : Raakt ze Goed (ploeg van Ahlers), Heide Kegelclub (uit Waasmunster) - tot 1940 : Internos, Zet Recht
In verschillende lokalen in Antwerpen stad gine er geen competitie meer door en werd er enkel nog gespeeld in de Kegelkluis, Gogo en Scala. Buiten de stadskern waren er wel nieuwe lokalen waar er gekegeld werd : - het lokaal Kruger in Lier heropende in 1935 - lokaal de Kegel in Mechelen opende eveneens in 1935 - in mei 1936 openende het lokaal 'de Oude Spiegel' in Hoboken zijn deuren - lokaal De Molen in Mariaburg werd terug geactiveerd - een gloednieuw lokaal in het Heidepark te Waasmunster ging van start in 1937
Vanaf 1933-1935 werd er ook een aanvang genomen met interland- en interstedenontmoetingen, en startte ook de eerste individuele kampioenschappen. Zo werden interlands georganiseerd tegen Duitsland in Anderlecht, Mechelen en Brussel. In Duitsland werd er gespeeld in Barmen, Dortmund en Bielefeld. AKB en individuele clubs speelden inmiddels wedstrijden tegen resp. stedenselecties en clubs uit Mechelen, Brussel, Eindhoven, Maastricht, Den Bosch, Vaals, Venlo, Eupen, Rareen en Reydt. Gezien er op individueel en clubvlak geen effectieve competities werden gehouden, werd er van start gegaan met de inrichting van verschillende tornooien : - een jaarlijkse hespenwedstrijd, de eerste prijs was........inderdaad een hesp - een wedstrijd 'snijden', ingericht door de Zwitserse club Rüttli - tornooi 'Houdt de Plank', ter gelegenheid van het 10-jarig bestaan - tornooi 'Vinicius' in Brussel - openingstornooien in Waasmunster en Hoboken
In 1934 werd een aanvang genomen met het tornooi "Delta Citron", voorbehouden voor clubs uit tweede en derde afdeling : de overwinningen gingen resp. naar Kegelklub Kannibalen, Houdt de Plank, Zet Recht en Zeus.
Een eerste hoogtepunt voor de uitbreiding van de kegelsport was de oprichting van een eerste vrouwenclub "Mannen Thuis". Deze club was echter geen lang leven beschoren, want na WO II duurde het nog tot 1960 vooraleer met "De Rebellen" een eerste echte vrouwenclub in competitie trad.
Op Belgisch gebied werd in 1936 een eerste 'echt' kampioenschap georganiseerd (met Antwerpen, Brussel en Eupen). De eerste kampioenen werden Leo Kalff (Eupen) en Bruggeman (Brussel).
Internationaal was er wel wat beweging op kegelgebied met in 1937 het tornooi van New York (maar liefst 20.000 deelnemers), in datzelfde jaar een eerste officiële kegelbaan in het GH Luxemburg en een georganiseerde federatie in Frankrijk (Elzas, met het Duits als voertaal).
Ter gelegenheid van de Olympische Spelen in 1936 in Berlijn, werd de kegelsport opgenomen in de "wachtkamer" voor diezelfde spelen, en werd er vanuit de internationale federatie parallel een wereldtornooi in Berlijn georganiseerd voor alle vormen van de kegelsport (asfalt, bohle en schaarbaan). Voor het schaarbaankegelen schreven zich 16 landen in, waaronder de USA, Zuid Afrika, Zuid Amerika en diverse Europese landen (op uitzondering van Nederland, wegens tekort aan financiële middelen). In de andere disciplines zien wij namen van landen waar nog steeds het kegelen wordt beoefend (doch geen schaarbaankegelen) : Denenmarken, Tsjechië, Polen, Joegoslavië, Griekenland, Engeland, Zweden,...
De Belgische ploeg keerde zegevierend terug thuiswaarts. Eén Antwerpse vertegenwoordiger mocht zich gouden medaillist noemen, nl. Jos Croes (zie ook de andere artikels). Spijtig genoeg werd de aanloop naar een mogelijke Olympische opname van de kegelsport onderbroken door WO II. Slechts tijdens de laatste jaren werd doormiddel van de "World Games" het kegelen weer internationaal op de kaart gezet.