Welkom - Bienvenue!


Foto
Gastenboek

Als je zin hebt kun je een berichtje achterlaten in het gastenboek!

Inhoud blog
  • Flamands, Wallons, soyons unis!
  • Op zoek naar dé manier om de getallen in het Frans te leren? Ga bij de fanfare!!
  • Muziek: een (universeel) wondermiddel!
  • Grote buitenlandse reis ;-)
  • Halfvastenfeesten
  • Relluhhh!! – update
  • Relluhhh!!
  • Karlijn en het project «Internet op de kamer van Karlijn»
  • Het buitenlandgevoel
  • Cursus huisje bouwen in België
  • Zoenuh, zoenuh, zoenuh!!
  • Ergens tussen Bergen en Mons...de logica van tweetalige bewegwijzering
  • Bonne merde – Goeie stront!
    Karlijn in Bels
    Les aventures d'une petite fille néerlandaise en Belgique...
    09-03-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het buitenlandgevoel


    Had ik in de eerste dagen dat ik hier was nog echt een vakantiegevoel (ik sjouwde als een echte backpacker ook nog de hele dag met m’n luchtbed en slaapzak onder de arm rond omdat ik nog geen kamer had), ondertussen is dat wel wat getemperd...(tja ik ben hier tenslotte ook om te studeren). Maar wat blijft, is een zeker «buitenlandgevoel». Als ik hier rondloop, boodschappen doe, naar school ga merk ik aan bepaalde dingen dat ik echt «in het buitenland» ben. Of juist niet.

    Nou als je hier de kraan opendraait, dan merk je in ieder geval wel dat je in het buitenland bent. Want het water is, kortgezegd, bah. Nou snap ik ook waarom iedereen hier water uit flessen drinkt, want het kraanwater is gewoonweg niet te drinken (ja je probeert het als eigenwijze Hollander de eerste keer toch, maar daar kom je dus gauw van terug). Om thee te zetten gebruik ik het wel gewoon, maar er zit ook nog eens zoveel kalk in dat een goede filter geen overbodige luxe is want anders heb je thee met brokjes (bleh).
    Ook in de supermarkt merk je natuurlijk dat je niet in Nederland bent: ze hebben andere dingen, en de supermarkten zelf zijn ook wel anders eigenlijk, of het zijn van die kleine winkeltjes waar ze bijna niks hebben, of het zijn van die e-nor-me Carrefourgebouwen waar ze echt álles hebben, en ook echt 45 kassa’s ofzo (waar het dus ook drie weken duurt voor je onderhand weet waar alles staat, maar goed).
    Dan op zich ook nog wel een relevant verschil: ze praten hier Frans! Ja duh… Nee maar ik had vantevoren nog een beetje de vrees dat er hier ook nog wel wat Nederlands tussendoor zou schieten, je bent tenslotte in België, maar die vrees blijkt dus echt ongegrond. Ook wat betreft eventuele Belgische invloeden hoef ik me geen zorgen te maken: op school leren ze je Frans-Frans, dus als ik al een beetje Waals-Frans
    zou leren (bv. nonante voor quatre-vingt-dix – 90) dan wordt dat er daar weer meteen uitgeramd.
    Verder heb ik het idee dat het er hier in het verkeer ook veel zuiderlijker aan toe gaat, laat ik het zo zeggen: de automobilisten lijken hier veel sneller aangebrand
    en bijgevolg toeteren ze duidelijk veel meer! Ik woon dicht bij een nogal onlogisch kruispunt, dus je hebt altijd wel een paar automobilisten die het niet helemaal meteen snappen en niet goed genoeg doorrijden naar de zin van anderen, waarop die anderen dan beginnen te toeteren zodat heel de straat maar weet dat die imbécile daar niet doorrijdt …. Irrelevant detail verder nog: de ziekenwagens maken een ander geluid hier (ja Nard hier komt weer één van mijn weergaloze imitaties): niet ta-tu-ta-tu, maar meer wiewwiewwiew (maar daardoor merk je wel dat je in het buitenland bent!!)

    Waaraan je NIET merkt dat je in het buitenland bent, dat is het feit dat ze hier ook gewoon een Hema, een Blokker, een C&A en een Kruidvat hebben. Weg buitenlandgevoel.
    Daarnaast was het voor mij ook wel een lichte teleurstelling om te constateren dat de nummerborden van de auto’s hier ook gewoon rood-wit zijn (terwijl je als je die wilt zien ook gewoon op zaterdagmorgen naar de parking van de Edah in Reusel kunt gaan…)
    Tenslotte nog iets dat ook niet anders is dan in Nederland, maar dat tegelijkertijd ook wel heel leuk is: als ik het even niet meer weet, kan ik gewoon 1307 bellen! (voor de insiders ;-) )


    Le sentiment d’être à l’étranger

    Dans les premiers jours que j’étais ici, j’avais vraiment le sentiment d’être en vacances (c’est que j’avais encore mon matelas gonflable et mon sac à coucher à garder avec moi pendant toute la journée parce que je n’avais pas de chambre). Maintenant, ce sentiment de vacances s’est affaibli (ben je suis venu pour faire des études), mais il me reste quand-même un certain sentiment «d’être à l’étranger». Si je me promène ici, si je fais des courses, si je vais à l’université, certaines choses me disent que je suis vraiment «à l’étranger». Ou pas du tout.

    Ben, si on ouvre le robinet ici, on se rend immédiatement compte que l’on est à l’étranger. Car l’eau, c’est vraiment dégeulasse. Maintenant je comprends pourquoi tout le monde achète des bouteilles d’eau dans le supermarché, c’est que l’eau du robinet est vraiment imbuvable (ben tout Hollandais présomptueux va quand même l’essayer la première fois, mais il y reviendra déjà très vite). Toutefois je l’utilise pour préparer du thé, mais l’eau est tellement riche en calcaire qu’on est obligé d’utiliser un bon filtre parce qu’autrement on a du thé avec des croquettes (bleh).
    Un autre lieu où on se rend compte que l’on est à l’étranger, c’est dans les supermarchés. L’assortiment n’est pas tout à fait identique à celui aux Pays-Bas, et les supermarchés eux-mêmes diffèrent aussi: soit ce sont de petits magasins d’alimentation où on vend presque rien, soit ce sont d’énormes hypermarchés Carrefour où on vend tout, vraiment tout, et où on a par conséquent 45 caisses ou plus (et où on ne sait après trois semaines toujours pas où se trouvent les choses dont on a besoin, mais bon).
    Une autre différence assez pertinent: on parle le français ici! Ah bon? C’est bizarre ou quoi? Ben, avant mon départ j’avais une certaine peur qu’on parlait aussi un peu de néerlandais ici, on se trouve quand même en Belgique, mais c’était une peur irraissonnée. Egalement quant aux influences belges éventuelles, il n’y a pas raison de m’inquiéter: à l’université on enseigne le français-français, donc si j’apprenais déjà un peu de français-wallon (par exemple nonante pour quatre-vingt-dix), on va l’ anéantir immédiatement là-bas.
    Ensuite, j’ai l’idée que le trafic est aussi beaucoup plus méditerranéen ici, ben je veux dire: les automobilistes se fâchent pour un rien, et par conséquent ils klaxonnent beaucoup plus! J’habite tout près d’un carrefour assez illogique, donc il y a toujours des automobilistes qui ne comprennent pas tout de suite quoi faire et ils ne foncent pas assez selon d’autres, et ces autres commencent immédiatement à klaxonner pour que toute la rue sache que cet imbécile-là ne fonce pas du tout… Encore un détail impertinent: les ambulances ne font pas le même bruit qu’aux Pays-Bas (oui Nard voici encore une de mes imitations inégalables): ils ne font pas ta-tu-ta-tu mais plutôt ouiiiouiiiouiiiouiii (mais de cette façon on se rend bien compte que l’on se trouve à l’étranger!)

    Les choses qui ne montrent PAS DU TOUT que l’on est à l’étranger, c’est le fait qu’ils aient ici un Hema, un Blokker, un C&A et un Kruidvat. Idée de l’étranger immédiatement partie. Ensuite, c'était aussi une vraie déception de constater que les plaques d’immatriculation des voitures d’ici sont simplement rouge-blanc (si on veut voir de telles plaques, on peut juste aller au parking de l’Edah à Reusel le samedi matin…)Pour finir encore une chose qui est la même qu’aux Pays-Bas, mais qui est à la fois très drôle: si je suis un peu perdue ici, je peux simplement appeler 1307! (pour les initiés ;-) ) (voir photo)<!--[if !supportEmptyParas]--> <!--[endif]-->


    16-02-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Cursus huisje bouwen in België

    Natuurlijk was de onovertroffen Belgische bouwkunst mij eerder ook al wel opgevallen, maar nu ik de laatste dagen heel wat in de Belgische trein heb doorgebracht en de tijd heb gehad om eens wat rond te kijken, heb ik geconcludeerd dat de Belgische ruimtelijke ordening toch wel degelijk afwijkt van die in Nederland. Voor iedereen die niet weet waar ik het nu over heb: een cursus huisje bouwen in België in 6 stappen.

    Stap 1: Kies de bakstenen en dakpannen die je gaat gebruiken. Vooral voor huizen die direct tegen de buren aangebouwd worden is deze stap zeer belangrijk: kies namelijk vooral niet dezelfde kleur bakstenen en dakpannen als de buren.
    Stap 2: Stel ongeveer de afmetingen van je huis vast (hulp van architect niet per se noodzakelijk). Ook deze stap is weer belangrijk voor huizen die direct tegen de buren aangebouwd worden: zorg dat je huis niet precies even hoog is als dat van de buren, maar bouw bij voorkeur een stukje hoger of lager (zie foto 1).
    Stap 3: Hoogstwaarschijnlijk kom je er na een poosje achter dat je eigenlijk toch niet genoeg plek hebt in je huis. Dit is geen enkel probleem. Je bouwt gewoon een stukje achter aan je huis.
    Stap 4: Hoogstwaarschijnlijk kom je er nog een poosje later achter dat je met de uitbreiding toch niet het gewenste ruimte-effect hebt bereikt. Ook dit is geen enkel probleem. Je bouwt gewoon nog een stukje aan het stukje dat je er al eerder aangezet had.

    Stap 5: Deze stap betreft een (doorlopende) herhaling van stap 4, zolang de grootte van je perceel het toelaat kun je natuurlijk hokje aan hokje aan hokje blijven bouwen. Merk op dat het in dit stadium van het bouwproces niet noodzakelijk is om bakstenen te blijven gebruiken: ook golfplaten, spaanplaat en wat er zoal meer voorhanden is kunnen dienst doen als bouwmateriaal (zie foto 2).
    Stap 6: Voor de echte klusser is het natuurlijk mogelijk om dit gehele procédé achter in de tuin te herhalen: je begint met een schuurtje en je bouwt er vervolgens een kippenkooi, een hondenhok, een duivenkot aan…

    Oja, en tenslotte nog: als je dan ooit weer besluit om je zorgvuldig tussen twee buren ingebouwde huisje weer af te gaan breken: zorg voor goede stutten, dan vindt de buurman het vast niet erg…(zie foto 3)


    La construction à la belge

    C’est pas que la construction à la belge ne m’a pas frappé avant, mais après avoir voyagé en train à travers le paysage belge pendant quelques jours et ayant eu la possibilité de regarder un peu autour de moi, j’ai bien conclu que l’aménagement du territoire belge diffère certainement de celui aux Pays-Bas. Pour les personnes qui ne savent pas dont je parle: un petit cours de construction à la belge.

    Phase 1: Choississez les briques et les tuiles que vous allez utiliser. Cette phase a surtout d’importance pour les maisons qui seront construites directement contre celles des voisins: c’est qu’il ne faut surtout pas choisir des briques et des tuiles dans les mêmes couleurs que les voisins.
    Phase 2: Déterminez plus ou moins les dimensions de votre maison (c’est pas strictement nécessaire de consulter un architecte pour cela). Cette phase a aussi surtout d’importance pour les maisons qui seront construites directement contre celles des voisins: assurez-vous que votre toit dépassera de 10-20 centimètres celui du voisin (voir photo 1)
    Phase 3: Il est très problable que vous vous apercevez après un petit bout de temps que votre maison ne vous offre pas l’espace voulu. Ceci n’est pas un problème du tout. Vous construisez simplement un petit annexe à côté.
    Phase 4: Il est très probable qu’après encore un petit bout de temps, vous concluez que cet annexe ne donne toujours pas
    assez d’espace. Ceci n’est pas non plus un problème. Vous construisez simplement un petit annexe à côté du petit annexe que vous aviez déjà construit.
    Phase 5: Cette phase comprend la répétition (continue) de la phase 4, vous pouvez construire des annexes à des annexes à des annexes aussi longtemps que la taille de votre terrain le permet. Remarquez que dans ce stade de la construction, il n’est plus obligatoire d’utiliser des briques: des tôles ondulées, des agglomérés et tout ce qu’il y a de disponible peuvent servir de matériel de construction (voir photo 2).
    Phase 6: Pour le vrai bricoleur il est bien sûr possible de répéter tout ce procédé au fond du jardin: vous commencez avec une petite remise et vous y ajoutez un poulailler, un chenil et un kot à pigéons…Ah oui, et pour finir: si jamais vous décidez de démonter votre maison qui a été construite avec tellement de soin entre les deux voisins: assurez-vous que vous avez bien étayé l’ensemble, votre voisin ne va pas être trop fâché…(voir photo 3).


    12-02-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Zoenuh, zoenuh, zoenuh!!
    Deed ik het eerst alleen en vooral met Nard, nu doe ik het zo ongeveer met iedereen en overal…: zoenen! ;-) Nou ja, zoenen kun je het eigenlijk niet echt noemen, het is meer mijn-wang-komt-tegen-jouw-wang-en-
    eventueel-maken-we-in-de-lucht-nog-een-smakkend-geluid, maar desalniettemin is dit hele begroetingsritueel toch nog een hele kunst voor een nuchtere Nederlander…

    Want de edele kunst van het zoenen behelst heel wat meer dan gewoon even je wang tegen die van iemand anders houden en tegelijkertijd iets mompelen van ‘salut, ça va?’. Nee, het zijn tegelijkertijd ook dilemma’s waar je elke dag weer voor komt te staan, zeker als je nieuw bent.

    Met wie? Als je voor de eerste keer ergens komt, is het elke keer weer eventjes moeilijk om in te schatten: ga je ze meteen een kus geven, of komt dat pas de tweede keer of nog later? Want als je het niet doet terwijl ze het wel verwachten, dan ben je onbeleefd, maar als je het wel doet terwijl zij eigenlijk vinden dat je ze nog niet goed genoeg kent, dan is het weer opdringerig. Dus kijk ik meestal maar een beetje de kat uit de boom, en wacht ik tot iemand zich dermate dicht naar mij toe buigt dat het ongeveer geen andere reden meer kan hebben dan kussen, en buig ik mij ook maar in zijn/haar richting.

    Hoe vaak? Ook dit is vaak moeilijk in te schatten, omdat het afhangt van de regio waar iemand vandaan komt. Ik ben er ondertussen achter dat het hier in Mons meestal maar één keer is (=gunstig bij mensen die je niet zo leuk vindt, ongunstig natuurlijk in het geval van knappe jongens), maar goed je hebt natuurlijk ook te maken met mensen uit andere regio’s. En dan doen ze het ook nog niet eens elke keer hetzelfde! Een meisje op de gang is Française, en zij geeft normaal 4 kussen, maar ja als ze dat dan een keer niet doet dan heb je natuurlijk een probleem... Dus dan maak je maar gauw een schijnbeweging met je hand naar je oor zo van: oh nee ik wou jou helemaal niet nóg een kusje geven hoor, ben je gek, ik ben alleen maar even voorovergebogen m’n haar achter m’n oor aan het doen. Ofzoiets.

    Maar ondanks deze beginnersprobleempjes doe ik het nog niet zo slecht, aldus de meisjes op mijn gang. Laatst zaten we in de keuken te kletsen en vertelden ze over een uitwisselingsstudent die hen een kus had gegeven MET Z'N LIPPEN! Jahaaaa met z'n lippen. Getverdemme, wat een viezerik, wat dacht ie wel niet?!! Wat bleek? Het was een Nederlander...Tja...ik had het kunnen weten...


    Donner des bisous!

    Avant, je le faisais seulement et surtout avec Nard, mais maintenant je le fais avec tout le monde et partout…donner des bisous! ;-) Ben, ce n’est presque pas un bisou, c’est plutôt ma-joue-touche-la-
    tienne-et-éventuellement-nous-faisons-un-peu-de-bruit-dans-l’air, mais néanmoins cette façon de dire bonjour est un vrai art pour les néerlandais pondérés…


    C’est que l’art noble de la bise comprend beaucoup plus que toucher la joue de quelqu’un d’autre avec la tienne et marmotter à la fois quelque chose comme ‘salut, ça va?’. Il te pose chaque jour devant des dilemmes, surtout si tu es nouveau.

    Avec qui? Si on entre quelque part pour la première fois, il faut immédiatement évaluer la situation et prendre une décision importante: vais-je donner des bisous à tout le monde déjà maintenant, ou vais-je attendre la deuxième fois ou plus? Car si tu ne le fais pas tandis qu’on l’attend, tu seras impoli. Mais si tu le fais tandis que l’autre pense que tu te trouves pas encore parmi ses connaissances bisou-ables, tu seras considéré comme envahissant ou collant. Alors moi, je regarde de quel côté vient le vent et j’attends jusqu’au moment où quelqu’un se penche tellement proche de moi que cela ne peut presque pas avoir une autre raison qu’une bisou, et je me penche aussi vers lui ou elle.

    Combien de fois? Ceci est aussi difficile à dire, parce que ça dépend de la région d’origine de l’autre. J’ai découvert qu’ici à Mons, c’est une seule fois (=bien si on n’aime pas trop l’autre personne, pas bien si c’est un garçon joli), mais bon, on rencontre aussi des gens d’autres régions bien sûr. Et ils ne font pas tout le temps la même chose! Une fille de mon bloc est française, et elle donne normalement 4 bisous, mais si elle veut avoir une peu de variation dans sa vie et elle ne le fait pas comme ça, on a un problème…Donc dans ce cas-là, on feinte juste un peu avec sa main comme dans: ah non, je ne voulais pas te donner encore une bisou, t’es folle, je suis seulement en train de placer mes cheveux derrière mes oreilles. Ou quelque chose comme ça.

    Mais malgré ces petits problèmes d'une débutante, je ne suis pas si mal, selon les filles de mon bloc. Il y a quelques jours nous étions dans la cuisine et nous avons bavardé un peu, et elles ont parlé d'un étudiant étranger qui leur avait donné des bisous AVEC SES LEVRES! Ouaaaiiss, avec ses lèvres! C'est dégeulasse, quel andouille, il pensait quoi alors?!! Que découvrais-je après? C'était un Hollandais...Ben...j'aurais pu savoir.


    08-02-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Ergens tussen Bergen en Mons...de logica van tweetalige bewegwijzering

    Al vanaf het moment dat het bekend was dat ik in «het buitenland» zou gaan studeren, lijkt het antwoord op de vraag wáár ik dan naartoe zou gaan garant te staan voor vragende blikken. «Mons, nooit van gehoord, waar ligt dat ergens?» «Onder Brussel ongeveer, tegen de Franse grens», het lijkt deze laatste weken wel een automatisme te worden, maar kwalijk kan ik het deze mensen allemaal niet nemen, Mons is nu ook weer niet naast de deur. Maar die vragende blikken zijn nog niks vergeleken met de complete verwarring die je beslist tegenkomt als je probeert het Belgische bewegwijzeringssysteem te doorgronden….

    In de auto op weg naar Mons wordt het je al snel duidelijk dat je je in een tweetalig (officieel zelfs drietalig) land bevindt. Bij knooppunt Machelen
    voor Brussel beginnen de Belgen heel dapper met het aangeven van ‘Bergen’, bij Vilvoorde is het al ‘Mons’ geworden, bij de aansluiting op de R0 is het weer ‘Bergen’ om tenslotte bij Waterloo weer in ‘Mons’ te veranderen. Geheel in lijn met deze Belgische bewegwijzeringsstijl wisselt ook de website van de NMBS (Belgische spoorwegen) de Franstalige en de Nederlandstalige plaatsnamen af. En dan vinden ze het zeker gek dat ik niet weet waar station ’s-Gravenbrakel ligt, terwijl er op mijn kaart toch duidelijk Braine-le-Comte staat!! Maar zelfs met een tweetalige kaart ben je niet veilig voor de Belgische dubbele-namen-drang. Van een vriend hoorde ik een hilarisch verhaal over hun ouders die op de terugweg vanuit Frankrijk opbelden dat ze verkeerd waren gereden en dat ze het eigenlijk niet meer zo goed konden vinden. Ze konden niet meer zo goed wijs uit de kaart. Waar ze zelf dachten dat ze ongeveer zich bevonden…? Nou ehm…ergens tussen Bergen en Mons…


    Quelque part entre Bergen et Mons….la logique de la signalisation bilingue

    A partir du moment où je savais que j’irais étudier «à l’étranger», la réponse sur la question où je vais étudier provoque obligatoirement des regards interrogateurs. « Mons, jamais entendu, c’est où ça?» « Au sud de Bruxelles, tout près de la frontière franco-belge», il semble que cette réponse est devenu un automatisme dans ma tête. Je peux quand même facilement pardonner ces gens, Mons, ce n’est pas précisément la porte à côté. Mais ces regards interrogateurs, c’est encore rien comparés à la confusion totale que provoque le système belge de signalisation des routes…

    En cours de route pour Mons, on s’aperçoit déjà tôt que l’on se trouve dans un pays bilingue (officiellement même trilingue). Déjà avant que l’on arrive à Bruxelles, les Belges commencent courageusement à indiquer ‘Bergen’ sur les panneaux du noeud routier Machelen. Tout près de Vilvoorde, c’est déjà ‘Mons’, pour encore changer en ‘Bergen’ tout près du raccordement du Ring au R0. Enfin, les panneaux près de Waterloo disent de nouveau ‘Mons’. Tout à fait dans le droit fil de cette signalisation, le site web du SNCB alterne les noms français avec les noms néerlandais. Ainsi est-ce qu’il est bizarre que je peux pas trouver la gare de ’s-Gravenbrakel, si ma carte géographique dit Braine-le-Comte!! Mais même si on est équipé d’une carte bilingue, on ne peut pas se protéger contre l’ardent désir des Belges de donner-deux-noms-différents-à-un-seul-lieu. Un de mes amis me racontait une histoire hilare sur ses parents qui étaient en route entre la France et les Pays-Bas. Ils lui ont téléphoné qu’ils s’étaient trompé de route et qu’ils ne pouvaient plus trouver le bon chemin. Ils ne pouvaient plus comprendre la carte routière. Ils se trouvaient où? Ben…quelque part entre Bergen et Mons…


    27-09-2005
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Bonne merde – Goeie stront!

    Neen, uw blog moet niet dagelijks worden bijgewerkt.  Het is gewoon zoals je het zélf wenst.  Indien je geen tijd hebt om dit dagelijks te doen, maar bvb. enkele keren per week, is dit ook goed.  Het is op jouw eigen tempo, met andere woorden: vele keren per dag mag dus ook zeker en vast, 1 keer per week ook.

    Er hangt geen echte verplichting aan de regelmaat.  Enkel is het zo hoe regelmatiger je het blog bijwerkt, hoe meer je bezoekers zullen terugkomen en hoe meer bezoekers je krijgt uiteraard. 




    >

    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs