Booh! Wij zijn Helena, Lina, Lamia en Jill! Ook wel bekend als de Kaboutertjes! Wij zitten nu op onze paddenstoel want in ons huisje hebben we geen bereik! Wij zijn klein dik roos en lelijk schattig!
Wij houden van een lekkernij, dus als u zin heeft kom dan eens een bezoekje brengen aan onze paddenstoel.
Wij kaboutertjes wonen in een Grote rode paddenstoel in het Kabouterbos! In onze Kabouterschool "Sint Kabouter College" (ook wel bekend als Pius X) bij de lessen techniek, moesten wij een blog maken de 'Techblog' niets speciaal dachten wij dus, we maken er iets kaboutersleuk van!!!
Helaas Pindakaas, We moeten nu gaan want de kabouterdans komt er nu aan!
HAllo kaboutervrienden! Omdat wij orgineel zijn hebben wij een paar leuke bijnaampjes! En omdat wij kaboutertjes zijn hebben wij gekozen voor de kabouters van Sneeuwwitje.
In het Kabouterbos vertelt Groot Kaboutertje veel verhaaltjes.
Groot Kaboutertje leest die voor net voor het slapen gaan.
Maar die verhaaltjes gaan niet over kaboutertjes of prinsesjes die lang en gelukkig leven!
Het zijn ook niet echt kleine kindertjes verhalen. Want het zijn geen mooie sprookjes maar griezelverhaaltjes.
Omdat ik later ook Groot Kaboutertje wil worden heb ik een verhaaltje geschreven in de onze Kabouterstijl!
Het vergeten Kind.
Ze keek om. Niets. En opnieuw hoorde ze fluisterend haar naam. Ze keek weer. Op het einde van de straat stond een meisje. ‘Amora…’ fluisterde ze. Amora hoorde het helder al was de afstand tussen hen beiden erg groot. ‘Vergeet me niet, Amora, alsjeblieft’ Wie was het meisje? ‘Wie… wie ben je?’ riep ze. De bewoners van de straat kwamen over de ramen hangen om te zien wat er aan de hand was en wie hen had gewekt van hun knusse slaap.‘Tegen wie schreeuw je, mens?’ vroeg een onbeschofte vrouw met krulspelden in haar zwarte haren. ‘Tegen haar!’ Amora wees naar het meisje. Ze keek nog steeds naar Amora. ‘Er is niemand!’ verschillende buren riepen instemmend. ‘Jawel, zijn jullie blind? Zie je het niet? Er staat daar een meisje! Kijk dan!’ riep Amora wanhopig. Zag niemand haar? Ze stond er zo duidelijk. Het magere, vuile gezichtje keek nog steeds naar Amora. Haar blik was strak en je kon er geen emotie van aflezen.Er kwam naast de chagrijnige vrouw een klein meisje uit het raam hangen. ‘Mama, waarom roep je zotegen dat meisje?’ vroeg ze. Het meisje keek naar Amora. ‘Ze schreeuwde tegen iemand die er niet is, Amelia.’ Zei de vrouw nu poes lief. ‘Dat is niet zo goed! Maar, mama, wie is dat meisje daar?’ Amelia lief. En ze wees met haar kleine vingertje naar het meisje aan het einde van de straat. Amora was blij dat ze iemand had gevonden die haar begreep en haar ook zag. De vrouw keek ongerust naar haar dochter en legde haar hand op haar voorhoofdje. ‘Meisje, er is niemand.’ Vertelde ze Amelia. ‘Mama, jawel, daar staat een meisje. Ze ziet er niet proper uit. Moeten wij haar in bad steken?’ vroeg ze aan haar mama. Ze keek haar dochtertje bezorgt aan
‘Amelia er is niemand!’ zei de vrouw al een beetje gefrustreerd. ‘jawel, mama, doe niet zo dom!’ zei ze boos tegen de vrouw. ‘Mevrouw, ik zie haar ook. Ze fluisterde mijn naam en smeekte al fluisterend haar niet te vergeten. Mevrouw, uw dochtertje ziet haar ook. Geloof haar, ze verteld de waarheid!’ legde Amora de vrouw uit. Ze keek naar de andere buren, twijfelde en zei dan snel: ‘Ik nodig je uit hier te blijven logeren, ik wil niet dat je alleen naar huis moet.’ Dat had Amora niet zien aankomen. ‘Nee, dank u, dat is heel aardig. Maar mijn ouders, ik moet naar huis, het is slechts een 15 tal minuutjes lopen.’ Ze was bang maar deed haar nuchter en dapper voor. ‘Nee, als je de nummer van je ouders geeft zal ik ze verwittigen.’ Ze verdween uit het raam. Enkele seconden later verscheen ze ion de deur opening met een paarse kamerjas aan. ‘Kom maar naar binnen.’ Zei ze lief. Amora deed het. Ze zag er niet gevaarlijk uit en je kon iets vertrouwelijks van haar gelaat aflezen. Amora keek nog één keer naar het meisje aan het einde van de straat en mompelde dat ze haar niet snel zal vergeten.De vrouw stelde zich voor al Aquila. Het kleine meisje lachte lief terwijl ze trots haar naam zei. ‘Ik ben Amora Lost.’ Antwoorde ze op vraag van Amelia. ‘wauw, Lost, klinkt verloren…’ haar blauwe oogjes sperde zich open het haar stem klonk dromerig. Fluisterend ging ze verder. ‘en… vergeten… alsof ze nooit…heeft bestaan.Niemand… die haar kwam helpen… niemand die haar miste… haar hoogst eigen moeder… was haar zelfs vergeten… in een hoek koud als ijs met slechts een beetje water en een stukje oud brood… met haar ooit zo mooi roze jurkje op blote voetjes… verliet haar ziel haar bevroren lichaampje… dat daar nog steeds half ingevroren zit… in de hoek…’ Aquila had enkele pogingen ondernomen om haar dochtertje wakker te schuddenmaar Amora had haar tegengehouden het was de geschiedenis van het meisje dat ze niet mocht vergeten!