In 2011 gebeurt
het onwaarschijnlijke, mijn schoonzus haar man valt dood na een hartaanval. Ze
moet noodgedwongen haar huis in Griekenland in de steek laten en met de drie
kinderen terugkomen naar België. Wij nemen ze even in huis tot ze een geschikte
huurwoning gevonden hebben. Dit is gelukkig in de zomer waarbij ze dus nog wat
op reis gaan, veel uitstappen maken en we er niet veel last van hebben. Ik houd
er wel een zware keelontsteking aan over maar dat neem je er met plezier bij
als je die mensen kan helpen.
Eind 2014 heeft de schoonzus haar leven in België zo op het spoor dat ze een
nieuwe woning laat bouwen. Maar ze heeft voor een paar maand een andere woning
nodig. Dus bieden wij weer aan om te helpen. We wonen met 5 kinderen en 3
volwassenen in een kleine stadswoning zonder tuin. Ik bijt op mijn tanden, de
kinderen bijten op hun tanden. We klagen alle drie af en toe eens bij mijn
echtgenoot maar we tonen vooral ons goed hart. Vooral omdat ik me redelijk
gebruikt voel nu de schoonzus beslist om kookles, badmintonles, haartooicursus
ed te gaan volgen wantja ik ben toch thuis om op de kinderen te passen.
Wij gaan sinds
2013 naar een psycholoog met onze oudste want hij vertoont met momenten een
zeer slecht gedrag waar we geen weg mee kunnen. Begin 2015 zegt zij dat ze na
veel proberen, na veel oplossingen constant tegen dezelfde dingen aanloopt en
er waarschijnlijk meer aan de hand is. Het woord autisme wordt de eerste maal
uitgesproken in ons bijzijn. Slik. Onze wereld stort zo even in. We zijn blij
dat er nu eindelijk misschien een reden is waarom hij zo doet maar eigenlijk
hoor je dat toch liever niet als ouder. We beginnen aan praktische kant en
proberen zo snel mogelijk (wat zijn 8 weken wachttijd) een afspraak te maken
met een psychiater. Het woord psychiater alleen al, slik. Even nadien ga ik
voor het eerst sinds de schoonzus bij ons woont eens een avond iets eten met
een vriendin. Daar vloeit alle frustratie eruit en ik kom thuis met roodomrande
ogen. Scheelt er iets vraagt ze schoonzus bezorgt. Ik vertel over mijn schrik
voor de diagnose, over dat je dat niet wil voor je kind en wat is haar reactie och
ik vind uw andere zoon een veel groter probleem. Das pas een etter die mensen
kwetst en dingen zegt die niet kunnen. Ik slik mijn tranen, trots, verdriet en
zelfbeeld in en vertrek gekwetst naar boven. Ik blijf de weken nadien constant
boven, ik kom thuis en neem een boek naar mijn kamer. Het enige wat ik kan
denken is dat ik twee mislukkingen op de wereld gezet heb.
Een paar weken later gaan de kinderen van de schoonzus een week op reis met
mijn schoonvader. Zij zijn de ganse zaterdag weg en ik ben gans de dag thuis.
Ik doe gans de dag de was aan een razend tempo want zij vertrekken bijna. De
droogkas kan niet volgen en dus staan er nog een paar manden te wachten voor
het machine. Als ik boven hoor dat de droogkas gedaan is, ga ik naar beneden om
snel te wisselen. Blijkt ze al de was die ik al gewassen had opnieuw in de
machine gestoken te hebben. En toen ontplofte er iets in mijn hoofd. Ik heb
alle frustraties eruit gegooid van de voorbije maanden. Hysterisch was ik
geworden. Alle stress, alle problemen, alle frustraties, alles kwam er als een
sneltrein uit.
Gevolg, de schoonzus heeft haar boeltje gepakt zonder praten, zonder overleg en
is met de drie kinderen elders gaan woning. Op een klein appartementje. Gevolg ik
voel me nu naast allerlei dingen ook nog schuldig en wil uit het leven stappen.
Ik zit zo diep dat zelfs mijn echtgenoot de kinderen meeneemt om een nacht
elders te gaan slapen met hen. Ik heb die nacht echt lang getwijfeld, lang
nagedacht maar de pijn die ik nog steeds voel van mijn neef en oom die zich
beide opgehangen hebben, wou ik niet aan mijn kinderen geven. De dag nadien kon
mijn echtgenoot me overtuigen samen naar psycholoog te stappen. Er volgende een
periode van thuiszitten, in een donker huis, totaal verslagen door de wereld.
En tijdens die periode moesten we dan nog de testen en gesprekken bij de
psychiater ondergaan. Na het eerste gesprek volgden de woorden: mevrouw, je
gaat toch serieus hard aan jezelf moeten werken. Mijn zelfbeeld was nefast
voor mijn kinderen.
Na de ruzie heb
ik de schoonzus niet meer gehoord. Niets. Ik was lucht. En niet alleen voor
haar. Ook voor mijn schoonvader en zijn vriendin. Als we die zeiden kregen ze
met moeite een hallo over hun lippen. In augustus moesten wij naar een trouw.
Mijn echtgenoot moest eerst een match spelen en zette vlak voor zijn match rond
19u dus de kinderen af bij zijn papa. De dag nadien werden de kinderen al voor
de middag teruggebracht met de mededeling dat ze zich verschrikkelijk gedragen
hadden. Tja als je niet de vaste gewoontes van een kind met ass volgt kan dat
gebeuren. Toen we in september plannen maakten voor de herfstvakantie vroeg
mijn echtgenoot aan zijn vader of de beloofde vakantie nog doorging en welke
dagen. Werd met een lach onthaald want met die twee kinderen een reis maken was
het verste van zijn gedachten. Geen haar op zijn hoofd die dat wou doen. En ja
ik ben terug ontploft. Deze maal via mail. Een mail waar ik weken op gedacht
heb en laten nalezen door de echtgenoot. Hij vond het hard maar er stond niets
in dat niet waar was. Dus opsturen. Sindsdien krijg ik zelfs die hallo niet
meer. Als ik bel wordt de telefoon niet opgenomen, niet bij de schoonzus, niet
bij de schoonpa. Halve uitnodigingen van we gaan eens moeten afspreken worden
enkel naar de echtgenoot gestuurd want met mij willen ze niet afspreken.
De
thuisbegeleiding, gonbegeleiding en iedereen zegt dat je op familie moet
steunen en hulp vragen. Tja veel schoot er toen al niet meer over.
Eind 2017 dus na dik twee jaar liet de psycholoog mij eindelijk los. Ik was
weer sterk genoeg om het zelf aan te kunnen hoopt ze. Op zich lukt het leven
vlot, ik jaag me minder en minder op in de schoonfamilie rond feestdagen of
verjaardagen. Mijn ouders helpen waar ze kunnen.
September 2018
komt mijn papa op de kindjes letten. De ruzie tussen de kinderen loopt zo hoog
op en dan vooral bij de jongste dat mijn papa eraan denkt niet meer op hen te
willen letten. Hij spreekt dit ook uit, wel met de woorden erbij dat hij dit niet
zal doen want hij weet hoe lastig het moet zijn voor ons om dit wekelijks, soms
bijna dagelijks mee te maken. Maar toch die woorden doen zo hard pijn dat ik
gans de nacht en deze ochtend met tranen in de ogen zit. Dat mijn handen
trillen en ik me niet kan focussen. Die zetel met tv in een kamer met gesloten
gordijnen voor een paar weken lijkt nu zo verleidelijk.
|