Zaterdag 20 juli 2013 Jogjakarta excursie per becak
Wij beginnen de dag met een lekker
ontbijt waarbij wij mooie tingel-tangel-muziek krijgen van een life
bandje. Om 9u vertrekken wij voor een
tocht per becak (fietstaxi), 's
morgens langs een aantal bekende attracties en 's middags langs een aantal
ambachtelijke werkplaatsen.
Becak is de Indonesische benaming voor
een fietstaxi. Het is een klein voertuig voor een of twee passagiers in een
bakje met daarachter de bestuurder op een fiets. Het is een beetje te vergelijken
met een bakfiets. Een becak is geen riksja want bij een becak duwt de
bestuurder de passagiers in het bakje in plaats van hem voort te trekken. De
becak wordt enorm veel gebruikt in Yogyakarta en andere steden in Indonesië en
het is zeker een belevenis.
Onze becaks staan ons op te wachten aan
t hotel en iedereen krijgt er eentje toegewezen voor de rest van de dag. Wij
vertrekken in groep en zij storten zich werkelijk in t verkeer. Inhalen tussen
de brommers door, rakelings langs autos en nu ben ik er zeker van: een rood
licht is iets om door te rijden of om te vermijden door de straat schuin te
dwarsen zodat je met de andere richting kan mee het kruispunt oversteken. Echt gekkenwerk maar we lachen ons een breuk
als we over de eerste schrik een zijn.
Wij bezoeken het bekende Kraton. Met een gebrekkig Nederlands sprekende gids - met het bekende accent -
maakten we een rondje door de verschillende gebouwen, met vooral een
tentoonstelling over het leven van de voorlaatste sultan. De gids maakt
een reeks flauwe grapjes en weet meer over ons koningshuis dan wij. Het Kraton bestaat uit verschillende gebouwen,
binnenplaatsen en paviljoens. In veel van deze gebouwen zijn musea, o.a. over
traditionele kledij en Javaanse heersers.
In een aantal paviljoens vinden openlucht voorstellingen plaats,
bijvoorbeeld Gamelan en Wayang Kulit maar omwille van de Ramadan blijft het
voor ons stil. Het ommuurde
paleis van de sultan ligt in het centrum van Yogyakarta. en stamt uit 1755.
Sultan Hamengkubuwono I is er de ontwerper van en tegelijkertijd de stichter
van het koninkrijk Ngayogyakarta Hadiningrat. De huidige sultan woont nog
steeds in het kraton.
De locatie van het paleis is niet
willekeurig gekozen. Het is gelegen tussen twee rivieren, de Code in het oosten
en de Winongo in het westen. Water is makkelijk voorhanden en tegelijkertijd is
er geen overstromingsgevaar. Daarnaast ligt het kraton op één lijn met de zee
in het zuiden en de vulkaan Gunung Merapi in het noorden, wat mystieke
voordelen met zich meebrengt. Volgens de mythe is het Kraton door deze
geografische lijn beschermd door de geesten die in Gunung Merapi leven en de
godin van de zuidelijke zee, Nyai Roro Kidul. Dit was een prinses die godin
werd, nadat ze vrijwillig verdronk om een boze bezwering te verbreken.
In een paar delen van het kraton zijn
Europese stijlen te zien, maar verreweg het grootste deel is een goed voorbeeld
van Javaanse paleisarchitectuur. Het gebouw is 14.000 m2 en de diepe
filosofische betekenis wordt verbeeld in de verschillende ruimtes, de
houtsnijwerken, de bomen en de locatie.
De oude stad van Yogya
grenst aan de Kraton. Verdedigingsmuren zijn nog altijd zichtbaar. Binnen dit
fort (beteng) bevindt zich Taman Sari, het
waterpaleis. Het paleis zelf is inmiddels enigszins vervallen, maar andere
delen van het complex, met name het lustoord (vrouwenverblijf) is nog steeds in
goede staat. Hier woonden ooit de 40 vrouwen van de koning. Ook een onderaards
gangenstelsel, ooit onder water, is nog duidelijk zichtbaar en tijdens ons
bezoek aan die gangen en de ondergronds moskee, ontmoeten we een pas getrouwd
stel dat huwelijksfotos aan het nemen is. Ventilatietorentjes steken nog steeds
boven de wijk uit.
We gaan weer verder per becak naar een
atelier waar ze lederpoppen en wayangpoppen maken. Wij krijgen een hele uitleg
over de symboliek en Els, Maire en Lennie kopen elk een lederen schaduwpop. Verder
bezoeken we een atelier waar batik-stoffen gemaakt worden. Het principe van het
inkleuren van de stoffen is hetzelfde als wat ik toepas bij het
zijdeschilderen. Een geduld werkje dat heel veel centen kost en hier koopt
niemand iets omwille van de prijs.
Obbo neemt ons meer naar Tante Loes om
te eten: een schoteltje rijst met verschillende bijschoteltjes en dit voor 1.5 de man met
drank inbegrepen: wat kan een mens nog meer wensen.
Onze becaks staan weer geduldig te
wachten en nu brengen ze ons allemaal naar een verschillende bestemming. Die
twee van ons zetten ons af aan het begin van de Jalan Malioboro, de belangrijkste winkelstraat voor
toeristen. Je vindt hier straatverkopers, wandelgalerijen met winkels en een
nabijgelegen markt. Jalan solo is meer het winkelgebied van de lokale
bevolking. Het is hier onvoorstelbaar druk. Honderden
stalletjes met kleren, eten, speelgoed,.. Noem maar op en je vindt het hier. Ik
zie een paar leuke bloesjes maar niets in mijn maat. Jean heeft meer geluk en
koopt 2 hemden met korte mouwen voor 18.
Omdat Ellen al dagen lang last heeft van
buikloop - al vanaf vermoedelijk Bukit Lawang - werd er een dokter besteld.
Deze meneer bezorgt haar wel 8 verschillende pillen maar het hielp wel. Willem
en Lennie zijn aan de beterhand en Obbo blijft met zijn knokkelkoorts pikkelen.
s Avonds pikken de becaks ons terug op
en brengen ons naar de uitgangsbuurt Prawirotaman street waar we in de ViaVia
gaan eten (ja, ja van dezelfde eigenaar als die in Leuven). Ik eet Provençaalse kip en Jean krijgt zelfs
een echte steak voorgeschoteld. We zijn blij dat we eens westers eten krijgen
ook al moeten we er wel erg lang op wachten. Op de terugweg houden de becak van
Jean en mij een race en ik kom niet meer bij van t lachen als ze allemaal
beginnen te racen.
Overnachting: Hotel Gowongan - Yogyakarta (Java)







|