Donderdag 11 & vrijdag 12 juli Bukit Lawang: orang-oetan
rehabilitatiecentrum
s Nachts heeft Jean overgegeven en een
paar maal op de pot gezeten, maar nadat
hij een Imodium heeft genomen, schijnt alles opgelost. Om 7u30 houden we het als
ontbijt bij een toast met confituur. Rond 8u30 wordt onze bagage door de
dragers opgepikt, over de boswegjes en de hangbrug naar het dorp gedragen waar
er 3 jeeps op ons staan te wachten. Al
onze bagage wordt in en op de jeeps geladen en wij vertrekken richting Tangkahan. We rijden met onze jeeps over een slechte, onverharde
weg zo'n 60 km door plantages in ruim vier uur naar Bukit Lawang. De bagage die
bovenop vastgebonden was, verschoof en moest dus terug vastgesjord
worden. Gelukkig was het goed weer. Het eerste stuk ging oostwaarts over
de weg die we gekomen waren. Na een uur sloegen we af naar het zuiden. We stoppen
een keer om van het prachtig uitzicht te genieten, alleen staat er een grote
palmoliefabriek een grijze walm in de lucht te spuwen. Om 12u30 komen we aan op de parkeerplaats
even buiten het dorp, bij de hangbrug over de Bahorok rivier naar de Eco Lodge, ons verblijf voor de komende twee
nachten.
De bagage wordt van de parkeerplaats
door dragers tot over de brug gebracht. Onze kamer is helemaal achteraan, maar
we liggen wel allemaal kort bij elkaar rond een midden pleintje. Er is een mooie tuin met goed verharde en
verlichte paden naar het restaurant, langs de rivier.
Bukit Lawang is een dorp aan de oevers
van de Bahorok rivier. Veel groter en toeristische dan Tangkahan. Er is zelfs
een ziekenhuisje en een busstation (mensen uit Medan komen er met de bus
naartoe maar het duurt wel een ganse dag door de vele tussenstops). Na het eten in het restaurant en het douchen
(terug met koud water) maken we een wandeling door het dorpje. We nemen een
andere brug en ontdekken dat er 4 hangbruggen zijn: de ene al wat stabieler dan
de andere. Het dorpje zelf heeft veel
winkeltjes langs een voetpad evenwijdig aan de rivier. We kopen een groen batik
jurkje voor Fien: hopelijk past het.
's Avonds gaan we met de hele groep
eten bij de Nederlandse Saskia Landman. Saskia heeft samen met haar
Indonesische man Sugianto een kindertehuis
opgericht, waar zij kinderen die hun ouders verloren tijdens de
overstroming die Bukit Lawang heeft verzwolgen in 2003, een nieuwe thuis biedt.
Het diner is bij de reis inbegrepen en de verdiensten van ons bezoek komen ten
goede aan het kindertehuis. Er waren nog maar 3 kinderen in dit heel goed uitgeruste
en gezellig ingerichte huis. De meesten zijn al volwassen en wonen en werken
elders, maar ze worden nog wel begeleid. Het onderkomen van Saskia en haar man,
op een groot stuk grond aan de voet van de bergen, ligt maar een kilometer van
de lodge en is bereikbaar over een goed verhard pad. Terug in het donker
betekent de zaklantaarns gebruiken! In onze kamer moeten we eerst nog een
kakkerlak doodmeppen maar de anderen vertellen ons de volgende dag dat dat in
de buurt van het regenwoud doodnormaal s. Bah: vieze beesten als je het mij
vraagt en de buren hebben mee genoten van mijn gegil: er is geen isolatie in de
muren of het dak.
De tweede dag: vrijdag 12 juli trekken
we na het ontbijt er al om 7u30 op uit om orang-oetans te gaan zoeken in het
regenwoud. We gaan eerst naar het informatiecentrum waar we een film
voorgeschoteld krijgen met de regels waar we ons in het park aan moeten houden.
Om bij het centrum te komen, moeten we eerst weer de rivier oversteken: hier is
geen hangbrug, maar de oversteek gebeurt met een rubber bootje dat vast hangt
aan een kabel en die door mannen via touwen van de ene naar de andere zijde
wordt overgetrokken. Een hele belevenis en ik houd er natuurlijk natte voeten
aan over. Vanaf hier klimmen we een eind naar één van de voederplaatsen, waar we
3 apen zien die nog worden bijgevoederd tot het moment aangebroken is dat ze
definitief zelfstandig in de jungle kunnen leven. De rest van de groep trekt verder het oerwoud
in maar Jean en ik keren terug en ik laat mij graag terug helpen door een
lokale begeleider. 50 000 roepia of 420 is zijn fooi maar er was nog een
andere kerel met ons meegelopen zonder iets te doen en die eiste hetzelfde. Ik
keek hem aan alsof hij gek was en hij keek kwaad terug, maar mijn centjes heb
ik gehouden!
Wij wandelen via een kanaal naar een
volgend dorpje +/- 5 km verder waar een marktje is. Het kanaal wordt gebruikt
om eten in te wassen, de vaat te doen, te baden en te zwemmen. Op het marktje
zijn we de enige blanken en we hebben veel beziens. Het is hier een echte
mierennest ! Jean schaft hem een nieuw uurwerk, een rugzak en badslippers. Ons
Fien wordt weer een kleedje rijker voor 45000 roepia! Rond 16u zijn we via het
dorpje terug in ons hotel beland voor een lekkere douche. Voor het avondeten
zorgen de makaken nog wel voor een privé show in de bomen aan onze kamer.
De kamers in dit resort waren goed,
schoon en ruim. Wij zaten helemaal aan de achterzijde in een gebouw met
allemaal kamers rond een middenplein. Geen airconditioning, maar dat was hier ook
niet nodig, de ventilator was voldoende. Een klamboe om het bed en een badkamer
met een koude douche en een mandibak. De tweede avond hebben we terug een
bezoeker die een zekere dood wacht maar de maat is vol als er eentje olijk uit
mijn valies komt kruipen. We vinden waar ze binnenkomen en de spleet wordt goed
dichtgestopt met een handdoek. In t vervolg zal ik mijn valies altijd
dichtritsen.
Het ruime restaurant was gezellig om te
eten, ook hier weer open met zicht op de rivier. De bediening was vriendelijk
en één ober etaleerde erg graag en met humor zijn kennis van het
Nederlands ('ik ben een beetje verlegen...'). Er was voldoende keus en
het eten smaakte heerlijk. Jean en ik aten s avond Junglefood: een schotel
met kip, aardappelen, bananenstam en curry. Onze maag is aangepast aan de
warmte en het Oosterse eten.
De volgende ochtend rijden we met ons
vertrouwde bus naar het Tobameer via Medan om onze reisleider Odo op te halen
die de vorige dag daar naar het ziekenhuis gegaan was met een lichte vorm van
knokkelkoorts.
Overnachting: Ecolodge
Bukit Lawang - Bukit Lawang (Sumatra)







|