Ik vind je krachtiger dan een hoge waterval. Ik vind je warmer dan de zon. Ik vind je energieker dan de wind. Ik vind je wisselvalliger dan het weer. Ik vind je mooier dan een roos. Ik vind je zachter dan een lammetje. Ik vind je eigenwijzer dan een kat. Ik vind je wilder dan de zee. Ik vind je uitdagender dan de hoogste berg. Ik vind je geslotener dan een oester. Ik vind je verrassender dan een herfstblad. Ik vind je vrolijker dan een dartel veulen. Ik vind je nog duizend dingen.
Op een keer
miste de eekhoorn de mier hevig. Hij wist niet waarom, maar hij had dat gevoel
tot in het puntje van zijn staart.
Mier, dacht
hij, mier, mier, mier.
De eekhoorn wist dat zulke gedachten niet helpen, maar hij kon ze niet
tegenhouden.
Was er maar een hand in de lucht, dacht hij, die je kon gebruiken om iets ver
weg te pakken...
Hij zag die hand voor zich en hij zag ook de mier ergens opgekruld in een holle
boomstam liggen.
De hand liep vinger voor vinger tussen de boom van het bos door, zonder ook
maar één blaadje te verroeren. Hij bleef even voor de holle boomstam staan.
Toen ging de wijsvinger naar binnen en tikte op de rug van de mier.
Hé, wat? riep
de mier, die blijkbaar had liggen slapen.
De vinger boog zich, strekte zich en boog weer voorover in de richting van de
uitgang van de boomstam.
Je bedoelt meekomen? vroeg de mier.
De vinger knikte.
Wie ben jij eigenlijk? vroeg de mier, terwijl hij de vinger en even later de
hele hand bekeek.
Maar hij kreeg geen antwoord. De hand liep langzaam voor hem uit, tussen de
bomen door, vinger voor vinger. Als de mier soms even bleef staan gleed de pink
geruisloos naar achter en gaf hem een duw.
Zo liepen zij
door het bos, de hand en de mier.
De zon ging langzaam onder. Overal ruisten de balderen aan de bomen en kabbelde
het water in de rivier. Toen zij vlak bij de beuk waren schrok de eekhoorn op.
Ach, dacht
hij, wat een gedachten heb ik toch. Had je dáár maar een spiegel voor, dan zou
ik die zéker bekijken! Hij zuchtte. Hij miste de mier nog steeds, ook al wist
hij nog steeds niet wat missen eigenlijk was. Maar voor hij nog meer had kunnen
bedenken hoorde hij een soort geschuifel dat hem bekend voorkwam, en zag hij
nog juist een eigenaardige schaduw, die leek op een hoofd met vijf oren, langs
de stam van de beuk naar beneden glijden.
Hoe kom jij
hier opeens? vroeg de eekhoorn.
De mier haalde zijn schouders op.
Is deze tak vrij? vroeg hij. Hij stapte van de stam op een takje naast de
grote tak waar de eekhoorn zat.
Ik heb je gemist, zei de eekhoorn. En zacht voegde hij daar aan toe: Je moet
me toch eens uitleggen wat dat eigenlijk is: missen.
Ja, zei de mier.
Gelukkig zijn is iets groots. Je gelukkig voelen zit in kleine dingen.
Zoals vanmorgen. Wakker worden met een leuk berichtje. Dat maakt me gelukkig. De stilte van het huis waarin iedereen nog slaapt. Ook dat maakt me gelukkig. Buiten zitten met een bak verse koffie terwijl de ochtendzon haar stralen op mijn gezicht laat dansen. Dat maakt me gelukkig.
Juist die kleine dingen, die maken mij gelukkig. En je gelukkig voelen, dat voelt goed!
Een gelukkig mens is nooit gevaarlijk. (Phil Bosmans, Belgisch schrijver en pater) Als je gelukkig wilt zijn, heb lief. Als je niet ongelukkig wilt zijn, zoek er dan niet naar bemind te worden (Gabrielle Dorziat, actrice) Gelukkig zijn is niet een bestemming, het is een manier van leven (Burton Hills) Weinig mensen zijn gelukkig, omdat het bereiken van het geluk eigenlijk te eenvoudig is. (Clem Schouwenaars, Vlaams dichter) Wil je gelukkig zijn... leef dan. (Leo Tolstoy, Russisch schrijver) Gelukkig is diegene die met trots achterom kijkt en vol hoop vooruitkijkt. (Olivier G. Wilson, schrijver)
Vanmorgen heb ik mijn nieuwe huurcontract getekend en ben ik met de verhuurders nog eens naar het appartement gaan kijken.
Natuurlijk moet ik nog veel regelen. Verhuislift, brandverzekering, waarborg, gordijnen. Gelukkig heb ik het meeste al en is mijn nieuwe nestje niet zo heel groot. Verven hoef ik in ieder geval niet. Het is tip top in orde.
Nu is het wachten aangebroken. Wachten tot het 1 september is en ik de sleutel kan gaan afhalen. Het is nog maar een restje juli en de maand augustus, meer niet. Maar ja, wachten, dat is niet mijn favoriete bezigheid.
Ik ben Jen
Ik ben een vrouw en woon in () en mijn beroep is .
Ik ben geboren op 12/11/1972 en ben nu dus 52 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: .
Ik ben Jen.
Ik ben student.
Ik ben mama.
Ik ben nieuwsgierig.
Ik ben vol vuur.
Ik ben net zo uniek als jij.
Ik ben